29/5 Een
Waarschuwing tegen het Gnosticisme
Maria:
Lieve
kinderen, bedankt dat jullie hebben geluisterd naar mijn oproep in je hart.
Geliefde kinderen, jullie hebben [wereldse] kennis aanvaard als jullie redding,
maar weinigen hebben geloof geschonken aan het enige ware medicijn, namelijk
God en Geloof. Zij [de wereldse] hebben je de vrucht van het verderf laten
proeven, waardoor je gelooft dat het je enige redding is. Net zoals het een
keer is gebeurd, zijn jullie in de bekoring en in de helse valstrik gevallen.*
Onthoud, kinderen: het Kruis redt. Kinderen, bid voor de
Kerk waar het Woord van God is tot zwijgen gebracht vanwege mijn bevoorrechte
zonen [Priesters] die met arrogantie en trots niet in mijn verschijningen en in
mijn advies geloven, maar alleen in één god alleen geloven - die van zichzelf -
en zij niet langer mijn aanwezigheid erkennen. Geliefde kinderen, bid, want de
aarde zal spoedig in opstand komen. Kinderen, vandaag kijken de Engelen naar
jullie vanuit de Hemel. Nu is er verwarring tussen politici en onder jullie,
broeders en zusters; alleen gebed kan jullie van deze ketenen bevrijden. Nu
verlaat ik jullie met mijn Moederlijke zegen in naam van de Vader, de Zoon en de
H. Geest, Amen.
* De eerste helft van de boodschap gaat over het
gnosticisme of "geheime kennis" waarmee Satan Adam en Eva verleidde
in de Hof van Eden. Nogmaals, de mensheid is in de val gelopen door te geloven:
"Je zult niet sterven... je zult zijn als God, met kennis van goed en
kwaad" (Gen. 3:4-5).
De tweede helft van de boodschap is dus hetzelfde resultaat
als Eden: afvalligheid van God, waarbij de mens zichzelf in de plaats van God
stelt (vgl. 2 Tess. 2:4). Hoevelen hebben hun geloof in God en Zijn macht om
ons te genezen en te verlossen verloren en hebben hun kerken gesloten, de
gelovigen van veel van de sacramenten beroofd, terwijl ze al hun geloof en hoop
alleen op de wetenschap stellen.
Om daar een antwoord op te vinden moeten we een blik werpen
op de grondslagen van de modern tijd. Die treden heel duidelijk bij Francis
Bacon aan het licht. Dat er door de ontdekking van Amerika en door de nieuwe
technische verworvenheden die deze ontwikkeling mogelijk gemaakt hadden een
nieuwe tijd aangebroken was, is iets dat duidelijk is. Maar waarop berust deze
wending in de tijd? Het is de nieuwe verbinding van experiment en methode, die
de mensen in staat stelt tot een wetmatige verklaring van de natuur de komen en
zo eindelijk ´de overwinning van de kunst op de natuur¡ (victoria cursus artis super
naturam) te behalen. Het nieuwe –
zo ziet Bacon het – is een nieuwe gerichtheid van de wetenschap op de praktijk.
Dit wordt nu ook theologisch toegepast: deze nieuwe gerichtheid van de
wetenschap op de praktijk zou betekenen dat de door God aan de mens geschonken
en bij de zondeval verloren gegane heerschappij over de schepping zou worden
hersteld.
Als men deze zinnen zorgvuldig
leest en overweegt, herkent men daarin een ontstellende stap: het herstel van
hetgeen de mens bij de uitdrijving uit het paradijs had verloren, had men tot
dan toe van het geloof in Jezus Christus verwacht, en dit werd als ‘verlossingÿ
aanzien. Nu wordt deze ‘verlossingÿ, het herstel van het verloren ‘paradijsÿ,
niet meer verwacht van het geloof, maar van de nieuw ontdekte samenhang tussen
wetenschap en praxis. Het geloof wordt daarbij niet eenvoudig ontkend, maar het
wordt naar een ander niveau verplaatst – dat van het loutere privé-gebeuren en
van het hiernamaals – en tegelijk wordt het op de één of andere manier voor de
wereld onbelangrijk. Deze programmatische visie heeft de weg van de moderne
tijd bepaald en bepaalt ook nog altijd de geloofscrisis van de tegenwoordige
tijd, die heel praktisch vooral een crisis is van de Christelijke hoop.
Zo
krijgt dan ook bij Bacon de hoop een nieuwe gestalte. Zij heet nu: geloof in de
vooruitgang. Want voor Bacon is duidelijk dat de nu op gang gekomen
ontdekkingen en uitvindingen, slechts een begin zijn; dat uit het samenspel van
wetenschap en praktijk geheel nieuwe ontdekkingen zullen volgen en een geheel
nieuwe wereld zal ontstaan, het rijk van de mens. Zo heeft hij dan ook een
visioen van te verwachten uitvindingen gepresenteerd, tot aan het vliegtuig en
de onderzeeër toe. In het verdere verloop van de ontwikkeling van de vooruitgangsgedachte
blijft de vreugde om de zichtbare vooruitgang van het menselijk kunnen een
voortdurende bevestiging van het vooruitgangsgeloof als zodanig.
[Wij] hadden het bij het
verkeerde eind om te geloven dat de mens verlost zou worden door de wetenschap.
Zo'n verwachting vraagt te veel van de wetenschap; dit soort hoop is
bedrieglijk. Wetenschap kan een grote bijdrage leveren aan het menselijker
maken van de wereld en de mensheid. Maar het kan ook de mensheid en de wereld
vernietigen, tenzij het wordt gestuurd door krachten die erbuiten liggen… Het
is niet de wetenschap die de mens verlost: de mens wordt verlost door Liefde. –
Paus Benedictus XVI, Spe Salvi, nr 16 en 17
|