Het is nu een tijd van versnelling van het geestelijke, de
mens moet naar een hoger niveau getild worden. De H. Geest werkt hieraan. In
Psalm 139 heeft David, de psalmist het over dat de mens niet kan ontsnappen aan
God. We bevinden ons altijd voor Gods ogen, door Gods Geest. God is altijd bij
ons, waar we ook zijn. Hij wacht op ons.
Er zijn tijden dat we een ongelovige gelovige zijn, er zijn
tijden van twijfel, tijden van angst, tijden waar we wachten op Gods doorbraak.
We moeten bidden voor Gods doorbraak in ons leven. De Geest van God is dus
overal, en als je geroepen en uitverkoren bent door God, en je bent Christen
dan is je naam opgetekend in het Boek des Levens van het Lam. God is altijd bij
ons en op dit moment is Hij op aarde in Zijn Geest. God heeft altijd al op je
gewacht, en wacht ook nu nog op jou. Bovendien woont God in degene die Jezus
heeft aangenomen als Messias en Heer. Dat is je ingang in het Koninkrijk van
God. Eens je een gelovige bent geworden, moet je een gelovige blijven, moet je
met de Geest leven en dit is niet altijd gemakkelijk omdat deze wereld niet
geregeerd wordt door God. Satan is de god van deze gevallen wereld, het fysieke
rijk van de aarde. Satan heeft de controle overgenomen en probeert alles te
beheersen.
Je moet dus in de Geest leven. Je moet in de verborgen
plaats in je innerlijk treden en de sfeer van de Hemel ervaren. Daar vertoeven
de Engelen. Je ziet de Engelen niet, maar ze zijn steeds bij je. Ze werden aan
de mens toegewezen.
Het probleem is dat je geen ongelovige gelovige kunt zijn.
Maar mensen kunnen twijfelen, bang zijn. Ze moeten hun leven versterken met
Gods Woord en wat het zegt, en dan zal de H. Geest komen en het versterken. God
kan je dus helpen en wil je helpen. Hij wil je Zijn Glorie tonen.
Johannes
17:22: Ik heb hen laten delen in de grootheid die U Mij gegeven
hebt, opdat zij EEN zijn zoals Wij.
Psalm
3:2: Heer, hoe talrijk zijn mijn belagers, velen vallen mij aan,
velen zeggen van mij: God zal hem niet redden. U, Heer, bent een schild om
mij heen, U bent mijn eer, U houdt mij staande.
God wil dat je weet dat Hij wil helpen. Je vijand, je
vrienden die twijfelen aan Hem en zeggen dat God niet zal helpen, zullen
versteld staan.
Psalm
17:1-5: Luister, Heer, ik vraag om recht, luister naar mijn smeken,
hoor mijn gebed geen leugen komt over mijn lippen. Laat van U het oordeel
komen, laat Uw oog zien wat juist is. Bezoekt U mij in de nacht en beproeft en
peilt U mijn hart, U zult niets in mijn nadeel vinden, geen kwaad kwam uit mijn
mond. Hoe de mensen ook leven, ik houd mij aan het woord van Uw lippen. De weg
van roof en geweld heb ik altijd gemeden, mijn voeten volgden Uw spoor, mijn
stappen wankelden niet.
We moeten ons hart openstellen voor de Geest. We moeten
onze geest vernieuwen, een nieuwe manier van denken aannemen. We denken
verkeerd en daarom krijgen we verkeerde dingen, maar als we juist denken dan
zullen goede dingen volgen. We weten dat we altijd voor Gods ogen leven. Als we
dus beschuldigende woorden van Satan hebben, kwade krachten die tegen ons
werken. We moeten letten op onze woorden.
Jacobus
3:1-12: Broeders en zusters, u moet niet allemaal leraar willen
zijn. U weet dat ons leraren een strenger oordeel te wachten staat. En hoe vaak
struikelen we niet allemaal! Wie nooit struikelt in het spreken kan zich een
volmaakt mens noemen, die in staat is om zelfs het hele lichaam in toom te
houden. Paarden doen we een bit in de mond om ze te laten gehoorzamen, en zo
kunnen we hun hele lijf sturen. En kijk
eens hoe reusachtige schepen, voortgestuwd door hevige wind, met een klein roer
in de richting worden gestuurd die de stuurman bepaalt. Zo is ook de tong een
klein orgaan, maar wat een grootspraak kan hij voortbrengen! Bedenk eens
hoe een kleine vlam een enorme bosbrand veroorzaakt. Onze tong is net zon
vlam: een wereld van onrecht, die onze lichaamsdelen in brand steekt. Want hij
besmet het hele lichaam, hij steekt het rad van het leven in brand, met vuur
uit de Gehenna. De mens heeft alle mogelijke soorten dieren weten te temmen,
wilde dieren, vogels, kruipende dieren en zeedieren, maar er is geen mens die
de tong kan temmen, dat onberekenbare kwaad, vol dodelijk venijn. Met onze tong
zegenen we onze Heer en Vader, en we vervloeken er mensen mee die God heeft
geschapen als Zijn evenbeeld. Uit dezelfde mond klinkt zegen en vervloeking.
Dat kan toch niet goed zijn, broeders en zusters? Laat een bron soms uit
eenzelfde ader zoet en bitter water opwellen? Of kan een vijgenboom olijven
voortbrengen, of een wijnstok vijgen? Net zomin geeft een zilte bron zoet
water.
Je tong is een roer, die je hele leven stuurt als een
schip. Je tong moet zeggen waar je heen gaat. Je kan niet over je
omstandigheden spreken. De reden waarom je geen vooruitgang boekt van waar je
je bevindt, is omdat je niet spreekt over je toekomst, je lotsbestemming. Je
moet dus van openbaring spreken. Je moet daarom in de verborgen plaats in je
innerlijk en de sfeer van de Hemel over je laten komen. God kan werken door het
vuur van je ziel en Hij kan je zuiveren. Maar je moet je woorden en je wegen
altijd in overeenstemming brengen.
Jezus sprak nooit iets uit dat Hij niet wilde. Hij zei
niets tenzij Zijn Vader het zei. Hij zei ook het volgende:
Johannes
16:13: De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer Hij komt, de
weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar
Hij zal zeggen wat Hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat.
We hebben dus de H. Geest in ons, die zegt wat God de Vader
zegt. De H. Geest in jou drijft je. Hij wil dat je sommige dingen zegt over je
toekomst. Je zult denken, het is tegengesteld aan wat er nu met me gebeurt.
Maar dat is de reden waarom je moet zeggen waar je heen wil, wat je als
toekomst wil, wat je als lotsbestemming wil. Daarom moet je op je woorden
letten, letten op wat je uitspreekt, want het woord is krachtig.
Marcus
11:23-24: Ik verzeker jullie: als iemand tegen die berg zegt: Kom
van je plaats en stort je in zee, en niet twijfelt in zijn hart, maar gelooft
dat gebeuren zal wat hij zegt, dan zal het ook gebeuren. Daarom zeg Ik jullie:
alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en
je zult het krijgen.
Jezus zei niet: geloof in je hoofd, maar geloof met je hart
dat hetgeen je vraagt, je krijgt. Als je bidt moet je geloven dat hetgeen wat
je gevraagd hebt, krijgt alsof je het al gekregen hebt. Dus bij hetgeen je
vraagt, het reeds voor je zien. Je woorden moeten in overeenstemming zijn met
je handelingen en werken. Als je iets zegt, moet je je aan je woord houden door
het te doen.
Jesaja
55:11: Zo geldt dit ook voor het woord dat voortkomt uit Mijn
mond: het keert niet vruchteloos naar Mij terug, niet zonder eerst te doen wat
Ik wil en te volbrengen wat Ik gebied.
God wil dat je weet dat er boeken over je staan geschreven
voordat je werd geboren, maar veel mensen gaan naar de Hemel en zien nooit hun
boeken voltooid worden omdat ze nooit de tijd in de verborgen plaats in hun
innerlijk hebben opgezocht om de sfeer van de Hemel hun woorden van
lotsbestemming te laten cultiveren in hun geest. Wanneer de woorden in je komen
door de H. Geest door je toe te vertrouwen aan Hem, door in Hem te geloven,
door op Hem te vertrouwen, de H. Geest toe te laten je begrip te ontsluiten
voor de verborgen mysteries, moeten ze woorden vormen. Wanneer de H. Geest over
je komt en in je en je voelt dat je iets moet zeggen, dan is hetgeen je moet
zeggen, hetgeen waar je heen wilt met je toekomst.
Vbn. Als je ziek bent, zeg dan: Ik kom uit mijn ziekte in
genezing en gezondheid. ik kom uit financiële problemen, mijn rekeningen zijn
allemaal betaald
Ik wandel in het Licht van de Heer, en de Heer leidt mij
naar een plaats waar alle voorzieningen naar mij komen, dat ik zal succesvol
zijn in alles wat ik aanraak, overal waar ik mijn voeten plaats is van mij. Je
moet dus beginnen spreken over hetgeen waar je heen wilt, je toekomst, je
lotsbestemming. God wil niet dat je enkel en alleen over je probleem praat,
stel ook een oplossing voor.
Romeinen
8:26-27: De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet
wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons
met woordloze zuchten. God, die ons doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen.
Hij weet dat de Geest volgens Zijn Wil pleit voor allen die Hem toebehoren.
2
Korintiërs 12:8-10: Ik heb de Heer driemaal gesmeekt mij van hem
(kwelling) te bevrijden, maar Hij zei: Je hebt niet meer dan mijn genade
nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid. Daarom laat ik mij veel liever
voorstaan op mijn zwakheid, zodat de kracht van Christus in mij zichtbaar
wordt. Omdat Christus mij kracht schenkt, schep ik vreugde in mijn zwakheid: in
beledigingen, nood, vervolging en ellende. In mijn zwakheid ben ik sterk.
We moeten dus een beroep doen op de H. Geest om te bidden,
want Hij spreekt perfecte gebeden. Als je wil dat je woorden overeenstemmen met
je handelingen, werken en lotsbestemming, dan moet je de woorden spreken die
naar de toekomst zijn gericht. Je kunt dit doen met Bijbelverzen, maar het
overtreft dit nog. Hier gaat het over het profetische rijk, het spreken vanuit
de Geest. Je moet ervan overtuigd zijn
dat er iets nieuws komt en van daaruit spreken. Het nieuwe kan zijn: een nieuwe
job, een financiële vooruitgang, genezing
Je bent geheeld door de striemen van
Jezus. Je spreekt alles van je toekomst als het nu. Want God kent geen
verleden, heden en toekomst. God handelt nu.
Hebreeën
11:3: Door geloof komen we tot inzicht dat de wereld door het
woord van God geordend is, dat dus het zichtbare is ontstaan uit het
niet-zichtbare.
Bij de Schepping van de wereld werd alles geschapen, en sprak
God in 1 keer. Alles werd geschapen door Jezus mond. Zijn woorden waren in
overeenstemming met Zijn wegen.
Johannes
1:3:
Alles is (door het Woord van God, Jezus) ontstaan en zonder dit is niets
ontstaan van wat bestaat.
Op deze aarde kloppen onze harten, omdat Jezus bevolen
heeft dat ze zouden kloppen. Al onze lichamelijke functies werken en ze kunnen
genezen worden als ze niet werken omdat God je tot bestaan heeft gesproken en
God, door Jezus Christus, kwam en verloste ons en kwam genezing voorzien. Hij
zorgde voor genezing toen Hij leed onder de striemen op zijn rug. Hij werd
geslagen voor onze ongerechtigheden, maar ook voor al onze ziekten en kwalen.
Jesaja
53:5: Om onze zonden werd Hij doorboord, om onze wandaden
gebroken. Voor ons welzijn werd Hij getuchtigd, Zijn striemen brachten ons genezing.
Denk dus wat je in het vervolg zegt. Is het waar je heen
wilt? Of is het in de toestand waar je je nu bevindt? God kijkt naar je
toekomst als Zijn NU. Hij heeft niet de beperkingen die wij hebben. Nog voor je
bestond schreef Hij een boek over je. Je moet nemen wat in de Hemel is, in het
Geestelijk Rijk, en je moet een transactie maken en deze komt door je mond.
Woorden worden gevormd in je geest. Je hoofd werkt er niet aan mee, omdat je
hoofd geen spirituele zaken kan begrijpen. In de verborgen plaats in je
innerlijk, waar de sfeer van het Hemelse is, begint de Geest te bewegen in je
en spirituele zaken gebeuren in je geest en deze vormen woorden. Je moet dus
deze woorden uitspreken. Deze zullen in overeenstemming zijn met Gods woorden.
Jouw wegen zijn je woorden.
Psalm
16:8-11: Steeds houd ik de Heer voor ogen, met Hem aan mijn zijde
wankel ik niet. Daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel, mijn
lichaam voelt zich veilig en beschut. U
levert mij niet over aan het dodenrijk en laat uw trouwe dienaar het graf niet
zien. U wijst mij de weg naar het leven: overvloedige vreugde in uw
nabijheid, voor altijd een lieflijke plek aan Uw zijde.
Jezus vertelde Kevin Zadai persoonlijk dat Hij dat stuk
telkens herhaalde toen Hij in het Voorgeborchte was. Hij was in de steek
gelaten door God, omdat Hij zich van Zijn Godheid verduisterde opdat wij zouden
kunnen verlost worden. Jezus herhaalde deze tekst tot Zijn Verrijzenis door de
H. Geest op bevel van de Vader. Jezus wist dat Hij zou verrijzen en God
bewaarde Zijn Lichaam drie dagen lang. Jezus beveelt deze tekst aan omdat Hij
reeds in het donkerste uur was. Deze tekst zorgt voor een doorbraak. Je moet
voor ogen houden dat voor God niets onmogelijk is.