8e
overvloed van Liefde: smekende
Liefde
Jezus: Mijn
dochter, laat Me niet alleen. Leg je hoofd op de Moederschoot van Mijn Lieve Mama,
en zelfs van buitenaf zal je Mijn gekreun en Mijn smeekbeden horen. Als Ik zie
dat noch Mijn gekreun, noch Mijn smeekbeden de mens tot mededogen voor Mijn Liefde
brengen, neem Ik de houding aan van de armste Bedelaar; en mijn kleine hand
uitstrekkend, vraag Ik medelijdend, en ten minste een aalmoes - voor hun
ziel, voor hun genegenheid en voor hun hart. Mijn Liefde wilde koste wat het
kost het hart van de mens veroveren; en toen Mijn Liefde zag dat de mens na
zeven excessen van Mijn Liefde nog steeds terughoudend was, doof bleef, niet om
Mij gaf en zich niet aan Mij wilde geven, wilde Mijn Liefde zich verder
opdringen.
Mijn Liefde had moeten stoppen; maar nee, ze wilde nog meer
overstromen van binnen zijn beperking; en vanaf de Moederschoot van Mijn Moeder
bereikte Mijn stem elk hart, met de meest insinuerende manieren, met de meest
vurige gebeden, met de meest doordringende woorden. En weet je wat Ik tegen hen
zei? ´Mijn kind, geef me je hart; Ik zal
je alles geven wat je wilt, op voorwaarde dat je Mij in ruil daarvoor je hart
geeft. Ik ben uit de Hemel neergedaald om er een prooi van te maken. O, alsjeblieft,
ontzeg het Mij niet! Misleid Mijn Hoop niet!¡
En toen Ik zag dat de mens terughoudend was - en nog meer,
velen keerden Mij de rug toe - ging Ik over in kreunen; Ik sloeg Mijn handjes
bij elkaar en, huilend, met een stem verstikt door snikken, voegde Ik eraan
toe: ´Oh! Oh! Ik ben de kleine Bedelaar;
wil je Mij je hart niet geven - zelfs niet als een aalmoes? Is dit niet een
grotere overvloed van Mijn Liefde; dat de Schepper, om het schepsel te
benaderen, de vorm aanneemt van een kleine Baby om hem niet bang te maken; dat
Hij om het hart van het schepsel vraagt, althans als een aalmoes, en als Hij
ziet dat hij het niet wil geven, Hij smeekt, Hij kreunt en huilt?
En jij, wil je Mij niet je hart geven? Of misschien wil jij
ook dat Ik kreun, smeek en huil om Mij je hart te geven? Wil je Mij de
aalmoezen ontzeggen die Ik je vraag?"
En terwijl Hij dit zei, hoorde ik Hem snikken.
Luisa: Mijn
Jezus, huil niet, ik geef U mijn hart en alles van mijzelf.
9e
overvloed van Liefde: gekwelde
Liefde
Jezus: Mijn
dochter, mijn toestand wordt steeds pijnlijker. Als je van Mij houdt, hou je
blik dan op Mij gericht om te zien of je je Jezus wat verlichting kunt bieden;
een klein woordje van Liefde, een liefkozing, een kus, zal Mijn huilen en Mijn
verdrukkingen een halt toeroepen. Luister, Mijn dochter, nadat ik acht excessen
van Mijn Liefde had gegeven, en de mens ze zo slecht had vergolden, gaf Mijn Liefde
niet op en wilde ze de negende overvloed bij de achtste optellen. En dit waren
verlangens, vurige verzuchtingen, vlammen van verlangen, want Ik wilde uit de Moederschoot
komen om de mens te omhelzen.
Dit reduceerde mijn kleine Mensheid, die nog niet geboren
was, tot zo'n pijn dat Ik het punt bereikte waarop Ik mijn laatste adem
uitademde. Maar toen Ik op het punt stond Mijn laatste adem te halen, gaf Mijn
Goddelijkheid, die onafscheidelijk van Mij was, me slokjes van Leven, en zo
herwon Ik het Leven om Mijn pijn voort te zetten en weer terug te keren naar
het punt van de dood. Dit was de negende overvloed van Mijn Liefde: om gekweld
te zijn en voortdurend van Liefde voor de mens te sterven. O! Wat een lange
pijn van negen maanden! O! Wat verstikte de Liefde Mij en deed ze Mij sterven. Als
Ik niet de Goddelijkheid bij me had gehad, die Me weer leven gaf elke keer dat Ik
op het punt stond te eindigen, zou de Liefde Me verteerd hebben voordat het
naar het daglicht kwam.
Kijk naar Mij, luister naar Mij, hoe ik gekweld ben, hoe Mijn
Hart klopt en brandt. Kijk naar Mij - nu sterf Ik.
Luisa: En
Hij bleef in diepe stilte. Ik had zin om dood te gaan. Mijn bloed bevroor in
mijn aderen en trillend zei ik tegen Hem: ´Mijn Liefde, Mijn Leven, sterf niet,
laat me niet met rust. U wilt Liefde, en ik zal van je houden; Ik zal je nooit
meer verlaten. Geef me Uw vlammen om meer van U te kunnen houden en volledig door
U te worden verteerd.¡
Geboorte
van Jezus Vol 4 - 25/12/1900
Luisa: Omdat ik in mijn gebruikelijke toestand was, voelde
ik dat ik buiten mezelf was; na ronddwalen, bevond ik me in een grot, en ik zag
de Koningin Moeder bezig met het baren van kleine Baby Jezus. Wat een geweldig
wonder! Het leek erop dat zowel Moeder als Zoon werden veranderd in het meest
pure Licht. Maar in dat Licht kon men heel goed de menselijke natuur van Jezus
zien die de Godheid in Zich bevatte en als een sluier diende om de Godheid te
bedekken; op zo'n manier dat Hij, door de sluier van de menselijke natuur te
scheuren, God was, terwijl Hij door die sluier bedekt was, Mens was. Hier is
het wonder der wonderen: God en mens, mens en God!
Zonder de Vader en
de Heilige Geest te verlaten - want ware Liefde scheidt nooit - komt Hij in ons
midden wonen en neemt Hij menselijk vlees aan. Nu leek het me dat Moeder en Zoon
op dat meest gelukkige moment als vergeestelijkt bleven, en zonder de minste
moeite kwam Jezus uit de Moederschoot, terwijl ze allebei overstroomden van een
overvloed van Liefde. Met andere woorden, die meest zuivere lichamen werden
omgevormd tot Licht, en zonder de minste belemmering kwam het Licht Jezus uit
het Licht van de Moeder, terwijl zowel het ene als het andere heel en intact
bleven en vervolgens terugkeerden naar hun natuurlijke staat.
Wie kan de schoonheid vertellen van de kleine Baby die op
het moment van Zijn geboorte, ook uiterlijk, van de stralen van de Goddelijkheid
doordrongen was? Wie kan de schoonheid van de Moeder vertellen, die helemaal
verzonken bleef in deze Goddelijke stralen? En de H. Jozef? Het leek me dat hij
niet aanwezig was bij de daad van de geboorte, maar in een andere hoek van de
grot bleef, helemaal verdiept in dat diepe mysterie. En als hij niet zag met de
ogen van het lichaam, zag hij heel goed met de ogen van de ziel, want hij bleef
in vervoering van verheven extase.
Tijdens de handeling waarin de kleine Baby naar het Licht
kwam, had ik willen vliegen en Hem in mijn armen nemen, maar de Engelen hielden
me tegen door te zeggen dat de eer om Hem eerst vast te houden aan de Moeder
toebehoorde. Toen keerde de Allerheiligste Maagd, alsof ze geroerd was, in
Zichzelf terug en ontving uit de handen van een Engel Haar Zoon in Haar armen.
In Haar vurige Liefde drukte Ze Hem zo stevig vast dat het leek alsof Ze Hem
weer in Haar Moederschoot wilde trekken.
Toen ze Haar vurige Liefde wilde laten stromen, plaatste ze
Hem aan haar borst om te zogen. Intussen was ik volledig vernietigd, wachtend
om te worden geroepen om niet opnieuw door de Engelen te worden vermaand. Toen
zei de Koningin tegen mij: "Kom, kom en neem je Geliefde, en geniet ook
van Hem - stort je Liefde bij Hem uit." Terwijl ze dit zei, kwam ik naar Mama
toe, en ze gaf Hem aan mij, in mijn armen. Wie kan mijn tevredenheid, de
kussen, de knuffels, de tederheid zeggen?
Nadat ik mezelf een beetje had uitgestort, zei ik Hem: ´Mijn
Geliefde, je hebt de melk van onze Mama gezogen, deel het met mij.'' En Hij, zich
neerbuigend, goot een deel van die melk uit Zijn mond in de mijne, en toen zei
Hij tegen mij: ´Mijn geliefde, ik werd verwekt in vereniging met Lijden, Ik
werd in Lijden geboren en stierf in Lijden. En met de drie spijkers waarmee ze
Mij kruisigden, nagelde Ik de drie krachten - intellect, geheugen en wil - van
die zielen die ernaar verlangen Mij lief te hebben, en trok ze allen zonde
enige terughoudendheid tot Mij, omdat de zonde hen ziek had gemaakt en
verstrooid van hun Schepper. Terwijl Hij dit zei, staarde Hij naar de wereld en
begon te huilen over haar ellende. Toen ik Hem zag huilen, zei ik: ´Lieve Baby,
wees niet bedroefd in zoÿn gelukkige nacht voor iemand die van U houdt. In
plaats van ons in huilen uit te barsten, laten we onszelf uitstorten in gezang¡
Terwijl ik dit zei, begon ik te zingen. Jezus was
geamuseerd toen Hij me hoorde zingen, en stopte met huilen; en bij het
voltooien van mijn vers, zong Hij de Zijne, met een stem zo krachtig en
harmonieus dat alle andere stemmen verdwenen bij het geluid van Zijn liefste
stem
.
Verdere uitleg tot 3e overvloed van Liefde:
1e
overvloed van Liefde: Verlossende Liefde: De vergelding van
Liefde wordt reeds gedaan onder de Personen van de Drie-eenheid. Maar alleen
God kon vergelding bieden aan de Goddelijke Gerechtigheid, en daarom moest God,
de Tweede Persoon, het Woord ons komen verlossen en genoegdoening bieden aan
God. God in de drie Personen besliste dat de Mens moest verlost worden. God de Zoon werd Mens om ons te redden van
zonde en opstandigheid, maar wij moeten willen gered worden en een
antwoord geven. De hele schepping was in Jezus, omdat Zijn Wil aanwezig was in
de Toen Jezus in de Schoot kwam van Maria, waren alle gekreun, verzuchtingen en
lijden uit de Schepping aanwezig samen met Jezus. De Schepping bracht een echo
van het gekreun, de verzuchtingen en het lijden van de Heer. Dat komt omdat God
wederkerigheid van Liefde wil van de hele Schepping.
Jezus: Mijn
Goddelijke Wil bekleedde de hele Schepping met Mijn tranen, geklaag en
verzuchtingen: de zon, de sterren, de bloemen, de planten enz. want de
Goddelijke Wil die heerste in Mij was dezelfde als deze die in de hele
Schepping heerste. Het Licht van Mijn Wil bracht Mij echo en alle geschapen
dingen vergezelden hun Schepper en herhaalden Mijn handeling. Want alles was in
harmonie met God. De Alle geschapen dingen door Mijn Wil lagen neer voor Gods
Troon en lieten Mijn gekreun, Mijn verzuchtingen en Mijn pijn als een echo
weerklinken.
Toen Jezus in de Schoot van OLVrouw neerdaalde en in de
Menswording kwam, roept Hij de hele Schepping in harmonie met Hem. De Schepping
was zo in beroering door verzuchtingen en huilen, dat de Hemel toegaf en de
Schepping het Koninkrijk van de Goddelijke Wil op aarde riep. Jezus verzuchtingen, gekreun en lijden
kwam samen met de hele Schepping in de Hemel en beroerden het Hart van God de
Vader zodat Hij de sleutels gaf om het Koninkrijk van de Goddelijke Wil te
openen. Dat was het begin van het Fiat van Verlossing en de H. Drie-eenheid
beslist om de Mensheid te verlossen. God roept de mens reeds op tot Zijn Harmonie,
tot de vergelding van Zijn Liefde. De
Schepping reageerde onmiddellijk, maar Hij wacht nog op ons. Hij wil nog steeds
ons JA op Zijn Verlossing. En zeker nu in onze tijd, wacht Hij op ons die
kennis hebben van het leven in de Goddelijke Wil.
Hij wil dat we onze stem, onze verzuchtingen, ons huilen,
ons lijden, onze zorgen in harmonie brengen met de Zijne, om te smeken voor Gods Troon om de sleutels om het Koninkrijk van Zijn
Wil te openen. Het is dus nog niet voltooid. Maar nu Hij ons tot begrip
ervan brengt, wil Hij dat we er deel van uitmaken om in harmonie ermee te zijn.
We moeten reageren in harmonie met God, een beroep doen op God.
Wat opvalt in het boek Genesis is dat Adam en Eva teruggingen
en berouw toonden. Ze zeiden niet dat
het hen speet. Het staat niet opgetekend in de Bijbel. Ze hadden geen echte
wroeging na de Zondeval. Het ziet er eerder uit dat ze verder in contact
stonden met Satan. Want wanneer God hen vindt in de Tuin van Eden zeiden ze dat
ze naakt waren. Maar God vroeg hen: Wie heeft je verteld dat jullie naakt zijn?
Ze hadden dus nog contact gehad met de slang nadat ze van de Boom van goed en
kwaad hadden gegeten.
God
roept ons dus op onze aandacht niet aan de zonde en het wereldse te schenken en
degenen te zijn die eerherstel, en genoegdoening bieden en te zeggen dat het
ons spijt namens iedereen. Om ons terug te voeren naar de oorspronkelijke
toestand van Adam en het Koninkrijk van de Goddelijke Wil naar ons terug te
laten komen.
2e
overvloed van Liefde: Liefde die vergolden wordt, de Menswording zelf. Op het
Fiat van Verlossing volgde onmiddellijk het Fiat van Maria (Laat Uw Wil gedaan
worden met mij) werd gegeven, namens de hele Mensheid. Het was een JA om de
Verlossing te laten komen. Het was dat JA dat Hem in staat stelde te komen.
De
oneindig grote God komt in de kleine, beperkte ruimte van Marias Moederschoot.
Hij wordt nietig voor ons. Jezus zegt dat wij nietig zijn en Hij alles. En de
Schrift zegt dat Hij ons uit niets schiep. Het is dus overweging waard.
3e
overvloed van Liefde: Jezus verlangt om uit de Moederschoot van Maria te komen
en verlangt zich uit te breiden in ons. Wij moeten onze wil en ons hart openen
voor Hem. Hij wil niet alleen in Maria blijven, maar in elk van ons. We moeten
erkennen dat we zondig zijn, ons door Hem laten vergeven en ons hart voor Hem
openen. We moeten zeggen: Alstublieft, kom in ons hart!
|