Opmerkingen
bij dit gebed:
* Luisa gaat naar de Hemel, aan de voeten van God als ze de Goddelijke Wil binnen gaat.
* God kent geen tijd, alles bestaat in 1 moment. In de
Goddelijke Wil vinden we daar alles: alles in de Schepping, alle handelingen van
God, wie God is, alles zielen uit het verleden, heden en toekomst. Alles is
daar in dat ene eeuwige moment, wat God is.
* En ik neem van deze ondoorgrondelijke Wil de liefde
van elk van hen, namens de hele menselijke familie, van het eerste tot het
laatste schepsel, en ik ga in elke scheppende handeling, in elke twinkeling van
de sterren, in elke straal van zonlicht, in elke zucht wind, in elke druppel
water, in elke plant en elk dier. En dan ga ik binnen in elke hartslag van elk
hart, in elk woord, stap, werk, gedachte, blik. En alles vervullend met liefde,
ga ik voor de Allerhoogste Majesteit, om Hen de uitwisseling van liefde voor
alle geschapen dingen te geven.
Hier spreekt Luisa over de Fiat van Schepping, Gods
Scheppende Wil. Ze drukt hier uit wat voor ons ter beschikking staat in die Scheppende
Wil. Ze ging naar Gods Troon, en daar is de mensheid (verleden, heden en
toekomst), daar is de Liefde van God in de Schepping, de Scheppende Fiat van
God en de Liefde die God in de hele Schepping en elk Schepsel heeft geplaatst.
Ze vindt deze Liefde daar en ze neemt het en gaat in deze Scheppende Fiat. Ze
neemt deze Liefde en ze zal het terug aan Hem aanbieden. Ze geeft de Liefde van
de Schepselen terug waarop God aan het wachten is. Ze legt het ´Ik hou van U¡
met haar stem in allen.
De mens heeft als doel de Liefde terug te geven, namens
zichzelf en de geschapen dingen, een uitwisseling van Liefde met God de
Schepper. De mens moet eer en Glorie geven aan God en de drager zijn van de
wederkerige Liefde tussen God en Zijn Schepping. Zoals de H. Geest, de drager
is van de wederkerige Liefde tussen God de Vader en God de Zoon.
* Daarna gaat Luisa de tweede Fiat, de Fiat van de Verlossing
binnen op vraag van Jezus. Om hetzelfde te doen, de uitwisseling van Liefde in
het Fiat van Verlossing. Hier worden de handelingen
van de Verlossing genomen. Luisa gaat de Goddelijke Wil binnen vanaf de
verwekking van Jezus in de Schoot van Maria tot Zijn Mensheid (met het Fiat van
Maria) tot en met het einde van Zijn Leven. Ze neemt alles wat Jezus op aarde
in de materiele wereld heeft gedaan. Luisa identificeert zich met alle pijnen
die Jezus op het Kruis heeft geleden. Ze verenigt zich met Zijn Mensheid in
Zijn Lijden. Ze gaat binnen in alle Liefde van de handelingen van de Heer en
verenigt haar lijden met het Zijne. Ze plaatst haar eigen pijn in de pijn van
Jezus, haar tranen in Zijn tranen, haar hart in Zijn Hart, haar woorden in Zijn
Woorden. Ze wil alle effecten verzamelen van het Lijden van Jezus en alle
verdiensten van Zijn Bloed en Zijn Lijden. Ze is in al Zijn Lijden gegaan om de
Liefde te vinden die Jezus daar geplaatst heeft, wat de Liefde van de
Verlossing is.
Zie in het gebed: Jezus, in overeenstemming met Uw Eeuwige Wil,
ga ik in het eerste moment van Uw conceptie binnen, in Uw elke hartslag,
gedachte en adem, in Uw elke beweging, gebed en pijn die U hebt geleden in de Moederschoot,
in al Uw gekreun, traan en moeilijkheid van Uw kindertijd, in elke stap, werk
en woord van Uw sterfelijk leven. Ik ga binnen in Uw Allerheiligste Wil, in de
immense Zee van Uw Lijden, in elke druppel van Uw Bloed, in elke wonde, in elke
belediging en minachting, in elke doorn, slag en gespuw. Ik verenig mij in de pijnen die U aan het Kruis hebt geleden,
in de brandende dorst, in de bittere gal, en in Uw herstel en genoegdoeningen,
tot aan Uw laatste ademtocht.
* Luisa geeft de uitwisseling van Liefde namens alle
schepselen voor alle Liefde van de Verlossing. En haar eigen herstel voor begane
zonden namens allen voor alle herstel dat de Heer heeft gedaan. Zie in het
gebed: En samen met alle generaties
en in de naam van allen, ga ik Uw oneindige Wil binnen waarin alles vervat is.
En zo kom ik op een Goddelijke manier om U de uitwisseling van Liefde te geven,
om U herstel te geven voor het herstellen. En ik zink weg in de afgrond
van Uw Wil en ik aanbid elke druppel van Uw Bloed, ik kus elke wonde, ik zegen,
prijs en dank U voor elk van Uw handelingen. In Uw Wil hebt U mij alles
gegeven, en in Uw Wil ruil ik U voor alles en iedereen.
* Zij bidt door in God te gaan en daar alles te vinden wat
van Hem en van ons is en Hem de wederkerigheid ervan te geven. Het is alsof ze
zegt: Jezus, U bent gestorven voor ons, ik
wil wat U voor mij gedaan hebt, ik wil het accepteren niet alleen namens
mijzelf maar namens iedereen en ik zie de wonderbaarlijke Liefde die U ons
gegeven hebt. Ik bied U deze Liefde terug aan U aan. Uw eigen Liefde die U mij
gegeven hebt. Dat is dus de uitwisseling van Liefde. Luisa deed dit in de
Schepping en nu dus ook in de Verlossing.
* Zie in het gebed: Mijn
Liefste, laten we het Scheppende FIAT, het Verlossende FIAT en mijn FIAT
samenvoegen in Uw Wil. Laten we er één alleen van maken - de ene
verdwijnt in de ander - zodat U volledige Liefde, eeuwige Glorie, Goddelijke
aanbidding, zegeningen en eeuwige lofprijzingen hebt hebben, vanaf de Schepping
en vanaf Uw FIAT VOLUNTAS TUA (Uw Wil geschiede) op aarde zoals Het is in de Hemel.
Hier zie je waarover de Goddelijke Fiat gaat: In mijn Fiat,
in mijn JA, Heer, in Uw Wil wil ik alles verenigen wat U gedaan hebt en wat
bestaat en alles tot EEN brengen. U
hebt eeuwigdurende Glorie, Goddelijke Aanbidding, Eeuwige zegeningen en
lofprijzingen van de hele Schepping, van de Verlossing en van Uw Verlangen dat
Uw Wil geschiede op aarde zoals in de Hemel.
* Daarna gaat ze naar de Hemelse Koningin Hemelse Koningin.
In de rondes doet Luisa hetzelfde: de uitwisseling van
Liefde en het FIAT aan God. Plaats je Ik hou van U in alle geschapen dingen.
Je verenigt je liefde met de Liefde in die zich reeds in de Schepping bevindt
en bied ze terug aan Hem aan. Op die manier krijgt Hij de echo van Zijn Liefde die
Hij in de Schepping heeft geplaatst in het begin. Het gaat niet alleen om de
mensen die de Liefde terug aanbieden, maar de hele Schepping. En omdat wij een
stem hebben en intelligentie, moeten wij namens de Schepping die in harmonie is
met God, het formuleren naar God toe. De Liefde in de Schepping verzamelen en
ze terug aan God geven. Zo geeft de Schepping Glorie aan God door ons. Zo wilde
God het in het begin.
Toen Adam en Eva tot zonde kwamen, kende ook de Schepping
haar zondeval. De Schepping had niet langer de personen om de uitwisseling van
Liefde te doen tussen God en Zijn Schepping. Er waren geen uitdelers meer van
Genade aan de Schepping.
Jezus vertelde Luisa dat de reden waarom de Schepping
opstandig is, is omdat de mens niet in harmonie is met God. Daarom veroorzaakt
de natuur aardbevingen, overstromingen enz. tot we terugkeren naar onze plaats
en orde in de Schepping.
Deel
5:
Jezus zegt heel duidelijk dat het Leven in de Goddelijke Wil een gave is. We
kunnen niets doen om het te verdienen. Het is geen beloning, maar een gave. We moeten er niets voor doen om
het te verdienen. Maar we moeten wel bepaalde gezindheden in ons leven hebben
om deze gave te ontvangen.
De eerste gezindheid in ons leven is NEDERIGHEID en ZELFVERLOOCHENING. Wij moeten nietig worden in Gods
Ogen. Jezus zegt Luisa: Jij bent niets, en Ik ben alles. En wanneer je jouw
nietigheid aanvaard en het feit dat Ik alles ben, dan breng je Mij Glorie. Dat
is ware nederigheid. Heer, ik ben niets
en U bent alles. Dat betekent ook dat degene die veel heeft, moet geven aan
degene die niets heeft.
Wanneer we onze nietigheid aanvaarden en echt niets worden,
dan plaatsen we onze wil compleet opzij en geven we er geen leven aan. We
verlaten ons totaal op God en vernietigen onze wil. Omdat we niets hebben zal
God ons alles geven. Het is een prachtige ruil: wij geven onze aardse
tijdelijke onbenulligheden en Hij geeft ons Zijn Hemelse Aanwezigheid.
Jezus: De menselijke wil was de vergaarbak dat ik in de
mens heb geplaatst om Mijn Goddelijke Wil te bevatten. Wanneer je handelen
stelt vul je de plaats met je menselijke activiteiten. Wanneer je stopt met je
eigen wil te doen, dan maak je de plaats leeg en kan Mijn Wil er plaats nemen.
Daar gaat zelfverloochening over.
De tweede gezindheid in ons leven moet het hebben van een INNERLIJK LEVEN en een INNERLIJKE LIEFDE VOOR GOD zijn, VOORAL VOOR GOD DE VADER. Het innerlijke
Leven stelt ons in staat dat we dit soort van gebed liefhebben. Je hart moet
gericht zijn op God, je doet dan kleine handelingen van Liefde en je spreekt gedurende
de dag vanuit je hart tot Hem. Dat moet
nog meer groeien. Als we leven in de Goddelijke Wil dan aanroepen we God en vragen
Hem om in ons en door onze handelingen te werken. Er is dus een constante innerlijke
dialoog met God en daarom moeten we een innerlijk Leven hebben met God. We
moeten ons gewoon overgeven aan God en Hem laten werken in ons. Wij zijn dan
toeschouwers van Gods Werk in de Goddelijke Wil.
Vooral moeten we onze Liefde voor God de Vader betonen. We zijn dikwijls gericht op de Verlossing
door Jezus, maar Hij kwam om ons de Vader te openbaren. Hij zei: Als je Mij
ziet, dan zie je de Vader. Jezus leidde ons naar de Vader. En nu is de tijd dat
we het meer dan ooit moeten begrijpen dat God de Vader, Onze Vader in de Hemel,
is. We moeten beginnen met dezelfde innerlijke dialoog en gezindheid van Liefde
voor God de Vader omdat dit het Koninkrijk van God de Vader is op aarde. Het is
God de Vader, het Hoofd van Zijn aardse Familie die op aarde Zijn Eeuwige Heerschappij
opricht op aarde. We moeten God de Vader zien als de liefste, tederste, beste
Vader in de hele Schepping: Hij is Liefde, Hij is Goedheid. We moeten Hem
aanroepen als Vader. We moeten net zoals Luisa deed, naderen tot Gods Troon,
tot Hem spreken, bidden en aan Hem denken. In de Grote Liefde van de Vader zal
alles plaatsgrijpen.
De derde gezindheid in ons leven is in HARMONIE ZIJN MET GOD. Dat betekent dat we ons leven in
overeenstemming moeten brengen met alle handelingen en werken van de God:
Liefde, vergeving, de spirituele praktijken doen zoals we ze altijd hebben
gekend, dat we actief de Sacramenten ontvangen. Dat we een vurige,
godvruchtige, toegewijde Liefde voor God
aan de dag leggen. Het maakt dat met deze Liefde alle zielen tot God gebracht
worden. De zielen die nog niet in God leven kennen pijn en lijden, juist omdat
ze nog niet in God leven. Wij hebben als taak ze daar te brengen. Dat betekent dat
we dezelfde fijngevoeligheid, dezelfde gevoelens, dezelfde gedachten hebben als
God. Vb. de wetenschap van Gods Liefde voor de redding van alle zielen.
De vierde gezindheid in ons leven is ONZE BELOFTE en OLV. De belofte ligt erin dat we moeten JA zeggen
aan God. We moeten onze FIAT geven. We moeten tot de Heer zeggen: Ja, ik wil dit Koninkrijk, ik wil dat U Uw
Wil in mij doet. Jezus zegt dat de belofte dat Hij van ons wil, als we Zijn
Wil binnengaan en beginnen is: Beloof
dat je nooit meer je eigen wil doet.
Nu nam
ik enkel deze balpen en dat was mijn eigen wil. Het lijkt onmogelijk om nooit
je eigen wil te doen, maar het is niet onmogelijk, omdat Hij ons vertelt dat
het OLVrouw is die ons in staat zal stellen om de belofte te houden. Zij is het
doe in ons de Goddelijke Wil zal vormen. Het is OLVrouw die ons bij de hand zal
nemen en ons stap voor stap leiden in Gods Wil.
|