De H.
Maagd Maria in het Koninkrijk van de Goddelijke Wil Luisa Piccarreta
Dag 2: De tweede stap van de Goddelijke Wil in
de Hemelse Koningin. De eerste glimlach
van de H. Drie-eenheid over Haar Onbevlekte Ontvangenis.

De ziel tot haar Onbevlekte Koningin: Ik zit
terug op Uw Moederlijke schoot, om naar Uw lessen te luisteren. Hemelse Mama,
deze arme dochter vertrouwt zich aan Uw kracht toe. Ik ben te arm en nietig, ik
weet het; maar ik weet dat U mij liefhebt als een Moeder, en dit is genoeg voor
mij om mij in Uw armen te werpen, zodat U medelijden met mij hebt en de oren
van mijn hart opent.1 maar weet dat je van me houdt als een moeder, en dit is
genoeg om me in je armen te werpen, zodat je medelijden met me hebt. Open de oren
van mijn hart en laat me Uw allerzoetste stem horen om mij Uw Verheven lessen
te geven. U, Heilige Mama, zal mijn hart zuiveren door de aanraking van Uw
Moederlijke vingers, opdat ik daarmee de Hemelse dauw van Uw Hemelse leringen erin
kan omsluiten.
Les van de Hemelse Koningin: Mijn
dochter, luister naar me: als je wist hoeveel ik van je houd, zou je je Moeder
meer vertrouwen en zelfs geen woord van mij laten ontsnappen. Je moet weten dat
ik je niet alleen in mijn Hart gegrift houd, maar dat ik in mijn Hart een
Moederlijke kwaliteit heb, die meer dan een moeder, mij mijn dochter laat
liefhebben. Daarom wil ik je het Grote Wonder laten horen dat het Allerhoogste Fiat
in mij heeft bewerkt, zodat je, door mij na te volgen, mij de grote eer kan
schenken mijn dochter-koningin te zijn. Wat hunkert mijn Hart, dat gedompeld is
in Liefde, ernaar om de nobele schare van mijn kleine koninginnen om me heen te
hebben.
Luister daarom naar mij, mijn geliefde dochter. Zodra het Goddelijke
Fiat Zich over mijn menselijke zaad uitstortte om de droevige gevolgen van de
zonde te voorkomen, glimlachte de Godheid en was Ze feestelijk door in mijn zaad, het zuiver en Heilig menselijk
zaad te zien, net zoals ze zag toen ze uit Hun Scheppende Handen kwam in de
Schepping van de Mens. Het Goddelijke Fiat nam dus de tweede stap in mij,
door mijn menselijke zaad, door Hun Goddelijke Fiat gezuiverd en geheiligd,
naar de Godheid te brengen, opdat Ze stromen zou kunnen uitstorten op mijn
kleinheid in de Handeling van de Verwekking. En de Godheid, die in mij Zijn
Scheppende Werk herkende, mooi en zuiver, glimlachte van voldoening en wilde
mij sieren. De Hemelse Vader stortte zeeën
van Kracht over mij uit; de Zoon stortte zeeën van Wijsheid over mij uit en de
H. Geest stortte zeeën van Liefde over mij uit.
Ik werd dus verwekt in het eindeloze Licht van de Goddelijke
Wil; en temidden van deze Goddelijke zeeën die mijn kleinheid niet kon bevatten, vormde ik gigantische golven om ze terug
te sturen als eerbetoon aan de Liefde en Glorie aan de Vader, de Zoon en de
Heilige Geest.

En de H. Drie-eenheid richtte alle ogen op mij; en om niet
door mij in Liefde te worden overtroffen, stuurde Ze glimlachend en mij strelend,
meer zeeën, die mij zo sierden, dat zodra mijn kleine menselijkheid was
gevormd, ik de innemende deugd verwierf
mijn Schepper in vervoering te brengen. Hij liet Zich werkelijk in vervoering
brengen; zozeer zelfs dat het tussen mij en God altijd feest was. We ontzegden
elkaar niets - ik ontzegde Hem nooit iets, en Hij ook niet. Maar weet je wie
mij bezielde met deze betoverende Kracht? De Goddelijke Wil, die als Leven in
mij heerste. De Kracht van het Allerhoogste
Wezen was de mijne, en daarom hadden We evenveel Kracht om elkaar te betoveren.
Mijn dochter, luister naar je Moeder: weet dat ik heel veel
van je houd en dat ik graag zou zien dat je ziel gevuld wordt met dezelfde
zeeën. Deze zeeën van mij zijn gezwollen en willen zich uitstorten; maar om dit
te kunnen doen, moet je jezelf van je wil ontledigen, zodat de Goddelijke Wil
de tweede stap kan zetten en Zich als Oorsprong van het Leven in je ziel kan
vormen, Ze de aandacht van de Hemelse Vader, van de Zoon en van de H. Geest kan
trekken om Zich over je uit te storten met hun Overstromende Zeeën. Maar om dit
te kunnen doen, willen Ze Hun eigen Wil in
je vinden, omdat Ze Hun zeeën van kracht, wijsheid, Liefde en onuitsprekelijke
schoonheid niet aan je menselijke wil willen toevertrouwen.
Mijn geliefde dochter, luister naar je Moeder; leg je hand
op je hart en vertel me je geheimen: hoe dikwijls ben je niet ongelukkig,
gemarteld en verbitterd geweest omdat je jouw wil hebt gedaan? Weet dat je een Goddelijke
Wil hebt verworpen en in het doolhof van kwaad bent gevallen. De Goddelijke Wil
wilde je zuiver en Heilig maken, gelukkig en mooi van betoverende schoonheid;
en jij hebt, door je eigen wil te doen, er oorlog tegen gevoerd, en in je
verdriet heb je de Goddelijke Wil uit Zijn Liefste woonplaats verdreven, die je
ziel is.
Luister, dochter van mijn Hart, het is een verdriet voor je
Moeder, dat ik je niet zie in de Zon van de Goddelijke Wil, maar in de dikke
duisternis van de nacht van je menselijke wil. Maar vat moed; als je mij belooft je wil in mijn handen te
leggen, zal ik, je Hemelse Moeder, je in mijn armen nemen. Ik zal je op mijn schoot
plaatsen en het Leven van de Goddelijke Wil in je herschikken. En zo zal je na
zovele tranen ook mijn glimlach en mijn feest vormen en de glimlach en het
feest van de H. Drie-eenheid.
De ziel: Hemelse Moeder, als U zoveel van me houdt, bid ik dat U mij niet toelaat
van Uw schoot te komen; en van zodra U ziet dat ik op het punt sta mijn wil te
doen, waak dan over mijn arme ziel en omsluit me in Uw Hart, laat de kracht van
Uw Liefde mijn wil verbranden. Op deze manier zal ik Uw tranen veranderen in
een glimlach van vreugde.
Klein Offer van de dag: Eer mij vandaag, tenminste drie keer zal je op Mijn
schoot komen zitten en je wil aan mij geven. Je zal mij zeggen: ´Mijn
Mama, ik wil mijn wil geven om de Uwe te zijn, zodat U ze kunt ruilen met de
Goddelijke Wil.'
Schietgebed: Hoogste Koningin, versla met Uw Goddelijk Keizerrijk, mijn wil, zodat het
zaad van de Goddelijke Wil moge ontkiemen in mij.
Gebed tot de Hemelse
Koningin
Onbevlekte
Koningin, mijn Hemelse Moeder, ik kom op Uw Moederschoot om mij over te laten
in Uw armen als Uw lieve dochter/zoon, om U met de vurigste verzuchtingen in de
grootste genade te vragen in deze maand die aan U is toegewijd: dat U mij
toelaat dat ik in het Koninkrijk van de Goddelijke Wil leef.
Heilige
Moeder, U die de Koningin van dit Koninkrijk bent, laat mij toe erin te leven
als Uw dochter/zoon, dat het Rijk niet langer verlaten is, maar bevolkt door Uw
kinderen. Daarom, Hoogste Koningin, vertrouw
ik mij aan U toe, opdat U mijn stappen in het Koninkrijk van de Goddelijke Wil kan
leiden; en terwijl ik Uw Moederlijke Hand stevig vasthoud, zal U mijn hele
wezen leiden om het Eeuwig Leven te leiden in de Goddelijke Wil. U zal mijn Moeder
zijn, en aan U, als mijn Moeder geef ik mijn wil, zodat U het kan ruilen met de
Goddelijke Wil, en zo ik er zeker van kan zijn dat ik niet uit het Koninkrijk
van Gods Wil ga. Ik bid U daarom mij te verlichten, zodat ik begrijp wat ´Gods
Wil¡ betekent.
Klein offer gedurende de hele maand:
Laten we elke morgen, middag en nacht - drie keer per dag
op de schoot zitten van onze Hemelse Moeder en haar zeggen: 'Mijn Mama, ik zie
je graag; en jij ziet mij graag. Geef een slokje van de Goddelijke Wil aan mijn
ziel. Geef me je zegen, dat ik al mijn handelingen kan doen onder je
Moederlijke blik.'
(vertaling van het boek
The Virgin Mary in the Kingdom of the Divine Will website luisapiccarreta.me)
|