Uit: novusordowatch.org
19/11/2020 Franciscus beweert dat de Poorten van de Hemel ´altijd open staan voor alle volkeren'
De Argentijnse afvallige Jorge Bergoglio ("paus Franciscus") heeft een moeilijke job. Hij moet voortdurend zijn Naturalistisch-Vrijmetselaarsideologie in het Nieuwe Testament lezen en hopen dat de mensen niet zullen opmerken dat het ´Evangelie van de mens' dat hij predikt in feite een vervalsing is en niet het echte bovennatuurlijke Evangelie van Jezus Christus (vgl. Gal. 1: 8-9).
Een manier om dat te bereiken is door zo brutaal en openlijk te liegen dat geen fatsoenlijk persoon hem zou verdenken dat hij de waarheid niet sprak. Dit lijkt Franciscus te hebben gedaan in een brief van 27/8/2020 die hij schreef aan de aanwezigen van het Ambrosetti Forum van het Europese Huis dit jaar, een internationale economische en geopolitieke conferentie. De pauselijke bedrieger schreef:
Jullie overwegingen zullen ook gericht zijn op de stad van de toekomst. Het is geen toeval dat, in de Bijbel, de bestemming van de hele mensheid vervuld wordt in een stad, het Hemelse Jeruzalem beschreven in het boek Openbaring (hoofdstukken 21-22). Zoals de naam aangeeft, is het een stad van vrede, waarvan de poorten altijd open staan voor alle volkeren; een stad gebouwd voor mensen, mooi en schitterend: een stad met overvloedige fonteinen en bomen; een gastvrije stad waar ziekte en dood niet meer zijn. Deze verheven visie kan de beste energieën van de mensheid mobiliseren voor de opbouw van een betere wereld. Ik vraag u om uw blik niet neer te slaan, maar hoge idealen en grote ambities na te streven. (Paus Franciscus' toespraak tot het Forum van het Europese Huis-Ambrosetti, Zenit, 4/9/2020)
Hier doet Bergoglio waar hij goed in is: het bovennatuurlijke terugbrengen tot het natuurlijke. Behalve in dit geval moet hij het bovennatuurlijke verkeerd voorstellen, omdat het anders niet past in zijn Naturalistische politieke agenda van open grenzen voor altijd en voor iedereen.
Franciscus gebruikt het beeld van het boek Openbaring van het Hemelse Jeruzalem om te pleiten voor een Hemel op aarde, een aards Paradijs. Alsof dat nog niet erg genoeg is, aangezien het Hemelse Jeruzalem ondoordringbare muren heeft en een poort die alleen de Messias ´zal sluiten en niemand zal openen' (Jesaja 22:22; vgl. Mt 16:19), liegt de afvallige Jezuïet gewoon. en beweert dat zijn "poorten altijd openstaan voor alle volkeren", terwijl de perikoop die hij citeert (Openbaring 21 en 22) dat expliciet tegenspreekt!

Openbaring 21:10-27: Ik raakte in vervoering, en hij nam mij mee naar een heel hoge berg en liet me de H. Stad Jeruzalem zien, die uit de Hemel neerdaalde, bij God vandaan. De stad schitterde door Gods luister, met een schittering als van een edelsteen, als een kristalheldere jaspis. Ze had een grote, hoge muur met 12 poorten en bij elke poort stond een engel. Op de poorten waren namen geschreven: de namen van de 12 stammen van Israëls zonen. Vanuit het oosten gezien waren er 3 poorten, vanuit het noorden 3, vanuit het zuiden 3 en vanuit het westen 3. De stadsmuur had 12 grondstenen, met daarop de namen van de 12 Apostelen van het Lam.
Degene die met mij sprak had een gouden meetstok om daarmee de stad, de poorten en de muur op te meten. De stad was vierkant, even lang als breed. Hij mat de stad met zijn meetstok: 12000 stadie (stadie=192m), zowel in de lengte als in de breedte en in de hoogte. Hij mat de stadsmuur: 144 el (el=45cm), in gewone mensenmaat, die ook engelenmaat is. De muur was gemaakt van jaspis, en de stad zelf was van zuiver goud, helder als glas. De grondstenen van de stadsmuur waren versierd met allerlei edelstenen. De eerste was van jaspis, de tweede van lazuur, de derde kornalijn, de vierde smaragd, de vijfde sardonyx, de zesde sarder, de zevende olivijn, de achtste aquamarijn, de negende topaas, de tiende turkoois, de elfde granaat en de twaalfde amethist.
De 12 stadspoorten waren 12 parels, elke poort een parel op zich. De straten van de stad waren van zuiver goud en schitterden als glas. Maar een tempel zag ik niet in de stad, want God, de Heer, de Almachtige, is haar tempel, met het Lam. De stad heeft het licht van de zon en de maan niet nodig: over haar schijnt Gods luister, en het Lam is haar Licht. De volken zullen in haar Licht leven en de koningen op aarde betuigen daar hun lof. De poorten zullen overdag nooit gesloten worden, en nacht zal het er niet meer zijn. De volken zullen in haar hun lof en eer komen betuigen. Maar alles wat verwerpelijk is en iedereen die zich met gruwelijke dingen en leugens inlaat, komt de stad niet binnen, alleen zij die in het Boek van het Leven staan, het Boek van het Lam.
Wat zien we in deze passage uit het laatste boek van het Nieuwe Testament? Er wordt ons het "Hemelse Jeruzalem" (Hebreeën 12:22) getoond, dat wil zeggen, de "Stad" van de Hemel, waar God woont met Zijn Engelen en Heiligen aan het einde der tijden, na het Laatste Oordeel. Deze stad heeft wat Franciscus absoluut verafschuwt - muren! Ja, het heeft overal muren en blijkbaar geen bruggen. Deze muren zijn erg hoog en gemaakt van steen, niet van piepschuim.
De bovennatuurlijke stad heeft ook poorten om alleen toegang te verlenen aan degenen die door God zijn toegelaten, namelijk de "koningen van de aarde", dat wil zeggen de Heiligen. Het is waar dat "de poorten nooit zullen worden gesloten" - en dit is wat Franciscus zijn bewering oneerlijk baseert op het feit dat de "poorten van de Hemel altijd openstaan voor alle volkeren" - maar de omringende context onthult dat dit niet betekent dat iedereen altijd welkom is.
Integendeel, 12 Engelen aan de poorten zorgen ervoor dat alleen toegang wordt verleend aan degenen die het bruiloftskleed van heiligende genade dragen (vgl. Mt 22: 12-14). Dat is de reden waarom "de volkeren [die] er binnenstromen" dat doen "met hun eer en hun lof" - en waarom niets dat onrein is, geen enkele bron van corruptie of bedrog ooit kan hopen zijn weg naar binnen te vinden; er is geen ingang behalve voor degenen wier naam in het Boek des Levens van het Lam staan.'' Franciscus moet dat deel over het hoofd hebben gezien - oeps!
De H. Johannes zegt hierover:
Openbaring 22:14-15: Gelukkig zijn zij die hun kleren wassen: zij kunnen over de levensboom beschikken en zullen de stad door de poorten binnengaan. Buiten is de plaats voor de honden die zich bezighouden met toverij en ontucht, met moord en afgodendienst, voor iedereen die de leugen koestert en ernaar handelt.
Opnieuw maakt de Heilige schrijver duidelijk dat de toegang tot het Hemelse Jeruzalem beperkt is tot degenen die in genade wedergeboren zijn (zie Joh 3: 3-5), degenen die tot het einde volhardden (zie Mt 24:13). Alleen de Heiligen worden toegelaten in de stad "door de poorten, terwijl de anderen voor altijd buiten moeten blijven - het lot wordt geworpen: Wie onheil aanricht zal nog meer onheil aanrichten, en wie onrein is zal nog onreiner worden. Wie goeddoet zal nog meer goeddoen, en wie Heilig is zal nog Heiliger worden. (Openbaring 22:11)
Dat is de waarheid die in de H. Schrift wordt onderwezen, niet de Bergogliaanse onzin met open grenzen!
In zijn brief aan de Kolossenzen spoort Paulus zijn lezers aan:
Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is. (Kolossenzen 3:2)
Wat doet Bergoglio? Hij gebruikt dat nobele sentiment om de deelnemers aan het Ambrosetti Forum aan te moedigen "de beste energieën van de mensheid te mobiliseren voor de bouw van een betere wereld"! Opnieuw heeft hij op meesterlijke wijze het bovennatuurlijke in dienst gesteld van het natuurlijke, terwijl hij het ondertussen promootte als een streven naar "hoge idealen en grote aspiraties". Het is verwerpelijk!
Het idee dat de Hemel komt met eeuwige open grenzen voor iedereen, aangezien de "bestemming van de hele mensheid" onzin is, is vermetel. Maar om dan dit verwrongen concept van de Hemel te gebruiken en het op de markt te brengen als een blauwdruk voor het bouwen van een aards paradijs met open grenzen, dat is absurd!
Het bouwen van een natuurlijk paradijs op aarde is al lang de droom van ongelovigen. De niet-wedergeboren mens wil het verloren paradijs terugwinnen, maar hij wil dat op zijn eigen voorwaarden doen. Hij is niet geinteresseerd in een bovennatuurlijk "koninkrijk van God" (Lucas 17:21) waarin "God alle tranen van hun ogen zal afwissen: en de dood zal niet meer zijn" (Openbaring 21:4), omdat het van hem verlangt het zoete juk van Christus op te nemen (zie Mt 11:30) en te volharden op de koninklijke kruisweg (zie Mt 7: 13-14; Mt 16:24; Kol 1:24).
Nee, de zondige mens geeft de voorkeur aan het "land van melk en honing" (Deuteronomium 26:9), dat slechts een natuurlijke prefiguratie was van het bovennatuurlijke en eeuwige Beloofde Land van Eeuwige Gelukzaligheid. Toch heeft Onze Heer gezegd:
'U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft Hem die volmacht gegeven. (Johannes 6:27)
In zijn werk Why the Cross ? verklaart Pr. Edward Leen:
De mens had in het begin een bestaan genoten dat in sereniteit verstreek, te midden van voldoeningen voor elke faculteit, zowel voor de zintuigen als spiritueel. De herinnering aan deze zalige periode werd nooit helemaal uit het menselijk bewustzijn gewist. Omdat het zich vastklampt aan het menselijk denken, inspireert het die ijdele hoop en dromen van het herstel op aarde van die levensomstandigheden die arbeid en pijn, leed en onwetendheid zullen verbannen. Het suggereert die dromen die de vijanden van God ooit tevergeefs hopen te realiseren, dromen van een aards paradijs dat bereikt moet worden door uitgebreide plannen voor de reorganisatie van de wereld. De mens, in zijn perversiteit, laat nooit de hoop varen om de Hemel te beklimmen met armkracht en verstand [vgl. Genesis 11: 9].
Het is dan ook geen toeval dat Franciscus geobsedeerd is door het verbeteren van de wereld. Omdat hij een vijand van God is, heeft hij geen zorg voor de redding van zielen; zijn focus ligt voornamelijk op de natuurlijke verbetering van de tijdelijke wereld. In plaats van de "Katholieke stad" te bouwen, zoals de H. Paus Pius X het noemde (zie Apostolische brief Notre Charge Apostolique), heeft Bergoglio koortsachtig gewerkt om die nieuwe goddeloze en globalistische wereldorde in te luiden die de mens op Gods troon wil zetten (vgl. 2 Thess. 2:3-4) - natuurlijk allemaal in naam van menselijke waardigheid. De wereld heeft genoeg gehoord over de zogenaamde rechten van de mens. Laat het iets horen over de rechten van God, protesteerde Paus Leo XIII 120 jaar geleden (encycliek Tametsi, nr. 13). Wat zou hij vandaag zeggen?
Tegen de ware obsessie van Franciscus met de wereldse dingen
- Waar het hart van vol is, daar loopt de mond van over. (Matteus 12:34) -
geeft de geliefde discipel alle ware volgelingen van Christus de raad:
Heb de wereld en wat in de wereld is niet lief. Als iemand
de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem, want alles wat in
de wereld is zelfzuchtige begeerte, afgunstige inhaligheid, pronkzucht -, dat
alles komt niet uit de Vader voort maar uit de wereld. De wereld met haar
begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid. (1 Johannes
2:15-17) .
Geen wonder dus dat Franciscus zoveel van de wereld houdt. Die
valse profeten komen uit de wereld voort. Daarom spreken zij de taal van de
wereld en luistert de wereld naar hen. (1 Johannes 4:5).
|