De wil en het Geloof David Hicks 15/11/2006
Een missionaris in Afrika had
grote moeite om te proberen het Evangelie van Johannes te vertalen in een
lokaal dialect. Hij had een probleem om het woord geloof' te vertalen. Hij
moest het woord overslagen wanneer hij geloof' moest vertalen. Op een dag kwam
een loper hijgend het kamp binnen, nadat hij een grote afstand had afgelegd met
een heel belangrijke boodschap. Hij meldde vlug zijn boodschap en viel toen
uitgeput in een hangmat neer. Eenmaal in de hangmat mompelde de loper een korte
zin die zowel zijn grote vermoeidheid leek uit te drukken als zijn tevredenheid
over het vinden van een plek om eindelijk zijn vermoeide lichaam te laten
rusten.
De missionaris had deze woorden
nog nooit gehoord en daarom vroeg hij een van zijn helpers om
het uit te leggen. Hij kreeg te horen dat hij had gezegd: ´Ik ben
op. Daarom rust ik hier met mijn hele zelf!"
De missionaris riep uit: ´Prijs
God! Dat is de perfecte uitdrukking die ik nodig heb om het woord geloof' uit
te leggen.
Ben je op, afgemat, vermoeid?
Laat dan je lichaam, geest en ziel rusten op het Lam van God? Of probeer je nog
steeds in het vlees te doen, wat alleen kan worden bereikt door de Geest van
God?
George Muller, die grote man van
gebed die in de 19e eeuw veel weeshuizen in Engeland begon, schreef dit:
'Geloof werkt niet in het rijk van het
mogelijke. Er is geen Glorie voor God in de wens die op menselijke manier
mogelijk is. Geloof begint waar de kracht van de mens eindigt.'
Pas als we aan het einde van
onszelf komen, vinden we God. Laten we eens kijken naar een paar voorbeelden
uit de bediening van Jezus: een melaatse, een centurio en een uitgeputte vrouw!
De H. Paulus vatte geloof' samen in deze
definitie: Het geloof legt de
grondslag voor alles waarop we hopen, het overtuigt ons van de waarheid van wat
we niet zien. Zonder geloof is het onmogelijk God vreugde te geven; wie Hem wil
naderen moet immers geloven dat Hij bestaat, en wie Hem zoekt zal door Hem worden
beloond. (Hebreeën 11:1,6)
Jezus is altijd bereid om geloof
te belonen. Laten we van dichtbij kijken bij de ontmoetingen die Jezus had met
mannen en vrouwen van geloof:
1. Jezus is bereid om ons te reinigen!
Matteüs 8:1-4: Er kwam iemand naar Hem toe die aan lepra
leed. Hij wiep zich voor Hem neer en zei: Heer, als U wilt, kunt U mij rein
maken.' Jezus strekte Zijn hand uit, raakte hem aan en zei: Ik wil het, word
rein.' En meteen was Hij gereinigd van zijn lepra. Jezus zei tegen hem: Denk
erom dat u er met niemand over praat, maar ga u aan de priester laten zien en
breng als getuigenis voor de mensen het offer dat Mozes heeft voorgeschreven.'
Voor een Jood was een lepralijder
een grote zondaar. God strafte enkel mensen wegens zonde, en er was geen grotere
straf dan de straf van melaatsheid. In die tijd was er geen remedie om lepra te
genezen. En een lepralijder werd toen verworpen uit de maatschappij en in een
kamp of kolonie buiten de stad geplaatst. Matteüs, als belastinginner zal zeker
het gevoel gekend hebben om behandeld te worden als verworpeling van de
maatschappij. Als een persoon toch genas door een gave van God, dan
werd aangenomen dat zijn zonde ook was vergeven. De persoon moest zich tonen
aan een priester voor inspectie. Als hij geen tekenen van lepra meer vertoonde,
voerde de priester een ceremonie van reiniging uit om aan te duiden dat de
persoon rein was bevonden en vergeving had gekregen, zo werd hij terug op
genomen in de maatschappij.
Zijn geloof verdient hier het
meest aandacht. Hij was tot het geloof gekomen dat Jezus de kracht had die
niemand anders had. Hoewel lepra in die tijd ongeneesbaar was, geloofde deze
lepralijder dat Jezus de kracht had om hem te genezen. Zijn enige vraag was:
´Wil Jezus mij genezen?' Deze lepralijder zal Jezus als een man met autoriteit,
iemand die het onmogelijke mogelijk kon maken. Niet alleen wil hij fysieke
genezing van de Heer, maar Hij wilde volledig rein worden. Hij wilde terug bij
de gemeenschap horen. ´Heer, als U wilt, kunt U mij rein maken. Heer, als U
wilt kunt U mij redden en mij naar geest en ziel genezen.'
Wat Jezus vervolgens doet, moet
de vraag of God bereid is om te vergeven, te genezen en te redden voor altijd
in ons hart beantwoorden. Jezus steekt Zijn hand uit om de man aan te raken. Je
kunt de menigte bijna horen verstommen. De wet zegt: "Als je iemand
aanraakt die onrein is, word je onrein." In de geest van vers 17: 'Hij was
het die onze ziekten wegnam en onze kwalen op Zich heeft genomen.' Hij werd ook
melaats! En met een woord, sprak Hij en alle onreinheid en ziekte verdwenen
voor altijd!
Jezus is bereid om ons rein te
maken. Jezus is altijd bereid om geloof te belonen.
2. Jezus heeft autoriteit. Zijn Woord is
waarheid en zal niet ontkend worden.
Toen Hij Kafarnaüm binnenging,
kwam er een centurio naar Hem toe die Hem om hulp smeekte. Heer', zei hij, mijn
slaaf ligt thuis verlamd op bed en lijdt hevige pijn.' Jezus antwoordde hem: Ik
zal meegaan en hem genezen.' Daarop zei de centurio: Heer, ik ben het niet
waard dat U onder mijn dak komt, U hoeft alleen maar te spreken en mijn slaag
zal genezen. Ook ik ben iemand die onder andermans gezag staat en zelf weer
soldaten onder zich heeft, en als ik tegen een soldaat zeg: ´ga!¡ dan gaat hij,
en tegen een andere: ´Kom!¡ dan komt hij, en als ik tegen mijn dienaar zeg:
´Doe dit!¡ dan doet hij het'. Toen Jezus dit hoorde, verbaasde Hij zich en Hij
zei tegen degenen die Hem volgden: Ik verzeker jullie: bij niemand in Israël
heb Ik zo'n groot geloof gevonden. Ik zeg jullie dat velen uit het oosten en
uit het westen zullen komen en met Abraham, Isaak en Jakob zullen aanliggen in
het Koninkrijk van de Hemel, maar de erfgenamen van het Koninkrijk zullen
worden verbannen naar de uiterste duisternis; daar zullen zij jammeren en
knarsetanden.' Tegen de centurio zei Jezus: Ga naar huis. Zoals u het geloofd
hebt, zo zal het gebeuren.' Op hetzelfde moment genas zijn slaaf. (Matteüs
8:5-13)
Matteüs spreekt hier over een
persoon die gehaat en gevreesd wordt. In die tijd was Israël bezet door de
Romeinen, en deze vreemdelingen waren niet welkom. Ze werden aanzien als
minderwaardige heidenen. De centurio was direct in zijn verzoek. Hij komt naar
Jezus, als was het zijn bevelhebber. Merk op dat hij zelfs het verzoek niet kan
uitleggen en inkleden. Jezus antwoordt onmiddellijk dat Hij zal komen en de
dienaar genezen.
De Heer staat klaar om onze
gebeden te horen. Hij heeft al een antwoord voorbereid voordat de woorden op
onze lippen liggen. Maar in dit geval toont de centurio een verbazingwekkend
hart en een prachtig beeld van een gepaste houding in gebed:
- We zien medeleven in zijn hart
voor zijn lijdende dienaar
- We zien nederigheid in zijn
hart in het aanvaarden van zijn eigen onwaardigheid. Hij verdient het niet dat
de Heer in zijn huis komt.
- We zien vertrouwen in zijn hart
dat de Heer de macht en het gezag heeft om zijn verzoek in te willigen
- En tot slot zien we een
verbazingwekkend geloof dat geen tekenen en wonderen vereist, maar gewoon de
belofte van Gods Woord
Jezus is verbaasd en hij gebruikt
het geloof van deze man als een gelegenheid om zijn discipelen over het
Koninkrijk van God te onderwijzen. In het koninkrijk zullen heidenen en Joden
samen eten door geloof. Degenen die Gods Woord niet geloven en die Jezus niet
volgen, of ze nu Jood of heiden zijn, zullen in de kou worden gelaten. En dan
beantwoordt Jezus het verzoek met een woord: "Ga, alles zal gebeuren zoals
je het al in je hart hebt gezien."
Lijken we meer op de centurio, of
op degenen die het Woord hebben gehoord, maar niet hebben geloofd? Hebben we
het soort vertrouwen in Christus dat we tot Hem kunnen gaan en zeggen:
"Spreek gewoon het Woord en het zal gebeuren!" Misschien is het
probleem dat we Zijn Woord niet horen. De H. Paulus schreef dat Geloof komt
door te luisteren naar Gods Woord. Wanneer was het de laatste keer dat je over
God hebt gehoord? Zoek je Zijn Woord? Laat je Hem spreken tot je
hart? Zoek je Hem eerst en vooral, voor al het wereldse?
Wanneer God spreekt, groeit het
Geloof!
Jezus heeft autoriteit, Zijn
Woord zal niet ontkend worden.
3. Jezus zal de lasten dragen van degenen die
geloven.
Toen Jezus het huis van Petrus
was binnengegaan, zag Hij diens schoonmoeder met koorts in bed liggen. Hij
raakte haar hand aan en de koorts verdween. Ze stond op en begon voor Hem te
zorgen. Bij het vallen van de avond brachten ze vele bezetenen bij Hem. Met een
enkel bevel dreef Hij de geesten uit, en allen die ziek waren genas Hij, opdat
in vervulling ging wat gezegd is door de profeet Jesaja: Hij was het die onze
ziekten wegnam en onze kwalen op zich heeft genomen.' (Matteüs 8:14-17)
Petrus zal zeker Jezus op de
hoogte hebben gebracht van de ziekte van zijn schoonmoeder. Jezus geneest haar.
Als we iemand liefhebben zullen we ze zeker tot bij Jezus willen brengen!
Welke lasten draag je vandaag?
Breng je ze naar Hem toe? Vandaag vieren we de communie. We herinneren ons dat
we door Zijn bloed en Zijn gebroken lichaam worden geaccepteerd. We herinneren
ons dat Jezus leeft en terugkomt. We herinneren ons dat Jezus om ons geeft en
klaar is om onze lasten te dragen. Praat met de Heer over de lasten in je hart.
Zeg Hem: ´Heer, als U wilt, kunt U mijn heel maken. Zeg gewoon Uw Woord en Uw
dienaar zal genezen."
Max Lucado schreef ooit: ´God
eert radicaal, risicovol geloof.'
Laten we zo geloven.
|