Luisa: Ik deed mijn ronde in het Goddelijke Fiat, en ik vergezelde mijn lieve Jezus in de pijn van Zijn Lijden, Hem volgend naar Calvarie. Mijn arme geest stopte om na te denken over de schrijnende pijnen van Jezus aan het Kruis; en Hij, bewegend in mijn binnenste, vertelde:

Jezus: Mijn dochter, Calvarie ​​is het nieuwe Eden waarin de mensheid werd teruggegeven wat het verloor door zich terug te trekken uit Mijn Wil.

Analogie tussen Eden en Calvarie:

In Eden verloor de mens de genade, op Calvarie ​​verwerft hij die.

In Eden was de Hemel voor hem gesloten, verloor hij zijn geluk en maakte hij zichzelf tot slaaf van de helse vijand; hier in het nieuwe Eden werd de Hemel weer voor hem geopend, hij herwint de verloren vrede en het geluk, de duivel wordt geketend, terwijl de mens uit zijn slavernij wordt bevrijd.

In Eden verduisterde de zon van het Goddelijke Fiat en werd het altijd nacht voor de mens - symbool van de zon die zich terugtrok van de aardbodem tijdens de drie uur van Mijn verschrikkelijke pijn aan het Kruis. Niet in staat om de kwelling van Zijn Schepper te verdragen - veroorzaakt door de menselijke wil die, met grote verraderlijkheid, mijn Mensheid tot die staat had gereduceerd - met afschuw vervulde de zon zich terug, en terwijl Ik mijn laatste adem uitblies, verscheen ze opnieuw en vervolgde haar loop van Licht. Op dezelfde manier riep de zon van Mijn Fiat, Mijn pijnen, Mijn dood, de zon van Mijn Wil terug om te heersen temidden van de mensen.

Daarom vormde Calvarie ​​de dageraad die de Zon van Mijn eeuwige Wil opriep om weer te schijnen temidden van de mensen. Dageraad betekent zekerheid dat de zon tevoorschijn komt; op dezelfde manier verzekert de dageraad die ik op Calvarie ​​heb gevormd, ook al zijn er zo'n 2000 jaar verstreken, dat het de Zon van Mijn Wil zal oproepen om opnieuw te heersen temidden van de mensen.

In Eden werd Mijn Liefde door de mens verslagen; hier in plaats daarvan triomfeert en overwint Mijn Wil de mens.

In het eerste Eden wordt de mens ter dood veroordeeld van ziel en lichaam; terwijl hij in het tweede Eden wordt bevrijd van zijn veroordeling, en de verrijzenis van het lichaam wordt herbevestigd door de verrijzenis van Mijn Mensheid.

Er zijn veel relaties tussen Eden en Calvarie ​​- wat de mens daar verloor, herwint hij hier. In het Koninkrijk van Mijn pijnen wordt alles teruggegeven, en de eer en Glorie van het arme schepsel wordt herbevestigd door Mijn pijnen en door Mijn dood.

Door zich terug te trekken uit Mijn Wil, vormde de mens het Koninkrijk van zijn kwaad, van zijn zwakheden, hartstochten en ellende; en Ik wilde op aarde komen, Ik wilde enorm lijden, Ik stond toe dat mijn Mensheid werd verscheurd, Zijn vlees scheurde, en vol wonden was. Ik wilde zelfs sterven om, door middel van Mijn vele pijnen en door Mijn dood, het Koninkrijk te vormen dat tegengesteld is aan het vele kwaad dat de mens voor zichzelf had gevormd. Een Koninkrijk kan niet worden gevormd met één handeling alleen, maar met vele handelingen; en hoe meer handelingen, hoe groter en glorierijker het Koninkrijk wordt. Daarom was Mijn dood noodzakelijk voor Mijn Liefde; met Mijn dood moest Ik de kus des levens aan mensen geven, en door Mijn vele wonden moest Ik alle goeds loslaten om het Koninkrijk van goeds voor de mensen te vormen. Mijn wonden zijn daarom bronnen die van goeds stromen, en Mijn dood is de bron van waaruit Leven voor allen stroomt.

En net zoals Mijn dood noodzakelijk was, zo was Mijn Verrijzenis noodzakelijk voor Mijn Liefde, want door zijn wil te doen, verloor de mens het leven van Mijn Wil, en Ik wilde verrijzen ​​om niet alleen de Verrijzenis van het lichaam te vormen, maar ook de Verrijzenis van het leven van Mijn Wil. Als Ik niet was verrezen, had de mens niet kunnen verrijzen ​​in Mijn Fiat; ze zou de deugd hebben gemist - de band van haar Verrijzenis in de Mijne, en Mijn Liefde zou onvolledig hebben aangevoeld. Mijn Liefde zou hebben gevoeld dat ze iets meer kon doen, maar het niet deed, en daarom zou Ik bij het harde martelaarschap van een Liefde die niet volledig is, zijn gebleven. Als de ondankbare mens dan geen gebruik maakt van alles wat Ik heb gedaan, is het kwaad helemaal van zichzelf, maar Mijn Liefde bezit en geniet van haar volledige overwinning.