
Dag 1: H. Rita, Voorspreekster van de hopeloze
en onmogelijke gevallen
Kruisteken
2 Korintiërs 1:2-4: Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van
de Heer Jezus Christus. Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus
Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en
ons in al onze ellende moed geeft, zodat wij door de troost die wijzelf van God
ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven.
Gebed
Heer, God van Barmhartigheid,
verleen alstublieft Uw Goddelijke bescherming aan uw lijdende schepsel dat zich
tot U wendt om vrede te vinden.
H. Rita, kom voor de Troon van
onze Redder, help me om rust en sereniteit te vinden in tijden van ellende, ontmoediging
en vermoeidheid.
Verdrijf mijn duistere gedachten
die mij dag en nacht omringen. Spreek voor mij ten beste bij onze Almachtige
Vader, zodat Hij mij de genade van vertrouwen in toekomstige gebeurtenissen
schenkt en kracht en kalmte om de beproevingen te dragen.
(vermeld je verzoek)
O H. Rita, uw hele leven is een toonbeeld
geweest van zelfopoffering en gelukkige berusting in het licht van de
moeilijkheden waarmee U te maken hebt gehad. Help me door uw grote goedheid uw
pad te volgen dat leidt tot volharding in Geloof, zelfs in de tegenslagen die
me raken en doen wankelen. Amen.
Heilige Rita, voorbestemd voor de
Glorie en Voorspreekster van de hopeloze en onmogelijke gevallen, bid voor ons!
3 x Onze Vader, 3 x Wees gegroet,
3 x Glorie zij
Leven van Rita of Cascia (geboren Margherita Lotti 1381
22/5/1457): Rita werd geboren in het jaar 1381 in het dorpje Roccaporena, bij
Cascia in Italië. Haar ouders, Antonio en Amata Lotti, waren gekend als
edelmoedige, mensen die liefdadigheid hoog in het vaandel hadden. Ze kregen de
naam Conciliatore di Cristo (Vredestichters van Christus). Ze
beschouwden haar geboorte als een zeer bijzonder Godsgeschenk, want Rita werd
geboren toen ze reeds een oudere leeftijd hadden.
Dit verhaal werd verteld over
haar doopsel als kind: Op de dag na haar doopsel zag haar familie een zwerm
witte bijen om haar heen vliegen terwijl ze in haar wiegje sliep. De bijen
kwamen echter vreedzaam in en uit haar mond zonder haar enig letsel toe te
brengen. Haar familie was verwonderd door deze aanblik. Dit wonder moet opgevat
worden om aan te geven dat het leven van het kind gekenmerkt zal zijn van
ijver, deugd en toewijding.
Als jong meisje bezocht Rita
regelmatig het klooster van de Augustijner nonnen in Cascia en droomde ervan om
ooit lid te worden van hun gemeenschap. Oorspronkelijk was er een notaris
Gubbio die naar haar hand dong, maar ze weigerde zijn aanbod. Haar ouders
hadden haar echter, volgens de gewoonte van die tijd, ten huwelijk beloofd aan
Paolo Mancini. Hij was een edelman, rijk, immoreel, en vlug boos. Hij had vele
vijanden in de regio van Cascia. Rita accepteerde de beslissing van haar ouders
en besloot dit te zien als Gods Wil. Ze huwde op 12-jarige leeftijd zoals toen
gebruikelijk was.
|