Een gids voor de Paaswake – Philip Kosloski
31/3/2018 (Aleteia)
Het hele liturgische jaar vindt
zijn hoogtepunt in de paaswake, een oude liturgie die op de avond voor Paaszondag
wordt gevierd. Het was aanvankelijk een nachtwake die midden in de nacht begon
en pas eindigde bij de eerste zonnestralen toen de viering van de Mis begon.
Voor de eerste Christenen was
het een manier om de Verrijzenis van de Zoon van God te verwelkomen, die de
duisternis van de nacht verdrijft.
Het werd uiteindelijk eerder op
de avond gevierd, ingekort en teruggedrongen, maar veel van dezelfde rituelen
worden met grote plechtigheid uitgevoerd. De Paaswake is een prachtige
ervaring, één die een persoon onderdompelt in het hart van het Paasmysterie.
Hieronder vindt u een korte gids
voor de Paaswake, samen met reflecties van paus Benedictus XVI, die tijdens
zijn homilieën over de Paaswake regelmatig mediteerde over de liturgie.
Eerste deel: De liturgie van het Licht
(Lucernarium)
De kerk is in duisternis gehuld.
Buiten de kerk wordt een vuur aangestoken en de paaskaars wordt van het vuur
aangestoken. De kaars vertegenwoordigt Jezus Christus, het Licht van de wereld.
De diaken of priester gaat de duistere kerk binnen en stopt drie keer en
verkondigt "Christus, ons Licht!" Tegen de tijd dat hij het heiligdom
bereikt, brandt de hele kerk met kaarsen van de gelovigen die werden
aangestoken met de Paaskaars.
Ten eerste is er het vuur dat Licht wordt.
Terwijl de processie zich een weg baant door de kerk, gehuld in de duisternis
van de nacht, wordt het Licht van de Paaskaars een golf van lichten, en het
spreekt tot ons over Christus als de ware morgenster die nooit ondergaat - de
verrezen Heer die in het Licht de duisternis heeft overwonnen.
De afkondiging van Pasen
Wanneer de Paaskaars in het
heiligdom arriveert, zingt de diaken de "Paasafkondiging" (ook wel de
Exsultet genoemd, van het eerste woord in het Latijn "Verheug u"),
een oude hymne die spreekt over de vele mysteries van deze nacht.
De grote hymne van de Exsultet, die de diaken
zingt aan het begin van de Paasliturgie, wijst ons naar een ander aspect. Het
herinnert ons eraan dat de kaars, zijn oorsprong vindt in het werk van bijen. Daarom
speelt de hele Schepping een rol. In de kaars wordt de Schepping een drager van
Licht. Maar in de geest van de kerkvaders bevat de kaars in zekere zin ook een
stille verwijzing naar de Kerk. De medewerking van de levende gemeenschap van
gelovigen in de Kerk lijkt in zekere zin op de activiteit van bijen. Het bouwt
de gemeenschap van Licht op. De kaars dient dus als een oproep tot ons om
betrokken te raken bij de gemeenschap van de Kerk, wiens bestaansreden het is het
Licht van Christus op de wereld te laten schijnen.
Tweede deel: De liturgie van het Woord
Er worden een aantal lezingen voorgelezen, nog altijd in de
duisternis van de kerk. Van Genesis doorheen het Nieuwe Testament wordt Gods
wonderlijke Plan ontvouwd. De
lezingen worden dikwijls met hymnen onderscheiden.
De
Kerk wil ons een panoramisch zicht bieden op het hele traject van de
heilsgeschiedenis, beginnend met de Schepping, via het uitkiezen van Israël en
haar bevrijding tot het getuigenis van de Profeten waardoor deze hele
geschiedenis steeds duidelijker op Jezus Christus gericht is. In de liturgische
traditie werden al deze lezingen profetieën genoemd. Zelfs als ze niet direct
toekomstige gebeurtenissen voorspellen, hebben ze een profetisch karakter en
laten ze ons de innerlijke basis en oriëntatie van de geschiedenis zien. Ze
zorgen ervoor dat de Schepping en geschiedenis transparant worden voor wat
essentieel is. Op deze manier nemen ze ons bij de hand en leiden ons naar
Christus, ze laten ons het ware Licht zien.
Derde deel: De Doopselliturgie
Afhankelijk van de omstandigheden van elke parochie vindt
er een doopliturgie plaats. Dit is de liturgie waarin al degenen die zich
hebben voorbereid om lid te worden van de kerk, of om hun Sacramenten te
voltooien als oudere kinderen of volwassenen, worden ingewijd in de Christelijke
gemeenschap. De viering van het Doopsel (voor degenen die niet christen waren)
of een geloofsbelijdenis (voor die christenen die al gedoopt zijn in een
protestantse traditie en die Katholiek worden) en het Vormsel vindt op dit
moment plaats. Later in de Mis ontvangen de neofieten, zoals ze nu worden
genoemd, hun Eerste Communie.
Ongeacht of iemand gedoopt zal worden of niet, het water
van de doopvont wordt gezegend ter voorbereiding op degenen die van hun zonden
gereinigd zullen worden en in de dood van Christus herboren zullen worden. De gelovigen
hernieuwen hun doopgeloften.
Het
doopsel is meer dan een bad, een zuivering. Het is meer dan deel uitmaken van
een gemeenschap. Het is een nieuwe geboorte. Een nieuw begin in het leven. De tekst
van de brief aan de Romeinen die we zojuist hebben gelezen, zegt, in mysterievolle
woorden, dat we bij het doopsel ´geënt¡ zijn op Christus door de gelijkenis met
Zijn dood. Bij het doopsel geven we onszelf over aan Christus - Hij neemt ons
tot Zich, zodat we niet langer voor onszelf leven, maar door Hem, met Hem en in
Hem; zodat we met Hem leven en dus voor anderen.
Vierde deel: de liturgie van de Eucharistie
De liturgie bereikt haar hoogtepunt en besluit met de
viering van de H. Eucharistie, waaraan de pasgedoopten voor het eerst zullen
deelnemen.
Als de
dag van de liturgische bijeenkomst, is het de dag van de ontmoeting met God
door Jezus Christus die als de Verrezen Heer Zijn volgelingen ontmoette op de
eerste dag, Zondag, nadat ze het graf leeg hadden gevonden. De structuur van de
week wordt omvergeworpen. Het wijst niet langer naar de zevende dag, als de
tijd om deel te nemen aan Gods rust. Het begint vanaf de eerste dag als de dag
van ontmoeting met de Verrezen Heer. Deze ontmoeting vindt opnieuw plaats bij
elke viering van de Eucharistie, wanneer de Heer opnieuw temidden van Zijn
discipelen binnentreedt en Zich aan hen overgeeft, Zich als het ware door hen
laat aanraken, met hen aan tafel gaat zitten.
|