20/3 Een klassieker van Fr Iannuzzi, 2013
You Tube: Divine Will, Father Iannuzzi in Philippines, 2013
Deel 4: 1:30:35: Lering over het
verschil tussen het spirituele huwelijk dat door de heiligste van de heiligen
wordt ervaren en de gave van leven in de Goddelijke Wil. Hij legt ook de
verschillen in omvang uit tussen die heilige daden verricht door de heiligen en
ze daden verricht in de Goddelijke Wil. Er is een verschil tussen leven
in de Goddelijke Wil en het doen van de Goddelijke Wil. Luisa Piccarreta leerde
het Leven in de Goddelijke Wil door Jezus en zij was de eerste om dit te
beleven en deze leer door te geven zodat de mensen na haar ook in de Goddelijke
Wil konden leven en de grondslagen gelegd door het voortdurend in Gods Wil te
leven door Luisa, kinderen van haar werden, en verbonden werden met haar in de
Goddelijke Wil. De Heiligen konden vóór Luisa niet Leven in de Goddelijke Wil
omdat Luisa de eerste was om dit te leren en te beoefenen. Zij moesten het dus
stellen met het doen van de Goddelijke Wil, en hun handelingen en werken waren
nog steeds met een deel van hun eigen wil. Ze waren bezoedeld door hun eigen
wil. Luisa kreeg de gave om te Leven in de Goddelijke Wil, waar God alle
handelingen en werken stelt en Luisa niets doet, haar gewoon totaal overgeeft
aan God. Zozeer zelfs dat haar eigen ziel totaal versmolten is en oplost in de
Goddelijke Wil.
Het mystieke geestelijk huwelijk dat vroeger
door de H. Teresa van Avila werd beschreven was niet hetzelfde als dat wat de
Heiligen in de Hemel ervaren. De voortdurende
toestand van Liefde, Aanbidding en Verheerlijking ontbrak. Tot Luisa kwam en
Leefde in de Goddelijke Wil.
De H. Johannes van het Kruis gaf ook toe dat de
toestand van het mystieke geestelijke huwelijk niet perfect was zoals in de
Hemel. Tot Luisa kwam en in feite de Hemel naar de aarde trok door te Leven in
de Goddelijke Wil, waar God in haar leefde en zij haar totale wil overgaf aan
de Zijne. Zij liet in haar God Zichzelf liefhebben. Dat natuurlijk
Perfect is!
·
Vol 5 6/12/1904: Jezus: Het is de
bedoeling nu al de Eeuwige zaligheid op aarde beleven door gebruik te maken van
Mijn Verdiensten en het effect ervan door te leven in de Goddelijke Wil.
·
Vol 7 mei 1907: Jezus: Ik schep meer
behagen in de pelgrimzielen die op aarde in Mijn Goddelijke Wil leven dan de
zaligen in de Hemel, omdat ze op aarde offers moeten brengen om in Mijn Wil te
leven. In de Hemel moeten de zaligen geen offers meer brengen.
·
Vol 11 mei 1915: Jezus: Ik plaats de
zielen op aarde die compleet in Mijn Wil leven, in dezelfde toestand als de
zaligen in de Hemel.
Vb. De Heiligen moesten vroeger apart bidden,
tijdgebonden voor mensen. Nu kan met de gave van Leven in de Goddelijke Wil we voor
alle generaties over alle tijden bidden. Het is vanuit Gods standpunt, en
Hij overspant alles en kent geen tijd. Dat is Gods Eeuwigheid.
Hoe de Goddelijke Wil bereiken
1 Door het te verlangen, het ligt in ons als
natuurwet door God gegeven, maar we moeten het willen (Verlangen laat ons toe
in de gave)
2 Kennis verzamelen over de Goddelijke Wil door
geschriften over de Goddelijke Wil: het binnentreden in de Goddelijke Wil
(Kennis doet ons vooruitgang boeken in de gave)
3 Deugd beoefenen en ons vastankeren erin, en door
de schepselen spreken om ze tot God te brengen door verheerlijking van God
(Verankering in de gave)
4 Leven, het beoefenen zelf, continuïteit om te
blijven leven in Gods Wil (de Beleving van de gave)
Wie is God: God is
ongeschapen Licht: stuk uit Credo van Nicea
Ik geloof in één God de
Almachtige Vader,
Schepper van Hemel en aarde, van
al wat zichtbaar en onzichtbaar is.
En in één Heer, Jezus
Christus, eniggeboren Zoon van God,
Vóór alle tijden geboren uit de
Vader.
God uit God, Licht uit Licht,
ware God uit de ware God.
Geboren, niet geschapen, één in
wezen met de Vader, en door wie alles geschapen is.(
)
Ik geloof in de H. Geest die
Heer is en het leven geeft, die voortkomt uit de Vader en de Zoon, die met de
Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt. (
)
De mens krijgt de weerspiegeling
van dat Licht. Adam was bekleed met dat Licht omdat hij de eerste was die in de
Goddelijke Wil leefde tot zijn zondeval. Jezus heeft 2 keer in Zijn leven op
aarde dat Licht uitgedrukt: De eerste keer bij Zijn geboorte waar het Licht de
kribbe omgaf en de tweede keer bij de Gedaanteverandering. Adam zag
oorspronkelijk eruit als Jezus bij Zijn gedaanteverandering. Het Licht en Zijn
Goddelijkheid kwam in deze gelegenheden uit Jezus. Adams daden in Gods Wil waren
groter dan de handelingen van alle Heiligen samen. De eenheid van alle
geschapen dingen was gebundeld in Adam. Adam was de lijm in het universum met
God en zorgde voor de harmonie in het universum door zijn handelingen in de
Goddelijke Wil. Het universum is nu in slavernij door de zonde van Adam. Sinds
de zondeval werden de dieren wild bv.
Vaak lijkt het erop dat al onze evangelisatie-inspanningen
erin slagen mensen verder weg te drijven. In de Goddelijke Wil hebben we de
genade ontvangen, uniek voor onze tijd, om God alle zielen aller tijden te
laten bereiken, ja zelfs degenen die we persoonlijk kennen, en om God te laten handelen
door onze daden gedaan in de Goddelijke Wil om iedereen te beïnvloeden en
allemaal samen. Natuurlijk doen wij het niet, maar laten wij God in en door ons
werken. We hebben vaak niet het gevoel dat we iets bereiken. Ik zeg niet dat we
moeten stoppen met actief evangeliseren, helemaal niet, maar alleen op de
timing van de Heer, en vrede moeten hebben. Als we trouw zijn aan de praktijken
die Luisa onderwees, de Handelingen, de Rondes, de 24 Uren van het Lijden enz.,
Kunnen we er zeker van zijn dat God in die zielen veel meer tot stand brengt
dan we kunnen vragen of ons kunnen voorstellen. Glorie!
Goeie morgen Jezus,
in het H. Sacrament (vol 11)
O mijn Jezus, Geliefde Gevangene
van Liefde, hier ben ik weer voor U. Ik verliet U om goeie nacht te zeggen, en
nu kom ik terug om goeie morgen te zeggen. Ik brandde van verlangen om U weer
te zien in deze gevangenis van Liefde, om U in mijn hunkering naar U, mijn
begroetingen, mijn genegen hartslagen, mijn vurige verlangens en alles van
mijzelf, mijn geheel in U te versmelten en mijzelf aan U over te geven in een
eeuwige herinnering. en belofte van mijn Liefde jegens U.
O mijn altijd aanbiddelijke
Sacramentele Liefde, terwijl ik kwam om mijn hele zelf aan U te geven, kwam ik
ook om U hele Zelf van U te ontvangen. Ik kan niet leven zonder een leven,
daarom wil ik het Uwe. Alles wordt gegeven aan degene die alles geeft, is het
niet Jezus? Daarom zal ik vandaag liefhebben met Uw hartslag van een passionele
minnaar. Ik zal ademen met Uw adem op zoek naar zielen. Ik zal Uw Glorie en het
goede van zielen verlangen met Uw onmetelijke verlangens. Alle hartslagen van
wezens zullen binnen Uw Goddelijke hartslag aanwezig zijn. We zullen alle
schepselen vastnemen en hen redden. We laten niemand ontsnappen, ongeacht welk
offer, ook al zou ik alle pijn moeten dragen. Als U me wegduwt, zal ik mezelf
meer in U werpen, ik zal luider schreeuwen om samen met U smeken om de redding
van uw kinderen en mijn broeders en zusters.
O mijn Jezus, mijn leven en mijn
al, hoeveel dingen zegt Uw vrijwillig gevangenschap mij! Maar het embleem
waarmee ik U helemaal verzegeld zie, is het embleem van de zielen, terwijl de
kettingen die U volledig en krachtig binden, Liefde zijn. Het lijkt erop dat de
woorden zielen en liefde U doen glimlachen, U verzwakken en U dwingen U in
alles over te geven; en ik, als ik goed nadenk over deze excessen van Uw
liefde, zal altijd voor U en samen met U zijn, met mijn gebruikelijke
refreinen: zielen en liefde.
Daarom wil ik U vandaag helemaal;
altijd samen met mij in gebed, in het werk, in de genoegens en het ongenoegen,
in het eten, in de voetstappen, in mijn slaap - in alles. Ik ben er zeker van
dat ik, daar ik zelf niets kan verkrijgen, alles bij U zal verkrijgen; en alles
wat we zullen doen, zal dienen om al Uw pijnen te verzachten, om elke
bitterheid te verzachten, om U voor elke belediging en overtreding herstel te
brengen, om U voor alles te vergoeden en om te smeken voor elke bekering, hoe
moeilijk en wanhopig ook. We zullen vanuit elk hart om een beetje Liefde gaan
smeken om U meer tevreden en gelukkig te maken - is het niet goed op deze
manier, O Jezus?
O geliefde Liefdesgevangene, bind
mij met Uw ketenen, verzegel mij met Uw Liefde. Alstublieft, laat me Uw mooie
gezicht zien. O Jezus, wat bent U mooi! Uw blonde haar versiert en heiligt al
mijn gedachten; Uw kalme voorhoofd, zelfs te midden van vele beledigingen,
geeft me rust en brengt me in volmaakte kalmte, zelfs tussen de grootste
stormen, mijn gemis van U en Uw verzuchtingen, die me mijn leven hebben gekost.
Ah, U weet het, maar ik ga verder; mijn hart zal U dit vertellen, want het weet
hoe het dit beter moet uitdrukken dan ik. O Geliefde, Uw azuurblauwe ogen, sprankelend
met Goddelijk Licht, brengen me naar de Hemel en doen me de aarde vergeten,
maar helaas, met mijn grootste pijn, blijft mijn ballingschap duren. Schiet op,
schiet op, O Jezus. Ja, U bent mooi, O Jezus. Ik lijk U te zien in dat Tabernakel
van Liefde. De schoonheid en de majesteit van Uw gezicht bekoort me en doet me
de Hemel zien; Uw genadige mond legt elk moment lichtjes zijn vurige kussen. Uw
zachte stem roept me en nodigt me uit om van elk moment te houden. Uw knieën
ondersteunen mij; Uw armen omsluiten me met een onverbrekelijke band, en ik zal
mijn brandende kussen, duizenden en duizenden, op Uw aanbiddelijke gezicht
drukken.
Jezus, Jezus, moge onze wil één
zijn, onze liefde één, ons geluk één. Laat me nooit alleen, want ik ben nietig,
en het niets kan niet zonder alles. Wilt U het mij beloven, O Jezus? Het lijkt
erop dat U ja zegt. En nu, zegen mij, zegen alles; en samen met de engelen, de
heiligen, de Lieve Moeder en alle wezens, zeg ik tegen U: "Goeiemorgen, O
Jezus, goeiemorgen."
Goeie nacht aan Jezus in het H. Sacrament (vol
11)
O mijn Jezus, Hemelse Gevangene,
de zon gaat nu onder, de duisternis valt over de aarde en U blijft alleen in het
Tabernakel van Liefde. Ik lijk U daar te zien in een sfeer van droefheid over
de eenzaamheid van de nacht, omdat U niet de kroon van Uw zonen en Uw tedere
bruiden om U heen hebt, die U tenminste gezelschap mogen houden in deze
vrijwillige opsluiting.
O mijn Goddelijke Gevangene, ook
ik voel mijn hart breken omdat ik U moest verlaten, en ik word gedwongen om tot
ziens te zeggen; maar wat zeg ik, O Jezus - nooit meer tot ziens. Ik heb niet
de moed om U met rust te laten. Ik zeg tot ziens met mijn lippen, maar niet met
mijn hart want ik laat liever mijn hart bij U achter in het Tabernakel. Ik zal
je hartslagen tellen en ik zal reageren met mijn hartslag van Liefde. Ik zal Uw
fluisteringen tellen en, om U te troosten, zal ik U in mijn armen laten rusten.
Ik zal U waakzame schildwacht zijn. Ik zal op mijn hoede zijn om te zien of er
iets in de problemen komt of U verdriet doet, niet alleen om U nooit met rust
te laten, maar ook om deel te nemen aan al Uw pijnen.
O Hart van mijn hart! O Liefde
van mijn liefde! Verlaat deze sfeer van verdriet, wees getroost. Het breekt
mijn hart om U verontrust te zien. Terwijl ik met mijn lippen afscheid neem,
laat ik mijn adem, mijn genegenheid, mijn gedachten, mijn verlangens en mijn
bewegingen bij U, die een ketting zullen vormen van voortdurende liefdesdaden,
verenigd met de Uwe, die U als een kroon omringen, en U beminnen voor allen.
Bent U niet gelukkig, O Jezus? U lijkt ja te zeggen, niet?
Tot ziens, O liefhebbende Gevangene
- maar ik ben nog niet klaar. Voordat ik ga, wil ik ook mijn lichaam voor U
verlaten. Ik ben van plan om van mijn vlees en beenderen vele kleine stukjes te
maken om evenveel lampen te vormen voor zoveel Tabernakels die er in de wereld zijn; en van mijn bloed
vele kleine vlammen te vormen om die lampen aan te steken. Ik ben van plan in
elke Tabernakel mijn lamp te plaatsen die, verenigd met de lamp van het
Tabernakel die U 's nachts licht geeft, zal zeggen: ik hou van U, ik aanbid U,
ik zegen U, ik bied eerherstel en ik dank U namens mij en voor iedere.
Tot ziens O Jezus - maar luister
naar nog één ding: laten we een pact sluiten, en het pact zal zijn dat we meer
van elkaar zullen houden. Je zult me meer Liefde geven, me omhullen in Uw Liefde,
me laten leven van Liefde en me begraven in Uw Liefde. Laten we onze Liefdesband
nog versterken. Ik zal alleen gelukkig zijn als U mij Uw Liefde geeft om U werkelijk
te kunnen beminnen.
Tot ziens , O Jezus, zegen mij -
zegen alles. Druk mij tegen Uw Hart, sluit me op in Uw Liefde terwijl ik Uw Hart
kus. Tot ziens, tot ziens
Belofte bij het bidden van deze twee gebeden: Tegen de nacht, nadat ik deze gebeden had
geschreven, hier opgeschreven onder inspiratie van Jezus, toonde Jezus mij dat
Hij dit "tot ziens" en "goeiemorgen" in Zijn Hart bewaarde,
en Hij: "Mijn dochter, deze gebeden kwamen echt uit Mijn Hart. Degene die
ze zal bidden met de bedoeling bij Mij te zijn, zoals het in deze gebeden wordt
uitgedrukt, zal Ik haar bij Mij en in Mij houden, om alles te doen wat Ik doe.
Ik zal haar niet alleen verwarmen met Mijn Liefde, maar Ik zal Mijn Liefde voor
die ziel elke keer vergroten, haar toelaten tot de vereniging met het Goddelijke
Leven en met Mijn eigen verlangens om alle zielen te redden."
Ik verlang naar Jezus in mijn
gedachten, Jezus in mijn lippen, Jezus in mijn hart; Ik wil alleen naar Jezus
kijken, alleen Jezus voelen, mezelf alleen naar Jezus toe drukken. Ik wil alles
samen met Jezus doen: spelen als een kind met Jezus, huilen met Jezus, schrijven
met Jezus; zonder Jezus wil ik niet eens ademen. Ik blijf hier als een
kieskeurig kind en doe niets, zodat Jezus alles met mij kan komen doen,
tevreden om Zijn speeltje te zijn, mezelf overgevend aan Zijn Liefde, aan Zijn
kastijdingen, aan Zijn zorgen en aan Zijn liefdevolle grapjes, mits dat ik
alles met Jezus doe.
Ziet U, O mijn Jezus? Dit is mijn
wil, en je zal me niet kunnen bewegen, hebt U gehoord? Kom daarom nu met mij schrijven.
|