Zo was het leven van Mijn
Goddelijke Moeder. Ze was het ware beeld van het Leven in Mijn Wil. Haar leven
erin was zo volmaakt, dat Ze niets anders deed dan voortdurend al dat ze moest
doen om te Leven in de Hoogste Wil, van God te ontvangen. Daarom ontving ze de
handeling van de Hoogste Aanbidding, om zich aan de top van elke aanbidding te
plaatsen die alle schepselen verplicht waren te doen voor hun Schepper. In
feite heeft ware Aanbidding Leven binnen de Drie Goddelijke Personen. Onze Volmaakte
Eensgezindheid, Onze Wederzijdse Liefde, Onze Ene Wil, vormen de meest
diepgaande en volmaakte Aanbidding binnen de H. Drie-eenheid. Daarom, als de
mens Mij aanbidt, maar haar wil is niet in overeenstemming met de Mijne, is het
een ijdel woord geen aanbidding.
Vol 19 27/5/1926:
Jezus: Mijn dochter, aangezien Ik je opvoed in Mijn Wil. Alsjeblieft,
wil niet altijd Mij deze smart geven die zo doordringend is om uit de Eenheid
van het Licht van de Hoogste Fiat te treden. Beloof Mij - zweer dat je altijd
de pasgeborene van Mijn wil zult zijn.
Luisa: Mijn Geliefde,
wees getroost, ik beloof het - ik zweer het; en U moet me beloven om me altijd
in Uw armen en verzonken in Uw Wil te houden. U mag me nooit verlaten als U
wilt dat ik altijd, altijd, de kleine dochter van Uw Wil ben, want ik huiver en
ben bang voor mezelf; temeer, omdat hoe meer U spreekt over deze Hoogste Wil,
hoe meer ik voel dat ik niet goed ben, en de nietigheid van mijn niets zich meer laat voelen.
Jezus: Mijn
dochter, het meer voelen van je
nietigheid is niet in strijd met het Leven in Mijn Wil; integendeel, het is jouw
Plicht. Al Mijn werken zijn over niets gevormd, en dit is waarom het Al kan
doen wat Hij wil. Als de zon de rede had, en iemand vroeg: Wat heb je
eraan? Wat zijn jouw effecten? Hoeveel licht en warmte bevat je?'; de zon zou
antwoorden: Ik doe niets, ik weet gewoon dat het Licht dat mij door God werd
gegeven, bekleed is met de Allerhoogste Wil, en ik doe wat Ze wil. Ik breid Ze uit
waar Ze wil, en ik breng de effecten voort die Ze wil. Hoewel ik zoveel doe,
blijf ik altijd nietig en de Goddelijke Wil doet alles in mij.'
Hetzelfde geldt voor al Mijn andere werken - al hun glorie is om in hun nietigheid te
blijven om het hele veld aan Mijn Wil te geven, om Ze te laten werken. Alleen
de mens wilde het zonder de Wil van zijn Schepper stellen, hij wilde zijn
nietigheid laten werken, in de overtuiging dat hij ergens goed in was; en het
Al, dat zich achter de nietigheid geplaatst voelde, ging uit de mens, die
zichzelf reduceerde van Superieur van Alles, tot inferieur aan alles. Laat
daarom je nietigheid altijd overgeleverd zijn aan de Genade van Mijn Wil, als je
de eenheid van Zijn Licht wil laten handelen in jou en het doel van de
Schepping terug tot Nieuw Leven wil roepen.
Vol 19 15/6/1926:
Luisa: Jezus, mijn leven, heb medelijden met mij - kijk eens hoe
vol gebreken ik ben en hoeveel slechtheid er in mij is. Jezus, die alle
goedheid en tederheid is: Mijn dochter, wees
niet bang, Ik ben hier, Ik waak over je en hou je ziel in bewaring, zodat zelfs
de geringste zonde je ziel niet kan binnendringen. En waar jij of anderen
gebreken en slechtheden zien, vind Ik er geen. Ik zie eerder dat jouw nietigheid' het gewicht van het Al' voelt. In feite, hoe meer Ik je intiem tot Mij verhef
en ik je bekend maak wat het 'Al' wil doen met je 'nietigheid', hoe meer je je
nietigheid voelt en, bijna bang en verpletterd onder het Al, zou je willen
ontsnappen aan de manifestatie ervan. Meer nog, aan het schrijven op papier
wat het 'Al' wil maken van deze 'nietigheid' van jou. Te meer omdat Ik, hoeveel
tegenzin je ook voelt, altijd win en je laat doen wat Ik wil.
Vol 20 25/1/1927:
Luisa: Mijn Jezus, ik voel dat ik niets doe, en U zegt me dat ik in
Uw Fiat Alles neem en Alles geef? Jezus:
Mijn dochter, wanneer het Al werkt, blijft het niets op zijn plaats - het is stelt
zich alleen beschikbaar om het Al te ontvangen. En voel je dan niet in jezelf
de kracht van dit Al, waardoor je alles omhelst en binnendringt - hemel,
sterren, zon, zeeën en aarde - en alle handelingen omarmt die Mijn Fiat in de
hele Schepping uitoefent, zorgt dat je ze tot je Schepper brengt, alsof je in
één adem alles en iedereen aan Hem teruggeeft? Is er tot nu toe iemand geweest in staat is geweest te zeggen: 'Ik geef
alles aan God, zelfs God Zelf, omdat sinds ik in Zijn Wil leef, God de mijne
is, de hemelen de mijne zijn, de zon en alles wat de Hoogste Fiat heeft gedaan
de mijne is. Daarom, aangezien alles van Mij is, kan Ik alles geven en kan Ik
alles aannemen. Nu, het gebeurt als gevolg dat iemand die in Mijn Wil leeft het
bezit heeft van het Al, hij het Koninkrijk van de Goddelijke Wil op aarde vormt
en aantrekt; want om een Koninkrijk te vormen, is de Kracht van het Al nodig.
Naderhand liet Hij Zich zien als een klein kind, terwijl Hij
me zo aanstaarde, alsof Hij in mij onder de indruk bleef; en Hij wilde dat ik
naar Hem keek, maar zozeer dat ik onder de indruk bleef van Hem. Jezus, al Liefde en tederheid, zei: Mijn
dochter, dit is het Ware Beeld van het
Leven in Mijn Eeuwige Wil: de ziel kopieert de Goddelijke Wil in zichzelf, en
de Allerhoogste Wil kopieert de ziel, op zo'n manier dat je Schepper de kopie
van je afbeelding bewaart, ingeprent in Zijn schoot. Zij is Hem zo dierbaar,
omdat Hij haar exact ziet zoals Hij haar vrij heeft gelaten uit haar Oorsprong:
ze heeft niets van haar Frisheid en Schoonheid verloren. Zijn Vaderlijke
kenmerken zijn ingeprent in deze kopie; en deze kopie, in de Vaderlijke schoot
van God, zingt voor Hem het lof van de hele Schepping met al Zijn werken, en
fluistert voortdurend in Zijn oor: U hebt alles voor mij gemaakt. U hield
zoveel van me, en doet het nog steeds, en ik wil alles omzetten - alles in Liefde
voor U. Deze kopie is het voorteken van God in Zijn schoot; zij is de
herinnering aan al Zijn werken. Dit is de kopie van de ziel in God, en de kopie
van God in de ziel, en het uitvoeren van het Goddelijke Leven in het schepsel.
Hoe mooi is het
Koninkrijk van Mijn Wil - het niets opgelost in het Al, en het Al versmolten in
het niets; de nederigheid van het schepsel stijgt naar Goddelijke Hoogte, en de
Goddelijke Hoogte daalt af naar de diepte van het schepsel. Het zijn twee met
elkaar verbonden wezens, onafscheidelijk, versmolten, geïdentificeerd, zodat het
nauwelijks kan worden herkend dat het twee levens zijn die samen een hartslag
hebben. Alle Grootsheid, Heiligheid, Verhevenheid, Wonderen van het Koninkrijk
van Mijn Wil, zullen precies dit zijn: de getrouwe Kopie van de ziel in God, en
de Kopie van God, Geheel en Prachtig, in de ziel. Daarom zullen de Kinderen van
het Koninkrijk van de Goddelijke Fiat evenveel Afbeeldingen zijn van kleine Goden
in Mijn Koninkrijk.
Fiat!
|