Vastentijd 2021
26/3 Evangelie volgens H. Johannes 10:31-42
Toen de Joden weer stenen
opraapten omdat ze Hem wilden stenigen, zei Jezus: ‘Ik heb door de Vader veel
goeds voor u gedaan; waarom wilt U Me stenigen?' ‘Voor een goede daad zullen we
u niet stenigen,' antwoordden ze, ‘maar wel voor godslastering: U bent een
mens, maar U beweert dat U God bent!' Jezus zei: ‘Staat er in uw wet niet
geschreven: 'Ik heb gezegd: ‘U bent goden'? De Schrift blijft altijd van
kracht; als mensen tot wie God spreekt goeden genoemd worden, hoe kunt u Mij,
door de Vader geheiligd en naar de wereld gezonden, dan beschuldigen van
godslastering wanneer Ik zeg dat Ik Gods Zoon ben? Als wat Ik doe niet van Mijn
Vader komt, geloof Me dan niet, maar als dat wel het geval is en u gelooft Me
toch niet, geloof dan tenminste wat Ik doe. Dan zult u begrijpen dat de Vader
in Mij is en dat Ik in de Vader ben.' En weer wilden ze Hem grijpen, maar Hij
ontsnapte. Hij ging terug naar de overkant van de Jordaan, naar de plaats waar
Johannes eerder gedoopt had. Daar bleef Hij. Veel mensen kwamen naar Hem toe;
ze zeiden: ‘Johannes heeft weliswaar geen wondertekenen gedaan, maar alles wat
hij over deze man gezegd heeft is waar.' En velen kwamen daar tot
geloof in Hem.
H. Petrus Chrysologus (c.406-450), Aartsbisschop
van Ravenna, Kerkleraar
Romeinen 12:1: Broeders en zusters, met een beroep op Gods
barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig
offer in Zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u.
Paulus doet een verzoek of, beter
gezegd, God, die liever bemind dan gevreesd wordt, doet een verzoek via Paulus.
God doet een verzoek omdat Hij niet zozeer Heer wil zijn dan Vader. Luister
naar de Heer die [via zijn Zoon] vraagt: 'Ik heb de hele dag mijn handen uitgestrekt',
zegt hij. Normaal gesproken, vragen we dan niet om iets als we onze handen
uitstrekken?
"Ik heb mijn handen
uitgestrekt." Aan wie? "Aan de mensen." Welke mensen? Een volk
dat niet alleen ongelovig maar ook opstandig is. "Ik heb mijn handen uitgestrekt":
Hij opent Zijn armen, reikt Zijn Hart uit, ontbloot Zijn borst, biedt zijn
borst aan. Hij maakt een toevluchtsoord van Zijn hele Lichaam om ons door dit
pleidooi te laten zien in hoeverre Hij vader is. Luister naar God die ergens
anders vraagt:
Micha 6:3: Mijn volk, wat heb Ik
je misdaan? Waarmee heb Ik je gekweld?
Zegt Hij niet: "Als je Mijn Goddelijkheid
niet kent, herken je dan mijn mens-zijn niet? O zie, zie in Mij je lichaam, je
ledematen, je innerlijke delen, je botten en bloed! En als je ontzag hebt voor wat
van God is, waarom hou je dan niet van wat van jullie is? Als je de Heer
ontvlucht, waarom loop je dan niet naar de Vader?"
Misschien bedekt de grootsheid
van het Lijden van Mijn Zoon, die door jullie werd veroorzaakt, je met
verwarring. Wees niet bang! Dit Kruis is niet mijn eigen schavot, maar dat van
de dood. Deze nagels houden het verdriet in mij niet vast, maar verankeren Mijn
Liefde voor jullie dieper in Mij. Deze wonden dwingen Mij niet het uit te
schreeuwen, ze trekken jullie steeds dieper in de diepte van Mijn Hart. Het scheuren
van Mijn Lichaam geeft je een grotere plaats in Mijn borst, het vergroot Mijn
marteling niet. Ik verlies Mijn Bloed niet, ik vergiet het om jullie bloed te betalen.
"Kom dan; keer terug, herken
in Mij een vader van wie je ziet dat Hij goed met kwaad vergeldt, Liefde voor
onrecht, zoveel vriendelijkheid voor zo'n wonden."
Overweging

Waarom wordt Jezus naar de slachtbank geleid?
Johannes 10:32: ‘Ik heb door de Vader veel goeds voor u gedaan;
waarom wilt U Me stenigen?'
Als we de Goede Week naderen,
denk ik dat we onszelf de vraag moeten stellen: waarom wordt Jezus naar de
slachtbank geleid? We hoorden reeds dat de Profeet Jeremia zegt:
Jeremia 11:19: Daarvoor was ik zo argeloos als een lam dat naar de
slachtbank wordt geleid.
De lezingen uit Jesaja zullen dit
thema dan aan het begin van de Goede Week overnemen, waar wordt gesproken over
de onschuldige:
Jesaja 42:3: Het geknakte riet breekt Hij niet af, de kwijnende vlam zal Hij niet
doven.
Jesaja 50:6: Ik heb Mijn rug blootgesteld aan Mijn folteraars, wie Mij de baard
uittrokken, bood Ik Mijn wangen aan.
Hoe komt het dat de onschuld van
Jezus het doelwit wordt van zoveel haat?
Voor alle gelovigen is hun Geloof
kostbaar en moet het, indien nodig, worden verdedigd en gehandhaafd. Dus als er
iemand langskomt die hun geloof lijkt te bedreigen, is de reactie
begrijpelijkerwijs sterk, misschien zelfs gewelddadig. De geschiedenis laat
zien dat dit zo is. Haat tussen Protestanten en Katholieken ten tijde van de
Reformatie leidde tot bloedige oorlogen in Europa, met een blijvende erfenis
van wantrouwen jegens de georganiseerde religie. Ook in de Islam heeft de haat
tussen sjiitische en soennitische moslims geleid tot enkele van de meest
gruwelijke wreedheden in Irak en elders. Religie is ontvlambaar spul.
Het lijkt erop dat Jezus
regelrecht in de religieuze gevoeligheden van zijn tijd stapte, de eenvoud van
Gods Boodschap aan het volk Israël hoog hield en de Komst van ‘Gods Koninkrijk'
predikte, dat door de Joodse religieuze leiders van toen als een bedreiging
werd aanzien. Het is niet verrassend dat Jezus werd beschuldigd van
godslastering. Pilatus was verbijsterd door dit alles en vroeg zich af waar het
allemaal om ging, maar omdat hij geen Jood was, begreep hij het niet. Dus waste
hij zoals bekend, zijn handen in onschuld en kwam hij niet tussenbeide. De
seculiere samenleving kan soms ook haar handen wassen met betrekking tot
religie, en vraagt zich af waarom mensen er zo gepassioneerd over zouden
moeten worden. Maar zoals we weten uit de hedendaagse wereldaangelegenheden,
doet het dat op eigen risico. Religie is nog steeds een kracht waarmee rekening
moet worden gehouden, voor goed en kwaad.
De Vastentijd, en in het
bijzonder de Goede Week, is een tijd om onszelf eraan te herinneren dat religie
echt is en dat Jezus stierf aan het Kruis omdat sommige mensen hartstochtelijk
voelden dat Hij hun gekoesterde overtuigingen bedreigde. Hoe reageren we op
Jezus' Boodschap? Is het bedreigend of inspirerend? Geloven we dat het Lijden,
dood en Verrijzenis van Jezus een verschil maken? Een diepgaand verschil? Zijn
we bereid om - controversieel - met de Kerk te zeggen dat alle religies
menselijke pogingen zijn om tot God te reiken, maar dat God in het Christendom
tot ons reikt? En wat betekent dit? Betekent dit dat Christenen betere mensen
zijn dan anderen? Betekent dit dat we op andere religies moeten neerkijken?
Betekent dit dat God mensen niet redt omdat ze een andere geloofsovertuiging
hebben? De Kerk zegt ook dat Christus kwam om voor iedereen te sterven,
ongeacht wat ze over Hem geloven, en dat God oneindig Barmhartig is. - een
meditatie geschreven door Fr Paul Graham O.S.A.
Waarom werd Jezus door de Joodse Religieuze
autoriteiten zo gehaat? – Kevin Deyoung 15/3/2016 (thegospelcoalition.org)
Er wordt wel eens gezegd dat
Jezus werd vermoord vanwege zijn tolerantie en zijn ontmoetingen met zondaars
en belastinginners. Dit is het soort sentiment dat een beetje waarheid bevat,
maar slechts een heel klein beetje. Ongetwijfeld heeft Jezus veel van de Joodse
leiders tegen de haren in gestreken omdat hij met iedereen omging en barmhartigheid
verleende buiten hun beperkte grenzen. Maar het is misleidend om te suggereren
dat Jezus werd gehaat omdat hij simpelweg te liefdevol was, alsof zijn
inspirerende tolerantie de oorzaak was van de onverzoenlijke onverdraagzaamheid
van zijn vijanden.
Neem bijvoorbeeld het Marcusevangelie
(omdat dit het evangelie is dat ik de hele tijd heb gepredikt). Naar mijn
mening is Jezus 1 keer tegen het eten met zondaars (2:16), 1 keer omdat hij
stereotype meningen over Hem in zijn geboorteplaats heeft doorbroken (6:3), een
paar keer vanwege het overtreden van Joodse scrupules over de wet (2:24; 3:6;
7:5); en meerdere keren voor 'godslastering' of voor het claimen van teveel
autoriteit voor zichzelf (2:7; 3:22; 11:27-28; 14:53-64; 15:29-32,39). Terwijl
het evangelie van Marcus zich ontvouwt, zien we de Joodse leiders steeds
vijandiger worden jegens Jezus. Hoewel de angst voor de mensenmassa een tijdje
hun hand weghoudt, proberen ze toch Jezus in de val te lokken en zijn
vernietiging te beramen (8:11; 11:18; 12:12; 12:13; 14:1: 15:3,11). Er is veel
dat de Joodse leiders niet waarderen in Jezus, maar hun meest intense,
moorddadige woede is op Hem gericht omdat hij zegt:
Marcus 14:61-62: Toen vroeg de hogepriester Hem: ‘Bent U de Messias,
de Zoon van de Gezegende'? Jezus zei: ‘Dat ben Ik, en u zult de Mensenzoon aan
de rechterhand van de Machtige zien zitten en Hem zien komen op de wolken van
de hemel.'
De vier evangeliën benadrukken,
zoals we zouden kunnen verwachten, verschillende aspecten van de Joodse
oppositie. Lucas legt meer nadruk op Jezus' aandacht voor de mensen die zich
aan de rand van de maatschappij bevinden en die een probleem zijn voor de
Joodse leiders, terwijl Johannes meer nadruk legt op Jezus' unieke status als
Gods gelijke. Maar het basisoverzicht is consistent in alle evangeliën. Terwijl
Jezus' reputatie als genezer en wonderdoener zich verspreidt, komt de menigte
in steeds grotere aantallen naar Hem toe, wat de elites ertoe aanzet hem steeds
meer te verachten. Als algemene regel was Jezus populair bij de massa (met
uitzondering van zijn geboorteplaats Nazareth), en naarmate zijn populariteit
toenam bij de menigte, nam ook de tegenstand van de Joodse leiders toe.
De Joodse leiders hadden een
hekel aan Jezus, en uiteindelijk gingen ze om vele redenen, Jezus haten.
Marcus 15:3: De hogepriesters brachten allerlei beschuldigingen tegen Hem in.
Dit waren de belangrijkste
redenen dat de Joodse leiders Jezus haatten:
·
Ze waren boos op Hem
omdat hij hun tradities had verstoord.
·
Ze waren ook bang dat
ze hun bevoorrechte en gezagsvolle positie gingen verliezen als Jezus te
populair werd.
·
Ze konden ook niet om
het feit dat Jezus hun hypocrisie in de verf zette.
·
Ze keken ook op Hem
neer omdat Hij met zondaars at en omging met degenen die onrein of onwaardig
werden geacht.
·
Maar bovenal haatten
ze Jezus omdat Hij beweerde van God te komen en na verloop van tijd Zich aan
God gelijk durfde te stellen.
Daarom haatten ze Hem; daarom
keert de menigte zich uiteindelijk tegen Hem; daarom werd Jezus ter dood
gebracht. De Joodse leiders konden de Goddelijke autoriteit en identiteit van
Christus niet erkennen. Jaloezie maakte er ongetwijfeld deel van uit (Matteüs
27:18). Maar dieper dan dat, hadden ze gewoon niet de ogen om te zien of het
geloof om te geloven dat Jezus de Christus was, de Zoon van de levende God.
Daarom wordt Jezus in alle vier de evangeliën, wanneer de tegenstand tegen Hem
zijn hoogtepunt bereikt, niet beschuldigd van te gastvrij zijn voor de
verworpenen, maar van een valse koning, een valse profeet en een valse Messias te
zijn (Matteüs 26:57-68 ; Marcus 14:53-65; Lucas 22:66-71; en minder duidelijk
in Johannes 18: 9-24). Ze vermoordden Jezus omdat ze dachten dat Hij een
godslasteraar was.
Uiteindelijk waren het de
impliciete en expliciete beweringen die Jezus deed over autoriteit, over het
feit dat Hij de Messias was en Godheid, en niet zijn uitnemende Liefde, die Hem
uiteindelijk tot de dood leidden. Dit is geen excuus voor onze eigen hardheid
of een reden om afstand te nemen van de "zondaars en belastinginners"
van vandaag. We hebben het voorbeeld van Jezus nodig om recht op pad te houden.
Maar we moeten de halve waarheid laten rusten dat Jezus werd vermoord omdat hij
te aardig was. De Joodse leiders hadden misschien bezwaar tegen Jezus' verreikende
mededogen, maar ze wilden hem dood omdat Hij zei dat Hij de Christus was, de
Zoon van de levende God. Als Jezus gewoon te veel van mensen hield, zou Hij
door sommigen belachelijk zijn gemaakt. Maar zonder Zijn aanspraak op Godheid,
autoriteit en de vervulling van de oudtestamentische Profetieën, zou Hij
waarschijnlijk niet ter dood zijn gebracht.
|