Vastentijd 2021
21/3 Evangelie
volgens H. Johannes 12:20-33
Nu was er ook een aantal Grieken
naar het feest gekomen om God te aanbidden. Zij gingen naar Filippus uit Betsaϊda
in Galilea, en vroegen hem of ze Jezus konden ontmoeten. Filippus ging dat
tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar Jezus. Jezus zei: ‘De tijd is
gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. Waarachtig, Ik verzeker
u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het een
graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. Wie zijn leven
liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het
voor het eeuwige leven. Wie Mij dient moet Mij volgen: waar Ik ben zal ook mijn
dienaar zijn, en wie Mij dient zal door de Vader geëerd worden. Nu ben Ik doodsbang. Wat
moet Ik zeggen? Vader, laat dit
ogenblik aan Mij voorbijgaan?
Maar hiervoor ben Ik juist
gekomen. Laat nu zien hoe groot Uw naam is, Vader.ÿ Toen klonk er een stem uit
de Hemel: ‘Ik heb Mijn grootheid getoond en Ik zal Mijn grootheid weer tonen.' De mensen die daar stonden en dit hoorden, zeiden: ‘Een donderslag!ÿ Maar er
waren er ook die zeiden dat het een engel was die tegen Hem gesproken had. Jezus
zei: ‘Die stem heeft niet voor Mij gesproken, maar voor u. Nu wordt het oordeel
over deze wereld geveld, nu zal de heerser van deze wereld uitgebannen worden. Wanneer
Ik van de aarde omhooggeheven word, zal Ik iedereen naar Mij toe halen.' Daarmee bedoelde Hij de
wijze waarop Hij zou sterven.
Overweging
Jeremia 31:31-34: De dag zal komen – spreekt de Heer – dat Ik met het
volk van Israël en het volk van Juda een nieuw verbond sluit, een ander verbond
dan Ik met hun voorouders sloot toen Ik hen bij de hand nam om hen uit Egypte
weg te leiden. Zij hebben dat verbond verbroken, hoewel ze Mij toebehoorden –
spreekt de Heer. Maar dit is het verbond dat Ik in de toekomst met Israël zal
sluiten – spreekt de Heer: Ik zal Mijn Wet in hun binnenste leggen en hem in
hun hart schrijven. Dan zal Ik hun God zijn en zij Mijn volk. Men zal elkaar
niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: 'Leer de Heer kennen,' want
iedereen, van groot tot klein, kent Mij dan al – spreekt de Heer. Ik zal hun
zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan.
Hebreeën 5:7-9: Christus heeft tijdens Zijn leven op aarde onder
tranen en met luide stem gesmeekt en gebeden tot Hem die Hem kon redden van de dood,
en werd verhoord vanwege zijn diep ontzag voor God. Hoewel Hij Zijn Zoon was,
heeft Hij moeten lijden, en zo heeft Hij gehoorzaamheid geleerd. Een toen Hij
naar de uiteindelijke volmaaktheid gevoerd was, werd Hij voor allen die Hem
gehoorzamen een bron van eeuwige redding.
Belangrijk is dat we moeten
‘sterven' aan onze oude gewoonten (zonden) om Gods liefde en vergeving te
ervaren. Zo zegt Jezus ook in het Evangelie van vandaag, 'tenzij een
tarwekorrel op de grond valt en sterft, blijft het slechts een enkele korrel;
maar als het sterft, levert het een rijke oogst op' en is het een uitnodiging tot bekering die leidt tot een
ervaring van Gods Liefde en Barmhartigheid door een ‘nieuw leven' te omarmen.
Hoewel deze uitnodiging vandaag en altijd
geopend blijft, moeten we oprecht inspanningen doen om terug te keren naar de
Heer, want Hij is Liefdevol en Barmhartig. Vooral in deze tijd dat de
zekerheden lijken weg te vallen, dat hetgeen we als vanzelfsprekend vonden,
ineens niet meer vanzelfsprekend is. Aarzel niet en wees niet bang om je oude gewoonten,
je zonden op te geven, want zonden scheiden ons van God. Maar Hij is altijd bereid
om te vergeven en om ons een tweede kans te geven. Het is aan ons om met een
berouwvol hart tot Hem te gaan. Het is nu tijd om dit te doen!
Wanneer ik zwak ben, dan ben ik sterk door God

Johannes 11:4: Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar op de
eer van God, zodat de Zoon van God geëerd zal worden.
Dit zijn vreemde woorden als je
erover nadenkt. Hoe kan ziekte in vredesnaam God verheerlijken? De context is
de opwekking van Lazarus in het evangelie. We weten dat Jezus een familievriend
was en oprecht rouwde om zijn overleden vriend en om zijn zusters van wie hij
veel hield. En toch leek hij in staat om voorbij het verdriet en het lijden te
kijken naar het uiteindelijke doel: de verheerlijking van God.
Waarom zou God in lijden
verheerlijkt worden? Lijden is uiteindelijk een mysterie, en daarmee natuurlijk
de dood, de ultieme daad van lijden. Lijden en dood zijn een ontkenning van het
leven, en we schoppen tegen beide. We bestrijden lijden en proberen het leven
te verlengen. Maar wat doet God in dit alles?
Het is de moeite waard om de
dagboeken te lezen van de jonge Joodse vrouw, Etty Hillesum, die zich
vrijwillig aanmeldde om in een doorgangskamp in Nederland te werken voor
degenen die wachtten op deportatie naar Auschwitz. En in het lijden en de
bezorgdheid van de mensen voor wie ze zorgde en in de absurd slechte atmosfeer
van wat er toen in Europa gaande was, vond ze God. Op de een of andere manier
werd God verheerlijkt temidden van het kwaad. Etty kwam om in Auschwitz.
Ook
wat de Russische schrijver Anton P. Tsjechov zei vult dit naadloos aan. Hij
liet zijn toneelstuk ‘De drie zusters' [ik citeer nu de vertaling van Aleida
Schot] liet eindigen met de zinnen: ‘Lieve God, de tijd gaat voorbij en eens
zullen ook wij uit het leven verdwijnen, wij zullen vergeten worden en niemand
zal meer weten hoe wij eruit zagen, hoe onze stemmen klonken en met z'n
hoevelen wij waren. Maar uit wat wij geleden hebben, zal vreugde voortkomen
voor het nageslacht, er zal geluk zijn op aarde en vrede... En misschien zullen
wij binnenkort wel weten waarvoor wij lijden... O, als we dat maar wisten'.
En toch is het juist in onze
zwakheid en lijden dat Zijn macht wordt getoond, iets waar de H. Paulus zo
overtuigend over spreekt in 2 Kor. 12:10: 'Jezus zei mij: "Je hebt niet
meer dan Mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid." Dus
laat ik mij veel liever voorstaan op mijn zwakheid, zodat de kracht van Christus
in mij zichtbaar wordt. Omdat Christus mij kracht schenkt, schep ik vreugde in
mijn zwakheid: in beledigingen, nood, vervolging en ellende. In mijn zwakheid
ben ik sterk.'
En het is in die zwakheid, die
schijnbare hulpeloosheid, dat God wordt verheerlijkt. Waarom? Omdat de
zwakte, de hulpeloosheid, het lijden en de dood niet het laatste woord zijn. Ze
definiëren niet wie we zijn als menselijke wezens; ze hebben geen ultieme
macht. Die kracht ligt bij God.
Onze zwakte en kwetsbaarheid in
het licht van de coronavirus-pandemie is precies de plaats waar God wordt
ontmoet en Zijn Glorie zal worden gemanifesteerd. God doet ons eraan denken
dat we zwak zijn, en niet op onze eigen kracht moeten steunen. We moeten onze
zwakheid erkennen: we zijn allen ellendige, arme zondaars en zonder Gods genade
redden we het niet. Nu niet, straks niet, na dit leven niet. Het Leven behoort
God toe en wij moeten enkel vast op Hem vertrouwen in alle lijden, alle
beproevingen en ontberingen.
Daarom zegt Jezus tegen Martha en
Maria: ‘Deze ziekte zal niet eindigen in de dood, maar in Gods heerlijkheid'. Maar
we moeten blijven bidden dat onze geliefden, en wijzelf, niet lijden en sterven.
Wat de uitkomst ook zal zijn, God zal ons op allerlei onverwachte manieren
kracht geven. Als de dood ons zou treffen dan hebben we als trouwe gelovigen
de zekerheid dat God, die heeft gezegevierd in Christus, en in wie God wordt
verheerlijkt in Zijn dood en verrijzenis, ons zal opnemen en ons naar onze
Eeuwige Thuis zal brengen. Laten we ons geloof en vertrouwen versterken in
deze Vastentijd.
Gebaseerd op een meditatie van Fr
Paul Graham O.S.A.
|