Toen Bernardus van Quintavalle en Petrus Catani zich
in 1208 bij Franciscus wilden aansluiten, raadpleegden zij gezamenlijk het
evangelieboek van de kerk van Sint Nicolaas om te ontdekken hoe hun leven eruit
moest zien. Zij stuitten daarbij op drie teksten:
- "Als
je volmaakt wil zijn, ga heen, verkoop al je eigendommen en geef het aan
de armen en je zal een schat in de Hemel hebben. Kom dan naar Mij en volg Mij."
(Mt. 19,21).
- "Hij
zei tot hen: neem niets mee voor onderweg, geen staf, geen reiszak, geen
brood en geen geld, en ook moet je geen twee hemden hebben." (Lc.
9,3).
- "Als
iemand echt Mij wil volgen, moet hij zichzelf verloochenen en zijn kruis
dragen, en zó Mij volgen!" (Mt. 16,24).
Dat is wat zij vervolgens naar vermogen deden, en daarmee
was de Franciscaanse beweging begonnen. Kort nadien sloot Egidius van
Assisi zich bij hen aan. In hetzelfde jaar 1208 gaf de abt van
het Benedictusklooster op de Monte Subasio het kerkje van Portiuncula in
het dal bij Assisi in bruikleen aan Franciscus om het tot het centrum van zijn
nieuwe beweging te maken.
Dienst aan de vrede
Ten tijde van Paus Innocentius III, die een
theologische visie bezigde op "Christus als Koning der Koningen,
met Jeruzalem als Zijn stad en het Heilig Land als Zijn erfdeel", dat
met kruistochten heroverd moest worden op de moslims, verraste Franciscus
ieder door "voor God" te kiezen door in dienstbaarheid te verblijven
onder de Saracenen. Hij ging mee met de 5e Kruistocht maar
bewandelde een andere weg. Volgens de Fioretti benaderde hij in 1219
sultan Al-Kamil om hem te bekeren, wat deze laatste hoffelijk afwees.
Franciscus' vreedzame benadering van de islam, dialogisch avant la
lettre, geeft een volstrekt ander beeld van God: de God van de nederige
dienstbaarheid, die uitnodigt om in een geest van vrede en geweldloosheid onder
andere mensen te gaan, hun werk en leven te delen en zo te midden van hen Zijn
aanwezigheid te ontdekken.
Een belangrijke regel van Franciscus in de omgang met
andersdenkenden en andersgelovigen was onder andere de afwijzing van
woordenstrijd. Armoede, dienstbaarheid, geweldloosheid zonder wapenen, zelfs
zonder het wapen van het woord, gingen voor hem hand in hand en in dit
perspectief ondernam hij in 1219 tijdens de kruistocht zijn persoonlijke
vredesmissie naar de sultan van Damiate, waar hij hoffelijk werd ontvangen
en spirituele gesprekken voerde.
Persoonlijke vroomheid
Franciscus was de belichaming van een nieuw persoonlijk
gekleurd soort vroomheid binnen het christendom, waarbij de ontwikkeling van
het individu en diens persoonlijke gaven en talenten van grote betekenis waren.
Tegelijk hechtte hij grote waarde aan het behoren tot een groep gelijkgezinde
gezellen, een broederschap, waarin men in elkaars noden en behoeften kan
voorzien.
Franciscus schreef aan het einde van zijn leven een lofzang
op de natuur, het Zonnelied. Hierin bezingt hij 'de dingen van de hemel' -
broeder zon en zuster maan en de sterren -, 'de dingen van de aarde' of de vier
elementen - broeder wind en zuster water, broeder vuur en zuster aarde -, en
ten slotte de levensweg van de mens.
Franciscus zag het op zich nemen van wat het leven te
dragen geeft als een van de manieren om dichter bij Christus te
komen. Wanneer hij opmerkte 'draag uw kruis', bedoelde hij 'neem uw lot op u',
'draag uw deel van het lijden'. Franciscus wees niet alleen het lijden niet af,
hij hechtte ook grote waarde aan de natuur, die hij een prachtige weergave vond
van hoe de Schepper voor de mens wil zijn, en de mens draagt en in leven houdt.
Dat gebeurt volgens Franciscus' lied door de afwisseling in het weer.
Franciscus' laatste jaren en overlijden
Rond 1219-1220 ontstonden er problemen in de broederschap.
Franciscus, die in het Midden-Oosten verbleef, keerde daarom terug naar Italië
en legde het ambt van minister-generaal van de broederschap neer. Petrus Catani
volgde hem op, en na diens dood broeder Elias Bombarone. Franciscus
schreef intussen een nieuwe regelredactie, waarbij hij naar eigen zeggen van de
vele kruimels één hostie wilde maken. Op 29 november werd de
nieuwe orderegel door Paus Honorius III met een Pauselijke
Bul bekrachtigd.
de stigmata van de H. Franciscus
Op 24 september 1224 zou Franciscus de stigmata hebben
ontvangen die Jezus aan het kruis droeg. In de winter of lente daarna zong hij
voor het eerst zijn bekende Zonnelied. Hij stierf op de avond van 3
oktober 1226.
Na zijn dood
Op 4 oktober werd het lichaam van Franciscus in
een processie door de stad gevoerd, naar de kerk van San Giorgio in
Assisi, alwaar hij begraven werd. In dezelfde kerk sprak Paus Gregorius IX twee
jaar later zijn heiligverklaring uit. Op verzoek van de paus begon Elias
van Cortona met de bouw van de Sint-Franciscusbasiliek boven
zijn graf. (wikipedia)
Aartsbroederschap
van het Koord van de H. Jozef
De wonderbaarlijke genezing van een Augustijner non te
Antwerpen in 1657 van een ernstige ziekte, door het dragen van een koord ter
ere van de H. Jozef, leidde tot de gewoonte om het te dragen om de genade van
zuiverheid te verkrijgen door zijn voorspraak. De toewijding verspreidde zich
al snel over vele landen van Europa. Paus Pius IX keurde in een rescript van 19
september 1859 een speciale formule goed voor de zegening van het koord van
Sint-Jozef.
H. Jozef
In 1860 werden verschillende nieuwe aflaten verleend aan de
broederschap die was opgericht in de kerk van St. Nicolaas in Verona en in 1862,
werd de Broederschap van het Koord van de H. Jozef verheven tot een Aartsbroederschap.
De leden zijn verplicht een koord te dragen met zeven
knopen, en worden aangespoord om dagelijks zeven Glorie zij-gebeden te bidden
ter ere van de H. Jozef. Het witte koord van Sint-Jozef kan rond de middel
worden gedragen voor zuiverheid of rond de schouders voor gehoorzaamheid. De Broederschappen
van het Koord van de H. Jozef zijn onder de hoede van het Aartsbroederschap in
de Sint-Rochuskerk te Rome.
Dit zijn de gunsten verbonden aan het Koord:
·
De bijzondere bescherming van de H. Jozef
·
De genade van kuisheid
·
Standvastigheid in geloof tot het einde
·
Bijzondere bijstand van de H. Jozef in het
stervensuur
Het koord zelf is gewoon een wit koord van katoen, geknoopt
op 7 plaatsen - één knoop voor elk van de 7 smarten van de H. Jozef en hun
verwante vreugden. De Koord moet gezegend worden door een Priester. Iemand die
het Koord van de H. Jozef draagt, moet
dagelijks een ‘Glorie zijÿ bidden op elk van de 7 knopen, tijdens het mediteren
op elk van de 7 Smarten van de H. Jozef, en een gebed tot de H. Joseph om
zuiverheid. Dit is het gebed:
Glorie
zij en een Gebed tot de H. Jozef voor kuisheid: Roemrijke H. Jozef, vader en beschermer van maagden, trouwe bewaarder,
aan wie God het Kind Jezus, de onschuld zelf, en Maria, de Maagd der maagden,
toevertrouwde. Ik bid en smeek U, door Jezus en Maria, het dubbele pand dat U
zo dierbaar is, mij van alle zonden te bevrijden, mij een zuiver hart en een
rein lichaam te geven, te zorgen dat ik Jezus en Maria standvastig dien in een
volkomen zuiverheid. Amen.
Jezus, Maria, Jozef, ik geef U mijn hart, mijn
geest en mijn leven.
Jezus, Maria, Jozef, sta mij bij in mijn
doodsstrijd.
Jezus, Maria, Jozef, laat mij in Uw heilig
gezelschap in vrede sterven.
Goede H. Jozef, onze begeleider, bescherm ons
en bescherm de H. Kerk.
De zegen van de Priester over
het Koord
|