Vastentijd 2021
12/3 Evangelie volgens H. Marcus 12:28b-34
Een van de schriftgeleerden kwam
naar Jezus en vroeg Hem: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?ÿ
Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: ´Luister, Israël! De Heer, onze God, is
de enige Heer; heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel
en met heel uw verstand en met heel uw kracht.¡ Het op een na belangrijkste is
dit: ´Heb uw naast lief als uzelf.¡ Er zijn geen geboden belangrijker dan
deze.ÿ De schriftgeleerde zei tegen Hem: ‘Inderdaad, meester, wat u zegt is
waar: Hij alleen is God en er is geen andere god dan Hij, en Hem liefhebben met
heel ons hart en met heel ons inzicht en met heel onze kracht, en onze naaste
liefhebben als onszelf betekent veel meer dan alle brandoffers en andere
offers.ÿ Jezus vond dat hij verstandig had geantwoord en zei tegen hem; ‘U bent
niet ver van het Koninkrijk van Godÿ. En niemand durfde Hem nog een vraag te stellen.
H. Alfonsus van Liguori (1696-1787), Bisschop
en Kerkleraar
De groten van de aarde
verheerlijken zichzelf door koninkrijken en rijkdom te bezitten. Jezus Christus
vindt al Zijn geluk in het heersen over ons hart. Dit is de soevereiniteit die
Hij verlangt en die Hij besloot te veroveren met Zijn dood aan het Kruis:
"Op zijn schouder rust de heerschappij" (Jesaja 9:5). Velen leggen
het uit dat dit het Kruis is dat onze Goddelijke Verlosser op Zijn schouders
droeg. 'Deze Hemelse koning', merkt Cornelius à Lapide op, ´is een heel andere
meester dan de duivel. Deze laatste legt zware lasten op de schouders van zijn
slaven. Jezus daarentegen neemt het volle gewicht van Zijn heerschappij op Zich;
Hij omhelst het Kruis en wil eraan sterven om over ons hart te heersen."
En Tertullianus zegt dat, terwijl aardse vorsten ´een scepter in hun hand
dragen en een kroon op hun hoofd dragen als symbolen van hun macht, Jezus
Christus het Kruis op Zijn schouders droeg. En het Kruis was de troon die hij
besteeg om Zijn Koninkrijk van Liefde te vestigen."(...)
Laten we ons dan haasten om al de
Liefde van ons hart op te dragen aan deze God die, om ons hart te winnen, Zijn Bloed,
Zijn leven, Zijn hele Zelf heeft opgeofferd. "Als u de gave van God
kende", zei Jezus tegen de Samaritaanse vrouw, "en wie het is die
tegen u zegt: "Geef Mij te drinken"" (Johannes 4:10). Dat wil
zeggen: als je maar wist hoe groot de genade is die je van God ontvangt (...)
O, als de ziel maar begreep wat een buitengewone genade God haar schenkt als Hij
om haar Liefde smeekt in de woorden: ´Je zult de Heer, uw God, liefhebben."
Zou een onderdaan die zijn heer hoorde zeggen: "Houd van mij" niet in
verrukking zijn? En zou God er niet in kunnen slagen ons hart te veroveren als Hij
ons er zo liefdevol om vraagt: "Mijn zoon, geef mij je hart"? (Spreuken
23:26). God wil echter geen half hart; Hij wil het helemaal, zonder voorbehoud.
Zijn gebod is: "Je zult de Heer, je God, liefhebben met heel je
hart."
Overweging
Liefde is een woord dat we zo dikwijls
gebruiken, dat we moeten oppassen dat we de ware betekenis ervan niet uit het
oog verliezen. Dit geldt vooral voor ons gebruik van het woord Liefde wanneer
we nadenken over onze relatie met God en met onze naaste. De Farizeeën waren
trots op hun kennis van de Wet en hun rituele voorschriften. Maar Jezus verraste
hen door Zijn grote eenvoud en de kern van Gods Wet uit te leggen: 'Je zult
de Heer, je God, liefhebben met heel je hart en met heel je ziel en met heel je
verstand en met heel je kracht', en 'je zult je naaste liefhebben als jezelf'.
Wat vraagt God van ons? Gewoon dat we
liefhebben zoals Hij liefheeft! God
is Liefde en alles wat Hij doet vloeit voort uit Zijn Liefde voor ons en wij
zouden alles moeten doen uit Liefde voor Hem. Het is een antwoord op Zijn
genade en goedheid voor ons. Liefde voor God komt op de eerste plaats en Liefde
voor de naaste is stevig verankerd in Liefde van God. Als we Hem willen liefhebben,
moeten we liefhebben wat Hij liefheeft en verwerpen wat zondig is en in strijd
met Zijn Wil. Onze Liefde voor God en Zijn Geboden zal in ons groeien, omdat
geloof in God en hoop in zijn beloften ons sterken in onze Liefde voor God. Ze
zijn essentieel voor een goede relatie met God, om met Hem verenigd te zijn.
De H. Augustinus leert ons:
‘Smeek God om de gave om elkaar lief te hebben. Heb alle mensen lief, zelfs je
vijanden, niet omdat ze je broeders en zusters zijn, maar omdat ze zo zouden worden.ÿ
(Preek over 1 Johannes)
‘O Heer, aan hen die U liefhebben,
toont U Uzelf en bent U alles wat ze zoeken. Zo vallen ze niet van U weg noch
terug in zichzelf. ' (Preek 261,1)
Gebroken, maar niet veroordeeld

Hosea 14:10: Want de wegen van de Heer zijn recht: wie rechtvaardig is verlaat ze
niet, maar wie zich verzet komt ten val.
Bijna elke menselijke ervaring heeft
een gemeenschappelijke noemer. Ze is geworteld in de realiteit van een nu, een
herinnering en een verwachting. We leven allen in een moment; het moment
verdwijnt uiteindelijk in een verleden en meestal hongeren we naar zijn
terugkeer in de toekomst. Misschien kan dit de ervaring zijn bijvoorbeeld van een
huwelijksfeest of het glansrijk afstuderen.
Stelletjes bereiden zich ijverig
voor op hun huwelijk. Ze geloven dat ze met de ware partner door het gangpad zullen
lopen. De dag is niet langer suggestief voor vreugde, maar noodzakelijk voor
geluk. Maar net als elke andere dag gaat de zon na verloop van tijd onder. De
koppels worden alleen gelaten en het geluid van de muziek verandert geleidelijk
in een gefluister. Dit geldt evenzeer voor een afgestudeerde. Hij of zij deed
inspanningen, waarbij avonden van sociale betoveringen werden vervangen door
lange nachten studeren om succesvol af te studeren. Het feest eindigt en de job
begint. Als de gehuwde en de afgestudeerde met het vooruitzicht van een komende
leegte worden geconfronteerd, hoe kunnen ze die eerste ervaring van
tevredenheid dan in stand houden? Hoe kunnen ze op het pad blijven dat ze ooit
bewandelden?
In de Vastenperiode worden we
geroepen naar die eerste instantie toen we voor God en onszelf stonden als
onschuldig maar niet naïef, kwetsbaar maar niet beschamend, gebroken maar niet
veroordeeld. De profetie van Hosea spreekt over deze periode, dat degenen die
volharden, kunnen terugkeren en dit rechte pad verderzetten. Het is bemoedigend
om te horen dat de wegen van de Heer recht blijven, dat iedereen terug deze weg
kan opgaan vanuit elke zijstraat - de straten van afgunst, begeerte, lust,
haat, onvergevingsgezindheid, laster, ondankbaarheid…
Zondaars, zijn mensen die
struikelen, maar niet degenen wier leven niet te veranderen is. Het zijn misschien
niet eens morele afvalligen of seriële overtreders. Integendeel, degenen die
vallen, kunnen moeilijk geloven dat de Heer er nog is. Voor de deugdzamen, lekt
soms het dak, of is er een raam gebroken, maar ze houden vast aan de waarheid
dat het huis er nog steeds is. Het is dit geloof dat een Christen versterkt.
Het is deze overtuiging die de kern vormt van een dagelijks verlangen naar
zuiverheid. - Een meditatie geschreven door Anthony B. Zabbey, O.S.A., SOAS,
Universiteit van Londen
|