Vastentijd 2021
6/3 Evangelie volgens H. Lucas 15:1-3;11-32
Alle tollenaars en zondaars
kwamen Hem opzoeken om naar Hem te luisteren. Maar zowel de farizeeën als de
schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet
met hen.ÿ Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis:
Iemand had twee zonen. De jongste
van hen zei tegen zijn vader: ´Vader, geef mij het deel van uw bezit waarop ik
recht heb.¡ De vader verdeelde zijn vermogen onder hen. Na enkele dagen
verzilverde de jongste zoon zijn bezit en reisde af naar een ver land, waar hij
een losbandig leven leidde en zijn vermogen verkwistte. Toen hij alles had
uitgegeven, werd dat land getroffen door een zware hongersnood, en begon hij
gebrek te lijden. Hij vroeg om werk bij een van de inwoners van dat land, die
hem op het veld zijn varkens liet hoeden. Hij had graag zijn maag willen vullen
met de peulen die de varkens te eten kregen, maar niemand gaf ze hem. Toen kwam
hij tot zichzelf en dacht: De dagloners van mijn vader hebben eten in
overvloed, en ik kom hier om van de honger.
Ik zal naar mijn vader gaan en
tegen hem zeggen: ´Vader, ik heb gezondigd tegen de Hemel en tegen u, ik ben
het niet meer waard uw zoon genoemd te worden; behandel mij als een van uw
dagloners.¡ Hij vertrok meteen en ging op weg naar zijn vader. Zijn vader zag
hem in de verte al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af,
viel hem om de hals en kuste hem. ´Vader,¡ zei zijn zoon tegen hem, ´ik heb
gezondigd tegen de Hemel en tegen u, ik ben het niet meer waard uw zoon genoemd
te worden.¡ Maar de vader zei tegen zijn knechten: ´Haal vlug het mooiste
gewaad en trek het hem aan, doe hem een ring aan zijn vinder en geef hem
sandalen. Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten en feestvieren,
want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen, hij was verloren
en is teruggevonden.¡ En ze begonnen feest te vieren.
De oudste zoon was op het veld.
Toen hij naar huis ging en al dichtbij was, hoorde hij muziek en gedans. Hij
riep een van de knechten bij zich en vroeg wat dat te betekenen had. De knecht
zei tegen hem: ´Uw broer is thuisgekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf
geslacht omdat hij hem gezond en wel heeft teruggekregen.¡ Hij werd woedend en
wilde niet naar binnen gaan, maar zijn vader kwam naar buiten en trachtte hem
te bedaren. Hij zei tegen zijn vader: ´Al jarenlang werk ik voor u en nooit ben
ik u ongehoorzaam geweest als u mij iets opdroeg, en u hebt mij zelfs nooit een
geitenbokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren. Maar nu die zoon van
u is thuisgekomen die uw vermogen heeft verkwanseld aan de hoeren, hebt u voor
hem het gemest kalf geslacht.¡
Zijn vader zei tegen hem: ´Mijn
jongen, jij bent altijd bij me, en alles wat van mij is, is van jou. Maar we
konden toch niet anders dan feestvieren en blij zijn, want je broer was dood en
is weer tot leven gekomen. Hij was verloren en is teruggevonden.¡
Overweging

Lucas 15:23: "Laten we eten en
feestvieren.¡
De
uitnodiging om een feest te bereiden was de belangrijkste reactie van de
liefdevolle vader in deze bekende gelijkenis. De verloren zoon keerde niet naar
huis terug om een feestmaal te vragen. Hij bekende zijn wandaden en vroeg om
behandeld te worden als een ingehuurde arbeider. In plaats daarvan was de
liefdevolle vader zo dankbaar en zo vol vreugde voor de veilige terugkeer van
zijn eigenzinnige zoon, dat hij onmiddellijk feest wilde vieren. De vader wilde
zijn vreugde delen met de mensen om hem heen.
Dikwijls
heb ik het feest geïnterpreteerd als een soort beloning voor de verloren zoon,
vanwege zijn beslissing om terug te keren. De oudste zoon interpreteerde het
feest ook als een beloning voor de jongste zoon. Vanwege die verkeerde
interpretatie van het feest kwamen gevoelens van jaloezie naar boven omdat hij
de zoon was die trouw bleef en nooit zo'n beloning ontving.
Nu zou
ik een beetje van perspectief willen veranderen en het feest niet interpreteren
als een beloning voor de zoon, maar eerder als een moment voor de vader om zijn
vreugde duidelijker te maken. De terugkeer van de zoon naar de vader
vertegenwoordigt de daad van verzoening. De H. Augustinus schrijft: ´Dat hij
een liefdeskus van zijn vader verdient, nadat hij is teruggekeerd van een lange
reis, betekent dat hij wordt getroost door het woord van Gods genade met de
hoop op vergeving van zonden, en als lid van de Kerk , begint hij nu zijn
zonden te belijden."
Door
middel van een feestmaal toont de vader zijn grote vreugde en diepe liefde voor
de eigenzinnige zoon en voor de rest van de familie die op het feest bijeen is.
De H. Augustinus interpreteert het feest als een beeld van het Eucharistisch feestmaal
met het gemeste kalf dat Christus is, die werd geofferd voor de vergeving van
zonden, om de wereld met Zichzelf te verzoenen. Augustinus vervolgt: "En
dit feestmaal wordt nu gevierd in de Kerk, die over de hele wereld verspreid is."
(Quaestionum Evangeliorum, Bk 2)
Laten
we profiteren van deze Vastentijd om na te denken over ons leven, om vergeving
te vragen voor de tijden dat we gezondigd hebben, en om deel te nemen aan het
feest dat voor ons werd voorbereid.
|