Brieven
geschreven door Luisa (uittreksels over het bewaren van je innerlijke Vrede
door God gegeven)
Aan
haar nicht, zuster Remigia: Moge de Goddelijke Wil je de vrede geven
die Jezus en ook mij zo verlangen. In je brief staat duidelijk dat je geen
vrede geniet. Mijn dochter, wat ben je aan het doen? Vrede zorgt ervoor dat we
de dingen zien zoals ze zijn voor God, en niet zoals mensen ze zien. En aangezien
vrede ons in omstandigheden, bij vernederingen, laat kijken door Gods ogen, zien
we wat God ziet. We blijven in een vrede
die niemand ons kan ontnemen - de enige schat die we kunnen bezitten op deze
aarde, in ons ballingschap; en het is de drager van de Goddelijke Wil als leven
in ons.
Wees daarom nooit verstoord, mijn dochter; dit zijn voorbijgaande
stormen. Mensen die ons vandaag heiligen noemen, zullen ons morgen goddeloos
noemen - duivels. Beide dingen mogen geen invloed op ons hebben, want alleen
God weet wat we zijn. Probeer in plaats daarvan echt goed te zijn, niets te
doen zonder ondergeschikt te zijn aan moeder-overste, niemand te vertrouwen en
in het spreken nooit iets te zeggen dat geen betrekking heeft op heiligheid en
de Goddelijke Wil. Moge de naam van niemand ooit op je lippen komen. Bedenk dat
Jezus voortdurend tegen je zegt: ´Mijn
dochter, vergeet alles en bedenk alleen dat je Jezusÿ Liefde wil om je Liefde
te geven. Als je van Mij houdt, zal je ketens van liefde vormen en Mij daarmee
binden, je zult Mij stevig in je armen houden en Ik zal je verdediging, je
hulp, je gezelschap, je leven zijn." Maak Jezus dus tevreden en
verlies de eenvoud niet; verlies geen tijd. Elke gedachte aan jezelf is een
kloof van Liefde die je vormt; je ontzegt Jezus een daad van Liefde, en laat
Jezus zuchten om je kleine Liefde. Denk erover na en wees waakzaam.
Aan
Mevr. Costanza Benedetta Pettinelli uit Siena: Hoe
dikwijls ben je niet rusteloos in je verlangens, in je heilige werken, in het
kwaad dat je zou willen voorkomen? Maar de gezegende Jezus fluistert in het oor
van je hart: ´Vrede, Vrede, Mijn
dochter; Ik wil niet dat je gestoord wordt. Je
Jezus, of ze Hem nu beledigen, van Hem wegrennen of Hem uit hun hart
zetten, verliest nooit de Vrede. Dat wil ik van jou - Ik wil dat je in Vrede
bent. Vrede zal de standaard zijn die doorgaat, om kwaad te voorkomen en het
goede te doen dat je verlangt."
Daarom, mijn lieve, wees nooit verstoord. Bewaar de Vrede
als de grootste van alle schatten. Je Vrede zal de overwinning behalen in het
hart van je zoon, en Vrede zal je ziel voorbereiden om te leven vanuit de
Goddelijke Wil, en - o, hoe gelukkig zal je zijn! Je zal de Hemel in je ziel
voelen en een Goddelijke Wil in je kracht hebben. O, hoe goed zal je het doen,
en wat zal je het heerlijk vinden om je leven zo in te richten dat allen de
Goddelijke Wil leren kennen en doen. Ga daarom altijd voorwaarts in het goede
waarmee je bent begonnen. De Hemelse Moeder bereidt een ketting van genaden
voor je voor en zal haar blauwe mantel op je persoon laten rusten om je te
beschermen en te bewaren. O, hoe lieflijk is het om te kunnen zeggen: ik wil
mijn leven ter beschikking stellen van iedereen, opdat allen Gods Wil zouden
doen! Zonde, kwaad, zou dan ophouden, en - o, wat zullen we allemaal gelukkig
zijn!
Aan
zuster Agnese uit een slotklooster in Lecce: Vrede zal je erfenis zijn, de Goddelijke Wil je leven, vertrouw op de
krachtige magneet die de gezegende Jezus zal vangen om in je hart te wonen. O,
wat zal Hij blij zijn om in je hart te blijven, want Hij zal er Zijn Hemel in
vinden, de dingen van het Hemels Vaderland - die Zijn Wil, Vrede en vertrouwen
zijn. In de Hemel leven ze in volle vertrouwen, meer dan als kinderen bij
hun Vader, genieten ze van Vrede en leven ze vanuit de Goddelijke Wil. Laten we
daarom in deze ballingschap leren hoe iemand in de Hemel moet leven!
Aan
een religieuze: Verlies daarom nooit de Vrede in deze
omstandigheden, want de storm zal voorbij zijn - alles eindigt hier - maar de Vrede
houdt niet op; het is eerder de koets die ons naar de Hemel brengt en bij ons
blijft, als erfenis van de kinderen van onze Hemelse Vader. Sterker nog,
aangezien Vrede de bel is die continu rinkelt, om het leven van de Goddelijke
Fiat in onszelf op te roepen.
Aan
een religieuze Overste: Maar wil je weten wat mijn wens is? Dat de Goddelijke Fiat je wil van je kan
wegnemen en je de Zijne kan geven, om in jou Zijn Leven, Zijn Koninkrijk en
Zijn Hemel in je ziel te vormen. O wat zal je gelukkig zijn! Niet langer leven
vanuit de menselijke wil, maar vanuit de Goddelijke Wil. Het zal je eeuwige vrede
en rust geven, die zo nodig is om het daglicht in onze ziel te vormen. Onrust,
angsten, weinig vertrouwen, zijn de nacht van de ziel en zorgen ervoor dat ze
alle dingen tegengesteld ziet aan wat ze zijn. De nacht verbergt de warmte van de Goddelijke Zon voor ons, en
misschien zelfs voor Jezus Zelf. Aan de andere kant is Vrede de glimlach van de
ziel en de bron die de kleine grond van onze ziel doet bloeien; het verwijdert
de sluier van verstoring van ons en openbaart aan ons Degene die zoveel van ons
houdt. Maar als je Vrede wilt, moet je leven vanuit de Goddelijke Wil. Alleen
de Goddelijke Wil geeft ons ware Vrede en omvat het Hemelse Vaderland in ons
hart.
Aan
een religieuze: Dit zijn dingen van de vijand, vodden van de
hel, niet van Jezus. Zijn dingen zijn Vrede; de gewaden van de Hemel zijn
zekerheden. Daarom smeek ik je, als moeder die van haar dochter houdt, deze
helse lompen niet langer in je hart te laten komen; en als de vijand je kwelt, zeg
dan vastbesloten tegen hem: "Dit zijn dingen die niet van mij zijn. Ik wil
van niemand stelen, zelfs niet van de hel." En dan herhaal ik je mijn
gebruikelijke refrein: onwankelbare
vastberadenheid in het goede. Interesseer je in niets anders dan Jezus en
wat je werk betreft; op deze manier sluit je de deur voor de vijand en zal hij
geen manier vinden om je op te winden. Daarom herhaal ik: Vrede, Vrede, mijn
dochter. En je zal zeker Vrede vinden als je in alles naar de Goddelijke Wil
kijkt. Het is de Vredestichter van zielen en de drager van Vrede en Heiligheid,
zelfs hier beneden.
Aan
Francesca: Je hebt gelijk met wat je tegen me zegt, en ik voeg eraan
toe: waar we om zouden moeten geven, is
om opgelost te leven in de Goddelijke Wil. In elk van onze daden, gedaan in de Goddelijke
Wil, zelfs in de kleinste dingen, zelfs in één adem, kunnen we een
martelaarschap vormen, niet menselijk, maar Goddelijk - edeler, heiliger dan
het martelaarschap van het vergieten van ons bloed, om Jezus Zijn oneindige
Liefde aan te bieden, Zijn Heiligheid die geen begin en geen einde heeft. En
Jezus zal Zijn allerheiligste Wil zien werken in onze kleine daad. In Zijn handelende
Wil zal Hij oneindig veel materiaal in ons vinden om Zijn Leven te vormen. Wat
een vreugde, wat een geluk! Laten we daarom nooit afstand nemen van Zijn Wil,
zelfs niet ten koste van ons leven... Het is waar dat de stormen soms zo zijn
dat we het gevoel hebben te bezwijken - en zelfs van mensen die we niet hadden
verwacht; maar onze lieve Jezus helpt ons en ondersteunt ons, zodanig dat alles
eindigt in Zijn Heilige Wil. Laten we daarom onder alle omstandigheden de Vrede
nooit verliezen, en laten we rennen tot in de armen van Jezus, als onze
toevlucht. Op deze manier zijn we veilig.
Een
brief aan een vrouw: Gezegende dochter, willen we alles op een
veilige plek bewaren - Heiligheid en het Leven van Jezus in ons? Laten we de Goddelijke Wil doen. Laten we
erin leven, meer dan wanneer het ons eigen leven was, en o, hoe gelukkig zullen
we ons voelen als we leven in de Goddelijke Wil! De Hemel zal met zekerheid de
onze zijn. Elke uiterst kleine handeling die erin wordt gedaan, zelfs een
kleinigheid, bestormt de Hemel; het is als een klein bezoek aan het Hemelse Vaderland.
Als we daarom Vrede willen hebben - want Vrede moet ons dagelijks brood
zijn - laten we dan niet denken aan wat er is gebeurd. Jezus zal meer
belangstelling hebben dan wij om erover na te denken; en aangezien eeuwen als
een enkel punt voor Hem zijn, zal wat Hij vandaag niet doet, Hij het morgen
doen en zegevieren over degenen die tegenstand hebben geboden. Ons lijden zal
dienen om hen de waarheid te laten kennen, en, zoals ik hoop, ook om Heiligen
te worden.
Laten
we onze ereplaats van leven in de Goddelijke Wil niet verliezen. Laten we ons
tevreden stellen met te sterven aan onszelf, in plaats van de Goddelijke Wil
niet te doen. Daarin zullen we een Goddelijke Kracht voelen; we zullen God
liefhebben voor iedereen; we zullen de ware kinderen zijn die hun Hemelse Vader
troosten... Het is waar dat de tijden triestig zijn, en wie weet waar we zullen
eindigen, maar als we de Goddelijke Wil doen en erin leven, zal Jezus komen en Zijn
toevlucht zoeken in ons, omdat Hij Zijn Wil zal vinden door Zijn Hemel te
bieden, Zijn waardige woning.
Schep daarom moed en vertrouwen. Met moed zullen we
iedereen uitdagen, en met vertrouwen zullen we veilig leven in het Hart en in
de armen van onze lieve Jezus; onze Koningin en Moeder zal ons op haar schoot
nemen en ons verborgen houden onder haar blauwe mantel. Ik laat je achter in de
Goddelijke Wil om jezelf een Heilige te maken. Ik raad je aan: laten we niet
veranderen in de verschillende omstandigheden van het leven; dikwijls dienen ze
om ons onze lieve Jezus te laten navolgen.
|