31/12 Luisa en spirituele oorlogsvoering

Er valt veel te winnen bij het lezen van de eerste delen van het Boek van de Hemel, door Luisa Piccarreta. Deel 1 is een autobiografische inleiding tot Luisa's vroege spirituele leven. Dit eerste deel is zo'n twintig jaar later onder strikte gehoorzaamheid geschreven, daarom worden er geen datums vermeld. De beschreven gebeurtenissen zijn niet noodzakelijk chronologisch, maar zijn geschreven zoals ze worden herinnerd - met verbazingwekkende duidelijkheid gezien het tijdsverloop.

In het fragment dat volgt, beschrijft Luisa een proces van drie jaar waarin de Heer haar liet kwellen door demonen. Dit was gedeeltelijk een zuivering maar ook een les in geestelijke oorlogvoering. Deze passage beschrijft de laatste fase van haar lessen, waarin ze de eenvoudige methoden beschrijft die Jezus haar leerde om haar vijanden op de vlucht te jagen.

(Waarschuwing: Luisa was een uitverkoren mystica die door Jezus zelf werd onderwezen. Hoewel we enkele van deze eenvoudigere methoden kunnen gebruiken om ons te helpen bij onze worstelingen met dagelijkse verleidingen en de pogingen van de vijand om ons te laten ontsporen of te ontmoedigen, zijn onze meest directe manieren om de vijand te verdrijven nog steeds het proberen in staat van genade te blijven: door regelmatig de sacramenten te ontvangen (Eucharistie en Biecht), veel te bidden (Rozenkrans en Kroontje van Goddelijke Barmhartigheid), sacramentaliën te gebruiken enz. We mogen ons nooit met demonen inlaten (new age-praktijken en hekserij). Het wordt echter ten zeerste aanbevolen om bij elke gelegenheid de rollen van de vijand om te draaien, zoals in de onderstaande voorbeelden.)

Boek van de Hemel Vol 1: Deze zware beproeving (gekweld worden door demonen), hoewel ik het me niet zo goed herinner, duurde dus drie jaar ...

Ik herinner me dat de Heer me na een Communie leerde wat ik moest doen om ze op de vlucht te jagen - dat wil zeggen, ze minachtten en niet op hen te letten, ze te beschouwen alsof het mieren waren. Ik voelde zoveel kracht in mij doordringen, dat ik die angst van voorheen niet meer voelde ... En ik begon te bidden voor zondaars, of om gebeden van eerherstel te doen. Soms lachte ik als ze de gebruikelijke dingen begonnen te doen…. Als ze me dan bekoorden met godslasteringen of haat tegen God, bood ik Hem die bitterste pijn aan... als eerherstel voor velen die vrijuit tegen Hem lasteren, en die zich niet eens herinneren dat er een God bestaat, die Hem moeten liefhebben in de plaats. Als ze me aanzetten tot (wanhoop van mijn redding), zei ik in mijn binnenste: ‘Ik geef niets om de Hel of het Paradijs; waar ik om geef, is mijn God te beminnen. Dit is niet het moment om aan iets anders te denken; het is eerder tijd om mijn goede God zoveel mogelijk te beminnen. Het Paradijs en de Hel leg ik in Zijn handen - Hij, die zo goed is, zal mij geven wat het beste voor mij is, en zal mij een plaats geven waar ik Hem meer kan verheerlijken.'

Jezus Christus leerde me dat het meest effectieve middel voor de ziel om van elke ijdele vrees, van elke twijfel, van elke angst te worden bevrijd, was door te protesteren voor de Hemel, de aarde en de demonen, dat de ziel God niet wil beledigen, zelfs niet ten koste van haar leven, en dat ze niet wil instemmen met enige bekoring van de duivel. En dit te doen, zodra de ziel de komst van de bekoring voelt, in de strijd, en zodra ze zich vrij begint te voelen ook in de loop van de dag. Door dit te doen, zal de ziel geen tijd verspillen door na te denken of ze wel of niet heeft ingestemd, omdat de herinnering aan haar belofte haar al vrede zal geven. En als de duivel haar probeert te storen, zal ze kunnen antwoorden dat als ze niet de bedoeling had God te beledigen. Op deze manier blijft ze zorgeloos.

Nu, wie kan de woede van de duivel vertellen, omdat, door op deze manier te handelen, al zijn trucs in verwarring veranderden voor hem. En waar hij dacht te winnen, verloor hij, en zijn bekoringen en trucs werden door de ziel gebruikt om daden van eerherstel en liefde voor God te verrichten. De andere manier waarop Hij me leerde bekoringen te verdrijven, was de volgende: als ze me tot zelfmoord zouden verleiden, moest ik antwoorden: “Je hebt geen toestemming van God; integendeel, tot je ergernis wil ik leven om meer van mijn God te kunnen houden.” Als ze me dan sloegen, moest ik mezelf vernederen, knielen en mijn God danken, want dit gebeurde als een boete voor mijn zonden; niet alleen dit, maar om alles aan te bieden als eerherstel voor alle overtredingen tegen God die in de wereld werden begaan.

We keren dus de rollen om, door God in alle dingen de eer te geven, de vijand te negeren wiens trots wordt gevoed als we hem de eer geven voor wat dan ook, zelfs voor ons lijden. We gebruiken elk ongemak of calamiteit als een gelegenheid om eerherstel aan God aan te bieden en alle zondige daden van zielen opnieuw te doen in de Goddelijke Wil om onze Heer de eer te geven die Hij van iedereen had moeten ontvangen. We stellen al ons vertrouwen in Gods heilige goedheid en doen onze daden en onze rondes in de Goddelijke Wil uit liefde voor Hem. Wat een doeltreffend afschrikmiddel voor de vijand! Fiat!

Als kleine kinderen van de Goddelijke Wil hebben we een formidabele pleitbezorger in de Eerstgeborene van de Goddelijke Wil, Luisa Piccarreta. De demonen zijn doodsbang voor haar, op de tweede plaats, na Onze Lieve Vrouw, Koningin van de Goddelijke Wil. Als we dicht bij hen blijven en onze goede vader, de H. Jozef, de Schrik van Duivels, hebben we niets te vrezen.

Fr. Joseph Iannuzzi heeft gezorgd voor een afdrukbare bron voor onze tijd, die dit gebed bevat:

Gebed in de Goddelijke Wil om het Coronavirus te verslaan:

Onbevlekt Hart van Maria, Moeder en Koningin van de Goddelijke Wil, ik smeek u, door de oneindige verdiensten van het Heilig Hart van Jezus, en door de genaden die God u heeft verleend sinds uw Onbevlekte Ontvangenis, de genade om nooit te dwalen.

Allerheiligste Hart van Jezus, ik ben een arme en onwaardige zondaar en ik smeek U om de genade om onze Moeder en Luisa de goddelijke handelingen in mij te laten vormen die U voor mij en voor iedereen hebt gekocht. Deze daden zijn de kostbaarste van allemaal, want ze dragen de eeuwige kracht van Uw Fiat en ze wachten op mijn “Ja, Uw Wil geschiede” (Fiat Voluntas Tua).

Daarom smeek ik U, Jezus, Maria en Luisa om mij te vergezellen terwijl ik nu bid:

Ik ben niets en God is alles, kom Goddelijke Wil. Kom Hemelse Vader in mijn hart kloppen en beweeg  in plaats van mijn wil; kom geliefde Zoon en stroom in mijn bloed, denk in mijn verstand; kom Heilige Geest herinneren in mijn geheugen en adem in mijn longen.

Ik versmelt mezelf in Uw Goddelijke adem, o Heilige Geest, Gever van Leven; moge Uw adem Zijn genezende balsem uitstrekken tot degenen die door het coronavirus werden getroffen; moge Uw Goddelijke adem ze nu binnendringen en ze genezen; mogen ze groeien in Liefde en kennis van Uw Goddelijke Wil. Ik bied U nu, namens hen, de vreugde en het verdriet aan die zij ervaren - moge niets van hun lijden verloren gaan, maar door U verwelkomd worden als een geurig offer voor de genezing en redding van zielen. Leer elke gekwelde ziel hun lijden aan U aan te bieden.

Schenk hen en degenen die hen bijstaan, de Geest van vroomheid, zodat hun geest in kracht zal toenemen. Mogen hun gedachten Uw Gedachten worden, mogen hun woorden Uw woorden worden, mogen hun daden Uw Daden worden die allemaal puur en Goddelijk zijn. Heilige Geest, Heiligmaker van het Leven, leer mij perfectie te bereiken. Ruk alle ondeugden uit mijn hart; Onderdruk mijn kwade hartstochten en al mijn weerbarstige verlangens volkomen. Vervolmaak in mij naastenliefde en geduld, nederigheid en gehoorzaamheid, en alle andere deugden. Wees mijn zekere verdediging tegen de valstrikken die mijn vijanden voor mij heeft gelegd, zowel zichtbaar als onzichtbaar. Beperk en kalmeer al mijn kwade impulsen, en laat me altijd aan U, de enige ware God, hechten.

Heilige Geest, Sterrenlicht van mijn ziel, doordrenk in mij de vroomheid van uw Heiligen en de Goddelijke deugden van Uw Engelen, zodat ik Uw wetten vroom kan naleven. Toon Uzelf genadig aan mijn nederige ziel, trek mij naar Uw Drie-ene Aanwezigheid, de Machtigste en tedere God. Amen.

Hieraan wil ik een gebed toevoegen dat ik heb aangepast uit het Boek van de Hemel, deel 14 – 6/7/1922 (directe citering is in het vetgedrukt):

Geliefde Jezus, in de Goddelijke Wil buig ik me neer voor de Allerhoogste Majesteit en ga ik de Liefdesvlam binnen en met Maria, Jozef en Luisa versmelt ik mezelf in U, lieve Jezus. Dan "opstijgend op de vleugels van alle geschapen dingen, verzegel ik alle (schepselen) met de zegeningen die (zij) U zouden moeten geven, en breng ik de zegeningen van allen naar Uw bedroefd en teder Hart.” Mijn Jezus, in, met en door U, Moeder Maria en Luisa prent ik Uw zegen in alle zieken, lijdenden, armen en al diegenen die hen helpen: “Moge Mijn zegen in je geprent worden van het drievoudige zegel van Kracht, Wijsheid en Liefde van de drie Goddelijke Personen, en moge het je kracht herstellen, je genezen en verrijken. En om je met verdedigingen te omringen, zegen Ik alle dingen die door Mij werden geschapen, zodat je ze allemaal gezegend door Mij kunt ontvangen. Ik zegen het licht, de lucht, het vuur, het voedsel voor jou zodat je kunt blijven alsof je ondergedompeld en bedekt was met Mijn zegeningen.” Oh, dank U, Jezus! Fiat!

Er komt veel aan, lieve vrienden. Een ding dat Frances Hogan dikwijls herhaalt, is dat Onze-Lieve-Heer haar ongeveer 10 jaar geleden vertelde om zoveel mogelijk mensen te vertellen dat we op een dag “Hem boven de rede zouden moeten vertrouwen”. Jezus zou ons dat gebed niet geven als Hij het niet wilde beantwoorden. Laten we er dus aan denken, vooral op onze donkerste momenten, om het gebed te herhalen: Jezus, ik vertrouw op U dat het mijn verstand te boven gaat! Fiat!