10/1 Nageslacht
Psalm 91:7-8: Al vallen er duizend aan je linkerzijde en
tienduizend aan je rechterhand, jou zal niets overkomen. Open je ogen en zie
hoe wie kwaad doen worden gestraft.
Ik werkte vroeger op een
militaire basis en had af en toe het voorrecht om een militaire parade bij te
wonen. Ik verwonderde me over de precisie en eenheid van de gelederen terwijl
ze de bevelen van de commandant opvolgden, zelfs naar waar ze moesten kijken:
"OGEN ... RECHTS!" de aanwezigheid van een hoogwaardigheidsbekleder
erkennen; "OGEN ... VOORUIT!" na het passeren.
´OGEN VOORUIT¡ kwam vandaag in me
op terwijl ik dit fragment las. Het gaat over hoe wij, die verbonden zijn met
Luisa en alles doen wat we kunnen om de leringen van het Boek van de Hemel te
lezen, bestuderen en volgen, de weg banen voor toekomstige generaties om in het
Koninkrijk van de Goddelijke Wil te leven. Prachtig!
Vrienden, Jezus zegt tegen Luisa
dat onze instelling ertoe doet hoe dat afloopt. God wil ons meer geven, maar
alleen als we het willen. Onze gezindheid trekt meer genade en kennis naar de
mens. God keek naar ons toen Hij met Luisa sprak, om te zien of de gaven die
hij ons en toekomstige generaties wilde schenken, gewenst, gewaardeerd en
gebruikt zouden worden. Laten we Hem niet teleurstellen! Ja, Heer, ik wil wat U
mij wilt geven! Fiat!
Boek van de Hemel Vol 20 – 2/10/1926: Jezus tot Luisa: ´Mijn dochter, Ik kijk hoeveel ik
de grenzen van het Koninkrijk van mijn Wil moet uitbreiden om het in bezit te
geven aan de mensen. Ik weet dat ze de eindeloosheid die het Koninkrijk van Mijn
Wil bevat niet kunnen bevatten, omdat het hun, als schepselen, niet is gegeven
om een Wil te doorgronden en te omarmen die overeenkomt met een Koninkrijk
dat geen grenzen heeft. Omdat ze geschapen wezens zijn, zijn ze in feite altijd
klein en beperkt; maar hoewel ze beperkt zijn, beschik Ik over min of meer Goeds,
en de uitbreiding van de grenzen die ze moeten bezitten, overeenkomstig hun gezindheid.
Daarom kijk Ik naar het nageslacht - naar de instelling die ze zullen hebben;
en ik kijk naar degenen in het heden, om hun gezindheid te zien, omdat degenen
in het heden moeten bidden voor het Koninkrijk van de Allerhoogste Fiat, het
stimuleren en voorbereiden voor het nageslacht. En volgens de gezindheid
van het nageslacht, en in het belang van de aanwezigen, blijf Ik de grenzen van
Mijn Koninkrijk uitbreiden, omdat de generaties zo met elkaar verbonden zijn
dat het altijd zo gebeurt: de ene bidt, de andere bereidt zich voor, nog een
ander smeekt erom, nog een ander bezit.
Hetzelfde gebeurde met Mijn komst
op aarde om de Verlossing te vormen. Het waren niet de aanwezigen die baden,
zuchtten en huilden om het Goede (verdiensten) ervan te verkrijgen, maar
degenen die leefden voordat Ik kwam. De aanwezigen genoten van ervan en bezaten
ze; en overeenkomstig hun gezindheid en de gebeden en gezindheden van
degenen in het verleden, breidde Ik de grenzen van het Goede van de Verlossing
uit. In feite geef Ik pas dan een Goed, wanneer het nuttig kan zijn voor de schepselen;
maar als het hen geen nut oplevert, waarom het dan geven? En dit nut en
voordeel wordt door hen ontvangen naarmate ze meer de gezindheid ertoe hebben.
Maar weet je wanneer Ik zijn grenzen uitbreid? Wanneer Ik je een nieuwe kennis
over het Koninkrijk van Mijn Wil manifesteer. Dit is de reden waarom Ik,
voordat Ik het aan jou kenbaar maak, naar iedereen kijk om hun gezindheid te
zien - of het nuttig voor hen zal zijn, of dat het voor hen zal zijn als iets
dat niet werd gezegd. En aangezien Ik mijn grenzen meer wil uitbreiden, om ze
meer Goeds, meer vreugde en meer geluk te geven om te bezitten, maar ze zijn
niet in die gezindheid, voel Ik Me gekweld en wacht Ik op je gebeden, op je
rondes in Mijn Wil, op je pijn, om zowel degenen nu aanwezig als het nageslacht
in die gezindheid te brengen. En dan keer Ik terug naar de nieuwe verrassingen
van Mijn manifestaties over Mijn Wil.
Dit is waarom Ik gekweld ben als
ik niet met je spreek – Mijn Woord is de grootste gave, het is een nieuwe Schepping;
en omdat Ik het niet kwijt kan, omdat de mensen niet de instelling hebben het
te ontvangen, voel Ik in Mij het gewicht van de gave die Ik wil geven. Omdat Ik
het niet kan geven, blijf Ik gekweld en zwijgzaam; en mijn kwelling groeit
zelfs nog meer als Ik zie dat je door Mij wordt gekweld. Als je wist hoe Ik je
verdriet voel - hoe al je verdriet in Mijn Hart stroomt! Mijn Wil brengt het
diep in de intieme plaats van mijn Hart, omdat Ik geen twee Willen heb, maar
één; en aangezien het in jou heerst, brengt het als gevolg ervan je ellende
diep in Mij. Bid daarom en laat je vlucht in de Allerhoogste Fiat ononderbroken
zijn, opdat je kunt smeken dat de mensen tot de (goede) gezindheid komen, en
dat Ik kan terugkeren om opnieuw te spreken. ´
Na dit gezegd te hebben, zweeg
Hij, en ik bleef meer gekweld achter dan voorheen. Ik voelde al het gewicht dat
Jezus voelde vanwege het gebrek aan (de goede) gezindheid van de mensen. Ik had
het gevoel dat Jezus voorlopig niet meer met me zou praten; maar Jezus, die mij
wilde opvrolijken en ook Zichzelf wilde aanmoedigen, zei mij: ´Mijn dochter, schep
moed, denk je dat alles wat er tussen jou en Mij is gebeurd, bekend zal worden?
Nee, Mijn dochter; Ik zal bekendmaken wat nodig is - dat wat het Koninkrijk
van de Allerhoogste Fiat betreft. Ik zal zelfs nog genereuzer zijn in
vergelijking met wat de mensen van dit Koninkrijk van Mij zullen nemen, om hen
vrij veld te geven om steeds meer vooruitgang te boeken, om hen hun bezit in de
Allerhoogste Fiat te laten uitbreiden, zodat ze nooit zouden zeggen: 'genoeg -
we hebben geen andere plek om te bereiken'. Nee, nee, Ik zal zo'n overvloed
gebruiken dat de mens altijd iets te nemen heeft en op zijn reis vooruit zal
gaan. Maar ondanks die overvloed zal niet iedereen onze geheimen kennen, net
zoals niet iedereen weet wat er tussen Mij en Mijn Moeder is gebeurd om het
koninkrijk van Verlossing te vormen - de verrassende genaden, de ontelbare
gunsten ... Ze zullen ze kennen in de Hemel waar er geen geheimen zijn, terwijl
ze op aarde alleen dat hebben geweten wat Ik in overvloed heb gegeven voor hun
welzijn.
Zo zal Ik doen met jou. Als Ik
rondkeek, was het voor degenen die willen komen leven in het Koninkrijk van
Mijn Wil; maar voor jou – voor de kleine dochter van Mijn Wil, voor degene die
samen met Mij dit Koninkrijk heeft gevormd met zoveel opoffering - zal Mijn Liefde
ooit ‘genoegÿ kunnen zeggen? Of Mijn Woord aan jou ontzeggen? Of niet de voortdurende
stroom van Mijn genaden in je gieten? Nee, dat kan Ik niet, mijn kleine dochter;
dit ligt niet in de aard van Mijn Hart, of van Mijn Wil, die een voortdurende,
nooit onderbroken handeling omvat van geven - en altijd nieuwe verrassingen geeft
aan iemand die geen ander leven kent dan het leven in Mijn Wil. Als je Mij
zwijgzaam ziet, komt het niet door jou, want tussen jou en Mij is er geen
behoefte aan woorden om elkaar te begrijpen - elkaar zien is elkaar begrijpen.
Ik giet alles van Mijzelf in jou, en jij in Mij; en door Mijzelf uit te
storten, giet Ik nieuwe genaden in jou, en jij ontvangt ze, want wat
nodig is voor jou (Luisa), die de voornaamste oorzaak moet zijn om het
Koninkrijk van de Eeuwige Fiat te vormen, zal niet nodig zijn voor de mensen
die er alleen maar in hoeven te leven. Bij jou (Luisa) gaat het niet alleen
om erin te leven, maar ook om het te vormen, daarom moet je Jezus zeer
overvloedig aanwezig zijn, om je de grondstoffen te geven voor de vorming van
een zo heilig Koninkrijk. Dit gebeurt ook in de lage wereld: iemand die een
koninkrijk moet vormen, heeft veel middelen nodig, veel grondstoffen, terwijl
iemand die slechts één stad moet vormen, veel minder nodig heeft; en iemand die
alleen verhuist om erin te wonen, met heel weinig middelen in deze stad kan wonen.
De offers die iemand moet brengen die een koninkrijk moet vormen, zijn niet
nodig voor degenen die besluiten in dat koninkrijk te leven. Daarom wil Ik dat
je werkt aan de vorming van het Koninkrijk van de Allerhoogste Fiat, en je
Jezus zal voor de rest zorgen.¡
Jezus vertelt Luisa in het
fragment hierboven dat zij, als "voornaamste oorzaak" bij het vormen
van het Koninkrijk van de Eeuwige Fiat, de grote verantwoordelijkheid heeft om
de materialen te verzamelen om het te bouwen, en dat degenen onder ons in het
huidige tijdperk die ernaar streven om in de Goddelijke Wil te leven, ook een
zeer belangrijke rol spelen bij het vormen van het Koninkrijk voor het
nageslacht. Zie het als het vormen van de stenen, één handeling tegelijk, zodat
Jezus het Koninkrijk van de Eeuwige Fiat kan bouwen. Hoe meer stenen, hoe
groter en beter het Koninkrijk zal zijn.
Heer, heb genade, er is
tegenwoordig veel dat ons afleidt. Als we worden geroepen om volgelingen van
Luisa te zijn, moet de Goddelijke Wil onze voornaamste focus zijn. Onthoud, we
hoeven niet elk moment op onze knieën te zitten, maar Jezus in elk moment te
brengen en "het Hem laten doen" in ons. We zullen het grootste deel
van de tijd niet eens het grootse werk dat HIJ door ons doet, beseffen, maar in
het Nieuwe Tijdperk zullen we verbaasd zijn om te zien wat de Heer heeft
bereikt door onze kleine onbeduidende daden die Hem in de Goddelijke Wil worden
aangeboden.
Blijf gefocust, klein leger. Wees
gedisciplineerd en blijf gericht op Gods genade. Ogen vooruit naar het glorierijke
tijdperk dat Hij heeft beloofd! Fiat!
|