Vastentijd
2021
22/2 Evangelie
volgens H. Matteüs 16:13-19:
Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam, vroeg
Hij Zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is?ÿ Ze
antwoordden: ‘Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elias, weer anderen
Jeremia of een van de andere profeten.ÿ Toen vroeg Hij hun: ‘En wie ben Ik
volgens jullie?ÿ ‘U bent de Messias, de Zoon van de levende God,ÿ antwoordde
Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Gelukkig ben je, Simon Barjona, want
dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door Mijn Vader
in de Hemel. En Ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop Ik Mijn Kerk zal
bouwen, en de poorten van het Hel zullen haar niet kunnen overweldigen. Ik zal
je de sleutels van het Koninkrijk van de Hemel geven, en al wat je op aarde
bindend verklaart zal ook in de Hemel bindend zijn, en al wat je op aarde
ontbindt zal ook in de Hemel ontbonden zijn.ÿ
Overweging
standbeeld van St Pieter
‘En wie ben Ik volgens jullie?ÿ – Matteüs 16:5
Vandaag,
22 februari vieren we het feest van de katheder van Petrus of de
Sint-Pieters-Stoel dat reeds sinds de 4e eeuw te Rome gevierd wordt door
de Christenen. Het verwijst naar de cathedra Petri, het reliek van de bisschopsstoel die
zich bevindt in de St-Pietersbasiliek te Rome of naar de
bisschoppelijke zetel waarvan Petrus als de eerste bisschop gezien
wordt. Op dit feest viert men Petrus, de eerste der apostelen, als eerste
bisschop van Rome en dus het petrusambt.
Een stoel is nogal een grappig
ding om te vieren als feest. Waarom gebruiken we het? Het Vaticaan wordt soms de
‘Heilige Stoel 'genoemd. Welnu, ‘Stoel' komt van het Latijnse sedes, wat
simpelweg stoel of zetel betekent, en het verwijst naar de stoel waarop de H. Petrus
als het hoofd van de Kerk zit. Als je de St-Pietersbasiliek in Rome binnengaat,
zie je een indrukwekkend standbeeld van Petrus zittend op een zeer grote stoel
of troon. De ‘Petrusstoel' is dus een symbool of teken van zijn gezag.
Het feest van vandaag herinnert
ons er daarom aan dat we allemaal verenigd zijn onder Petrus en zijn opvolger,
de Paus. Het is een feest dat de eenheid van de Kerk viert - niet haar
uniformiteit, aangezien de Kerk zeer gevarieerd is, met verschillende uitingen
van het Christendom, zelfs verschillende manieren van aanbidding, maar allemaal
verenigd in de essentie van het geloof. Zo zijn er verschillende ‘uniaatÿ
kerken (Oosters-katholieke kerken) die qua stijlen van aanbidding vergelijkbaar
zijn met de Oosters-orthodoxe kerken en die historische banden met hen hebben,
maar de Paus erkennen als het hoofd van de Kerk.
Het essentiële, het verenigende
aspect van de Petrusstoel is de erkenning van het Koningschap van Christus,
onze Heer en Redder. Daarom brengt de sleutelvraag die vandaag in het Evangelie
aan de H. Petrus wordt gesteld, ons tot de kern van wat we als Christenen
geloven, namelijk dat Jezus ‘de Christus, de Zoon van de levende God' is. Het
feest van vandaag komt op geen beter moment, aan het begin van de Vasten, en
herinnert ons aan ons fundamentele geloof in Jezus als de 'Christus', de Gezalfde.
Deze fundamentele overtuiging verenigt ons ook met alle Christenen, ook degenen
die de Paus niet als hun hoofd zien, maar die op verschillende manieren toch
tot de Kerk van Christus behoren, ook al zijn ze geen lid van de Katholieke Kerk.
Gods zegen +
Stoel van St Pieter
Reliekschrijn
Stoel van St Pieter (Latijn: Cathedra Petri) is een
reliek dat bewaard wordt achter in de St-Pietersbasiliek in Vaticaanstad.
Het reliek bestaat uit de houten katheder (d.w.z. bisschopszetel) die
de apostel Petrus volgens de overlevering gebruikte als bisschop van
Rome. De katheder wordt bewaard in een bronzen reliekhouder, ontworpen
door Gian Lorenzo Bernini en uitgevoerd tussen 1647 en 1653.
Een stoel in Rome werd al in de
derde eeuw als de stoel waarop Petrus werkelijk had gezeten vermeld.
In het Carmen adversus Marcionitas ("Gedicht tegen de
volgelingen van Marcion"), dat toegeschreven wordt aan de kerkvader Tertullianus (ca.
160 - ca. 230), maar waarschijnlijk uit de vijfde eeuw dateert, heet het:
Hâc cathedrâ, Petrus
quâ sçderat ipse, locâtum
mâxima Roma Lînum prîmum consîdere iussit.
(Op deze stoel, waarop Petrus zelf gezeten had,
liet het grote Rome Linus als eerste zitten.) - Tertullianus
In ‘De Katholieke
Encyclopaedieÿ van 1909 speculeerde Anton de Waal nog over de ouderdom van
de stoel en de mogelijkheid dat de stoel waarop Petrus had gezeten al direct na
zijn sterven in 77 een geliefkoosde herinnering zou zijn geweest.
Een wetenschappelijk onderzoek in
1977, geleid door James Lees-Milne en een commissie van deskundigen en
priesters, heeft echter aangetoond dat de stoel van een latere datum is. Op
verzoek van Paus Paulus VI werd in dat jaar de schrijn geopend. De
commissie stelde enkel vast dat de stoel "oud" was en dat de schrijn
driehonderd jaar lang niet was geopend. Het natuurkundig onderzoek sloot
vervolgens iedere illusie over een verband tussen stoel en apostel uit:
C14-datering liet zien dat het hout van de stoel afkomstig is van een boom
die na 800 nog groeide. Vandaag de dag wordt — ook door het Vaticaan zelf —
aangenomen dat de houten troon waarschijnlijk aan de paus geschonken werd door
de Heilig Roomse keizer Karel de Kale, bij diens bezoek aan Rome
in 875.
Net als de middeleeuwse
reliekhouders heeft de barokke schrijn voor de Cathedra Petri de
vorm van een stoel. De katheder lijkt te zweven boven het altaar in de apsis van
de basiliek, verlicht door een centraal getint venster.
Aan weerszijden van de stoel
staan vier beelden van de kerkvaders van oost en west, (links) Athanasius,
Ambrosius en (rechts) Johannes Chrysostomus en Augustinus. Achter de
stoel is het rijkelijk versierd met goudkleurig beeldhouwwerk met onder
andere engelen. In het midden zit een raam met een duif, dat de H. Geest uitbeeldt.
Er omheen zijn stralen. Dit geheel is ontworpen door Gian Lorenzo Bernini en
uitgevoerd van 1647 tot 1653.
Boven het altaar en Bernini's
reliekhouder staat in zwarte letters op een gouden fries (aan de linkerkant)
een Latijnse en (aan de rechterkant) een Griekse inscriptie, die verwijst naar
de herderlijke functie van Petrus als bisschop van Rome:
Ô pâstor Ecclçsiae,
tû omnçs Christî pâscis agnôs et ouçs.
(O herder van de Kerk, gij weidt alle lammeren en schapen van Christus.)
Σὺ βόσκεις τὰ ἀρνία,
σὺ ποιμαίνεις τὰ πρόβατα Χριστοῦ.
(Gij weidt de lammeren, gij laat de kudde van Christus grazen.)
|