Droom
van 30/12/2020
Ik zag het Capitool van de VS en er waren lange armen die
eruit kwamen. Het waren gespierde armen in korte mouwen en met handen die er
ruw uitzagen van zwaar werk. Er stond een vlag op van Betsy Ross (1752-1836) (de
oorspronkelijke stars en stripes vlag van de VS. De 13 sterren
vertegenwoordigen de 13 kolonies die vochten voor hun onafhankelijkheid
gedurende de Amerikaanse Revolutionaire Oorlog).
de vlag van Betsy Ross
de huidige vlag
Schuin tegenover het gebouw van het Congres stond een zeer
traditionele kerk die ook armen had die leken op de armen van het Capitool:
gespierd en ruwe handen. Achter de kerk stonden religieuze leiders. Ik zag
mannen die gekleed waren zoals Katholieke kardinalen (in rode gewaden). Ik zag priesters
die gekleed waren zoals in de vroege 1900-jaren met soutanes en hoofddeksel.
Achter het gebouw van het Congres stonden congresmannen vanuit een nog oudere
tijd: laat 1700, begin 1800. Elke groep was zeer hartelijk tegenover elkaar. Ze
kwamen goed overeen en schudden elkaars hand. De handen van het Capitool en de
kerk schudden ook elkaars hand en respecteerden en steunden elkaar. Plotseling
begon de lucht vlug te bewegen, zoals een tijdmachine waar de tijd voorbij
vliegt.
We waren in dit tijdperk terechtgekomen. De armen van het
Capitool waren nu in lange mouwen, ze hadden zeer duren diamanten en gouden
manchetten aan hun hemden. Ze hadden gemanicuurde handen en zagen er mooi en
zacht uit. De kerk leek dezelfde gespierde armen te hebben met de ruwe handen
van het werk. De handen waren voortdurend werk aan het verrichten. De handen
van het Capitool voegden zich plots samen en wezen op een beschuldigende manier
richting kerk. De handen van de kerk bleven werken en er was zelfs bloed op de
handen van de kerk. Het leek mij dat het kwam door de offers die werden
gebracht. De handen van het Capitool gingen omhoog alsof ze de kerk wilden
stoppen om verder te gaan. De kerk stopte.
De kerk probeerde uit te leggen dat het Capitool in de weg
stond om de kerk te doen bewegen en werken. De kerk probeerde op een beleefde
manier rond het Capitool te komen. Maar het Capitool gaf de kerk een vuistslag
en de kerk viel op de grond. De kerk leek geschokt en bleef eventjes liggen,
stond recht om terug geslagen te worden door het Capitool. Dat herhaalde zich
verschillende keren. De kerk was zeer voorzichtig maar trok zich niet terug. De
kerk was standvastig en bleef vast in zijn benadering van het Capitool. De
mensen achter de kerk leken verlegen. De mensen achter het Capitool begonnen
intimiderend over te komen met hun gekruiste armen en grimassen op hun gezicht.
Dan haalde de kerk zijn vuist boven en richtte zich tegen het Capitool en
probeerden langs de staat te lopen.
De kerk zei: we
moeten erlangs passeren, op een correcte manier, maar we moeten toegelaten
worden te passeren. De staat reageerde zeer luid, zeer duidelijk dat het niet
mogelijk was in hun ambtstermijn. De staat greep toen de kerk bij de keel,
wierp ze op de grond. Maar de kerk stond terug recht en duwde tegen de staat.
|