Gelooft gij dat de dragende kracht van het Leven zo
liefdevol is, zoals een lieve vader, moeder voor hun kinderen, dat wij die
kracht God, Vader in de Hemel mogen noemen. Hij die een scheppende Kunstenaar
is van al wat leeft en beweeg en die ook u uit liefde het leven geeft.
JA, IK GELOOF.
Gelooft gij ook dat de goede God ons zo dichtbij is willen komen
in Diegene die mag genoemd worden, Zijn Zoon Jezus, geboren uit Maria, die in
Zijn woorden en daden Gods Liefde en Gods Wijsheid heeft uitgestraald, Die
trouw bleef aan Zijn levenstaak, wat het ook mocht kosten, zelfs het leven,
daarvoor gestorven is op het Kruis en waardoor God de kans heeft gekregen om
Hem uit de doden te laten opstaan en waardoor wij een belofte hebben gekregen
dat ook wij eens eeuwig mogen leven, geborgen en gekoesterd in Gods Liefde.
JA, IK GELOOF.
Gelooft gij ook, zusters en broeders, dat de Geesteskracht
van God, actief, dynamisch werkzaam is in deze boeiende wereld, daar waar
mensen bidden om meer Geesteskracht, Wijsheid, Inzicht, Mildheid, Vergeving,
Doorzettingsvermogen, Enthousiasme, een Geest die ook mensen samenbrengt om
wereldwijd EEN grote Kerkgemeenschap te vormen. Katholiek betekent wereldwijd.
Een gemeenschap waar de Liefde bloeit en hopelijk ook de Vrede groeit.
JA, IK GELOOF.
Laten wij dan door dat Geloof onze wensen aan God
voorleggen:
Voor alle kinderen die zich nog in de moederschoot bevinden
dat ze ongeacht hun leeftijd, blij verwacht en gekoesterd worden.
Voor alle jongeren, dat zij ongeacht de samenstelling van
hun gezin, mogen opgroeien in een warm nest, met voldoende afstand om ieders
eigenheid ruimte te geven en tegelijkertijd voldoende nabijheid voor warme
genegenheid.
Voor alle mensen die een intieme relatie opbouwen, dat zij
doorheen de fase van verliefdheid elkaar beter leren kennen, elkaars sterke
kanten leren waarderen en elkaars zwakke kanten te aanvaarden.
Voor alle jongeren en ouderen die hun toevlucht nemen tot
een teddybeer, een plastiek pop, of een poeslief knuffeldier, dat hun hoop op ware
vriendschap en liefde waarheid mag worden en voor allen die zich laten
meeslepen door een oversekste mentaliteit, dat zij de fijngevoeligheid van
echte liefdevolle knuffels mogen beleven.
Voor onze helden in de gezondheidszorg dat zij des te meer
vreugde mogen ervaren in hun inzet en passie door via technische werk ook anderen
warmmenselijk nabij te zijn.
Voor al wie het moeilijk heeft door ziekte, professionele
problemen of mentale zorgen, door het gevoel van er alleen voor te staan. Dat
zij mogen rekenen op begripvol medeleven en deugddoende solidariteit die de
duur van 1 warmste week overtreft en op waardige steunmaatregelen van de hele
gemeenschap.
Laat ons bidden voor duurzame vrede internationaal tussen
volkeren en voor sociale vrede in elk land gebaseerd op rechtvaardigheid. Dat
geweld mag wijken voor oprecht overleg. Laat ons bidden.
Wij bidden U, verhoor ons, Heer.
Zusters en broeders, dan nodigen wij u uit bij de offerande
om het Kind te aanbidden in de stal. Wij nodigen u uit dat geknield te doen,
want lichaamstaal is een hulpmiddel om iets diepers te beleven, ook in de
Liefde. Daarom vragen we u te knielen, eerst bij het Kind en nadien kan u een
offerande, een bijdrage geven voor het goede doel. Wij bevelen aan het werk van
Welzijnszorg. Wij rekenen erop dat u het Licht laat schijnen in de duisternis.
Ieder
jaar komt Kerstmis weer (Raf Belmans schreef het ooit (met
Maurits Peeters) in een wondermooi Geels kerstlied ´ieder jaar komt Kerstmis
weer¡)
Het
sneeuwen maakt de wereld wijd
De nacht verglijdt tot stilte.
Wij zijn tot goede wil bereid
En stappen door de kilte.
Daarboven
zingt heel zoet en zacht,
Het lied der engelenkoren.
Sint-Jozef houdt beneê de wacht
Heer Jezus wordt geboren
Zo was
het vroeger, zo is ÿt nu
Zo zal het altijd wezen
En wie herboren wordt met U
Heer Jezus zal niet vrezen
Refr: Stil,
wees stil, kniel biddend neer
Ieder jaar komt Kerstmis weer

Bewieroking van de Kelk en rondgang rond het altaar.
Zusters en broeders, ook aan u wordt de vraag voorgelegd:
wat is uw cadeau, uw echte cadeau voor Jezus doorheen de omstandigheden van het
moment toch blijgemoed de liefde van God voor ogen houden en u door die liefde
laten bezielen opdat wij des te meer een rots in de branding mogen zijn voor
anderen die het moeilijker hebben. Moge die inspanning om onze eigen emoties te
versterken en te overwinnen soms, de mooiste geschenken zijn voor de Almachtige
God in de Hemel.
Dóminus vobíscum. De
Heer zij met u.
Et cum
spíritu tuo. En met
uw geest.
Sursum corda. Verheft
uw hart.
Habémus
ad Dóminum. Wij
hebben ze tot de Heer verheven.
Grátias agámus Dómino
Deo nostro. Laat
ons de Heer, onze God, danken.
Dignum et justum est. Het is
passend en rechtvaardig.
Vere dignum et justum est, aequum et salutáre, nos tibi
semper et ubíque grátias ágere: Dómine sancte, Pater omnipotens, aetérne Deus:
Quia per incarnáti Verbi mystérium nova mentis nostrae óculis lux tuae claritátis
infúlsit: ut, dum visibíliter Deum cognóscimus, per hunc in invisibílium amórem
rapiáamur. Et ídeo cum Angelis et Archángelis, cum Thronis et Dominatiónibus,
cumque omni milítia caeléstis exércitus hymnum glóriae tuae cánimus, sine fine
dicéntes:
Waarlijk
passend en rechtvaardig is het, billijk en heilzaam, dat wij U, Heer, H. Vader,
Almachtige, Eeuwige God, altijd en overal danken. Want door het geheim van het
mensgeworden Woord is het nieuwe licht van Uw heerlijkheid voor onze geest
verschenen, opdat wij door God, die wij nu op zichtbare wijze kennen, tot
liefde voor het onzichtbare mogen gebracht worden. En daarom zingen wij met de
Engelen en Aartsengelen, met de Tronen en Heerschappijen en met al de Hemelse
heerscharen het loflied van Uw heerlijkheid, zonder ophouden en zeggen:
Sanctus, Sanctus, Sanctus,
Dóminus Deus Sabaoth;
Pleni sunt caeli et terra
gloria tua.
Hosanna in excelsis.
Benedictus, qui venit in
nómine Dómini.
Hosanna in excelsis.
Heilig, Heilig, Heilig, zijt Gij, Heer, God der Hemelse
Machten. Hemel en aarde zijn vol van Uw heerlijkheid. Hosanna in den Hoge. Gezegend
Hij die komt in de naam des Heren. Hosanna in den Hoge.
Quam oblatiónem tu, Deus, in ómnibus, quaesumus, bene+díctam,
adscrí+ptam, ra+tam, rationábilem, acceptabilémque fácere dignéris: ut nobis
Cor+pus et San+guis fiat dilectíssimi Fílii tui, Dómini nostri Jesu Christi.
Gewaardig U, o God, zo bidden wij, dit offer in alles te +
zegenen, aan te + nemen en te + bekrachtigen, het volwaardig en voor U
aanvaardbaar te maken; en dat het aldus voor ons moge worden het + Lichaam en +
Bloed van uw zeergeliefde Zoon, onze Heer Jezus Christus.
Jezus wist dat het Zijn laatste avond zou worden. Dan
besefte Hij, Hij die Zijn vrienden nabij wilde blijven dat Hij afstand zou
moeten nemen van warme gevoelens opdat uiteindelijk de ware Liefde het zou kunnen
halen doorheen alle generaties heen op deze planeet, opdat God herkenbaar mag
worden als de ware Liefde: volmaakt en grenzeloos.
Qui prídie
quam paterétur, accépit panem in sanctas ac venerábiles manus suas, et elevátis
óculis in caelum ad te Deum, Patrem suum omnipoténtem, tibi grátias agens,
bene+díxit, fregit, dedítque discipulis suis, dicens:
Accípite, et manducáte ex hoc omnes. HOC EST ENIM
CORPUS MEUM.
Die daags voor zijn lijden het brood nam in Zijn heilige en
aanbiddenswaardige handen, en de ogen ten hemel verheffend tot U, God, Zijn
Almachtige Vader, U dankte en dat brood + zegende en brak en aan Zijn leerlingen
gaf met deze woorden:
Neem ten eet allen hiervan, want dit is Mijn Lichaam.
Símili
modo postquam coenáatum est, accípiens et hunc praeclárum Cálicem in sanctas ac
venerábiles manus suas: item tibi grátias agens, bene+dixit, dedítque discípulis
suis, dicens: Accípite et bíbite ex eo omnes. HIC EST ENIM CALIX SANGUINIS MEI,
NOVI ET AETERNI TESTAMENTI: QUI PRO VOBIS ET PRO MULTIS EFFUNDETUR IN
REMISSIONEM PECCATORUM. Haec quotiescúmque fecéritis, in mei memóriam faciétis.
Zo nam Hij ook na de maaltijd deze uitzonderlijke kelk in
Zijn heilige en aanbiddenswaardige handen; en eveneens U dankend, + zegende Hij
hem en rekte hem aan Zijn leerlingen met deze woorden:
Neemt en drinkt allen hieruit, want deze is de kelk van
Mijn Bloed van het nieuwe en eeuwige verbond dat voor u en voor velen zal
vergoten worden tot vergeving van de zonden. Zo dikwijls gij dit zult doen,
zult gij het doen te mijner gedachtenis.
Mysterium fidei: Mortem tuam annuntiamus, Domine, et
tuam resurrectionem confitemur, donec venias.
Verkondigen wij dan de kern van ons geloof: Heer Jezus, wij
verkondigen Uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt.
|