Kerstdag – De andere verwelkomen
De
einden der aarde hebben het gezien: de overwinning van onze God. (Psalm 98:3)
In veel delen van de wereld is vandaag
gevuld met vieringen. In Londen is al het openbaar vervoer gestopt, een erkenning
van het unieke van Kerstmis. Voor sommigen is het een dag om knus in de bubbel
toch een beetje Kerstmis te vieren. Een paar anderen zullen zich een beetje
ongemakkelijk voelen bij de sluiting van cafés, restaurants en kerstmarkten,
aangezien meer drankjes de dag behoorlijk plechtig zouden hebben gemaakt. Er rinkelen
de hele dag telefoons en we krijgen de kans om onze cadeaus uit te pakken. Toch
gebeurde er iets vreemds, bij de geboorte van Jezus. Zijn komst was geen
voorrecht voor een select aantal. Hij kwam zodat iedereen de redding van God
zou zien; Zijn verschijning was een welkomstwoord, een verwelkoming van het
anderszijn van de ander.
Het verhaal van Kerstmis kan niet
volledig zijn zonder de herders te noemen, mensen die beschouwd werden als aan
de rand van de maatschappij te leven. Zij werden verwelkomd en ze zagen in
zichzelf een waardigheid hersteld door God, om deel uit te maken van een nieuwe
wereldorde. Theodor Adorno, de overleden Duitse kritische theoreticus, had
geleerd dat als er een nieuwe wereld zou komen, zo'n wereld rechtvaardig moet
zijn en dat de gerechtigheid voor iedereen moet zijn. Met andere woorden, de
ander verwelkomen is een omgeving voor gerechtigheid creëren.
Kerstmis herinnert ons ook aan de
Wijzen, die geen Joden waren. Deze maakten geen deel uit van alle orakels van
weleer. Maria en Jozef waren geen inwoners van Jeruzalem en het kleine dorpje
Bethlehem was niet van grote betekenis. In al deze dingen is er een duidelijke
les: God kwam in het menselijk bestaan met alles wat er eigen aan is:
sterfelijkheid, vermoeidheid, gevoelig voor hitte en koude, rekening houden met
de anderen…. Omdat alle einden van de aarde de Redding van de Heer zouden zien,
kwam God om bij ons te vertoeven, niet om ons te bezoeken; Hij kwam om te
vernieuwen, niet om te vernietigen. Kerstmis vertelt ons meer over wie we
kunnen worden, dan ons te veroordelen voor wie we zijn.
Dat is de realiteit van de
viering van vandaag. Het huis van God is een verwelkoming voor de ander, een
welkom die de taal van vriendelijkheid en verdraagzaamheid spreekt, terwijl het
tegelijkertijd de geopenbaarde waarheden van de H. Schrift en traditie leert.
Omdat iedereen klaar staat om Gods redding te zien, kan nu gezegd worden: God
is nu naar ons gekomen. Hij woont hier het hele jaar bij ons. In onze
woonplaatsen, in de straat, in het park, overal. Hij gaat alleen naar de
kathedraal op speciale gelegenheden.
Vandaag is bijzonder. Morgen
misschien niet. - Anthony B. Zabbey, O.S.A.
25/12 Hij is geboren, de Redder!
We
zagen de kleine Emmanuel in een kribbe liggen, gewikkeld in doeken zoals een
mens, maar als God bezongen door het legioen van H. Engelen. Want God de Vader
had deze Hemelbewoners deze voorname eer verleend om als eerste Christus te
verkondigen. - Cyrillus van Alexandrië (c.376 Didouseya - Romeins Egypte -
Alexandrië 444) Kerkvader en Kerkleraar.
GEBEDSINTENTIE
Mogen
onze gebeden vandaag al diegenen vreugde brengen die verplicht zijn deze
vreugde van de geboorte van onze Redder in eenzaamheid te vieren. Dat ze niet
vergeten dat ze nooit alleen zijn, hun Beschermengel en dat God hen nabij is.
Gelukkig
feest van Gods geboorte! Moge de vreugde van deze dag ons vergezellen ons hele
leven lang.
Evangelie van de H. Johannes 1:1-18: In het begin was het Woord, het Woord was bij God en
het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en
zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het
leven was het Licht voor de mensen. Het Licht schijnt in de duisternis en de
duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
Er kwam iemand die door God was
gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het Licht te
getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het Licht,
maar hij was er om te getuigen van het Licht: het ware Licht, dat ieder mens
verlicht en naar de wereld kwam. Het Woord was in de wereld, de wereld is door
Hem ontstaan en toch kende de wereld Hem niet. Hij kwam naar wat van Hem was, maar
wie van Hem waren hebben Hem niet ontvangen. Wie Hem wel ontvingen en in Zijn
naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.
Zij zijn niet op natuurlijke
wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar
uit God. Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid
en waarheid, en wij hebben Zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige
Zoon van de Vader. Van Hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over
wie ik zie: ´Die na mij komt is meer dan ik, want Hij was er voor mij!¡ Uit
Zijn overvloed zijn wij allen met goedheid overstelpt. De wet is door Mozes
gegeven, maar goedheid en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. Niemand
heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart
van de Vader rust, heeft Hem doen kennen.
|