Kerstnachtmis
vanuit de St-Andrieskerk te Antwerpen Priester: Rudi Mannaerts

Licht van het geloof : betekenis van de vier
kaarsen
1 waakzaamheid/bewust in het leven staan
2 oproep tot verzoening
3 aandacht voor anderen, welzijnszorg
4 spiritueel meeleven met een moeder en delen in haar
zwangerschap
Rorate caeli
1e strofe Zelfs onze kerken zijn leeg
2e strofe Het leven ontsnapt ons, we leven aan
de oppervlakte
Scheur de Hemel open, we hebben Uw Liefde nodig
Rorate Caeli (Dauwt
hemelenÿ) zijn de eerste woorden van het gregoriaanse intredegezang voor de mis
op de laatste zondag van de Advent. Deze zondag wordt daarom ook wel 'Zondag
Rorate' genoemd. Ook is het Rorate Caeli een adventsgezang.
De tekst van het gezang is afkomstig uit Jesaja (45:8).
Het drukt het verlangen naar de komst van de Messias uit.
INTROÏTUS
De tekst van de intredezang luidt:
Rorate caeli desuper, et nubes pluant justum;
aperiatur terra et germinet Salvatorem.
('Dauwt hemelen uit den hoge en mogen de wolken de rechtvaardige regenen;
moge de aarde zich openen en de Verlosser uitspruiten.')
ADVENTSLIED
Refrein: Rorate caeli desuper et nubes pluant justum.
Ne irascaris,
Domine, ne ultra memineris iniquitatis;
Ecce civitas Sancti facta est deserta
Sion deserta facta est, Jerusalem
desolata est,
Domus sanctificationis tuae et gloriae tuae,
Ubi laudaverunt te patres nostri.
('Wees niet vertoornd, Heer, gedenk niet langer onze
zonden; zie de stad van de Heilige is verwoest, Sion ligt in puin, Jeruzalem is
ontredderd; uw heilige en luisterrijke stad, waar onze vaderen U lof hebben
gezongen.)
Rorate ...
Peccavimus, et
facti sumus tamquam immundus nos
Et cecidimus, quasi folium universi
Et iniquitates nostrae quasi ventus abstulerunt nos
Abscondisti faciem tuam a nobis
Et allisisti nos in manu iniquitatis nostrae.
('Wij hebben gezondigd, en zijn geworden als een onreine;
daarom zijn wij allen als een blad dat valt; onze zonden sleuren ons mee als de
wind; U heeft uw gelaat voor ons verborgen, en ons neergeworpen in de macht van
onze zonden.')
Rorate ...
Vide Domine
afflictionem populi tui
Et mitte quem missurus es
Emitte Agnum dominatorem terrae
De petra deserti ad montem filiae Sion
Ut auferat ipse jugum captivitatis nostrae.
('Heer, zie neer op de ellende van uw volk, en zend die U
beloofd heeft; zend het Lam dat de aarde beheerst uit Petra in de woestijn naar
de berg van Sions dochter, opdat Hij het juk van onze zonden wegneme.')
Rorate ...
Consolamini,
consolamini, popule meus
Cito veniet salus tua: Quare moerore consumeris
Quia innovavit te dolor? Salvabo te,noli timere
Ego enim sum Dominus Deus tuus,
Sanctus Israel, redemptor tuus.
('Troost u, troost u, mijn volk; weldra komt uw heil;
waarom wordt gij verteerd door smart? Waarom grijpt steeds weer nieuwe
droefheid u aan? "Ik zal u verlossen; wil niet vrezen. Ik ben immers de
Heer, uw God, de Heilige van Israël, uw verlosser.')
Nu zijt wellekome Jesu
|
|
Nu zijt wellekome Jesu, lieve Heer,
Gij komt van alzo hoge, van alzo veer.
Nu zijt wellekome van de hoge hemel neer.
Hier al in dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer.
Kyrieleis.
Christe Kyrieleison, laat ons zingen blij,
Daarmeed' ook onze leisen beginnen vrij.
Jezus is geboren op de heilige kerstnacht,
Van een Maged reine, die hoog moet zijn geacht.
Kyrieleis.
D'herders op den velde hoorden een nieuw lied,
dat Jezus was geboren, zij wisten 't niet.
"Gaat aan geender straten en gij zult Hem vinden
klaar;
Bethl'em is de stede, waar 't is geschied voorwaar."
Kyrieleis.
D'heilige drie Koon'gen uit zo verre land,
zij zochten onze Here met offerhand.
Z'offerden ootmoedelijk myr', wierook ende goud
t'ere van den Kinde, dat alle ding behoudt.
Kyrieleis.
Intredeprocessie tot bij de kribbe en wordt
het kindje Jezus in de kribbe gelegd
|
|
Stille Nacht
Stille
nacht, heilige nacht
Alles
slaapt, eenzaam wacht
Bij
het Kindje, 't hoogheilige paar
Rond
de kribbe zingt d'engelenschaar
Slaap
in hemelse rust
Slaap
in hemelse rust
Stille
nacht, heilige nacht
Davids
Zoon, lang verwacht
wordt
door d'herders begroet in de stal
Op
de bergen klinkt vreugdegeschal:
Heil
de Redder is daar!
Heil
de Redder is daar!
Stille nacht, heilige nacht
't Godd'lijk Kind vreedzaam lacht
Liefde spreekt uit Zijn mondeke teer
Komt, knielt allen bij 't Kindeke neer
Schenk Hem allen uw hart
Schenk Hem allen uw hart

Bij het altaar
Zusters en broeders: Stille nacht, heilige nacht. Een nacht
van heil en redding. Maar laten we eerlijk zijn, voor velen van ons is dit jaar
een te stille nacht. Gelovig of niet, we hadden allen toch wel iets anders verwacht.
Dit moeilijke jaar heeft deze nacht nog stiller gemaakt en hopelijk mag u
gelukkig en dankbaar zijn om er gezond bij te kunnen zijn. En we bidden ook
zeker voor diegenen die deze nacht al vechtend moeten doorbrengen, fysiek
gekluisterd in een bed of quarantaine, professioneel bezorgd over hun toekomst.
En alle speuren we naar de ster. Want dat mogen we geloven, zusters en
broeders, ondanks twijfel en cynisme. Verlossing komt er, ook al blijven we meer
binnen. Ook God wil bij ons binnen, in uw hart en net als de Wijzen uit het Oosten,
laten ook wij ons leiden door het Licht van God, het Licht van Verlossing van
Liefde en van Hoop. Moge dan de Algoede God alle hier groeten in naam van de
Vader, de Zoon en de H. Geest. Moge Zijn genade, Zijn liefdevolle nabijheid en
Zijn geesteskracht u allen bezielen in deze heilige ontmoeting. Zusters en
broeders, u bent verbonden met ons via deze lifestreaming. Hopelijk alleen, hetzij
met enkele in uw bubbel. Moge u een moment beleven om een beetje innerlijk, een
beetje dieper in uw hart een ontmoeting te beleven die misschien moeilijk te
vatten is, maar waar u ergens toch een signaal krijgt dat er Iemand, maar
werkelijk een Krachtig Iemand ook u graag in de ogen ziet. Social distance en affectieve
kilte hebben ons voorbije vier weken ons proberen geestelijk op te warmen met
de kaarsjes van de adventskrans. Maar omdat die Advent gemakkelijker beperkt
blijft tot een decoratieve campagne, met kerstversiering of spelen met kaarsjes
vragen we voor de gemiste kans tot verdieping eerst om vergeving.

God, U bent die mysterieuze, dragende Kracht van het Leven,
de Liefde in persoon. Toch ervaren wij zo moeilijk het wonder, de diepgang, de zin
van het leven in Uw nabijheid. Al te gemakkelijk laten we ons gaan in
oppervlakkigheid en schone schijn. Heer, ontferm U over ons.
Heer Jezus, U bent in deze wereld gekomen, niet om ons even
in vervoering te brengen met een sprookjesachtig kerstverhaal, maar om ons te
bevrijden van het kwaad. Toch laten wij onze woorden en gedachten, ons doen en
laten zo weinig leiden door die pure Liefde van U. Christus, ontferm U over
ons.
U, H. Geest, Kracht van God, U wil mensen enkel positief
stuwen, ook met hoop. Maar eens in onze gevoelens geraakt laten we ons
gemakkelijk op sleeptouw nemen door een spiraal van negatieve gedachten. Omdat
tijd maken voor stilte, bezinnen en bidden ons zo zwaar valt en we daardoor Uw
deugddoende inspiratie buiten sluiten, Heer, ontferm U over ons.
Moge dan de Algoede God ons opnieuw van harte vergiffenis
schenken voor dat tekort aan verlangen, het gebrek aan verwachting. Moge Hij
ons in Zijn grenzeloze Barmhartigheid vergiffenis schenken, ons opnieuw met
veerkracht laden doorheen alle worstelingen van het leven toch rechtop te
blijven, het hoofd omhoog om Gods nabijheid beter in de ogen te kunnen zien
opdat Hij des te meer de kans krijgt het einde van onze levensreis hier op
aarde ons met open armen te ontvangen voor het gelukkige intense leven eens in
de Hemel in de eeuwen der eeuwen, for ever and ever, in saecula saeculorum,
Amen.
En laten we dan bidden: Goede God, niemand heeft U ooit
gezien en toch mogen we U herkennen in het wonder van de mens en in heel Uw
Schepping. Maar een nog groter wonder is hoe U ons wil redden van het kwaad en
daarom bent U in Uw Zoon Jezus ons nabij gekomen. Hij, het Licht in de
duisternis is onze redding, ons geluk. Laten we ons dat des te meer beseffen in
deze viering, ook als wij op afstand blijven. We vragen het U graag, Heer, door
onze Heer Jezus die met U leeft tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Eerste lezing: Jesaja 9:1-6
Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend
licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen. U
hebt het volk weer groot gemaakt, diepe vreugde gaf u het, blijdschap als de
vreugde bij de oogst, zij jubelen als bij het verdelen van de buit. Het juk dat
op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de drijver, u hebt ze
verbrijzeld. Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij
rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare Raadsman,
Goddelijke Held, Eeuwige Vader, Vredevorst. Groot is zijn heerschappij, aan de
vrede zal geen einde komen. Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan
vast, in recht en gerechtigheid, van nu tot in eeuwigheid. Daarvoor zal hij
zich beijveren, de Heer van de Hemelse machten.
Muziek
Evangelie: Lucas 2:1-14
In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat
alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Iedereen ging op weg
om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef
ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die
Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven
samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren,
brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar
eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat
er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. Niet ver daar
vandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielde de wacht bij hun
kudde. Opeen stond er een engel van de Heer bij hen en ze werden omgeven door
het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen
hen: Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk
met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David jullie redder
geboren. Hij is de Messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie
zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak licht.ÿ
En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met
de woorden: Eer aan God in de hoogste hemel en vrede op aarde voor alle mensen
die Hij liefheeft."
Gloria in excelsis Deo
|
|
|
Eer zij God in onze dagen,
eer zij God in deze tijd.
Mensen van het welbehagen,
roept op aarde vrede uit.
Gloria in excelsis Deo,
Gloria in excelsis Deo.
Eer zij God die onze Vader
en die onze Koning is.
Eer zij God die op de aarde
naar ons toe gekomen is.
Gloria in excelsis Deo,
gloria in excelsis Deo.
Lam van God, Gij hebt gedragen
alle schuld tot elke prijs,
geef in onze levensdagen
peis en vreê kyrieleis.
Gloria in excelsis Deo,
gloria in excelsis Deo.
|
|
|
Dierbare zusters en broeders, in de nachtelijke schaduw van
onze St-Andriestoren speelt zich het meesterlijke Het Dwaallicht'van Willem
Elsschot af. Een kort bezoek van Maria van Dam, een jonge zakkenverstelster aan
boord van een aangemeerde boot maakt zo'n indruk op drie Afghaanse' matrozen
uit het Verre Oosten dat ze haar net als de drie Wijzen elk een geschenk
aanbieden: een oosterse sjaal, exotisch gember en een pakje sigaretten waar
rook uit komt. Wanneer ze van boord is gaan deze drie mannen, als gelokt door
de roep van een sirene in de nacht doorheen onze lege straten dwalen op zoek
naar Maria. Op zoek naar wat ze zelf vermoeden: warmte, liefde, licht,
genegenheid. Maar na een tweede verkeerd adres te hebben opgezocht geven de
drie de hoop op, staken ze hun zoektocht. Dus geen knuffel, geen enkele. Dat
diep verlangen naar warmte, oprechte liefde is ook de onze. Niet voor niets is
het hart het symbool van de liefde. Zonder kan niemand leven. Van liefde dromen
is één, liefde vinden of beter gezegd liefde geven, liefde krijgen is twee.
Voor sommigen is het eens gevonden, altijd gevonden in houwen trouwen. Voor
anderen blijft het een eindeloze, rusteloze zoektocht.
Zo verhaalt ons ook de Colombiaanse
schrijver en Nobelprijswinnaar Gabriel Garcia Márquez in een van zijn belangrijkste werken Liefde in tijden van cholera, nu zou dat ongetwijfeld corona zijn.
Het gaat over een man die een leven lang wacht om bij de vrouw te zijn van wie
hij houdt maar die hem na een eerste platonische liefdesrelatie op prille
leeftijd heeft afgewezen. Alle doorzwommen watertjes ten spijt en dat zijn er
heel vele vindt hij de liefde pas bij haar bij wie hij een leven lang op
afstand is gebleven. Met andere woorden al was de man honderden keren
doodgeknuffeld, de ware liefde had hij niet gevonden. En onder het mom van
quarantaine zal hij uiteindelijk met haar allen scheep gaan op een boot de nieuwe trouw'. Die spanning tussen
lijfelijk, zintuiglijk contact en liefdevolle verbondenheid in het hart is
momenteel ook de onze.
***
Noot: Roman: Liefde
in tijden van cholera
De roman vertelt het verhaal van een man die eenenvijftig
jaar, negen maanden en vier dagen wacht om bij de vrouw te zijn van wie hij
houdt. Deze periode geldt vanaf het moment dat zij hem na een eerste
platonische liefdesrelatie afwijst.
Het belangrijkste vrouwelijke personage in de roman,
Fermina Daza, is de spil van het verhaal. Fermina wordt als jonge vrouw van pas
13 jaar bewonderd door Florentino Ariza. Haar tante Escolástica, die na
het overlijden van de moeder van Fermina door haar vader in het huishouden is
opgenomen, helpt Fermina bij de geheime liefde. Op een gegeven moment ontdekt
Lorenzo Daza, de vader van Fermina, de geheime liefde. De tante wordt voorgoed
weggestuurd.
Hoewel Fermina dus alleen contact met Florentino heeft via
brieven, verdedigt zij haar liefde voor hem ten koste van alles tegenover haar
vader, die haar daarop op reis stuurt, naar familieleden, ver weg van haar
jeugdliefde. Fermina en Florentino houden contact via telegrammen. Wanneer
Fermina terugkeert ziet ze toevallig Florentino, en ze beseft dat ze eigenlijk
vreemden voor elkaar zijn. Ze beseft de naïviteit van hun eerste
liefdesavontuur en wijst hem af.
Zij huwt daarop Juvenal Urbino, die ze eerst afwees,
wanneer ze 21 is, de uiterste datum die ze voor zichzelf had vastgesteld om in
het huwelijk te treden. Juvenal Urbino is een ernstige dokter, iemand met een
aanzienlijke sociale status en rijkdom die voor haar als huwelijkspartner
aantrekkelijker is dan de jonge Florentino Ariza. De dokter is voor haar ook
een goede echtgenoot, maar zijn liefde voor Fermina is nooit van de 'verheven
aard' zoals de liefde die Florentino voor haar voelt. Florentino zal ook heel
zijn leven op haar wachten, ook al beleeft hij intussen tal van oppervlakkige
verhoudingen, namelijk 622. Fermina denkt tijdens haar huwelijk vrijwel
niet meer aan Florentino.
Haar huwelijk met Urbino heeft zijn ups en downs. Als ze
ontdekt dat hij vreemd is gegaan krijgt ze zo een ruzie met hem dat ze, in haar
ogen definitief, gaat wonen bij haar nicht. Daar beseft ze dat ze Juvenal
Urbino nodig heeft, dat ze hem mist.
Uiteindelijk komt hij haar halen en keert ze terug. Daar
beleven ze zo goed en zo kwaad als het kan hun laatste jaren. Uiteindelijk
sterft Juvenal Urbino, wat aan het begin van het verhaal al duidelijk is
geworden.
Intussen leeft Florentino in dezelfde stad. Hij woont bij
zijn moeder en blijft ook na haar overlijden in hetzelfde huis wonen. Dankzij
zijn schrijfkunst maakt hij carrière bij de lokale rederij CRM, waar hij
uiteindelijk het hoofd van wordt. Hij heeft talloze erotische affaires met
vrouwen, maar blijft in zijn innerlijk Fermina altijd trouw.
Als de echtgenoot van Fermina is overleden, ziet Florentino
zijn kans om Fermina terug te winnen, en op de sterfdag gaat hij al om haar
hand vragen. Fermina weigert, maar ze beginnen wel weer brieven aan elkaar te
schrijven, waar ontmoetingen en later zelfs een romantische bootreis op volgen.
Aan het eind van het boek zullen ze in hun oude dag, ze zijn dan al boven de
70, weer samen zijn en hun liefde voor elkaar zal weer openbloeien zoals
voorheen. Zelfs de lichamelijke liefde komt in bereik. Ze leven dan niet meer
in de stad van hun jeugd, maar blijven heen en weer varen op een boot, over de
rivier de Magdalena. De kapitein hijst na overleg met Florentino de gele
vlag van de besmetting van cholera, zodat de boot, De nieuwe trouw, in geen enkele haven meer welkom is.
De ziekte cholera speelt in het boek nog meer een rol op de
achtergrond. Juvenal Urbino zet zich als arts in voor een betere hygiëne
teneinde de verspreiding van cholera, die overgebracht wordt via uitwerpselen,
te bestrijden.
De hoofdpersonen
Het boek draait om de liefde tussen Fermina Daza en
Florentino Ariza. Zij komt in het boek naar voren als een tegenover mannen zeer
gereserveerde vrouw. Hoewel van eenvoudige komaf, weet zij zich dankzij de
opvoeding door haar vader door te dringen tot de hoogste standen. Zij koopt
kleding volgens de mode in Europa en vergezelt haar man, Juvenal Urbino, op al
zijn sociale verplichtingen. Daarnaast bestiert zij het huishouden. Femina Daza
heeft vooral vriendschappen met allerlei andere vrouwen, die in het boek
zijdelings worden beschreven.
Florentino Ariza is op het oog een stijve man, altijd in
het zwart gekleed. Hij excelleert in brieven schrijven. Van jongs af aan
schrijft hij liefdesbrieven aan Fermina, tot aan haar huwelijk. Daarna schrijft
hij in zijn werk vele brieven. Voor mensen die zelf niet kunnen schrijven,
schrijft hij ook brieven, vooral liefdesbrieven. Dat doet hij zo goed, dat er
in een geval zelfs een huwelijk uit volgt. Hij schreef voor dit paar alle
wederzijdse brieven. Als de echtgenoot van Fermina is overleden, begint hij
haar weer te schrijven. Hoewel zij eerst heel boos is, wekt hij met zijn
brieven weer haar belangstelling op. Daarnaast is Florentino gek op vrouwen, en
de meeste vrouwen omgekeerd ook op hem. Hij heeft seksuele contacten met 622
vrouwen, waarvan sommige jarenlang standhouden. Hij is daarbij
tegelijkertijd promiscue.
***
Kijken we dan naar het ons bekende, oude verhaal. Ook nu is
het zeker in onze kerststal zoeken naar de balans tussen hartelijke genegenheid
en fysieke nabijheid. Bijna iedereen in de kerststal brengt voor Jezus een
cadeautje mee. En naar wie kijken we eerst. Een Spaanse non met haar op de
tanden, Teresa van Avila, zei: als jij moet kiezen tussen een vrome of wijze
als raadgever, coach, mentor, wel: kies dan de wijze. Want de wijze kan vanuit
zijn wijsheid, vroom worden. Maar een vrome kan niet vanuit zijn vroomheid,
wijs worden. Laten we dus beginnen met de wijzen. Wijze cadeaus die u op de
website nog niet snel zal terugvinden, op ebay of op een tweedehands.be, maar
duurzame geschenken brengen zij mee voor God en het Kind Jezus, die Hem
welgevallig zijn. Wat ziet u de eerste wijze meebrengen. Wel, sociale
veerkracht. Aan de ene kant wil hij veiligheid bewerkstelligen met mondmasters,
en een extra portie en afstand met een meetlat m.a. w. hoe tegenstrijdig het
ook klinkt: uit liefde voor u, blijf ik op afstand. Uit warme genegenheid ga ik
nu koel blijven. En toch is elke uitdaging een aanzet om creatief te zijn zoals
wij meermaals hebben gezien al eens dichtbij of op tv dat mensen een serenade
komen brengen bij iemand aan het balkon zoals zeker ook bij onze woon- en
zorgcentra. Aan de andere kant is het dankzij sociale media, technisch, dat
sociale nabijheid kan ik citeer Prof. De Wachter gemimeerd worden, we doen
een poging om het toch nog op een andere manier voelbaar te maken. Dus laat de
telefoonrekening maar een beetje oplopen. Dat compenseert misschien andere
uitgaven die u dit jaar niet hebt gemaakt. Communicatie is troef, we gaan
elkaar niet loslaten.
De derde wijze die aankomt, die vertegenwoordigt de
wetenschap: wereldwijd is ieders hoop gevestigd op het vaccin. Het is een rush
tussen de grote mogendheden om de eerste te zijn, om ermee op de markt te komen,
te scoren. Ook een rush om als eerste aan de beurt te zijn bij de inenting. Wie
eerst, wie volgt. En de middelste wijze die brengt iets mee dat u niet had
verwacht: een kerststal op een ansichtkaart in een zwart-witte schaduw. U zult zeggen,
wat is dit nu voor iets. Ja, dat is iets. Misschien is dit wel het moment,
zoals we reeds meerdere keren hebben gehoord het afgelopen jaar nu dat we het
allemaal een beetje soberder doen - zoek het geluk niet te ver, zoek het geluk
dichtbij. In plaats van al die glitter en bling bling, van de ballen, en de bollen
en de slingers, de piek in de boom, waardoor u nauwelijks het kerststalletje
ziet staan, als u het tenminste niet bij oma op de zolder hebt gelaten voor de
volgende huurders of kopers.
Zusters en broeders, de stal is niet zomaar een sprookje,
al lijkt het voor velen erop. Kijk eens naar de essentie van het verhaal. Het
is niet zomaar, hier ben ik, hallo, hallo in het midden van de nacht. Het is
een boodschap van Godswege, al besef ik dat zelfs van Godswege voor velen onder
u sprookjesachtig lijkt. Maar het Kind nodigt u uit tot wat meer diepgang in
plaats van u alleen maar te laten opfokken door de strikjes en de pakjes en het
showgehalte, noem maar op, en indruk te maken door allerlei toestanden nodigt
het u uit om eens tot de diepgang van uzelf te komen. Wij noemen dat bezinnen.
Zusters en broeders, als wij nu als mens eens wat meer in
de diepte van het leven zouden staan, ons laten voeden door een Woord, een
citaat, al wat het elke dag een zinnetje van de Bijbel. Zo eventjes laten
doordringen in het koppie, koppie. En zo laten doordringen in het hartje. Wie
weet, in vuur en vlam te komen. Sommigen zullen zeggen: Bijbel hier, Bijbel
daar, o jeezes. Maar u kunt ook een scheurkalender nemen met een spreuk. Zelfs
onze spreekwoorden zijn een schat van levenswijsheid of een goed boek al dan
niet verfilmd. Het tot verinnerlijking komen. Wortel schieten in een aantal
inzichten, visies, normen, waarden. En niet direct door de eerste de beste
emotionele golf u uit uw lood laten slaan.
Maar bon, dat was ietsje algemeen. Nu even tot de kern van
vandaag. Als u zich dan bezint bij die stal en u kijkt naar die Wijzen, dan zou
u misschien die Wijzen horen zeggen uit het Oosten: Aha, wij met ons verstand
kunnen wij veel, heel veel. En als u er Koningen in ziet, dan hoort u ze
zeggen: wij hebben geld en macht, wij kunnen nog veel meer. Maar al wat u kent
en al wat u kunt, is dat echt nu een cadeau voor Jezus, voor God? Het hangt er
vanaf wat de motivatie en de bedoelingen zijn van dat geschenk. Als het voor u,
wat u aanbiedt, meer betekenis heeft in het leven, een diepere zin heeft dan
gaat u het ook automatisch met wat meer zin doen en er ook met meer zin werk
van maken.
En als we dan denken aan die twee andere Wijzen sociale veerkracht
en het vaccin, gaan we toch eens naar de motivatie en de doelstellingen kijken.
Is nabijheid een cadeau? Stel u even voor: zonder corona. Bij wie bent u graag
nabij? Bij wie blijft u graag op afstand? Wat zijn de criteria? Het voorkomen,
het uiterlijk, de portemonnee, de kennis, de eer die u ervan geniet? Wat drijft
een mens om in het nabijheid te zijn of afstand te houden, ook zonder corona? Ik
denk aan velen die alleenstaand zijn en verplicht zijn om sowieso afstand te ervaren in het leven of die door eigenaardigheden sneller misbegrepen worden door
eigen ouders of zij die ondankbaarheid ervaren ook van eigen kinderen of
vrienden, een afstand-name die soms uitgroeit tot een gruwelijk isolement, niet
alleen op de speelplaats maar daar waar mensen door onrechtvaardigheid in isolement komen zoals ook zovele minderheden in dictatoriale landen.
En dan het vaccin, zusters en broeders, is dat nu echt een
cadeau voor God? Ja, als we kijken naar de criteria: is het om de mensheid te
redden of om onze eigen portemonnee te dienen? Wie komt er eerst aan de beurt
en wie laatst? Heeft dat te maken met de kapitaalkracht, ook van de arme
landen?
Zo zusters en broeders, laten we even kijken naar de
herders. Ook zij staan coronaproof op 1,5 m afstand. En voor degenen die meer
schaapjes op het droge hebben dan deze arme herders, zijn deze schamele lieden
een uitnodiging om deze 10% van de bevolking, die het zo moeilijk hebben om de
eindjes aan elkaar te knopen, hen met een warm kerstgeschenk te bedelen.
Herders zorgen voor de schapen van hun kudde, wij zijn ook
herders en worden uitgenodigd om te zorgen voor zowel de schapen die ons werden
toevertrouwd als de anderen. We zijn gewoon om met oogkleppen rond te lopen en
een beperkt gezichtveld te hanteren. Degenen die buiten ons gezin vallen,
vallen bij ons uit de boot. We worden door dit coronavirus eraan herinnert dat we
ten eerste even sterfelijk zijn als een andere mens, en dat we evenveel kans
maken als een ander om door de ziekte getroffen te worden. Laten we daarom
degenen die buiten ons gezin vallen helpen. Als het niet financieel is, niet
materieel is, laten we dan toch tenminste een luisterend oor zijn, laten we een vriendelijk en bemoedigend
woordje richten tot degenen die in de put zitten.
De herders boden zichzelf aan als cadeau aan de kribbe. Ze
brachten eerbetuiging aan de grote Koning en richtten een vriendelijk woordje
tot Maria en Jozef. God is meer geïnteresseerd in het geven van onszelf aan
Hem. Hij vormt ons om tot het cadeau dat Hij het liefste heeft.
Indien onze politici het niet vragen uit schrik stemmen te
verliezen dan zeg ik u dat de liefde van God het u vraagt om niet alleen op een
zomeravond met handengeklap een hartverwarmend gevoel te geven in de eigen
buurt, maar dat het meer mag zijn, om handen uit de mouwen te steken en als
vrijwilliger uit vrije wil uit een soort gemeenschapsdienst mee aan de kar
te trekken om de zorg technisch en vooral ook hartelijker te maken door de
lasten mee te helpen dragen. Chapeau voor degenen die jong of oud, ook
studenten die daarin een voorbeeld hebben gegeven. En ten slotte is er het Kind,
Zijn naam Jezus, God redt. Het grootste cadeau is niet wat wij aan het Kind
geven, maar wat God aan ons geeft. Hij is gekomen in Gods naam. En als u de
geschiedenis bekijkt van de mensheid, dan moet je toch zeggen dat Jezus
boodschap heel origineel was. Niet alleen origineel, Hij heeft gezegd: Wil je
iets weten, als er nu iets is wat het leven zinvol maakt dan is het Liefde.
Waarom vertel ik u dat? Omdat God Liefde is. De mensen vielen plat van het
verschieten, dat hadden ze nog nooit gehoord. De (af)goden waren schrikwekkend,
spooky en nu komt Hij daar zeggen: God is Liefde, Vrede, alleluia. Daarom,
zusters en broeders, doen wij samen met de Heer Pieter Paul Rubens en vele
andere kunstenaars expres een fout in de kerststal, die u al jaren kent. Tegen
beter weten in, zelfs tegen het gezond verstand in, beelden wij Jezus niet uit
in doeken gewikkeld, zoals Zijn moeder het heeft gedaan, maar wij zijn zo
overtuigd dat de Liefde van God zo hartelijk is, zo gericht is naar nabijheid,
de stuwing op contact te leggen, dat ze de baby in plaats van in doeken gewikkeld
te zijn, met open armen hebben afgebeeld. Hij ligt met open armen te wachten om
u als het ware een knuffel te geven namens God. Al moet u die missen wanneer u
alleen door het leven gaat. Al moet u die warme knuffel missen van een geliefde
in deze tijd. Ik hoop dat u minstens mag ervaren dat God hoe afstandelijk Hij
ook lijkt voor velen, achter de wolken, dat Hij u graag ziet. Dat Hij tegen u
zegt: Ik heb het voor u. I love you. Je taime. Ich liebe dich. Komaan. En dat
dat geloof hartverwarmend is, ook zeker in deze tijden. 2020 jaar na de feiten
koelt Zijn Liefde niet af, en laat Hij u niet dwalen. Hopelijk mag u Zijn
Liefde toch ook mee ervaren dichtbij, in eigen bubbel en zo God het geve, in
het nieuwe jaar van vele anderen.
Zusters en broeders: Liefde is veerkracht, Liefde geeft
hoop. Liefde laat u niet los. En daarom eindig ik met een tekst van Eugène Mattelaer die ook geschreven staat op een
plaat aan onze Belgische kust in Knokke:
Nooit de moed opgeven
Kun
je niet vliegen, loop
Kun je niet lopen, ga
Kun je niet gaan, kruip
Maar blijf nooit stille staan
Nooit dalen, altijd opgaan
Kun je niet lachen, glimlach
Kun je niet glimlachen, wees toch blij
Kun je niet blij zijn, wees tevreden
Maar nooit de moed opgeven
En immer voorwaarts streven
Kun je niet vliegen, loop.
Zusters en broeders, moge Gods Licht schijnen in onze
duisternis.
Muziek
|