Advent week 4 : Niet
echt een nieuwe wereld, maar ook geen oude
Wie
ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? (Lucas
1:43)
Denk eens eventjes aan een bruiloft, een Katholiek
huwelijk. In alle culturen en samenlevingen wordt de aanstaande bruid meestal
vergezeld door de vader, broer of voogd, wat gewoonlijk wordt beschreven als naar
het altaar gaan. Het is waardig wandelen naar het altaar toe, zowel vervuld van
schroom als moed. De bruid legt deze eenvoudige maar niet alledaagse passen
naar het altaar af en het betekent vreugde uitstralen. Het zou kunnen worden
opgevat als het omgekeerde van wat Goethe beschrijft over het feest van de H.
Rochus. Tijdens de viering zegt Goethe dat jongere mensen enigszins afwezig of
onverschillig waren. Omdat die viering plaatsvond na de Napoleontische
oorlogen, geloofde Goethe dat er geen vreugde was die jongeren konden tonen,
aangezien ‘ze werden geboren in slechte tijden, ze niets goeds te herinneren hadden
en dus niets te hopen hadden'. We zijn niet echt in de nieuwe wereld van
Goethe, maar ook de oude wereld is nog niet teruggekeerd.
De vraag die Elizabet stelde, is een reden voor de
vreemdheid van onze moderne tijd. Door Maria te erkennen als ‘de moeder van
mijn Heer ', toont ze het absolute voorrecht waar de mens kan worden aan blootgesteld
wanneer God in zijn leven komt. Dit voorrecht kan worden omschreven als een
sprong uit het water terwijl je er nog in zwemt. Degene die dit voorrecht
ontvangt, wordt eraan herinnerd dat er eens een tijd was dat hij geen volledig
begrip had over ethische waarden zoals eenvoud, vrijgevigheid, trouw en
toewijding, en dat die tijd eindigt als alle dingen nieuw worden.
De nieuwheid die verband houdt met de aanwezigheid van de Heer,
door Maria gedragen, brengt oude zekerheden met zich mee: aanbidding van God privé
en in het openbaar, waarheid als fundament in relaties, vrijheid als geschenk
van God, vermengd met verantwoordelijkheid, en een mensheid die God
weerspiegelt, niet zichzelf. Ondanks al deze zekerheden heeft onze huidige tijd
zijn weg naar het oude niet teruggevonden.
Elizabet vond het een eer om bezocht te worden. Maria was
al bezocht door de Engel Gabriël en waarschijnlijk zag ze niets transcendent
aan haar verblijf in het huis van haar nicht. Het is mogelijk dat we de
aanwezigheid van de Heer vaak niet merken op de dagdagelijkse momenten van ons
leven: wanneer we vrienden ontmoeten in het winkelcentrum of het park, wanneer
we samenkomen voor een diploma-uitreiking of een begrafenis, en ook wanneer we
in het voetbalstadion zijn om een wedstrijd te zien. We leven nochtans niet
in een wereld die verstoken is van
vreugde of gevuld met slechts voorbijgaande opties; onze wereld kan nog steeds
Goddelijk zijn. En een mogelijkheid hiervan is te vinden in het
Magnificat-antifoon van vandaag: O Rijzende Zon, u jij bent de pracht van
eeuwig licht en de zon van gerechtigheid. O kom en verlicht hen die zich in
duisternis en in de schaduw van de dood bevinden. - Anthony B. Zabbey O.S.A.
21/12
Evangelie van de H. Lucas 1:39-45
Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland,
naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet
begroette. Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar
schoot; ze werd vervuld van de H. Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben
je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de
moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het
kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de
woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.ÿ
Byzantijnse Liturgie
Akathist van de H. Moeder Gods (7de E)
IKOS 3
Nadat haar moederschoot God had ontvangen
spoedde de Maagd zich naar Elisabeth,
wier ongeboren kind aanstonds haar begroeting herkende,
want vol vreugde sprong het op in haar schoot
alsof het zelf Gods Moeder begroette :
Verheug U, wortel van de onverwelkbare Wijnstok.
Verheug U, oogst van onbederflijke Vrucht.
Verheug U, akker die voortbrengt de mensenbeminnende landman.
Verheug U, die de verwekker van ons leven verwekt.
Verheug U, land waarop bloeit de Vrucht van erbarmen.
Verheug U, tafel die de rijkdommen der genade draagt.
Verheug U, die groen maakt de weiden der vreugde.
Verheug U, die een haven bereidt voor de ziel.
Verheug U, aangename wierook der voorspraak.
Verheug U, die heel de wereld verzoent.
Verheug U, Gods welbehagen voor wie moeten sterven.
Verheug U, die stervelingen moed geeft bij God.
verheug U, ongehuwde Bruid.
VERHEUG U, ONGEHUWDE BRUID.
KONTAKION 4
Vloedgolven van twijfel overstroomden de wijze
Jozef,
toen hij uw ongehuwde zwangerschap zag
en uw onschuld van bedrog moest verdenken
totdat hij uw ontvangen vernam uit heilige Geest,
en toen uitriep : Alleluia
ALLELUIA, Alleluia, Alleluia !
IKOS 4
Daar hoorden de herders hoe Engelen zongen
over Christusÿ komst in het vlees.
Zij snelden heen naar hun opperste Herder,
het vlekkeloos Lam, weidend op Mariaÿs schoot.
Toen zongen zij lof met de woorden :
Verheug U, Moeder van lam en van Herder.
Verheug U, van geestelijke schapen de stal.
Verheug U, vesting tegen de onzichtbare vijand.
Verheug U, die opent de poort van het Paradijs.
Verheug U, want Hemelingen juichen over de aarde.
Verheug U, want aardsen begeleiden die hemelse lof.
Verheug U, nimmer zwijgende mond der Apostelen.
Verheug U, onoverwinnelijke moed die de zegekrans wint.
Verheug U, vaste steun van geloof in de Christus.
Verheug U, stralend teken van genadegeschenk.
Verheug U, door wie de Hades beroofd is.
Verheug U, die ,ons met heerlijkheid tooit.
Verheug U, ongehuwde Bruid.
VERHEUG U, ONGEHUWDE BRUID. (…)
KONTAKION 10
Hij, die de chaos tot kosmos gesmeed heeft,
daalde neer in deze wereld uit eigen wil.
Als God en Herder is Hij om ons als mens verschenen,
omons tot Zich te roepen in onze eigen natuur,
terwijl Hij als God hoort : Alleluia.
ALLELUIA, Alleluia, Alleluia !
|