|
TWEEDE ZONDAG VAN DE
ADVENT : De stem die roept in de woestijn
Luid klinkt een stem in de woestijn: ‘Maak de
weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden!ÿ (Marcus 1:3)
We
zijn in het B-jaar van de liturgie in de tweede week van het Evangelie van
Marcus. Het Marcus-evangelie is het kortste van alle Evangeliën en toch is het
vanaf het begin duidelijk dat zijn focus stevig op de persoon van Jezus ligt.
Er is geen verhaal van Jezusÿ kinderjaren in opgenomen, in plaats daarvan stelt
hij ons onmiddellijk voor aan Johannes de Doper. Hij is een wat vreemd
karakter, dat zich ongebruikelijk kleedt en waar zijn voedingsgewoonten zeker
niet bij iedereen in de smaak vallen. De rol van Johannes de Doper is echter
heel duidelijk. Hij komt om ons klaar te maken voor de komst van Jezus. Hij is
de stem die roept in de woestijn. Hij is degene waar de grote profeet Jesaja
het over heeft eeuwen geleden (Jesaja 40:3). Hij nodigt ook ons uit om 'een weg
voor de Heer te bereiden'.
Door
de moeilijke tijd als gevolg van de pandemie, hebben velen het gevoel dat ze
geen motivatie, doel of richting hebben. Dat in dit deel van de wereld, juist
de dagen het korst en koudst zijn in deze Adventstijd is geen hulp, en daarom
is er een terughoudendheid om een nieuwe start te maken. Johannes is echter
duidelijk dat het nu de tijd is om opnieuw na te denken over wie Jezus is en
welke betekenis Hij in ons leven heeft.
De H. Augustinus
vat voor ons het duidelijke onderscheid tussen Johannes de Doper en Jezus
samen. "Johannes is de stem, Jezus is het Woord." Hopelijk zullen we
deze Adventtijd gebruiken als een spirituele voorbereiding om klaar te zijn om
de geboorte van Jezus met Kerstmis volledig te vieren. Dit zal ons in staat
stellen om aan onszelf en anderen te erkennen dat in Jezus: "Het Woord is dat
vlees is geworden en dat Hij onder ons heeft gewoond." (Johannes 1:14). - Fr
Ian Wilson, parochiepriester in Suffolk
6/12 De Tijd van
Geloof
God weet wanneer het
einde van de eeuw zal komen; maar deze tijd is voor ons de tijd van het Geloof.
Zal iemand van ons hier nog zijn aan het einde van de wereld? Ik weiger eraan
te denken, en het is mogelijk van niet. - Volgens de H. Augustinus van Hippo (13/11/354 – 28/8/430) Katholieke
Bisschop – Kerkleraar
GEBEDSINTENTIE
Door
voorspraak van de H. Nicolaas van Myra, laat ons het leven met vertrouwen overwegen
van nu af aan met Christelijke hoop.
Evangelie volgens de
H. Marcus 1:1-8 : Het begin van het evangelie van Jezus Christus, Zoon van God. Het staat
geschreven bij de profeet Jesaja: ‘Let op, Ik zend mijn bode voor je uit, hij
zal een weg voor je banen. Luid klinkt een stem in de woestijn: Maak de weg van
de Heer gereed, maar recht Zijn paden!ÿ Dit gebeurde toen Johannes de Doper
naar de woestijn ging en de mensen opriep zich te laten dopen en tot inkeer te
komen, om zo vergeving van zonden te verkrijgen. Alle inwoners van Judea en
Jeruzalem stroomden toe en lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan,
terwijl ze hun zonden beleden. Johannes droeg een ruwe mantel van kameelhaar
met een leren gordel; hij leefde van sprinkhanen en wilde honing. Hij
verkondigde: ‘Na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed
genoeg om me voor Hem te bukken en de riemen van Zijn sandalen los te maken. Ik
heb jullie gedoopt met water, maar Hij zal jullie dopen met de H. Geest.ÿ
Homilie
toegeschreven aan de H. Gregorius de Wonderwerker (circa 213-270), bisschop
Preken over de
heilige theofanie, 4; PG 10, 1181
[Jezus
kwam naar Johannes om door hem gedoopt te worden. Johannes de Doper probeerde het
Hem te beletten door te zeggen: "Ik moet door U gedoopt worden, en toch
komt U naar mij?" (Matt 3:13-14)] "Ik ben de stem, de stem die roept
in de woestijn: Maak de weg vrij voor de Heer." Daarom, Heer, kan ik niet
zwijgen in Uw aanwezigheid. Ik "moet door U gedoopt worden, en U komt naar
mij?" (…) U bestond vanaf het begin, U was bij God en U was God (Joh 1:1).
U bent de uitstraling van de glorie van de Vader, het volmaakte Beeld van de
volmaakte Vader (Heb 1:3). U bent het ware Licht dat iedereen verlicht die in de
wereld komt (Joh 1:9). U was reeds in de wereld, maar U bent toch gekomen waar U
reeds was. U bent vlees geworden, maar U bent niet in vlees veranderd. U hebt
onder ons geleefd en bent aan Uw dienaren verschenen in de gelijkenis van een
dienaar (Joh 1:14; 14:23; Fil. 2:7). U hebt met Uw heilige naam Hemel en aarde
overbrugd, en U komt naar mij toe? JU, zo geweldig, naar iemand zoals ik?
Koning om aan te kondigen, Meester tot de dienaar?
Ik ken
de afstand tussen de aarde en de Schepper, tussen de klei en de pottenbakker.
Ik weet hoever ik, een lamp die door Uw genade wordt verlicht, door U, de Zon
der gerechtigheid, wordt overtroffen (Mal. 3:20; Joh 5:35). U bent verborgen
door de pure wolk van Uw lichaam, maar ik erken nog steeds Uw allerhoogste
heerschappij. Ik erken mijn slaafse toestand; Ik verkondig Uw grootsheid. Ik
erken Uw absolute autoriteit en mijn eigen nederige staat. "Ik ben
onwaardig om de riem van Uw sandaal los te maken"; hoe zou ik dan Uw rein
hoofd durven aanraken? Hoe zou ik mijn hand over U kunnen uitstrekken, die
"de Hemel uitstrekte als een tent" en "de aarde zette op de
wateren "(Ps. 04 [103]: 2; 136 [135]: 6)? Het is zeker niet aan mij om
voor U te bidden, want U bent degene die de gebeden ontvangt, zelfs van degenen
die U niet kennen.
|