V25 21/12/1928 - Jezus zweeg, en op dat moment zag ik de geopende
Hemelen en er kwam een lichtstraal van boven, die, zich op mij vestigend,
degenen verlichtte die om me heen waren. En mijn altijd geliefde Jezus hervatte
Zijn Spreken: Dochter van Mijn Goddelijke Wil, deze zonnestraal die zich op jou
vestigde, is Mijn Goddelijke Wil, die het Hemelse leven in je ziel brengt. Hoe
mooi is deze zonnestraal, die je niet alleen verlicht en je zijn leven brengt,
maar wie je nadert en blijft, voelt het leven van Licht, omdat het zich, net als
de zon, uitbreidt en aan degenen die je omringen de warme Kus van Licht, van
zijn adem, van zijn leven geeft.
En Ik voel me gelukkig in jou als Ik zie dat Mijn
Goddelijke Wil zich verspreidt en zijn weg begint te banen. Kijk, de Zeeën van
Liefde die je zag, zijn niets anders dan Mijn Goddelijke Wil in werking.
Wanneer Mijn Goddelijke Wil wil opereren dan zwellen de zeeën van Mijn Liefde
aan, kolken ze en vormen ze gigantische golven die huilen, kreunen, schreeuwen,
bidden, verdoven.
Aan de andere kant, wanneer Mijn Fiat niet wil opereren, is
de Zee van Mijn Liefde kalm, ze kabbelt alleen rustig, haar loop van vreugde en
geluk is er onafscheidelijk van. Daarom kan je de vreugde die Ik ervaar, het
geluk dat ik voel en het verlangen dat Ik heb om te verlichten, Mijn Woord aan
te bieden, Mijn Hart aan te bieden aan degenen die zich bezighoudt met Mijn Goddelijke
Wil kenbaar te maken, niet bevatten.
Mijn verlangen is zo groot dat Ik degene in Mezelf omhul
en, Ik Mij buiten hem overstromend, het woord neem en spreek over Mijn
Goddelijke Wil die werkt in Mijn Liefde. Denk je dat het je Biechtvader is die in
het openbaar spreekt over de Negen Overvloeden van Mijn Liefde? Ik ben het die
zijn hart in Mijn handen neem en hem laat spreken.
V25 13/1/1929 - En net als in het Koninkrijk der
Verlossing verliet Ik Mijn Koningin Moeder temidden van de Apostelen, zodat
zij, samen met Haar, door Haar geholpen en geleid, zouden kunnen starten met
het Koninkrijk van Verlossing - omdat de Soevereine Koningin des Hemels meer
wist dan alle Apostelen, had zij het grootste verlangen. Men kan zeggen dat ze
het Koninkrijk in haar Moederhart vormde, daarom kon ze heel goed de Apostelen
instructies geven als ze twijfelden op de Weg en in sommige omstandigheden. Zij
was de ware Zon in hun midden, en één woord van haar was genoeg voor Mijn Apostelen
om zich sterk en verlicht te voelen. Op dezelfde manier houdt Ik je nog steeds
in ballingschap voor het Koninkrijk van Mijn Goddelijke Fiat, nadat Ik ze in
jou heb geplaatst, zodat de Priesters uit jou, als uit een Nieuwe Moeder,
kunnen putten wat kan dienen als licht, als leiding, als hulp, om te starten
met de bekendmaking van het Koninkrijk van Mijn Goddelijke Wil. En als Ik hun
klein verlangen zie - als je wist hoeveel Ik lijd
Bid daarom, bid.
V25 4/4/1929 Er is maar Eén de Maagd, en daarom de Universele
Moeder en Koningin van allen. Er is maar Eén Jezus, en daarom strekt Mijn
Verlossing zich overal en op een Universele manier uit; alles wat Ik deed en
leed staat ter beschikking van iedereen. Er is maar Eén kleine Pasgeborene van
Mijn Goddelijke Wil, en daarom zal het hele Universum, op een Universele
manier, al het goede van de manifestaties en kennis van Mijn Goddelijk Fiat
ontvangen die Ik, als een Heilig onderpand, in jou heb gestort, zodat ze meer
dan een schitterende zon, zijn ontelbare stralen laat schijnen om de hele
wereld te verlichten. Daarom bevat alles wat Ik je vertel de Universele deugd,
die zichzelf aan allen zal geven en aan allen goed zal doen. Wees dus waakzaam
en volg altijd Mijn Goddelijke Wil.
V26 16/5/1929 - Elke kennis bezit een ander wapen, het
ene verschilt van het andere. Dus elke kennis die Ik je heb gegeven over Mijn Goddelijke
Wil, bezit een speciaal en onderscheiden wapen: men bezit het wapen van Licht
om het zaad van Mijn Fiat te verlichten, te verwarmen en te bevruchten.
En waar er ook maar een Licht is, hoe klein ook in de
schepselen, vechten ze met wapens van Licht tegen de duisternis van de
menselijke wil, om de menselijke wil te verduisteren en ze het Leven van Mijn
Fiat te geven. En overal waar een zaad van Kracht is, loopt de Goddelijke
kleine soldaat met zijn krachtig wapen om de menselijke kracht te bestrijden en
de kracht van Mijn Goddelijke Wil te laten verrijzen.
V26 27/7/1929 - Zoals je ziet, is het materiaal al
voorbereid, zijn de gebouwen opgetrokken - de kennis van Mijn Goddelijke Wil
die, meer dan de zon, zijn Koninkrijk moet verlichten en grotere gebouwen moet optrekken
uit het materiaal dat door Mij werd gevormd. Er is dus niets anders nodig dan
de volkeren die dit Koninkrijk van Mijn Fiat moeten bevolken; en de volkeren
zullen zich vormen en zullen binnengaan naarmate de kennis erover wordt geopenbaard.
V26 12/8/1929 - Wie zal daarom de dikke verduistering van
de menselijke wil op de vlucht slaan? Wie zal haar de Schepping de frisheid en
schoonheid teruggeven? De handelingen gedaan in Onze Goddelijke Wil. Zij zullen
Licht zijn dat de duisternis zal verdrijven, en warmte die, door de Goddelijke
Wil te vormen met haar warmte, al het slechte sappen die haar lelijk hebben
gemaakt, zullen vernietigen.
Er zijn veel handelingen nodig, die worden gedaan door het
schepsel in Onze Goddelijke Wil, om het tegengif, de schoonheid, de frisheid, de
handeling voor te bereiden, die tegengesteld is aan al het kwaad dat de
menselijke wil heeft gedaan. Dan zullen Onze Werken in de Schepping allemaal
mooi tonen; het zwarte stipje zal verdwijnen en het zal veranderen in een punt,
het meest stralende punt, temidden van de grootsheid van onze geschapen werken;
en Onze Goddelijke Wil zal de heerschappij over allen overnemen en zal op aarde
regeren zoals in de Hemel. Wees daarom waakzaam om te handelen in Mijn Goddelijke
Wil, want voor elke menselijke handeling is de Goddelijke Handeling nodig, die
met het Goddelijke Rijk het kwaad dat door de menselijke wil werd gedaan,
neerhaalt, zuivert en versiert met het Goede.
V26 8/9/1929 - Mijn dochter, iemand die in Mijn Goddelijke
Wil leeft, vernieuwt haar wedergeboorte en verdubbelt de wedergeboorte voor
alle menselijke generaties. Wanneer Mijn Allerhoogste Wil in een hart leeft en
de volheid van zijn eindeloze Licht erin legt, centraliseert alles en iedereen,
Mijn Allerhoogste Wil doet alles, ze vernieuwt alles, ze geeft alles terug, want
eeuwen na eeuwen is ze niet in staat geweest om ze te geven door de andere schepselen.
Dit schepsel kan dus de Dageraad van de dag worden genoemd, de Dageraad die de Zon
roept, de Zon die de hele aarde verheugt, verlicht, verwarmt en met zijn
vleugels van licht, meer dan een tedere moeder, alles omarmt, alles bevrucht;
en met zijn kus van licht de mooiste tinten aan bloemen, de heerlijkste
zoetheid aan fruit en rijpheid aan alle planten geeft.
Oh! als Mijn Goddelijke Wil te midden van de schepselen heerste,
hoeveel wonderen zou ze dan niet in hun midden bewerken? Wees daarom waakzaam
want alles wat je doet in Mijn Goddelijk Fiat is een Wedergeboorte in Mijn
Goddelijk Fiat; en erin herboren te worden, betekent herboren worden in de Goddelijke
Orde, herboren worden in het Licht, herboren worden in de Heiligheid, in de Liefde,
in de Schoonheid. En bij elke handeling van Mijn Goddelijke Wil, ondergaat de
menselijke wil een dood, sterft ze voor al het kwaad, en leeft ze weer voor al
het Goede.
V27 27/10/1929 - De zon bekleedt de aarde met zijn licht,
en het geeft ook zijn effecten, maar de aarde wordt geen zon en de zon wordt
geen aarde, omdat zon en aarde niet samensmelten om leven in elkaar te vormen,
en daarom zijn het altijd vreemde lichamen die niet op elkaar lijken; en
hoezeer de zon de aarde ook verlicht, verwarmt, haar bewonderenswaardige
effecten meedeelt, deelt ze haar leven niet noch geeft de aarde alle rechten op
om te leven in de zon. De aarde zal altijd aarde zijn en de zon zal altijd zon
zijn. Dat is de toestand waarin Mijn Goddelijke Wil was en is. Tot de mens zijn
menselijke wil in de Mijne overlaat, kan Mijn Goddelijke Wil zijn
levensprincipe niet in de menselijke wil gieten, kan de fusie van het ene met
het andere niet plaatsvinden, het schepsel zal altijd een schepsel zijn, zonder
de gelijkenis en het leven van haar Schepper in het diepst van haar ziel, dat
alleen Mijn Goddelijke Fiat kan vormen. Daarom zal er altijd ongelijkheid,
afstand zijn, ook al verlicht Mijn Goddelijke Wil het schepsel en deelt het haar
bewonderenswaardige effecten mee uit zijn goedheid en vrijgevigheid, en door
het effect van de kracht en onmetelijkheid die het van nature bezit.
V27 20/11/1929 - Dochter van Mijn Wil, je moet weten dat
IK Orde BEN, en daarom zijn al Mijn Werken geordend. Kijk hoe geordend de
Schepping is. Het doel van de Schepping was de mens, maar ik heb de mens niet
als eerste geschapen; als Ik dat had gedaan, zou Ik niet volgens de orde hebben
gehandeld. Waar moet je de mens neerzetten? Waar moet je hem plaatsen? Zonder
de zon die hem verlichtte, zonder het paviljoen van de hemelen die als een ruimte
voor hem zouden fungeren, zonder planten
die hem zouden voeden, was alles wanorde, en Mijn Fiat herschikte en schiep
alles; en nadat ze de mooiste woning had gevormd, schiep Mijn Fiat de mens.
Ik moest de oeroude, wanordelijke aarde van je menselijke
wil laten verdwijnen om de Orde van het Goddelijk Fiat terug te roepen in de
diepte van je binnenste, en dat door de oeroude aarde van je hele wezen te
laten verdwijnen, en de hemelen, zonnen, zeeën van verrassende waarheden opnieuw
te doen verrijzen met hun scheppende kracht. En je weet hoe dit alles tot
rijping kwam door het Kruis, door je van alles af te zonderen, je op aarde te
laten leven alsof het niet de aarde voor je was, maar de Hemel, je altijd in
Mij verzonken te houden, of in de Zon van Mijn Goddelijk Fiat.
V28 2/8/1930 - Ik dacht aan de vele Waarheden die de
gezegende Jezus mij had verteld over Zijn Goddelijke Wil, en die ik, alleen om
te gehoorzamen, op papier had geschreven; en dat sommige mensen, bij het lezen
ervan, niet door deze waarheden worden ingepalmd. Het lijkt mij ook dat ze deze
beschouwen als waarheden waarmee geen rekening moet worden gehouden. Ik voelde hierom
pijn - hoewel ze voor mij op vele Zonnen lijken, de een mooier dan de ander, in
staat zijn om de hele wereld te verlichten. Voor anderen echter lijkt het erop dat
ze niet eens de deugd hebben om het te verwarmen en het een klein beetje Licht te
geven.
V29 6/7/1931 - Aangezien Mijn Goddelijke Wil van nature
deze Voortdurende Handeling bezit, kan ze het regime niet veranderen en wil ze
het ook niet; net zoals ze deze voortdurende Handeling van het Goede aan de Hemel
geeft, zo geeft ze het aan de hele schepping, en aan alle schepselen, want
allen ontvangen hieruit Leven, zijn voortdurende Handeling als deze
voortdurende Handeling ophield, zou het Leven van allen ophouden. Er kunnen
hoogstens veranderingen in effecten zijn, omdat ze handelt in overeenstemming
met ieders aard, en daarom produceert deze voortdurende handeling voor de ene
dit effect, en voor de ander een ander effect. Er zijn er die helaas, terwijl
ze onder de regen zijn van deze voortdurende Handeling van Licht, van Heiligheid,
van Schoonheid en meer, zelfs niet nat, noch verlicht, noch heilig, noch schoon
blijven, en in zichzelf de voortdurende Handeling van het Goede veranderen in
duisternis, in hartstocht, en misschien zelfs in zonde.
|