V16 5/11/1923 - Weet je waar Ik, Jezus, mijn waar
eerherstel vind? In de ziel die leeft in Mijn Goddelijke Wil. Terwijl Ik in
haar hart afdaal, verteer ik onmiddellijk de eigenschappen van de Hostie, omdat
Ik weet dat meer edele eigenschappen, die Mij meer ter harte gaan, klaar staan
om Mij gevangen te houden, om Mij niet uit dat hart te laten gaan, om Mij niet
alleen Leven in zichzelf te geven maar Leven voor het Leven. Ik zal niet alleen
zijn, maar met Mijn Trouwe Gezel. We zullen Twee Harten zijn die samen kloppen,
we zullen verenigd Liefhebben, onze verlangens zullen één zijn. Daarom blijf Ik
in haar, en daar leef Ik, Jezus het Leven, Levend en Echt, net zoals Ik doe in
het Allerheiligste Sacrament.
Maar weet je wat deze eigenschappen zijn, die Ik in de ziel
vind die Mijn Goddelijke Wil doet? Het zijn haar daden gedaan in Mijn Goddelijke
Wil die, meer dan de eigenschappen, zich om Mij heen leggen en Mij gevangen houden,
maar in een Edele en Goddelijke Gevangenis, niet een duistere, omdat haar daden
gedaan in Mijn Goddelijke Wil, meer dan de zon, haar verlichten en verwarmen.
Oh! Wat voel Ik mij gelukkig om Mijn Ware Leven in haar te vormen, omdat Ik het
gevoel heb alsof Ik in Mijn Hemelse Koninklijk Paleis ben. Kijk naar Mij in je
hart - hoe gelukkig IK BEN, hoe Ik geniet en de puurste geneugten voel.
V16 18/2/1924 Kijk, je kent het licht van de zon, dat is
waar. Je ontvangt inderdaad zijn licht en zijn warmte zoveel je wilt; maar er
is veel meer licht dat over en rond je heen straalt - zozeer dat het de hele
aarde vult. Als je meer licht wilde, zou de zon het je geven - zelfs alles. Al
het licht van de zon vertelt je Mijn Ik hou van je, zowel datgene wat
dichtbij is als datgene wat ver weg is. Sterker nog, aangezien het de aarde
bedekt, draagt het de kleine sonate van Mijn Ik hou van je voor jou. En
toch ken je noch de paden die het licht bedekt, noch de landen die het
verlicht, noch de mensen die genieten van de gunstige invloed van de
zonnestraal. Maar ook al weet je niet alles wat het licht doet, je bevindt je
in datzelfde licht, en als je het niet allemaal opneemt, komt dat doordat je
het vermogen mist om het in je op te nemen. Maar desondanks kun je niet zeggen
dat al het licht van de zon niet tegen je zegt: Ik hou van je. Integendeel,
het licht toont meer Liefde, omdat het, terwijl het de aarde binnendringt, aan
allen Mijn Ik hou van je blijft vertellen.
V16 24/5/1924 - De leer van Mijn Goddelijke Wil is meer
dan kristalhelder water dat wordt onttrokken uit de heldere Bron van Mijn Goddelijkheid.
Het is meer dan een stralende zon die verlicht en verwarmt. Het is de meest
heldere spiegel, en wie het grote goed zal hebben om zichzelf te kunnen
weerspiegelen in deze Hemelse en Goddelijke Leer, zal worden bewogen en zal in
zichzelf alle Goede Wil voelen om van zijn (zonde)vlekken gezuiverd te worden,
om in staat te zijn om grote slokken te drinken van deze Hemelse Leer. Laat je daarom
verfraaien met Goddelijke Versieringen.
V17 17/10/1924 - Mijn Liefde voor het schepsel maakt
zichzelf meer dan de zon die Ik schiep in de azuurblauwe hemel; zelfs meer, de
zon die Ik heb geschapen ten behoeve van de menselijke natuur is niets anders
dan de schaduw van Mijn Ware Zon. In feite is het niet de zon van de atmosfeer
die de planten vormt, noch geeft ze hen water om hen niet te laten verdorren;
ook biedt ze niet al die hulpmiddelen die nodig zijn zodat de planten mooi en
sterk kunnen worden en mensen, zelfs als ze blind zijn, van het licht kunnen
genieten. Het doet alleen zijn functie van verlichten en verwarmen, en zo gaat
de zon verder; en als de planten geen water krijgen, kan ze niets doen om de
effecten ervan op hen over te brengen; de planten verdorren zelfs nog meer. Aan
de andere kant, Ik die de Ware Zon van de zielen ben, verlaat ze niet, noch 's
nachts noch overdag. Ik schep Zelf de zielen. Ik geef ze het water van Mijn Genade
om ze niet te laten verwelken; Ik voed ze met het Licht van Mijn Waarheden.
V17 22/1/1925 - Mijn dochter, deze Zon die je ziet in de
intelligentie van Mijn Heilige Mensheid, werd gevormd door Mijn Goddelijkheid,
die Mij begiftigde met de Scheppende Kracht en het Alziende van alle dingen, op
zo'n manier dat Ik, Jezus, de Nieuwe Zon der zielen zou zijn. En net zoals de
zon die Ik schiep voor het goede van de natuur, om de hele aarde te bedekken
met zijn licht, zonder de effecten van zijn licht aan iemand te weigeren,
hoewel hij niet afwijkt van de hemel, maar vanuit zijn centrum de stralen
ontketent die op aarde het goede dat de zon bevat voortbrengt - op dezelfde
manier vormde Mijn Goddelijkheid, zonder van Mij af te wijken, met Zijn
ontoegankelijke Licht, stralen van Licht. En deze Stralen bedekken alles en
iedereen; en Ik bedek op elk moment elke gedachte, elk woord en elke daad van
alle schepselen, en vormde voor Mijzelf een Eeuwige Glorie aan mijn Vader voor
elke gedachte, handeling, woord enz. van alle menselijke generaties. Terwijl
het opklom naar de Hemelse Vader, daalde dit Licht neer om, alsof het in zijn
kracht lag, alle menselijke handelingen te nemen om ze te verlichten, te
verwarmen en te herstellen. Daarom zweeft boven elke menselijke handeling een Licht
dat voortdurend goed aan deze handeling wil doen. Bij Mij was dit natuurlijk.
Jij, Mijn dochter, hebt niet deze kracht om Eén Handeling te maken uit alle
Handelingen, zoals Ik deed. Daarom zal je in Mijn Goddelijke Wil door elke
Straal gaan, één voor één; en beetje bij beetje zal je hetzelfde pad volgen als
Mijn Heilige Mensheid.
V17 4/5/1925 - Ik omvatte je in Mijn Goddelijke Wil, en
daarmee omvatte Ik Mijzelf. Ik omvatte in jou de kennis van Mijn Goddelijke Wil,
zijn geheimen en zijn licht in. Ik vulde je ziel tot de rand. Zozeer zelfs, dat
wat je schrijft niets anders is dan de uitstorting van Mijn Goddelijke Wil dat
je bevat. En hoewel het nu jou alleen dient, en een paar Sprankeltjes van Licht
een paar anderen dienen, BEN IK tevreden omdat het als Licht is, die meer dan de
Tweede Zon, zelf zijn weg zal banen om de menselijke generaties te verlichten
en om de vervulling van Onze Werken tot stand brengen: dat Onze Goddelijke Wil bekend
en bemind zal worden, en dat het als Leven in de schepselen heerst. Dit was het
Doel van de Schepping dit is het begin ervan, en dit zal het middel en het
Einde zijn.
V18 15/8/1925 - Mijn dochter, alle geschapen dingen werden
geschapen voor de mens, en ze lopen allemaal naar de mens. Ze hebben geen
voeten, maar ze lopen allemaal, ze hebben allemaal de beweging, om de mens te
vinden of om gevonden te worden. Het licht van de zon vertrekt vanuit de hoogte
van de hemel om het schepsel te vinden, hem te verlichten en verwarmen.
Het is dus Mijn Goddelijke Wil die constant naar het
schepsel in de geschapen dingen loopt. Het stopt nooit, het is allemaal
beweging in de richting van degene van wie ze zoveel houdt.
V18 12/11/1925 - Het zal gebeuren net als met de zon dat,
omdat het zo'n grote volheid van licht bezit, het gemakkelijk de hele aarde kan
innemen alsof het in haar macht is, ze kan verwarmen, verlichten en bevruchten,
en op een zodanige manier het goede dat het doet door zijn licht te laten kennen
aan de mensen, aan de ene meer, aan de andere minder, door zijn licht naar alle
mensen te brengen. Maar als de zon, in de hoogte van zijn bol, weinig licht gaf,
zou het licht dat naar beneden neerdaalt niet de hele aarde volledig kunnen
verlichten. Hooguit een klein deel van de aarde dat dichter bij de zon draait.
En als Ik aan de zon, die dient om de aarde op natuurlijke wijze te verlichten,
zo'n volheid van licht gaf voor het welzijn van alle generaties, hoeveel meer
wil Ik dat de Zon van Mijn Wil de zielen vult met volheid van licht.
Ze moet de zielen verlichten, hen verwarmen en in hen de
vruchtbaarheid van het zaad van Goddelijke Heiligheid werpen. Net zoals Ik Adam
als het hoofd koos, net zoals Ik een punt in de hemel koos om het centrum van
de zon te fixeren dat de aarde zou verlichten, zo koos Ik, Jezus, jou, Luisa
als het centrum van de Zon van Mijn Goddelijke Wil; en de volheid van Licht
moet zo groot zijn, dat iedereen ervan kan genieten en door dit licht kan
worden omgeven, en ieder het zich eigen kan maken. Dit is waarom jouw Volledige
Handelingen in Mijn Goddelijke Wil nodig zijn, evenals de Kennis die Ik je blijf
manifesteren, om de Volheid van dit Licht te vormen.
Er is geen enkele handeling waarin Ik je niet wil vinden.
Ik zou niet tevreden zijn als Ik je niet zou vinden in Alle handelingen van schepselen
die werden gedaan en zullen worden gedaan. Je zou ook niet kunnen zeggen dat je
Alles in Mijn Goddelijke Wil hebt voltooid - je zou iets missen van het Ware
Leven in Mijn Goddelijke Wil. Wees daarom aandachtig, als je wilt dat de Volheid
van Licht voldoende is om alle volkeren te kunnen verlichten met de Zon van Mijn
Goddelijke Wil. Iemand die iedereen Licht wil geven, moet alles omarmen alsof
hij in één enkele omhelzing is, door zichzelf tot Leven en Vervanging van Alles
en van Iedereen te maken.
V19 9/8/1926 - Mijn Goddelijke Wil doet de ziel recht
groeien, op zo'n manier dat ze niet naar de aarde kan buigen, maar dat ze
altijd naar de Hemel kijkt. Haar voortdurende blik op de Hemel vormt vele
uitademingen van Licht die haar volledig omhullen. Deze wolk van Licht is zo
dik dat, door alle dingen van de aarde te verduisteren, ze deze allemaal doet verdwijnen,
en in ruil alles wat van de Hemel is aan haar weer laat verschijnen. Er kan dus worden
gezegd dat de Hemel hetgeen is wat ze weet, en dat alles wat bij de Hemel
hoort, hetgeen is wat ze liefheeft. Mijn Goddelijke Wil maakt haar stap vast,
daarom is er geen gevaar dat ze zou wankelen, zelfs niet een beetje; en de
prachtige gave van een gezonde rede wordt zo verlicht door het Licht dat haar
omhult, dat ze van de ene Waarheid naar de andere gaat. Dit Licht onthult voor
haar Goddelijke Mysteriën, Onuitsprekelijke Dingen, Hemelse Vreugden.
V19 - 27/5/1926 - Als het licht van de zon deelbaar zou
zijn, hoe lang zou de zon dan weinig licht gegeven hebben, zonder kracht meer te
hebben om de hele aarde te verlichten. Je zou kunnen zeggen: verdeeld licht -
desolate aarde. De zon kan dus de overwinning bezingen en bezit al zijn kracht
en effecten dankzij de eenheid van zijn licht; en als de aarde zoveel
bewonderenswaardige en ontelbare effecten ontvangt, tot het punt dat de zon het
leven van de aarde kan worden genoemd, komt alles voort uit de eenheid van het
licht van de zon, dat na zoveel eeuwen er niet één lichtatoom heeft verloren dat
God hem heeft toevertrouwd, en daarom is de zon altijd triomferend, majestueus,
vast en stabiel in zijn licht, in het
zingen van de lofzangen van de Triomf en de Glorie van het Eeuwig Licht van
zijn Schepper.
Mijn dochter, de zon is het symbool van Mijn Eeuwige Wil;
en als dit symbool de Eenheid van Licht bezit, dan geldt dat nog meer voor Mijn
Goddelijke Wil, die geen symbool is, maar de werkelijkheid van Licht, terwijl
de zon het ontluiken van het Ontoegankelijke Licht van Mijn Goddelijke Wil kan
worden genoemd. En je hebt de onmetelijkheid ervan gezien, en hoe je niet een Lichtbol
ziet zoals de zon, maar een uitgestrektheid, zodanig dat het menselijk oog niet
kan zien waar het eindigt of waar het begint.
|