Wat is er verkeerd met de uitspraken 'God had
hem / haar nodig in de Hemel' of 'Hij neemt alleen het beste' - Russell E.
Saltzman - 16/06/2016 (Aleteia)
Zijn plan is om ons van de dood te redden, niet om
ons met de dood te treffen
Toen ik predikant was in mijn
eerste parochie, stierf een kleine jongen van 10 jaar bij een ongeluk op de
boerderij. Het was mijn eerste begrafenis van een kind. Ik had er daarna veel:
kanker, een hartafwijking bij een 22-uur oude baby, een zesjarige die na een
tonsillectomie een doodbloeding kreeg. Er waren er nog meer. Elk treft mij op
zijn eigen manier. Ik kan me niet alle begrafenissen herinneren die ik in een
periode van 34 jaar heb gehouden, maar toch herinner ik me levendig elk kind.
Ik herinner me vooral de
tienjarige. Hij stond achteraan op een tractor, achter de bestuurdersstoel. De
tractor trok een wagen met pas geoogste maïs en stak een veldbrug over. De brug
bestond uit een verzameling spoorwegbalken die een kleine ravijn overspannen,
als je het een brug zou kunnen noemen. Het was oud, en door de jaren heen
onbeheerd achtergelaten. De brug brak in het midden onder het gewicht en de
jongen tuimelde naar beneden en onder de lading maïs.
Ik haastte me naar de boerderij
en kwam de grootvader van de jongen tegen. Hij was de bestuurder. Hij was
razend. "Godverdomme God; je hebt mijn jongen vermoord. " Het was
Gods schuld.
Ik las vanmorgen een verslag van
een elfjarige, weggevaagd door plotselinge overstromingen in Wichita, Kansas.
Hij was met twee andere jongens en ze trotseerde de wateren. Zijn metgezellen
staken over; hij stak over en verdronk. Terwijl ik dit artikel schreef, enkele
dagen voor publicatie, was zijn lichaam nog steeds niet teruggevonden.
Een buurman die in de zoektocht hielp,
had het allemaal samengevat: De man van hierboven had speciale plannen [voor de
jongen]. We kunnen [God] niet beoordelen waarom hij hem meenam, maar er was een
reden voor." Het was Gods schuld.
Beide reacties zijn zeer
gebrekkig. In verdriet of woede of beiden eisen ze een verklaring voor de dood
van een kind. De ene reactie is woede; de andere is een simplistische verzekering
dat "de grote man boven" zijn redenen had.
Toch leggen beide de
verantwoordelijkheid bij God. God reikte naar beneden en bracht opzettelijk het
water in beroering terwijl de jongen waadde door het water waar twee vrienden
een paar seconden eerder veilig waren doorgekomen, en het was God die de brug
brak. Het verdriet, het verlies, de tranen; de verstikkende pijn en het
vreselijke gevoel van vervreemding van God die we ervaren als we een
onverklaarbare dood, welke dood dan ook, tegenkomen, en natuurlijk wordt ons
verteld dat God daarvan de schuld heeft.
Christenen zouden beter moeten
weten dan "God had die jongen in de Hemel nodig". Ik begrijp een door
ellende gedreven uitbarsting van de grootvader veel gemakkelijker dan het
sentimenteel Het is Gods plan, maar het is net zo verkeerd. God heeft de
mensheid niet geschapen met de dood in gedachten.
Maar Christenen horen dikwijls
deze uitleg. Ik las eens op een begrafeniskaart: "God brak ons hart om
te bewijzen dat hij alleen het beste neemt." Doet God dat? Echt waar? Er
zit hier geen Bijbelse theologie achter.
De dood is de vijand van God, het
is ontketend kwaad in een gevallen wereld, en het is dus ook onze vijand, de
vijand van het eerste geschenk dat God ons geeft, ons vlees. De dood is niet
Gods hulpmiddel om te krijgen wat Hij wil. De dood is een felle,
angstaanjagende tegenstander van God en van ons, en onze angst ervoor voedt
waarschijnlijk veel zonde.
Het is "de laatste
vijand" die gepland staat om vernietigd te worden (1 Kor 15:26) Christus Verrijzenis
brak haar kracht en Hij zal haar verpletteren, vernietigen en onder Zijn voeten
onderwerpen.
Als de dood onze vijand is, is de
dood van Christus aan het Kruis onze overwinning en zijn Verrijzenis onze
rechtvaardiging. Als we genoegen nemen met "het is Gods schuld, maar Hij
heeft een reden", dan komen we nooit bij wat God door Christus belooft te
doen met de vijand van ons vlees. Gods plan is om ons van de dood te redden,
niet om ons zomaar te treffen.
Als het Gods schuld zou zijn, zouden
de zaken erger zijn dan we ons hadden voorgesteld. We zouden ontwapend zijn en
nergens heen kunnen met onze woede en ellende.
Als het Gods schuld zou zijn,
zouden we geen echt geestelijk wapen bij de hand hebben om de aanvallen van
zonde, dood en duivel af te weren.
Als God verantwoordelijk is voor
deze dood, tot wie zouden we dan onze klaagzang kunnen richten, niet wetende of
ze zou worden gehoord? Klaagzang is onze schreeuw, gericht tot de Enige die kan
helpen, en vanuit onze diepe klaagzang - waarbij we ons onvervangbare verlies
voor God benoemen - vinden we daar de hoop op Verrijzenis, de Verrijzenis van
Christus, Gods antwoord op de dood.
Klaagliederen 3:55-57: Uit de
diepte van de put roep ik uw naam, Heer. U hoort mijn stem. Sluit uw oor niet
voor mijn zuchten en mijn hulpgeroep. Altijd als ik roep, bent U nabij, U zegt
mij: Wees niet bang.
|