Dit was de Heiligheid van Mijn Heilige Mensheid op aarde,
en daarom deed het alles, en voor iedereen, zonder een schaduw van eigenbelang.
Eigenbelang neemt het merkteken van Goddelijke Heiligheid weg, daarom kan het
nooit de Zon zijn; hoogstens, hoe mooi het ook is, kan het een ster zijn. Dit
is waarom Ik de Heiligheid van het Leven in Mijn Goddelijke Wil verlang in deze
trieste tijden - deze generatie heeft deze Zonnen nodig, die ze kunnen
verwarmen, verlichten, bevruchten. De onthechting van deze aardse Engelen,
Alles voor het welzijn van anderen, zonder een schaduw van hun eigen zelf, zal
de Weg openen in hun hart om Mijn Genade te ontvangen.
V12 12/12/1917 - Mijn dochter, wil je een vergelijking
van de handelingen die in Mijn Goddelijke Wil zijn gedaan? Kijk omhoog en je zal
de zon zien - een cirkel van licht, met zijn grenzen, zijn vorm. Maar het licht
dat uit deze zon komt, binnen de grenzen van zijn rondheid, vult de aarde en
strekt zich overal uit - niet in een ronde vorm, maar overal waar het aarde,
bergen, zeeën vindt om te verlichten en zijn warmte te vestigen. Zodanig zelfs,
dat met de majesteit van zijn licht, met de gunstige invloed van zijn warmte,
en door het voor iedereen te vestigen, de zon de koning van alle planeten wordt
en de suprematie heeft over alle geschapen dingen.
Dat zijn nu de handelingen die in Mijn Goddelijke Wil werden
gedaan, en nog meer. Terwijl de mens haar handeling uitvoert, is het klein,
beperkt; maar als het Mijn Goddelijke Wil binnentreedt, wordt het immens, wordt
het in allen gevestigd, geeft het Licht en Warmte aan iedereen, het heerst over
alles, het verwerft de suprematie over alle andere handelingen van schepselen -
het heeft Licht over alles.
V12 27/12/1918 - Mijn dochter, waarom schrijf je niet?
Mijn Woord is Licht, en net zoals de zon in alle ogen schijnt, op zo'n manier
dat allen voldoende licht hebben voor al hun behoeften, zo is ook elk van Mijn
Woorden Meer dan een zon, die voldoende Licht kan zijn om elke geest te
verlichten en elk hart te verwarmen. Daarom is elk Woord van Mij een Zon dat
uit Mij komt, die je nu dient. Door het op te schrijven, zal het anderen
dienen. En door niet te schrijven, komt deze Zon in Mij te verstikken, voorkomt
het de uitstorting van Mijn Liefde en Al het Goede dat een Zon zou kunnen doen.
V12 20/2/1919 - De Eeuwige keek naar de Hemelen en bleef
tevreden bij het zien van de immense harmonieën, de communicaties van Liefde
die Hij opende tussen Hemel en aarde. Daarom ging Hij verder, en met Eén enkel
Scheppend Woord schiep Hij de zon, als de voortdurende verkondiger van Zijn
Opperwezen, Hij begiftigde de zon met licht, met warmte, plaatste ze hangend
tussen Hemel en aarde, door een Handeling om alles vast te houden, van
bevruchting, van opwarming, van alles te verlichten. Met zijn zoekend oog van
licht lijkt de zon tegen iedereen te zeggen: 'Ik ben de meest volmaakte verkondiger
van het Goddelijke Wezen. Weerspiegel je in mij, en je zal Hem herkennen. Hij
is een Immens Licht, Hij is Eindeloze Liefde, Hij geeft alles Leven, Hij heeft
niets nodig. Niemand kan Hem aanraken. Kijk goed naar mij, en je zal Hem
herkennen. Ik ben Zijn schaduw, de Weerspiegeling van Zijn Majesteit, Zijn
voortdurende Verkondiger.
V12 25/9/1920 - Mijn dochter, Mijn Waarheid is Licht, en
door ze aan zielen mee te delen, deel Ik Mijn Waarheden met beperkt Licht omdat
ze beperkte wezens zijn. Ze zijn niet in staat om Onmetelijk Licht te
ontvangen. Het gebeurt echter zoals met de zon: terwijl men hoog aan de hemel
een bol van licht ziet, beperkt en welbepaald verspreidt het licht dat eruit komt
de hele aarde, verwarmt en bevrucht ze. Het is onmogelijk voor de mens om de
planten te tellen die bevrucht worden en de landen die verlicht en verwarmd
worden door de zon. Terwijl de mens het in een oogwenk hoog aan de hemel kan
zien, kan hij niet zien waar het licht eindigt, en het goede dat het doet.
Hetzelfde gebeurt met de Zonnen van Waarheid die Ik aan zielen meedeel:
binnenin lijken ze beperkt; maar wanneer deze waarheden naar buiten komen,
hoeveel harten raken ze dan niet? Hoeveel geesten verlichten ze niet? Hoeveel
goeds doen ze niet? Dit is waarom je zag dat Ik een Bol van Licht in je
plaatste: dit zijn Mijn Waarheden die Ik aan jullie meedeel. Wees aandachtig in
het ontvangen van hen, aandachtiger in het meedelen ervan, om koers te zetten
naar het Licht van mijn Waarheden.
V13 6/10/1921 - Als de mens afschuwelijk is in staat van
schuld, is hij ook mooi in staat van genade en het doen van goeds. Het Goede,
hoe klein het ook is, is het Lichtpunt van de mens. Terwijl hij het goede doet,
ondergaat hij een Hemelse, Engelachtige en Goddelijke Transformatie. Zijn Goede
wil sleept zijn hele wezen naar één enkel punt; daarom is het Goede de
gedachte, het woord, de hartslag, de beweging, de stap - alles is Licht, binnen
en buiten hem. Zijn lucht is geurend en vitaal; en wie hem benadert, plaatst
zichzelf in veiligheid. Hoe mooi, gratievol, aantrekkelijk, liefdevol, treffend
is de ziel in Genade, in het doen van het Goede. Zozeer zelfs, dat Ik zelf
verliefd blijf. Elk Goeds dat hij doet, is nog een schakering van Schoonheid
die hij verwerft; het is een grotere Gelijkenis met zijn Schepper, waardoor hij
wordt onderscheiden als Zijn Kind; het is een Goddelijke Kracht die hij in de
circulatie brengt. Al het Goede dat hij doet is een woordvoerder tussen Hemel
en aarde; zij zijn de koeriers, de elektrische draden die de communicatie met
God onderhouden.
V13 4/11/1921 - Mijn enige doel bij het scheppen van de mens
was dat hij in alles Mijn Goddelijke Wil zou doen. Maar hiermee wilde Ik nieuwe
Geboorten van Mezelf in bestaan brengen. Ik wilde van de mens een
ontzagwekkend Wonder maken, Mij waardig en volledig gelijk aan Mij. Maar
helaas! De eerste die zich tegen Mij opstelde, was de menselijke wil.
Kijk eens - alles wordt tussen twee gedaan: je hebt ogen,
maar als je geen extern Licht had dat je verlicht, zou je niets kunnen zien. Je
hebt handen, maar als je niet de dingen had die nodig zijn om Werken te maken,
zou je niets vormen; en zo met al de rest. Dit is hoe Ik Heiligheid wil in de
mens - tussen hem en Mij, tussen ons tweeën; Ik aan de ene kant en hij aan de
andere kant; Ik geef Mijn Leven en communiceer Mijn Heiligheid aan de mens als zijn
trouwe metgezel, en hij, die het ontvangt als Mijn trouwe en onafscheidelijke Metgezel.
Op deze manier is hij het oog zijn dat ziet, en Ik de Zon die de mens Licht
geeft;...
V13 12/11/1921 - De Heiligheid in Mijn Goddelijke Wil zal
gesymboliseerd worden door de zon. De zon is er altijd geweest en zal er altijd
zijn; en hoewel het een begin had met het verlichten van de wereld, aangezien
het Licht is dat zijn oorsprong heeft in Mijn Eeuwig Licht, kan worden gezegd
dat ze geen begin heeft. De zon doet allen goed, zij strekt zich met haar licht
tot allen uit; ze maakt voor niemand een uitzondering. Met zijn majesteit en
zijn heerschappij heerst ze over alles en geeft leven aan alles, zelfs aan de
kleinste bloem - maar in stilte, zonder lawaai en bijna onopgemerkt. O! als een
plant iets kleins zou doen, een schaduw van wat de zon doet, warmte geven aan
een andere plant, zouden allen het als een mirakel uitroepen. Iedereen zou het
willen zien en er met verbazing over praten. De zon die alles leven en warmte
geeft en een voortdurende mirakel is, daar praat niemand over; er is geen
verbazing. En dit gebeurt omdat de mens zijn ogen altijd beneden en op aardse
dingen gericht houdt - nooit hoog en op Hemelse dingen.
De Heiligheid in Mijn Goddelijke Wil, gesymboliseerd door
de zon, zal uit het middelpunt van Mijn Heiligheid komen. Het zal een Straal
zijn, gegeven door Mijn Heiligheid, die geen begin kent. Daarom zullen deze
zielen die in Mijn Heiligheid bestonden. Ze bestaan en zullen blijven bestaan.
Ze waren samen met Mij in het Goede dat Ik deed; ze gingen nooit uit de Straal
waarin Ik ze Licht heb gegeven. Omdat ze nooit van Mijn Goddelijke Wil zijn
afgeweken, heb Ik Mij met hen vermaakt, en dat doe Ik nog steeds. Mijn vereniging
met hen is permanent. Ik zie ze boven alles zweven; menselijke steunpilaren
bestaan voor hen niet, net zoals de zon nergens op leunt - hij leeft hoog
alsof hij geïsoleerd is, maar met zijn licht omsluit hij alles in zichzelf.
Hetzelfde geldt voor deze zielen: ze leven hoog net als de zon, maar hun Licht daalt
neer naar de diepste bodem en strekt zich uit tot alles.
Wat een genade voor jou om het te weten! Om de Eerste te
zijn, zoals de Zonnestraal, die uit het Centrum van Mijn Heiligheid komt,
zonder er zich ooit van los te maken! Een grotere Genade kon Ik je niet geven
een meer ontzagwekkend Mirakel kon Ik niet in je bewerken. Wees aandachtig,
Mijn dochter, Mijn Straal, elke keer dat je Mijn Goddelijke Wil binnengaat en erin
handelt, gebeurt het alsof de zon het glas raakt: er worden vele zonnen in
gevormd. Op dezelfde manier herhaal je Mijn leven zoveel keren; je
vermenigvuldigt Mijn Leven, je geeft nieuw Leven aan Mijn liefde.
V13 19/11/1921 - Stel je een kamer voor waarin de luiken
gesloten zijn: hoeveel zonlicht er ook buiten is, de kamer blijft altijd in het
donker. Het openen van de luiken betekent dat je licht wilt hebben. Maar dit is
niet genoeg, als men geen gebruik maakt van het licht om de kamer opnieuw te
ordenen, af te stoffen, er aan het werk te gaan, bijna om het licht dat men
krijgt niet te doven en zichzelf ondankbaar te maken. Op dezelfde manier is het
niet genoeg om de wil te hebben om de Waarheden te kennen, als men in het Licht
van de waarheid dat hem verlicht hij niet probeert zich van zijn zwakheden af
te stoffen en zichzelf opnieuw te ordenen in overeenstemming met het Licht
van de Waarheid dat hij kent en samen met het Licht van de Waarheid, aan het
werk gaat en er zijn eigen Substantie van maakt, op zo'n manier dat het Licht
van de Waarheid dat hij heeft geabsorbeerd voort kan schijnen uit zijn mond,
uit zijn handen en uit zijn houding. Het zou dan zijn alsof hij de Waarheid
doodde; en door het niet in praktijk te brengen, zou het zijn alsof hij in
totale wanorde voor het Licht blijft. Arme kamer, vol licht, maar helemaal
rommelig, ondersteboven en in totale wanorde, en iemand die er niet de moeite
neemt om het opnieuw te ordenen zou die er geen medelijden mee hebben? Zo
iemand kent de Waarheden en brengt ze niet in praktijk.
Weet echter dat eenvoud in alle Waarheden de eerste Voeding
is. Als de Waarheden niet eenvoudig waren, zouden ze geen Licht zijn en zouden
ze niet in de menselijke geest kunnen doordringen om ze te verlichten; en waar geen
Licht is, kunnen geen objecten worden onderscheiden. Eenvoud is niet alleen Licht,
maar is als Lucht die iemand inademt die, hoewel het onzichtbaar is, aan alles adem
geeft; en als er geen lucht was, zouden de aarde en iedereen zonder beweging
blijven. Als de Deugden, de Waarheden dus niet het kenmerk van eenvoud dragen,
zullen ze zonder Licht en zonder Lucht zijn.
V13 22/12/1921 - Hij verdween. Maar later kwam Hij terug
en voegde eraan toe: Zou je Me kunnen vertellen waarom de zon de hele aarde
verlicht? Omdat ze veel groter is dan de aarde; en aangezien ze groter is,
heeft ze het vermogen om de hele omtrek van de aarde in zijn licht te
omsluiten. Als ze kleiner was, zou ze maar een deel ervan verlichten, niet
alles. Kleinere dingen worden dus omhuld en geabsorbeerd door grotere dingen.
Mijn Goddelijke Wil is de grootste van alle Deugden; daarom
blijven alle Deugden klein en verloren in Mijn Goddelijke Wil. Sterker nog, voor
de deugd van Heiligheid van Mijn Goddelijke Wil, beven de andere deugden in
eerbied voor Mijn Goddelijke Wil. En als de deugden denken dat ze iets groots
doen zonder in contact te staan met de Heiligheid en Kracht van de deugd van Mijn
Goddelijke Wil, zien ze dat ze niets hebben gedaan; en om ze het merkteken van Deugden
te geven, BEN IK gedwongen ze in de Onmetelijke Zee van Mijn Goddelijke Wil
onder te dompelen. Mijn Goddelijke Wil overtreft niet alleen alles, maar het
geeft de verschillende schakeringen van Schoonheid aan de Deugden. Ze plaatst
op hen de Goddelijke schakeringen, de Hemelse Glans, het verblindende Licht. Als
de Deugden dus niet worden bedekt door Mijn Goddelijke Wil, kunnen ze goed
zijn, maar niet mooi met die schoonheid die Hemel en aarde in vervoering
brengt, betovert en bekoort.
V13 30/1/1922 - Ah! Mijn dochter, de Waarheid is Licht,
en Licht verspreidt zich vanzelf; maar om ervoor te zorgen dat het zich
verspreidt, is het noodzakelijk om het bekend te maken - de rest zal ze zelf
doen. Anders zal ze samengedrukt blijven, zonder het Goede te kunnen verlichten
en de koers te volgen die ze wil. Wees daarom aandachtig en belet Mij niet om
het Licht van Mijn Waarheden te verspreiden.