Evalueer je spiritueel leven met deze basisvragen – Philip Kosloski 10/10/2020 (Uit: Aleteia)

De enige manier waarop we vooruitgang kunnen boeken in het spirituele leven is door er een eerlijke evaluatie van te maken.

Dikwijls is een van de grootste obstakels voor spirituele vooruitgang onze eigen trots. We groeien niet in Heiligheid omdat we geen ruimte voor verbetering zien.

We moeten onszelf eraan herinneren dat Jezus Christus de Enige was die volmaakt was, en dat we allemaal verbleken in vergelijking met Hem.

Zijn voorbeeld moet ons aansporen om naar grootsheid te streven en niet tevreden te zijn met onze onvolkomenheden.

Een manier om vooruit te komen in het spirituele leven is door het te evalueren. Dit vereist een behoorlijke hoeveelheid tijd om je leven te overlopen en te zien welke specifieke gebieden verbetering behoeven.

De H. Franciscus van Sales biedt ons in zijn Inleiding tot het devote leven een reeks vragen die we onszelf moeten stellen als we zo'n evaluatie doen. Deze vragen zijn bedoeld als een springplank voor verdere reflectie, waardoor we onszelf in het juiste licht kunnen zien en dan concrete besluiten kunnen nemen om onze relatie met God te verbeteren.

1. Wat is het aspect van uw hart met betrekking tot doodzonde? Bent u vastbesloten het nooit meer te begaan, wat er ook gebeurt? En heb je dit voornemen behouden vanaf het moment dat je het voornemen voor de eerste keer gemaakt hebt? Daarin ligt het fundament van het geestelijk leven.

2. Wat is jouw standpunt met betrekking tot Gods geboden? Zijn ze acceptabel, licht en gemakkelijk voor je?

3. Hoe sta je tegenover je dagelijkse zonden? Niemand kan er iets aan doen om zo nu en dan iets te plegen; maar zijn er geen waar je in het bijzonder toe geneigd bent ze te plegen, of erger nog, een werkelijke voorkeur en zich eraan vastklampen?

4. Met betrekking tot spirituele oefeningen: vind je ze leuk om te doen en waardeer je ze? of matten ze je af en zijn ze een kwelling voor je? Waar voel je je het meest of het minst toe geneigd, Gods Woord te horen of te lezen, erover te mediteren, te bidden, God te aanroepen, te biechten, je op de H. Communie voor te bereiden en te communiceren, je neigingen te beheersen, enz.? Wat vind je van al deze dingen het meest lastig? En als je merkt dat je hart tot geen van deze dingen geneigd is, onderzoek dan de oorzaak, ontdek vanwaar de onwil komt.

5. Wat betreft God Zelf: vindt je hart het heerlijk om aan God te denken, hunkert het naar de zoetheid ervan? Voel je een zekere bereidheid om van Hem te houden, en een duidelijke neiging om van Zijn liefde te genieten? Schep je er behagen in om stil te staan bij de onmetelijkheid, de goedheid, de tederheid van God? Wanneer je wordt ondergedompeld in je bezigheden en de  ijdelheden van deze wereld, komt de gedachte aan God je dan als iets aangenaams over? Accepteer je het graag en geeft je je eraan over, en richt je hart zich met een soort van verlangen tot Hem?

6. Wat betreft daden - heb je Gods zichtbare glorie in je hart en vind je het heerlijk om alles te doen wat je kunt om Hem te eren? Degenen die van God houden, zullen het heerlijk vinden om Zijn Huis te versieren en te verfraaien. Bent je er zich van bewust dat je ooit iets heeft opgegeven wat je leuk vond, of dat u iets dat je verzaakt hebt voor Gods zaak? Wat heb je ooit opgegeven omwille van Gods Liefde?