Was Jezus' naam echt Jezus? Door Daniel Esparza
(Uit: Aleteia)
De Evangeliën, vroegchristelijke teksten en
historici uit de late oudheid noemen Hem "Iesous" (een Griekse
transliteratie van de oorspronkelijke Hebreeuwse naam "Joshua"), maar
enkele schijnbare discrepanties in de Evangeliën zelf zouden licht kunnen
werpen op deze vraag.
Alle moderne geleerden die de
oudheid bestuderen (of op zijn minst een grote meerderheid van hen) zijn het
erover eens dat Jezus historisch bestond, dat hij een Galilese Jood was die
door Johannes de Doper werd gedoopt en onmiddellijk daarna zijn eigen bediening
begon. Ze zijn het ook eens wanneer ze beweren dat hij, heel erg à la Socrates,
mondeling predikte, 'Rabbi' werd genoemd en zelf geen schriftelijke documenten
achterliet. De meeste van deze geleerden beweren ook dat Jezus werd
gearresteerd, geoordeeld en geëxecuteerd door de Romeinse autoriteiten. Kortom,
archeologisch, historisch, bibliografisch en wetenschappelijk onderzoek beweert
dat er een historische figuur was met de naam Jezus die ongeveer 2000 jaar
geleden leefde.
Maar was Zijn naam werkelijk
Jezus? Terwijl alle Evangeliën, vroegchristelijke teksten en geschiedschrijvers
uit de late oudheid in feite naar hem verwijzen als "Iesous" (een
Griekse transliteratie van de oorspronkelijke Hebreeuwse naam
"Joshua"), kunnen enkele schijnbare discrepanties in de evangeliën
zelf licht werpen op deze vraag.
Laten we eens kijken naar de Evangeliën
van Matteüs en Lucas.
Het Evangelie van Matteüs begint
met een genealogie van Jezus bij van Abraham begint, via David, tot aan Jozef,
waardoor Jezus wordt voorgesteld als een lid van het Huis van David. Matteüs
geeft echter ook aan dat Jozef niet de natuurlijke vader van Jezus is. Er is
maar één gelegenheid in het Evangelie van Matteüs waarin naar Jezus wordt
verwezen als 'de zoon van de timmerman' (zie Matteüs 13:55). Integendeel, zijn Evangelie
zegt duidelijk dat Maria met Jozef was verloofd toen hij haar 'zwanger van de
Heilige Geest' vond. Jozef stond op het punt hun verloving te verbreken toen er
in zijn dromen een Engel aan hem verscheen die de goddelijke oorsprong van het
kind onthulde. De tekst zelf luidt (zie Matteüs 1:22-23):
Maar waarom zegt de Engel tegen
Jozef dat hij het kind "Jezus" moet noemen, als de profetie duidelijk
zegt: "zij zullen Hem Emmanuel noemen"? Er lijkt hier enige algemene
verwarring bij de Engelen aan de gang te zijn, aangezien de Engel in het Evangelie
van Lucas ook tegen Maria zegt dat ze het kind Jezus moet noemen (zie Lucas 1:30-31):
De Engel zei tegen haar:
"Wees niet bang, Maria. Je hebt genade gevonden bij God. Je zult zwanger
worden, een zoon baren en hem Jezus noemen. "
Begrepen de Engelen de profetie dan helemaal
verkeerd?
Niet noodzakelijk. Er is een
verschil tussen Hem aanroepen ("ze zullen zijn naam Emmanuel noemen")
en Hem benoemen ("je moet hem de naam Jezus geven"). Om deze
schijnbare puzzel op te lossen, moeten we de naam Immanuel en de Bijbelse
traditie erachter nader bekijken.
De eerste keer dat de naam
Immanuel in de Bijbel verschijnt, is in het boek Jesaja, in de hoofdstukken 7
en 8. De naam hier heeft echter op het eerste gezicht geen enkele messiaanse
betekenis. Het verschijnt gewoon tussen andere namen, als een teken van Gods
bescherming over het Huis van David in oorlogstijd. Om een lang verhaal kort
te maken (het is inderdaad een lang, vaak verwarrend verhaal), toen het Koninkrijk
Juda in oorlog was met twee andere naburige koninkrijken, nam Jesaja de zoon
van Koning Achaz, Shear-Jashub, mee en verzekerde hem dat zijn vijanden niet
zouden zegevieren. De naam Shear-Jashub is een symbolische naam, aangezien het
letterlijk vertaalt dat "een rest zal terugkeren", wat impliceert dat
niet al zijn soldaten zouden omkomen in de strijd, of dat zijn volk niet zou
worden verpletterd door de vijand. Jesaja verwijst ook naar een ander kind, het
zijne, genaamd "Maher-Shalal-Hash-Baz", ook een symbolische naam die
"haast je naar de buit" betekent. Daarna wordt een derde kind genoemd
in deze teksten, Immanuel genaamd:
Toen antwoordde
Jesaja: Luister, huis van David. Is het niet genoeg de mensen te tergen? Moet
u nu ook mijn God tergen? Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge
vrouw is zwanger, zij zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen. Boter
en honing zal hij eten, totdat hij in staat is om het kwade te verwerpen en het
goede te kiezen. (Jesaja 7:13-15)
Hoewel
er discussie is over wat de profeet bedoelde, leggen de rabbijnse traditie en
sommige geleerden uit dat hij erop wees dat elke jonge vrouw die tijdens de
oorlog zwanger was, het zou kunnen overleven, en dat de naam "God is met
ons" een dankbaar gebaar is voor Gods bescherming in moeilijke tijden. Het
Evangelie van Matteüs begrijpt deze tekst echter anders, door Jesaja's tekst te
lezen als een profetie van de komst van de Messias, de Menswording van God,
letterlijk God is met ons.
Waarom de naam Jezus
dan?
De
naam Yeshua (de oorspronkelijke vorm van de Hebreeuwse naam, die zelf een
afleiding is van de vroegere Yehoshua) was relatief populair in Judea in de
tijd van Jezus. Men vindt in de werken van Flavius Josephus, de historicus uit
de eerste eeuw, minstens 20 verschillende personen die Iesous heetten. Ook is Hij
niet het eerste personage dat Yeshua (Joshua) in de Bijbel wordt genoemd (zoals
het boek Jozua in het Oude Testament). De naam betekent etymologisch "God
redt", "Jahweh is redding", "Yah redt." Dit is
inderdaad de naam die alle Evangeliën gebruiken om naar Jezus te verwijzen.
Betekent dit dat
Jezus twee namen had? Een middelnaam misschien?
Wel,
ook dat is niet het geval. Een Jood in Jezus tijd had maar één naam, soms
gevolgd door ofwel "zoon van" en de naam van de vader (zo verwijst
Filippus naar Jezus, "Jezus zoon van Jozef uit Nazareth" in het
Evangelie van Johannes) of door de geboorteplaats van de persoon ( zoals in
Marcus 10:47, "Jezus van Nazareth").
Het antwoord is dat
"Immanuel" eerder een titel is dan een naam, precies zoals
"Christus".
Jesaja's
tekst legt ook uit dat de Messias "Wonderbare Raadgever, Machtige God,
Eeuwige Vader, Vredevorst zal worden genoemd" (Jesaja 9: 6). Jeremia zegt
expliciet dat "de Koning die wijs zal regeren" zal worden genoemd:
"De Heer is onze gerechtigheid." Dat zijn natuurlijk geen echte
namen. Dit zijn eerder attributen die beschrijven wie de Messias is. In het
Hebreeuws betekenen "zo geroepen worden" en "zijn" vaak
hetzelfde, dus "Immanuël genoemd worden" betekent uiteindelijk dat
"Hij de God zal zijn die met en onder ons leeft". Van nature is hij
de Immanuel. Bij Zijn naam is Hij Jezus, de naam boven alle namen (vgl.
Filippenzen 28:11).
|