Lessen over vreugde van een invalide Heilige
Philip Kosloski 25/9/2020 (Uit: Aleteia)

De
Zalige Hermann van Reichenau had een gespleten gehemelte, hersenverlamming en
spina bifida, maar hij was de vrolijkste monnik in het klooster.
Lichamelijke
gezondheid is zo'n hoog aangeschreven doel in de moderne samenleving dat als we
ziek of ernstig gehandicapt worden, het verleidelijk is om het leven op te
geven. We kunnen in de verleiding komen om in wanhoop te groeien en te klagen
over het verlies van onze fysieke vermogens.
Om
dezelfde reden worden veel kinderen bij wie een handicap wordt vastgesteld,
helaas verworpen en door velen als een ongeluk beschouwd.
Toch
laat één Heilige ons zien dat onze lichamelijke gezondheid onze geestelijke
gezondheid niet mag dicteren en dat we nog steeds vreugde kunnen behouden te
midden van ons lijden.
De
Zalige Hermann "de kreupele" leefde in de 11e eeuw en was voorbestemd
om te mislukken. In een tijdschrift uit het begin van de 20e eeuw, getiteld De
maand, wordt het vroege leven van Hermann verteld.
Hermann
was de zoon van de Graaf van Altshausen en werd geboren op 18 juli 1013. Hermann
was zwaar kreupel en inderdaad misvormd "in de uiterlijke mens", zegt
zijn vriend en biograaf Berthold... Want de ledematen van de kleine jongen
waren zo afschuwelijk verwrongen dat hij zichzelf niet van deze plek naar die
plek kon verplaatsen; kon zelfs nauwelijks zitten in de stoel die ze voor hem
hadden gemaakt; zelfs zijn vingers waren bijna te zwak en te gewrongen om te
schrijven; zelfs zijn mond was blijkbaar misvormd, en zijn lippen en tong
vormden woorden die nauwelijks begrepen konden worden.
In
heidense werelden zou het kind op de bergen zijn achter gelaten en zou het zijn
omgekomen.
Toch
gaven zijn ouders Herman niet op en vertrouwden hem toe aan een nabijgelegen Duits Benedictijns
klooster in Reichenau. Het is opmerkelijk dat de monniken hem accepteerden en
buitengewoon geduld met hem hadden en hem de diepten van religie, wetenschap en
wiskunde leerden.
Tegen
alle verwachtingen in werd Herman een geleerde. Niet alleen dat, hij was de
gelukkigste monnik in het klooster!
Deze
man, niet in staat om te lopen, te zitten, goed te liggen; die zich nog nooit
in zijn leven op zijn gemak had gevoeld; was gretig om te schrijven, en met
vingers die hem weinig dienden was hij vol ideeën, die hij moest stamelen door
middel van 'nauwelijks verstaanbare klanken', verzamelt Hermann alle
bijvoeglijke naamwoorden die je het minst zou verwachten. Van veel van het
Latijn van zijn biograaf is moeilijk helemaal zeker te zijn: maar hier is er
geen mogelijkheid tot vergissing.
[Hij]
was lucundus; aangenaam, sociaal, zou je kunnen zeggen. Amabilis,
benevolus: vriendelijk, makkelijk om mee te praten; hilarissimus,
altijd lachend
Tota alacritate festivus: hij haastte zich om opgewekt
te zijn: je geeft geen dergelijk commentaar over een mens die maar zelden
opgewekt is!
Hij toonde zich attent voor iedereen en was flexibel in omgang,
zozeer zelfs dat iedereen van hem hield.
Het
voorbeeld van Hermann van Reichenau laat ons duidelijk zien dat vreugde nooit
gebaseerd mag zijn op lichamelijk welzijn. We kunnen (en moeten) blij zijn,
zowel in goede als in slechte tijden, bij ziekte en gezondheid.
Hermanns
vreugde was uitsluitend gebaseerd op Jezus Christus, en hij vond het geweldig
om te leven! Het leven was voor Herman een geschenk en hij bracht zijn 41 jaren
op aarde door om die vreugde te uiten.
Deze
vreugde kwam zelfs tot uiting in enkele van de meest populaire hymnen van de Katholieke
Kerk. Er wordt gezegd dat de Zalige Hermann van Reichenau het 'Salve Regina',
'Veni Sancte Spiritus' en 'Alma Redemptoris Mater' componeerde.
Het
leven van de Zalige Hermann is echt opmerkelijk, en zijn verhaal moet worden
gehoord in onze moderne wereld, waar we zo'n behoefte hebben aan echte en blijvende
vreugde.
|