HET KROONTJE VAN HET KIND JEZUS
Bij het kruisje:
Glorie aan de
Vader, de Zoon en de H. Geest, zoals het was in het begin, nu en altijd en in
alle eeuwen der eeuwen.
Op elk van de drie
eerste kralen:
En het Woord is vlees
geworden, en het heeft onder ons gewoond. Onze Vader
..
Op elk van de 12
volgende kralen:
1. De
aankondiging aan Maria
2. Het bezoek van Maria aan Elisabeth
3. De geboorte van Jezus te Bethlehem
4. De aanbidding van de herders
5. De besnijdenis en naamgeving
6. De opdracht in de tempel
7. De aanbidding van de wijzen
8. De vlucht naar Egypte
9. Het verblijf als vreemdeling in Egypte
10. De terugkeer uit Egypte
11. Het verblijf in Nazareth
12. Jezus wordt teruggevonden in de tempel
Slotgebed:
Heer Jezus, U
bemint met voorliefde alle kinderen, alle armen en kleinen.
Wij vertrouwen volledig op U een willen een leven leiden dat U aangenaam is.
Betoon ons Uw barmhartigheid, laat ons ons onophoudelijk groeien naar Uw Woord
en maak ons sterk in het goede.
Wees een betrouwbare Vriend voor alle kinderen en wijs ons Uw weg van Leven.
AMEN.
Geschiedenis
In de jaren 17e
E leefde er in Praag een vrome prinses genaamd Polyxena van Lobkowitz. Ze was
afkomstig van Spanje en was de weduwe van een Katholiek Boheems edelman die de
hoogste ambten in het keizerrijk bekleed had. Als overtuigd aanhangster van de
Kerk en de keizer had ze de katholieke regenten van de koning in haar paleis
opgevangen nadat ze werden vervolgd, wat haar kwam te staan op confiscatie van
al haar bezittingen door de protestanten. Op een dag in 1628 bracht ze een
bezoek aan de paters karmelieten en overhandigde hen een bekoorlijk wassen
beeldje, dat het Kindje Jezus voorstelde. Het was ongeveer 50 cm hoog, gekleed
met een wijd opengeslagen mantel en met een kroon op het hoofdje. Het hief de
rechterhand zegenend omhoog, terwijl de linkerhand een wereldbol met een kruis
vasthield.
« Ik geef u
wat mij het dierbaarst is », zei de prinses. « Vereer het
goddelijk Kind en het zal u aan niets meer ontbreken. » Het beeldje
kwam van de Spaanse familie van de prinses, die het als huwelijksgeschenk
gekregen had van haar moeder.
De paters waren erg
erkentelijk voor het cadeau en gaven het een ereplaats in de bidkapel van hun
noviciaat. En de woorden van de prinses kwamen uit : nauwelijks werd het Kindje
Jezus in het klooster geëerd, of de keizer herinnerde zich zijn beschermelingen
in Praag. Hij zond hen de nodige ondersteuning en legde bij decreet een
jaarlijkse gift vast. Datzelfde jaar bracht de wijngaard van het klooster een
uitzonderlijk grote opbrengst voort.
In 1630 brak er
opnieuw een godsdienst Uit voorzorg verplaatsten de karmelieten hun noviciaat
naar München, maar in de haast en de koortsachtige drukte werd het miraculeus
beeldje vergeten... Praag viel ten prooi aan de Prostestanten. Pas in 1637 keerde een pater terug uit ballingschap naar Praag. Deze karmeliet was
nog een novice toen prinses Polyxena het Kindje Jezus geschonken had. Van bij
het begin had hij er een grote verering voor opgevat omdat zijn gebeden tot het
goddelijk Kind hem bevrijd hadden van een aanhoudende geestelijke dorheid en de
verleiding om het klooster te verlaten. Hij was binnen de gemeenschap dan ook
de grote promotor van de devotie tot het Kindje Jezus geweest.
Bij zijn terugkomst
was hij diep onder de indruk van de verdwijning van het beeldje en onmiddellijk
vroeg hij aan de overste de toelating om ernaar op zoek te gaan. Het kostte
pater Cyriel veel tijd, maar uiteindelijk vond hij de kostbare schat terug. Hij
mocht het beeldje ter verering in het koor van de kapel opstellen en vroeg in
een persoonlijk gebed aan het Goddelijk Kind om het klooster, de stad en heel
het land onder zijn bescherming te nemen.
Meteen werden zijn
gebed verhoord. Praag ontsnapte aan een nieuwe protestantse invasie. De zegen
van God daalde neer over het klooster en bracht rust en vrede. Vol
erkentelijkheid beloofde pater Cyriel het Kindje Jezus dat hij het steeds meer
zou vereren en overal zijn apostel zou zijn.
« HEB
MEDELIJDEN MET MIJ EN IK ZAL MEDELIJDEN MET JOU HEBBEN »
Toen de karmeliet
op een keer geknield tot het Jezuskind bad, hoorde hij plots een stem : « Heb
medelijden met mij en ik zal medelijden met jou hebben. Geef mij mijn handen
terug en ik zal je vrede schenken. Hoe meer je mij vereert, hoe meer gunsten ik
je zal verlenen. » Pater Cyriel begreep het niet onmiddellijk, tot hij
zag dat het beeldje, dat met een mantel bekleed was, geen armen meer had.
Hij wilde het
beeldje herstellen, maar er was geen geld. En hij kreeg tegenstand van de
prior. Maar pater Cyriel gaf niet op en bad tot het Kindje Jezus dat plots zei :
« Plaats mij bij de ingang van de sacristie. Er zal iemand komen die
medelijden met mij zal hebben. »
De pater haastte
zich om aan het verzoek te voldoen. Een uur later kwam een man langs in de
kerk. Hij zag het beeldje naast de sacristiedeur, bekeek het zorgvuldig en...
bood aan om het op zijn eigen kosten te laten repareren !
De man in kwestie,
een zekere Daniël Wolf, verkeerde in een hachelijke situatie. Hij had veel
schulden gemaakt en werd door zijn schuldeisers voor de rechter gedaagd ;
bovendien leefde hij op zon gespannen voet met zijn echtgenote dat hij ten
einde raad een scheiding overwoog. Maar vanaf het moment dat hij toezegde de
restauratie te betalen, kwam alles in orde : hij kreeg van de keizerlijke
administratie een aanzienlijk bedrag uitbetaald voor bewezen diensten en de
vrede keerde terug in zijn huishouden. Er volgden nog vele mirakels.
De karmelieten
besloten daarop om het volledig herstelde beeldje te vereren in een speciale
kapel. Die bevond zich achter de kloosterkerk, binnen in het slot van de
paters. Ondertussen echter was het wedervaren van Daniël Wolf in heel Praag
bekend geraakt.
De paters begrepen
dat het miraculeuze beeldje een vaste plaats moest krijgen in de kloosterkerk
zelf. Net op dat moment kregen zij een genereus aanbod van een welgestelde
barones, die door het Goddelijk Kind verhoord was geweest : zij wilde een
prachtig altaar voor het beeldje bekostigen. De geestelijken gingen verheugd op
het voorstel in en op 14 januari 1644, op het feest van de Heilige Naam Jezus,
droeg de prior de eerste mis op het nieuwe altaar op.
In 1647 was een
eerste kopie van het miraculeus beeldje vervaardigd. De Praagse prior liet het
overbrengen naar Solnitz (nu Solnice), een stadje op 100 km van de hoofdstad.
Daar werd het al snel een bron van opzienbarende wonderen, te beginnen met de
bekering van de protestantse bevolking in dat deel van Bohemen.
Al vlug was er een
toenemende vraag naar kopieën. Beeldjes in was of in hout werden, na aanraking
met het oorspronkelijk beeldje, overal heen gezonden. Missionarissen droegen er
zelfs mee naar India en China. Schilderijen, prenten en medailles werden bij
duizenden verspreid. Overal opende het Goddelijk Kind wijd zijn handjes om
zegeningen en weldaden te verlenen. De geschiedenis bevestigt het : daar waar
het Kindje Jezus van Praag, in welke reproductie ook, vereerd wordt,
ondervinden de gelovigen op zeer merkwaardige en zichtbare wijze zegen en heil.
Ondertussen bleek
de oorspronkelijke kapel van het Jezuskind, bij het binnenkomen van de kerk
links, steeds meer een ongelukkige locatie te zijn : de dichte drommen
bedevaarders blokkeerden letterlijk de toegang. In 1741 besloten de paters
daarom tot een verhuis van het beeldje naar het midden van het kerkschip, aan
de rechterkant. Daar is het dat men het Kindje Jezus van Praag tot op vandaag
kan vereren, als een kostbaar kleinood gevat in een schitterend altaar uit
1776.
Paus Benedictus XVI
bracht in september 2009 een apostolisch bezoek aan de Tsjechische republiek,
waarbij hij ook de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van de Overwinning aandeed. Hij
schonk bij die gelegenheid een magnifieke gouden kroon, die sindsdien door het
Kindje Jezus gedragen wordt.
https://nl.crc-resurrection.org/heiligen/van-de-oudheid-tot-de-19de-eeuw/het-kindje-jezus-van-praag.html
Het Kind Jezus kleedt zich aan volgens de kleuren van
de liturgische tijden
Een greep uit de
vele gewaden van het Kind Jezus:
WIT - Kleur van
glorie, zuiverheid en heiligheid - in paas- en kerstperiode.

ROOD - De kleur van
bloed en vuur - voor de Goede Week, Pinksteren en het Feest van het Heilig
Kruis

VIOLET - Kleur van
berouw - voor de periode van advent en vasten.

GROEN - De kleur van
leven en hoop - tijdens de liturgische tijd door het jaar (de meest voorkomende
kleur)

Op de dag van het
kroningsfeest van het Kind Jezus worden gewaden met koninklijke gewaden en de
hermelijnen mantel gebruikt. Bij speciale gelegenheden worden ook andere
kleuren gebruikt:
Kind Jezus met de hermelijnen mantel
ROZE - Kleur van
gedempte vreugde - kan worden gebruikt voor de derde zondag van de advent en de
vierde zondag van de vastentijd

GOUD - vakantiekleur
- kan in de plaats komen van andere kleuren

BLAUW - Soms
gebruikt als feestelijke kleur, vooral voor maritieme feesten.

Kind Jezus met een geborduurde mantel uit China
|