Luisas
gebed voor zielen samen met Maria, en Ze geven hen het Bloed van Jezus
uittreksel van het 7de uur uit de 24 uren van het Lijden van Onze
Heer Jezus Christus
Jezus tot Luisa: O kind, hoeveel zielen ontsnappen Mij met
geweld en vallen in de eeuwige ondergang! Hoe kan mijn smart ooit worden
verzacht, als ik zoveel van één enkele ziel houdt, als van alle zielen samen?
Inleidend
gebed (elke dag te bidden): Mijn Mama, ik kom naar U in
de Goddelijke Wil in de naam van allen omdat Jezus zielen wil Hij wil troost.
Geef mij daarom uw moederlijke hand, en laat ons samen rondtrekken over de hele
wereld, zoekend naar zielen. Laten we in Zijn Bloed de genegenheden, de
verlangens, de gedachten, de werken, de stappen van alle schepselen insluiten,
en laten we de vlammen van Zijn Hart in hun zielen werpen, zodat zij zich
kunnen overgeven, en dus, ingesloten zijn in Zijn Bloed en getransformeerd in
Zijn vlammen. We zullen ze bij Jezus brengen, om Zijn bitterste pijn te
verzachten.
Mijn Engelbewaarder gaat ons voor; ga heen en zorg dat de
zielen dit Bloed ontvangen, zodat geen één druppel achterblijft zonder zijn
overvloedig effect. Mijn Mama, schiet op, laat ons rondgaan! Ik zie de blik van
Jezus die ons volgt; ik hoor Zijn herhaalde snikken, en Hij wil onze taak
versnellen.
Zondag: En
hier zijn we, Mama, bij de eerste stappen reeds bij de deur van de huizen waar
de zieken liggen. Hoeveel ledematen met pijn; hoeveel die in de wreedheid van
de spasmen god lasteren en proberen hun leven te benemen. Anderen worden door
allen in de steek gelaten en hebben niemand die hen een woord van troost biedt
of de nodige hulpmiddelen, en zo zweren en wanhopen ze nog meer. Ach, Mama, ik
hoor de snikken van Jezus, die toekijkt, beledigingen ontvangt voor de liefde
die Hij zendt om de zielen te laten lijden om ze op Hem te laten lijken.
O alstublieft, laat ons hen Zijn Bloed geven, opdat het hen
de noodzakelijke hulpmiddelen kan toedienen en met het licht van Zijn Bloed ze
het goede kunnen begrijpen dat in het lijden ligt en de gelijkenis met Jezus
die ze verkrijgen. En U, mijn Mama, sta hen bij en raak hun lijdende ledematen
aan met uw moederlijke handen als een toegewijde moeder om hun pijn te
verzachten. Neem hen in uw armen, en stort van uw Hart stromen genade over al
hun pijn.
Houd gezelschap bij de verlatenen; troost de getroffenen.
Degenen die de noodzakelijke middelen missen, beschikken over genereuze zielen
om hen te helpen. Doordring degenen die wrede spasmen te lijden krijgen, met
rust en respijt, zodat ze verlicht zijn en met meer geduld hetgeen verdragen
wat Jezus voor hen beschikt.
Maandag: Laten
we verder rondgaan, en laten we de vertrekken van de stervenden binnen gaan.
Mijn Mama, wat een verschrikking! Hoeveel zielen die op het punt staan in de
Hel te vallen! Hoeveel zielen die na een leven van zonde, de laatste smart aan
dat Hart geven, dat herhaaldelijk doorboord, door hun laatste zucht te koelen
met een daad van wanhoop.
Er bevinden zich vele demonen rond hen, die in hun hart
angst aanjagen voor het goddelijk oordeel, en daarom een laatste strijd voeren
om hen naar de Hel te leiden. Ze zouden de helse vlammen willen ontketenen om
deze zielen erin te hullen en hoop in de kiem te smoren. Anderen zijn verstrikt
in de banden van deze wereld en kunnen niet berusten om de laatste stap te
zetten. Alstublieft, O Mama, deze momenten zijn extreem, ze hebben veel hulp
nodig. Ziet U niet hoe ze beven, hoe ze kronkelen temidden van pijnkrampen, hoe
ze vragen om hulp en om medelijden? De aarde is voor hen reeds verdwenen!
Heilige Moeder, leg uw moederlijke hand op hun ijskoud
voorhoofd; ontvang hun laatste zuchten. Laten we het Bloed van Jezus aan elk
van de stervenden geven, zodat het Bloed de demonen op de vlucht jaagt, en hen
allen beweegt om de laatste Sacramenten te ontvangen en ze een goede en heilige
dood tegemoet gaan. Laten we hen de doodsstrijd van Jezus, Zijn kussen, Zijn
tranen, Zijn wonden geven als troost. Laten we de touwen verbreken die hen
verstrikken; laten we iedereen het woord van vergeving horen, en laten we
zoveel vertrouwen in hun hart stellen, zodat ze zich in de armen van Jezus
laten vallen. Wanneer Jezus over hen oordeelt zal Hij ze bedekken met Zijn
Bloed, en in Zijn armen vinden, en zo zal Hij Zijn vergeving schenken aan
allen.
Dinsdag: Laten
we verder rondgaan, O Mama. Laat uw moederlijke blik met liefde op de aarde
vallen en wees ontroerd tot medelijden met de vele arme schepselen die dit
Bloed nodig hebben. Mijn Mama, ik voel me gedwongen om mij te haasten door de
zoekende blik van Jezus, omdat Hij zielen wil. Ik hoor Zijn gekreun in het
diepst van mijn hart en het zegt me: Mijn kind, help Me, geef Me zielen!
Maar kijk, O Mama, hoe de aarde vervuld is van zielen die
op het punt staan in zonde te vervallen, en Jezus barst in tranen uit door het
zien dat Zijn Bloed nieuwe heiligschennissen lijdt. Er zou een wonder moeten
gebeuren om hun val te voorkomen; laten we daarom hen het Bloed van Jezus
geven, zodat ze de kracht en de genade vinden in het Bloed om niet in zonde te
vallen.
Nog een stap, O Mama, en hier zijn de zielen die reeds in
schuld zijn gevallen, en die een hand willen om weer op te staan. Jezus houdt
van hen, maar Hij kijkt hen met afschuw aan, omdat ze bedekt zijn met modder en
Zijn pijn wordt intenser. Laten we hen het Bloed van Jezus geven, zodat ze de
hand kunnen vinden die hen weer doet opstaan. Zie O Mama, dit zijn de zielen
die dit Bloed nodig hebben, zielen die dood zijn voor genade. O, hoe
betreurenswaardig is hun staat! De Hemel kijkt hen aan en huilt van verdriet;
de aarde kijkt naar hen met afkeer; alle elementen zijn tegen hen en zouden hen
willen vernietigen, omdat ze vijanden zijn van de Schepper.
Alstublieft, O Mama, het Bloed van Jezus bevat leven, laten
wij het dus aan hen geven, zodat deze zielen bij de aanraking van het Bloed
weer kunnen opstaan en mooier kunnen oprijzen, zodat de hele Hemel en de hele
aarde glimlachen.
Woensdag: O
Mama, laten we verder gaan. Zie, er zijn zielen die het teken dragen van
verderf; zielen die zondigen en wegrennen van Jezus; ze beledigen Hem en
wanhopen aan Zijn vergeving. Dit zijn de nieuwe Judassen, verspreid onder de
hele aarde, die dat verbitterd Hart van Jezus doorboren. Laten we hen het Bloed
van Jezus geven, opdat het Bloed hun teken van verdoemenis mag wissen en het
teken van heil mag aanbrengen. Moge het in hun hart zon vertrouwen en liefde
na de zonde brengen, dat ze naar de voeten van Jezus lopen en zich aan deze
goddelijke voeten vasthouden, om nooit meer te verlaten.
O Mama, kijk er zijn zielen die zich naar de verdoemenis
begeven, en er niemand om hen te stoppen. O alstublieft, laten we dit Bloed
voor hun voeten plaatsen zodat bij de aanraking van het Bloed, bij het licht en
de smekende stemmen die hen willen redden, ze zich kunnen terugtrekken en zich
op het pad van de zaligheid kunnen begeven!
Donderdag: O
Mama, laten we verdergaan. Kijk, er zijn goede zielen, onschuldige zielen, in
wie Jezus Zijn genoegen en Zijn rust vindt in de schepping. Maar er bevinden
zich schepselen rond hen met veel valstrikken en beledigingen, om hun onschuld
af te pakken, en het genoegen en rust van Jezus te veranderen in geween en
bitterheid, alsof ze geen ander doel hebben dan voortdurend leed te veroorzaken
aan het Goddelijk Hart.
Laten we daarom hun onschuld verzegelen en omringen met het
Bloed van Jezus, als een verdedigingsmuur, zodat de zonde in hen niet kan
binnendringen. Het Bloed doet allen die hen wilden besmetten vluchten, en zo
worden ze vlekkeloos en zuiver bewaard, zodat Jezus door hen Zijn rust en al
Zijn genoegen in de schepping kan vinden en uit liefde voor hen kan Hij worden
ontroerd tot medelijden met vele arme schepselen.
Mijn Mama, laten we deze zielen in het Bloed van Jezus
brengen; laten we hen helemaal binden met de Heilige Wil van God. Laten we hen
in Zijn armen plaatsen en hen binden aan Zijn Hart met de zoete ketenen van
Zijn liefde, om de bitterheid van Zijn doodsstrijd te verzachten.
Maar luister, O Mama, dit Bloed schreeuwt het uit en wil
nog meer zielen. Laten we ons samen haasten en naar de gebieden van de ketters
en van de ongelovigen gaan. Hoeveel verdriet voelt Jezus in deze gebieden. Hij,
die het leven van allen is, krijgt zelfs geen klein liefdesgebaar terug; Hij is
niet gekend door Zijn eigen schepselen.
Alstublieft, O Mama, laten we hen dit Bloed geven opdat het
de duisternis van onwetendheid en van ketterij mag verjagen. Laat ze begrijpen
dat ze een ziel hebben en open de Hemelen voor hen. Laten we ze dan allemaal in
het Bloed van Jezus brengen. Laten we hen naar Hem leiden, zoals veel
weeskinderen en verbannen kinderen, die hun Vader vinden, en zo zal Jezus zich
getroost voelen in Zijn bitterste doodsstrijd.
Vrijdag: Maar
Jezus lijkt nog niet tevreden te zijn, omdat Hij nog meer zielen wil. Hij voelt
dat de stervende zielen van deze gebieden uit Zijn armen worden gerukt en dat
ze in de Hel vallen. Deze zielen gaan nu hun laatste zucht uitblazen en vallen
in de afgrond. Niemand is bij hen om hen te redden. De tijd is kort, de
momenten zijn tot het uiterste gedreven. Ze zullen zeker verloren gaan!
Nee, Mama, dit Bloed zal niet nutteloos vergoten zijn voor
hen; laten we daarom vlug naar hen toegaan; laat ons het Bloed van Jezus over
hun hoofd gieten, zodat het hen kan dienen als doopsel en hen doordringen van
geloof, hoop en liefde. Ga bij hen, O Mama; geef hen wat ze missen. Meer nog,
laat U zien. Op uw gezicht schijnt de schoonheid van Jezus; uw manieren zijn
allemaal vergelijkbaar met de Zijne; en daarom zullen zij, door U te zien,
zeker in staat zijn om Jezus te leren kennen.
Druk ze vervolgens aan uw moederhart, doordring ze van
Jezus leven, dat U bezit; vertel ze, als hun Moeder dat U wil dat ze eeuwig
gelukkig zijn met U in de Hemel, en als ze hun laatste zucht uitblazen, ontvang
hen in uw armen, en laat ze overgaan in die van Jezus. En als Jezus, volgens de
rechten van Gerechtigheid, laat zien dat Hij ze niet wil ontvangen, herinner
Hem dan aan de liefde waarmee Hij hen aan U heeft toevertrouwd aan de voet van
het Kruis. Neem uw rechten als Moeder op, zodat Hij uw liefde en gebeden niet
kan weerstaan, en terwijl Hij uw Hart tevreden maakt, zal Hij ook Zijn vurige
verlangens tevreden stellen.
En nu, O Mama, laten we dit Bloed nemen en het aan allen
geven: aan de ellendigen, dat ze mogen troost ontvangen; aan de armen, dat ze
zich kunnen neerleggen bij hun armoede; aan hen die bekoord worden opdat zij
de overwinning behalen; aan de ongelovigen, opdat de deugd van Geloof in hen
triomfeert; aan de godslasteraars, opdat zij de lasteringen tot zegeningen
mogen maken; voor de priesters, opdat zij hun missie mogen begrijpen en
waardige dienaren van Jezus worden. Raak met dit Bloed, hun lippen aan, opdat
zij geen woorden zeggen die niet tot eer van God strekken; raak hun voeten aan,
zodat ze kunnen vliegen om op zoek te gaan naar zielen om naar Jezus te leiden.
Zaterdag: Laten
we dit Bloed aan de leiders van de volkeren geven, zodat ze kunnen verenigd
kunnen worden onder hen, en zachtheid en liefde voelen voor hun onderdanen.
Laten we nu in het Vagevuur vliegen, en laat ons het Bloed ook aan de arme
zielen geven, omdat ze zoveel schreeuwen om dit Bloed en het opeisen voor hun
bevrijding. Hoort U hun gekreun, hun verlangens naar liefde, de martelingen
niet, en hoe ze zich voortdurend aangetrokken voelen tot het Hoogste Goed? Kijk
hoe Jezus ze zelf sneller wil zuiveren om ze bij Zich te hebben. Hij trekt hen
aan met Zijn liefde, en zij geven Hem voortdurende opwellingen van liefde. Maar
als ze zich in Zijn aanwezigheid bevinden, zijn ze niet in staat om de
zuiverheid van Zijn goddelijk blik te verdragen, en worden ze gedwongen om zich
terug te trekken en opnieuw in de vlammen te duiken!
Mijn Mama, laten we neerdalen in deze diepe gevangenis en
het Bloed over hen uitstorten, laten we hen licht brengen; laat ons hun
verlangens naar liefde kalmeren; laat ons het vuur dempen dat hen verbrandt;
laat ons hun vlekken zuiveren; en hen zo bevrijden van elke pijn. Zo zullen ze
in de armen vliegen van het Hoogste Goed! Laten we dit Bloed geven aan de meest
verlaten zielen, opdat zij in het Bloed goedkeuring vinden dat de schepselen
hen ontzeggen.
Laten we aan allen, O Mama, dit Bloed geven; laten we geen
van allen het Bloed ontzeggen, zodat ze allen verlichting en bevrijding kunnen
vinden. Wees Koningin in deze gebieden van geween en geweeklaag; strek uw
moederlijke handen uit en haal ze één voor één uit deze ondraaglijke vlammen en
laat ze allemaal naar de Hemel vliegen. En laten ook wij nu naar de Hemel
vliegen; laten we aan de poorten van de eeuwigheid staan en sta mij toe, O
Mama, om dit Bloed ook aan U te geven, voor uw meerdere glorie. Moge dit Bloed
U overstromen met nieuw licht en met nieuwe tevredenheid. En laat dit licht
neerdalen voor het heil van alle schepselen, om aan iedereen genade en redding
te geven.
Slotgebed
(elke dag te bidden): Mijn Mama, geef dit Bloed ook aan mij; U
weet hoezeer ik het nodig heb. Herstel me volledig met uw moederlijke handen
door dit Bloed; en terwijl U me herstelt, mijn vlekken zuivert, mijn wonden
geneest, mijn armoede verrijkt; laat dit Bloed in mijn aderen stromen en geef
me opnieuw het hele leven van Jezus.
Moge het neerdalen in mijn hart en het veranderen in Zijn
Hart. Moge het mij zo verfraaien dat Jezus heel Zijn tevredenheid in mij vindt.
Laten we eindelijk de hemelse gebieden betreden, O Mama, en dit Bloed aan al de
Heiligen en al de Engelen geven, zodat ze meerdere glorie kunnen ontvangen, in
dankbaarheid naar Jezus kunnen gaan, en voor ons bidden, zodat we hen kunnen
bereiken krachtens dit Bloed. En nadat we dit Bloed aan iedereen hebben
gegeven, laten we opnieuw naar Jezus gaan.
Engelen, Heiligen, kom met ons mee. Ach, Hij zucht voor
zielen. Hij wil ze allemaal Zijn Mensheid laten binnengaan, om aan allen de
vruchten van Zijn Bloed te geven. Laten we hen allen rond Hem komen, en Hij zal
Zich hersteld voelen, en terugbetaald voor de bitterste pijn die Hij heeft
geleden. En nu, Heilige Mama, laten we alle elementen roepen om Hem gezelschap
te houden, opdat ook zij Jezus kunnen eren.
O licht van de zon, om de duisternis van deze nacht te
verdrijven, om Jezus te troosten. O sterren, met uw flikkerende stralen, kom
naar beneden en bied Jezus troost. Bloemen van de aarde, kom met jullie geuren;
vogels, kom met jullie gezang; kom alle elementen van de aarde om Jezus te
troosten. Kom, O zee, om Jezus te verfrissen en te wassen. Hij is onze
Schepper, ons leven, ons Al. Kom jullie allen om Hem te troosten, om Hem te eren
als onze Soevereine Heer. Maar ach, Jezus zoekt geen licht, sterren, bloemen of
vogels. Hij wil zielen, zielen!
Hier zijn ze, O mijn lieve Goedheid, allen tezamen met mij.
Uw lieve Mama is dicht bij U alstublieft rust in Haar armen. Ook Zij zal
troost ontvangen door U aan Haar schoot te drukken, omdat Ze voor een groot
deel gedeeld heeft in uw smartelijke doodsstrijd. Magdalena is hier ook; Maria
is hier, en al de liefhebben de zielen van alle eeuwen. Alstublieft, O Jezus,
accepteer ze en zeg een woord van vergeving en liefde aan allen. Bind ze
allemaal aan uw liefde, zodat niet nog een ziel aan U zal ontsnappen!
|