DROOGTE
Deze Bijbeltekst sloeg ik puur
toevallig open deze morgen:
Het volk vraagt de Heer om hulp Jeremia 14:19-22:
De inwoners van Juda zeggen: Wij
hoopten op vrede, we hoopten dat het goed zou komen. Maar er kwam geen vrede,
alleen maar angst. Heer, waarom het U ons zo zwaar gestraft dat het niet meer
goed kan komen? Mogen wij uw volk niet meer zijn? Mogen wij uw volk niet meer
zijn? Mag Jeruzalem uw stad niet meer zijn? Heer, we weten dat we slechte
mensen zijn, net als onze voorouders. We wijn niet trouw geweest aan U. Maar
laat Uw volk niet in de steek, Heer. Laat iedereen zien hoe machtig U bent. En
bescherm U heilige tempel. U hebt ons toch beloofd dat U onze God zou zijn?
Vergeet Uw belofte niet! Die waardeloze goden van andere volken kunnen niet voor
regen zorgen. En regen komt ook niet vanzelf uit de lucht. U zorgt voor
regen, Heer, onze God, en ook voor alle dingen. Daarom hopen wij op Uw hulp,
Heer.
Kaarten van www.meteo.be:

Evolutie van toestand in Belgie van de droogte van 29/5 - 6/8 en voorspelling tot 10 dagen verder



Opinie Lode Vanoost uit: dewereldmorgen.be 29/5/2020
Het ziet er niet goed uit voor
deze zomer. Bovenop de coronapandemie en de onzekerheid over onze
vakantiekansen komt een enorme droogteperiode op ons af. Landbouw
en industrie, de grote gebruikers, zijn er niet gerust in, maar ook de gewone
burger moet zich zorgen maken. Minder water verbruiken betekent immers veel
meer dan minder water verbruiken.
Wat voorafging, wat erna komt
Op zich zijn meer dan dertig
dagen zonder regen niet zo uitzonderlijk, hoe bijzonder wij dit, als permanente
klagers over de regen, ook aanvoelen. Het is niet bepaald een regelmatig
verschijnsel, maar zeer uitzonderlijk is het al evenmin. Men kan er echter niet
naast kijken, dergelijke droogteperiodes doen zich de voorbije jaren meer en
meer voor. Dit keer is de aanhoudende droogte uitzonderlijk lang, nooit eerder
gezien sinds weermetingen bestaan. Rond 1850 zijn wereldwijd de eerste
systematische en gecoördineerde weerwaarnemingen gestart, op basis van
vergelijkbare parameters, zoals de universele Fahrenheit- en Celsius-thermometers.
Kaart: www.meteo.be
De impact van een langer dan
normaal regenloze periode hoeft niet noodzakelijk erg te zijn. Veel hangt
immers af van wat er aan voorafgaat én van wat erna komt. Een extreem droge
lente na een natte winter of een natte zomer na een droge lente, het kan
allemaal. Deze keer blijkbaar niet. De grondwatertafel onze grotendeels
enige waterreserve stond reeds abnormaal laag voor deze droge periode begon.
Bovendien worden nog meer droge periodes verwacht.
Maar zelfs met een natte winter
ervoor en/of een natte zomer erna is een droogteperiode in de lente altijd
schadelijker voor boer en tuinder dan een droogteperiode in de zomer of in de
winter. De lente is immers de groeiperiode voor zaailingen en planten, voor de
bloemzetting op fruitbomen etc. Ook in de vrije natuur is het nu dat nieuwe
zaden kiemen en dat doorlevende planten de reserves opbouwen om later op het
jaar zaad te vormen voor hun noodzakelijke voortplanting.
Een vroege droogteperiode net
wanneer de aarde opwarmt (ik heb het hier over de grondstof aarde, niet de
planeet) en alles wat bloeit en groeit laat met andere woorden zijn sporen na
voor de rest van het jaar, zelfs als dat jaar verder normaal verloopt. De
vraag is ondertussen wat normaal nog betekent in tijden van
klimaatverandering.
Géén reserves voor mindere periodes
In de landbouw lost men
tijdelijke watertekorten op door te pompen uit de grondwatertafel, beken en
kleine waterlopen. Industriële sectoren zoals de textiel en de chemie pompen al
hun water op uit de bodem. Op bouwwerven wordt grondwater opgepompt om de
bouwput droog te houden. Dat water wordt ongebruikt en nutteloos in de
riolering dus naar de zee geloosd.
In tegenstelling tot ons aanvoelen in een land
van permanente regen in normale tijden hebben wij en dan vooral het
lager gelegen Vlaanderen nooit grote reserves. Het grootste deel van het
regenwater vloeit hier terug de zee in. De bevolkingsdichtheid, de intensieve
landbouw, de enorme ondoorlaatbare oppervlakte aan wegen, pleinen, opritten,
parkings, bedrijfscomplexen geven het water niet meer de kans om in de bodem te
sijpelen.
Het kan raar klinken maar er zijn
wel degelijk droge landen met grotere waterreserves dan België. Meer nog dan de
regelmaat van regenval telt immers de hoeveelheid water die in de bodem,
vijvers en meren gestockeerd zit. In de lage landen is de nuttige opslagruimte
in de bodem zeer klein. Het gevolg is dat er zelfs na zeer overvloedige regens
toch zeer snel terug watertekort optreedt tijdens een langere periode zonder
neerslag.
Landbouw en gazons
Bomen, struiken en grassen houden
met hun bladerloof de verdamping van oppervlakkig bodemwater tegen en hun
wortels vormen de bodem om tot een waterspons. De moderne grootschalige
landbouw heeft dit natuurlijk evenwicht volledig verstoord en het landschap
veranderd in kale monotone vlaktes zonder enige bescherming tegen erosie door
wind en zon.
Hierboven staat dat grassen de
plantenfamilie der Poaceae (vroeger Gramineae) waaronder ook alle graansoorten
uitstekende beschermers zijn tegen droogte. Hoera voor het gazon (en voor
tarwevelden)? Helaas niet. Gazons en dan vooral de klassieke korte gazons
zijn zowat de meest onnatuurlijke vorm van plantaardige bodembedekking die men
zich kan indenken.
Natuurlijke grasvlakten zijn een
samengaan van ontelbare soorten grassen, klavers, bloemen, die niet gemaaid
worden. Er zijn over de hele wereld meer dan 12000 soorten Poaceae. Onze
gazons daarentegen zijn monotone oppervlaktes met slechts enkele grassoorten
die volgens de publiciteit goed bestand tegen beloop zijn, mosbestendig
e.d.
Dode tapijten
Onze gazons zijn in werkelijkheid
een permanente aanslag op de natuur. Een kort gazon is een tegennatuurlijk
fenomeen. Elke permanente monocultuur van één gewas op dezelfde plaats, zoals
ons gazon, leidt tot bodemverarming. Elke plant haalt uit de bodem immers
alleen die elementen die hij nodig heeft. De natuur houdt met zijn mengeling
van soorten alles in evenwicht. Verarmde bodems zijn op hun beurt veel
gevoeliger voor droogte.
Om dat probleem van verarming op
te lossen hebben we een oplossing: bemesting. Gaat ons gras dan weer te welig
tieren kunnen we er gelijk ook groeiremmers bijvoegen. Absurder kan niet. De
hedendaagse rage van robotmaaiers maakt dit alles nog erger. Door je gras
dagelijks kort te houden wordt elk insectenleven vernietigd. Kort gazon is een
dood tapijt.
Dat korte gras laat de zon
doordringen tot op de bodem die vervolgens nog sneller uitdroogt met bruine
kale plekken tot gevolg, tenzij je overvloedig gaat gieten op gazon dat je
vervolgens toch kort wil houden. Doe je dat niet, dan droogt niet alleen je
gazon snel uit, ook de bodem eronder wordt zo hard als beton waardoor de
verhoopte regen na een lange droogteperiode nog minder kan indringen en
grotendeels afvloeit, terwijl natuurlijke graslanden net ideaal zijn om
regenwater ter plaatse te houden.
Hoe geraken we hier uit?
Eerst en vooral moeten we ons
beginnen afvragen of we echt wel uitgestrekte grasvelden nodig hebben (ik richt
me hier uiteraard niet tot appartements- of stadsbewoners). Het is niet de
bedoeling een gazonverbod te gaan bepleiten. Een klein gazon mag best (met de
nadruk op klein), net genoeg om buiten te kunnen zitten. Dat kleine gazon
hoeft bovendien niet kort gemaaid te worden om aangenaam te zijn. Maaien op de
hoogste stand van je grasmaaier geeft een veel zachter tapijt om op te liggen
(én houdt de bodem vochtiger).
Je weet het vooraf uiteraard
niet, maar ik wacht altijd enkele dagen na elke regenperiode voor ik beslis te
maaien (of niet). Het resultaat is vooral nu merkbaar. Ik merk trouwens dat
meer en meer mensen dit inzien en hun gazon de vrije loop laten. Boterbloemen,
klavers en madeliefjes zijn de eerste gasten die er van profiteren en gelijk
meer insecten aantrekken (en nogmaals, je gazon en je bodem langer vochtig
houden).
Een gekend tegenargument van
sommige liefhebbers van korte gazons is dat hun extra waterverbruik toch
peanuts is in vergelijking met landbouw en industrie. Deze twee sectoren zijn
inderdaad met afstand de grootste waterverbruikers. Zij produceren echter de
voeding en de producten die wij allen aankopen. Een andere landbouw en
strengere regels voor waterverbruik door de industrie ligt voor de hand. Hun
productie is onlosmakelijk verbonden met onze consumptie.
Waterverspilling is essentieel
voor déze
economie
In feite hebben wij een diepgewortelde cultuur
van waterverspilling. België, en dan vooral Vlaanderen, heeft nooit
geïnvesteerd in waterstockage, regen viel er toch altijd?! De landbouw is nog
steeds volledig georganiseerd rond massaproductie van enkele gewassen die veel
water nodig hebben. Het volstaat te kijken naar landen die altijd droog waren
of ervaring hebben met lange droogteperiodes als natuurlijk fenomeen om te zien
hoe het anders kan: andere, minder droogtegevoelige gewassen, kleinere
oppervlaktes van dezelfde soort, irrigatie, waterreservoirs, mengvormen van
droge en natte teelten.
Grote landbouwbedrijven schermen
graag met hun inspanningen voor een milieuvriendelijk beleid, maar de kern van
de zaak is dat massaproductie van voedsel per definitie onnatuurlijk is. De
echte reden waarom zij alternatieve teelten en teeltmethodes niet overwegen is
heel eenvoudig. Dan zijn oogsten met enorme machines niet meer mogelijk.
Kleinschalige landbouw is niet zo winstgevend (dit klopt in ieder geval
niet). Als ze eerlijk zouden zijn zouden de voorstanders van grootschalige
industriële landbouwbedrijven bevestigen dat kleinschalige, ecologische
landbouw de winsten veel meer verdeelt over de boeren en over de verbruikers.
Grootschalige landbouw is daarentegen in hoofdzaak een systeem om winsten te
concentreren in zo weinig mogelijke handen.
Water besparen betekent onvermijdelijk ook
minder vlees eten. De hoeveelheid
water nodig voor vlees voor één persoon is verschillende malen groter dan de
hoeveelheid nodig voor dezelfde hoeveelheid plantaardig voedsel. Dan hebben we
het nog niet op het oppervlaktebeslag en de vervuiling van het grondwater door
overbemesting met de mestafval van honderdduizenden gekweekte dieren. De
chemie, het paradepaardje van de Belgische industrie, is nog een andere
waterslokop. Daarna volgt de textielsector en de papierfabricage.
Alleen in de textielsector is het gebruik van water de voorbije jaren drastisch
gedaald.
Frisdrank en flessenwater
Niets is echter absurder dan de
productie van dranken. Softdrinks zijn in wezen een methode om goedkoop water
(voor de producent) te mengen met wat suiker, smaakstoffen en koolzuurgas en
die dan peperduur aan de klant te verkopen. Enorme reclamebudgetten gericht op
de jeugd, die zijn consumptiegewoontes nog moet vormen, doen de rest. Coca-Cola
verkoopt geen met suiker verzadigd water maar jeugd, leven, genieten en
vooral zonnen. Het woord frisdrank werd ergens in de jaren 1950 uitgevonden
om de illusie te creëren dat softdrinks verfrissend zouden zijn.
Het door de overheidsbedrijven geproduceerde én
goedkope kraantjeswater is in de lage landen zowat het gezondste wat men kan
drinken. Vooral in België
wordt die investering in kwaliteit jammer genoeg tenietgedaan in heel wat
steden door de verouderde transport- en huisleidingen. Maar zelfs dan is water
in flessen zowat de meest geniale marketingtruc van de voorbije decennia.
Het moet anders, het kan anders
Landbouw, industrie én de burgers
moeten zich realiseren dat het zo niet verder kan. Water is leven. Mensen
kunnen zonder vast voedsel wekenlang overleven. Zonder water houdt zelfs de
taaiste mens het geen 48 uur uit, voor hij/zij definitieve schade oploopt of
erger. (De ironie van de door de reclame gesponsord gezond leven is dat al
die sportieve afgetrainde lichamen het minder lang zonder water kunnen trekken,
maar dit terzijde.)
Boven op dit alles gaat de te
verwachten druk op ons kostbare water deze zomer nog toenemen als meer Belgen
in eigen land blijven, hun dagelijkse douche nemen, hun zwembad laten vollopen.
Meer vakanties thuis tijdens warmere en drogere zomers zet meer mensen aan om
een eigen zwembad te hebben. De verkoop swingt de pan uit. Na de boom van
openbare zwembaden van de jaren 1960 en 1970 hebben gemeenten en steden echter
net het omgekeerde gedaan. Ze hebben zwaar gedesinvesteerd in hun openbare
zwembaden.
Mensen stimuleren om geen eigen
zwembad te vullen met drinkbaar water, dat trouwens in de nazomer door de
chloor totaal onbruikbaar wordt geloosd, spreekt niet tegen dat overheden terug
moeten investeren in openbare zwembaden, die veel zuiniger werken en betere
faciliteiten hebben om hun water terug te zuiveren.
Langetermijnvisie
Alleen de overheid kan dit
oplossen op voorwaarde dat ze gedreven wordt door een langetermijnvisie voor
duurzame waterhuishouding. Van commerciële bedrijven kan je niet verwachten dat
ze hun verdiensysteem gaan opgeven, al hun groene reclame ten spijt. Dit
betekent onder meer investeren in nieuwe transportleidingen, subsidies voor
renovatie van de leidingen in de woningen en investeren in waterreservoirs,
steunmaatregelen voor het bouwen van regenputten voor elke woning én voor
bedrijven. Daarnaast is een grondige omvorming van landbouw en industrie nodig
naar andere productiemethodes en naar andere producten en voedselgewassen.
Minder water verbruiken betekent
met andere woorden veel meer dan minder water verbruiken. Dit vergt nadenken
over een ander industrieel bestel, over een andere landbouw, over andere
voedingsgewoontes en over andere vormen vrijetijdsbesteding.
Zoals hierboven al gezegd zijn de
gewone mensen niet de grootste boosdoeners. Het is niet eerlijk alleen hen te
culpabiliseren terwijl de landbouw en industrie ongemoeid worden gelaten. Er is
echter wel een zeer gegronde reden voor de mensen om toch uit eigen beweging
veel zuiniger om te springen met water. Zo creëer je moreel gezag om een
grondige aanpak van het overheidsbeleid af te dwingen.
Het verleden heeft voldoende
aangetoond dat kennis niet noodzakelijk leidt tot inzicht of tot actie. De
droogte die er nu aankomt werd al jaren voorspeld. Toch lieten Vlaamse en
federale regeringen het betijen. Alleen de druk van publieke opinie kan hier
iets aan veranderen.
Wie in de stad of sociale
appartementen leeft en zich de luxe van een eigen tuin niet kan permitteren zal
zich niet bepaald aangesproken voelen door dit artikel. Terecht. Zij hoeven
zich niet in te tomen om kamerplanten (en als je er een hebt, terrasplanten) te
gieten naar believen. Dit geldt trouwens ook voor al wie een groententuin heeft
in plaats van een gazon. Je thuis gekweekte sla en tomaten verbruiken
véél minder water dan hun industrieel gekweekte soortgenoten.
Deze beschouwing is een eerste
aanzet tot een reeks artikels door mensen met ervaring over deze droogteperiode
en over de bredere sociale en economische oorzaken en remedies voor de nog te
verwachten droogteperiode(s).
|