Een
artikel van Pro Vita magazine Gezin & Leven - mei 2020
Dit
wilde ik u niet onthouden, commentaar van mij
De
voordelen van een groot gezin
Met 3 kinderen wordt een gezin vandaag als kroostrijk
beschouwd. Wat een contrast eigenlijk met hen die 5 of 10 kinderen verwelkomen.
Of wat denken van het gezin van de H. Catharina van Siena: zij was de 23ste
van 25 kinderen! Natuurlijk zijn niet alle families geroepen tot zon
buitengewone roeping, maar als Catharinas ouders niet zo gul waren geweest,
zou deze grote heilige nooit geboren geweest zijn. Vandaag heerst er echter
heel wat angst of weerstand tegenover grote gezinnen.
Drie
kinderen is kroostrijk. In deze tijd moet je door de band om rond te komen met
twee gaan werken. Als je de kinderen volledig in hun taken en bezigheden wilt
volgen en er controle over hebben is drie toch het maximum. In Catharinas tijd
(1347-1380) waren kinderen degene die moesten mee gaan werken bij hun ouders,
of op een ander. De vader van Catharina was wolverver, en een vooraanstaand rijk
burger. Aan de nodige middelen zal het niet ontbroken hebben, aangezien zij
zich op jonge leeftijd kon bezighouden met liefdadigheid.
Zo zijn er onheilsprofeten die stellen dat grote gezinnen
leiden tot overbevolking en hun grote ecologische voetafdruk tot toekomstige
catastrofes. Gaan die rampscenarios echter niet over zaken die deels
onvoorspelbaar zijn, terwijl ze dan weer door anderen worden weerlegd? Schuilt
er achter hun kritiek misschien een soort zelfrechtvaardiging van hun eigen
kleinmoedigheid om geen of slechts 1 kind te willen? Geven deze profeten
eigenlijk zelf hun luxe en exotische vakanties op? Maar al zou er een oprechte
bezorgdheid voor de mensheid uit hun oproep spreken, toch heeft de Kerk uitgelegd
dat hun vrees onterecht is, dat er voldoende voedsel en hulpbronnen zijn voor
een grotere bevolking als de verdeling rechtvaardig gebeurt. Het zijn niet de
grote gezinnen maar de grote verbruikers die moeten aangesproken worden op hun
hebzucht.
Dus 1
kind hebben of geen is eerder kleinmoedig. De schrijver is van een planeet
buiten ons zonnestelsel. Niet iedereen baadt in luxe en weelde. De cijfers
bevestigen het nogmaals: 80% van de kinderen was niet in de positie om aan
pre-teaching te doen wegens gebrek aan eigen ruimte om te kunnen studeren, 60%
van de kinderen had geen laptop of computer, en ongeveer 10% had het ongeluk
dat een ouder werkloos of ziek was en er voedsel op tafel kwam, niet bepaald
een luxe.
Natuurlijk zijn er legitieme bezorgdheden omtrent een groot
gezin: ben ik wel voldoende psychologisch draagkrachtig, zal ik met mijn
inkomen de kosten aankunnen, zullen mijn kinderen een plekje vinden in mijn
huis, genoeg kleding hebben en kunnen studeren? Dergelijke bezorgdheden zijn
redelijk, voor zover ze geen excuus vormen voor onnodige terughoudendheid of
een voorwendsel om het eigen comfort te behouden. Moet bijvoorbeeld elk kind
wel een eigen kamer hebben? Is een kind met een eigen suite gelukkiger dan
kinderen die een kamer delen? En wat is krap, in een tijd waar men spreekt
over de voordelen van downsizing. Vanuit de huidige ecologische beweging en de
waarde van soberheid, mag men toch wel wat inperken op de eigen overvloed.
Een
kind MOET toch een eigen kamer hebben als het op een leeftijd gekomen is dat de
studies dat vereisen. We spreken over een gewone kamer: geen 30m2 maar 14m2.
Een ruimte voor je kind is geen kwestie van overvloed, maar van noodzaak. Bovendien wil ik eens zien als je 4 kinderen
hebt en ze zijn allen kotstudenten, hoe je het rooit met studiebeurzen. t Zal niet
vet zijn! Als je daaraan niet denkt, ben je gewoon onverantwoordelijk! Als je
je kinderen de nodige studies niet kunt laten doen, dan faal je gewoon in deze
tijd.
Dus voorzichtigheid, ja, maar waarom grote gezinnen als onverantwoordelijk
stigmatiseren, alsof ze niet om de toekomst zouden geven? Zouden veel kinderen
juist geen positief teken zijn van en voor het vertrouwen in de toekomst? De
pessimisten hebben het argument tegen zich dat in onze streken de bevolking
krimpt en de vergrijzing toeneemt. Het vruchtbaarheidscijfer in België is 1.7
kinderen per koppel, terwijl het hoger moet zijn dan 2 om de vernieuwing van de
bevolking te verzekeren. De dreiging ligt dus meer in een tekort dan een teveel
aan kinderen.
Je
moet geen kinderen op de wereld zetten om het geboortecijfer op te krikken. Wat
een onzin! Je moet kinderen op de wereld zetten, zodat ze een goed gelukkig
leven zouden kunnen leiden! En dat van
in het begin. Een slechte kindertijd dragen kinderen hun hele leven mee.
Grote gezinnen dus onverantwoordelijk?! Neem daarbij dat
een groot gezin juist de ideale plek is om verantwoordelijkheid aan te leren.
Iedereen zal het er zeker over eens zijn dat een groot gezin een hoop werk
meebrengt. Naast gezinsondersteuning is de oplossing daarvoor een goede
samenwerking in het huishouden, met een taakverdeling waarin ook de kinderen
hun verantwoordelijkheid kunnen opnemen en aanleren. Een kind dat dagelijks de
veters wordt geknoopt, zal minder snel zelfredzaam worden. Een kind dat zijn
ouders bezig ziet met de kleintjes, zal sneller leren zijn plan trekken, meer
zelfvertrouwen opbouwen en met trots uiteindelijk de kleintjes zelf helpen.
Dus kleine
gezinnen zijn niet ideaal om verantwoordelijkheid aan te leren. Wel kinderen waar
de ouders werken en die geen broers of zussen hebben, zijn op zichzelf
aangewezen en zullen vlugger zelf iets zoeken, on plaats van het aan een ander
te vragen. Bovendien zijn ze gemakkelijker van karakter en gemoedelijker dan
deze die ruzie maken om haantje de voorste te zijn in een groot gezin en de
kaas niet van hun boterham te laten eten. En vooral de jongste kinderen van het
gezin zijn heel dikwijls meer verwend dan een kind alleen.
Verantwoordelijkheid leren is ook beseffen dat de wereld
niet rond jezelf draait. Een kind dat dit ontdekt in een groot gezin, wordt
sneller en serener bewust van de behoeftes van anderen. Als we gewend zijn
geraakt om boven alles aan onszelf te denken, kost het moeite om met de ander
rekening te houden, je plaats af te staan, of te delen. In een groot gezin
wordt door de gewoonte van wederzijdse hulp de solidariteit als een tweede
natuur ingegrift in het kind, en alle verbonden deugden.
Meestal
wordt er gewoon door de band ruzie gemaakt om niet te moeten delen. En als de
een wat meer heeft dan de ander wordt aan de mouw van de ouders getrokken.
Daarbij wordt samenwerking echt gegrond als er sprake is
van een gemeenschappelijk doel. Wanneer we verschillende doelen nastreven,
hebben we meer de neiging om het deken naar onszelf toe te trekken. Een gedeeld
doel echter maakt onze wederkerige dienstbaarheid sterker. Vandaar ook het
belang van een geloofs- en gebedsleven. Ouders en kinderen, we hebben dezelfde
bestemming: de hemel! Het is aan ons om onze ontvangen genaden samen te leggen,
om samen te werken en te komen tot onze bestemming: ons vaderland in de hemel
(Fil. 3,20).
Een gezin
met geen kinderen of 1 kind of een groot gezin met kinderen hebben allen
dezelfde bestemming, of niet soms.
En ja, ik zal meer rust vinden om te bidden als ik alleen
ben. En met 1 kind naar de mis gaan zal gemakkelijker zijn dan met meerdere.
Maar wat men verliest door het rumoer is een verdienste als offer. Daarbij geef
ik met veel kinderen wel een deel van mijn rust op, maar toch niet mijn
verlangen om te bidden. En het verlangen naar gebed is reeds gebed, aldus
kardinaal Bona (Principia et documenta vitae Christianae, 44).
De
persoon in kwestie is kardinaal. Hij heeft geen kinderen die dag en nacht onder
zijn toezicht staan.
Met de hemel als doel leert een mens ook relativeren, of
het juiste belang hechten aan alles. Want als de hemel ons doel is, dan is
Christus dubbele gebod de weg: God beminnen en je naaste als jezelf. Precies
in dit licht kunnen we het leven evalueren. Wellicht zal je met een groot gezin
niet de laatste smartphone kunnen bieden aan elk van je kinderen, of een selfie
nemen in een duur skigebied. Toch weten we dat dit niet bijdraagt tot ons
geluk. Om de hemel binnen te gaan zullen we worden beoordeeld op liefde,
schrijft St Jan van het Kruis (Dichos di Amor y de Luz, 59)
Ik
vraag mij toch echt af van welke planeet dat de schrijver komt. Denkt deze echt
dat iedereen naar een duur skigebied kan en voor ieder kind een smartphone kan
kopen?
Diezelfde kerkleraar behoedt ons daarbij op te gaan in het
verlangen naar een groot gezin, omdat we uiteindelijk van onze eigen verlangens
moeten afsterven, zodat we volledig open komen te staan voor de werking van
Gods liefde doorheen ons, wat dat ook is, en Hij weet dat het beste. We moeten
onze vreugde niet op het aantal kinderen, maar op God richten: Men moet zich
niet verheugen over zijn kinderen omdat zij talrijk zijn of omdat zij rijk zijn
en begiftigd met natuurlijke begaafdheden en schoonheid en goederen der
fortuin, maar alleen omdat ze God dienen. Absolom, de zoon van David, had niets
aan zijn schoonheid, rijkdom, of afkomst, want hij diende God niet. Daarom was
het ijdel in zo iemand zijn vreugde te stellen. Vandaar is het eveneens ijdel
naar kinderen te verlangen, zoals sommigen dat doen. Zij brengen de hele wereld
in opstand en beroering uit verlangen naar kinderen. Zij weten echter niet of
deze goed zullen zijn en God dienen. Evenmin weten zij of datgene wat zij
verhopen niet in droefheid zal veranderen, of rust en troost niet in moeite en
verdriet zullen overgaan en of de eer geen oneer zal worden, en of zij
misschien niet, zoals velen doen, vanwege hun kinderen God beledigen.
(Bestijging van de berg Karmel, boek III, 18.4)
Niet mijn wil dus, maar het onderscheiden van Gods wil. Het
kind behoort niet tot de categorie van het moeten, maar tot die van het krijgen.
(Catechismus 2378) En juist van daaruit mag wie het ouderschap als een geschenk
te beurt valt dit als een eer beschouwen en mag men een groot gezin om haar grootmoedigheid
prijzen (Gaudium et spes, 48, 50). Een groot gezin waar het leven wordt
verwelkomd als een geschenk van de goede God, waar kinderen de ware schat van
hun ouders zijn, waar de broederlijke naastenliefde kan openbloeien: dat is een
bewust gezin, met een gevoel voor waarden die prioritair belang zijn. En dat
dit niet steeds gemakkelijk is, niet slechts rooskleurig is, dat men uit zijn
comfortzone moet treden: dit is juist een voorwaarde voor vooruitgang. Wie
sport beoefent of een cursus volgt, weet dat vooruitgang inspanning kost. Zo
staat het dagelijks leven van een Christelijk gezin open voor het leven: meer
kinderen vergen meer inspanningen, maar bieden ook zoveel meer tevredenheid. De
inspanning, met de genade van God, loont. Ik ben ervan overtuigd dat het
lijden van deze tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid waarvan ons de openbaring
te wachten staat, zegt St Paulus (Rom 8.28)
Ik
hoop dat we nooit een toestand krijgen zoals in China, waar de staat zich gaat
bemoeien met het aantal kinderen dat je op de wereld wil zetten. Maar in dit
artikel krijg je de indruk dat het is zoals tientallen jaren geleden dat de
priesters van de preekstoel stonden te roepen dat de mensen meer kinderen
moesten krijgen of dat ze anders naar de hel zouden gaan wegens het niet
naleven van de geboden. Bovendien is deze maatschappij vooral niet
kindvriendelijk. Er moet nog veel meer gebeuren, dat vrouwen gemakkelijker
langere perioden kan thuisblijven en het terug opnemen van de job gemakkelijker
wordt. En dat de financiële draagkracht van het gezin naar boven gaat. Niet
iedereen is rijk, en wat als er iemand permanent ziek of werkloos valt, bij een
echtscheiding, en in het ergste geval sterft.
De inspanningen op deze weg mogen ons zelfs minder
ontmoedigen, omdat er juist zoveel vertroostingen zijn. Rozen hebben wel
doornen, maar hebben vooral prachtige bloemen. Wat een beloning, te zien hoe onze
kinderen elkaar behelpen, spelen en delen met elkaar, zich samen verheugen op
duizend manieren: de liefde Gods komt erin tot leven. Een groot gezin samen is
reeds, in afwachting van de hemel, een vertroosting in de beproevingen. Een
groot gezin is, met de inspanning die het vergt, over de hele lijn een winst
voor wat echt telt, in tijd en eeuwigheid.
Elk
gezin, met of zonder kinderen, vraagt inspanning. Wat een zever!
Mijn
abonnement is opgezegd, dat is zeker!
|