|
Tweede mysterie: Jezus stijgt op ten hemel
En terwijl Hij hen zegende, verwijderde Hij zich van hen
en werd ten hemel opgenomen. (Luc. 24,51)
Visioen: Honderden engelen waren in de lucht. Sommigen
zongen en anderen bliezen op trompetten. De engelen hadden de Hostie in hun
midden en vlogen hemelwaarts. De wolken weken uiteen en een wit licht daalde
neer. Toen zei de Vader: Dit is mijn Zoon.

Derde mysterie: De heilige Geest daalt neer
over de apostelen
Dit is het brood, dat uit de Hemel is neergedaald. Het is
niet zoals bij de vaderen die gegeten hebben en niettemin gestorven zijn: wie
dit brood eet zal in eeuwigheid leven. (Joh. 6,58)
Visioen: De Hostie verscheen. Zij straalde wit en in de
Hostie verscheen en wonderschone witte duif. Deze vloog in mijn hart. Jezus
zei: Wanneer je mijn Lichaam ontvangt, dan ontvang je de heilige Geest.

Vierde
mysterie: Maria wordt in de hemel opgenomen
Almachtige, eeuwige God, Gij hebt de moeder van uw Zoon,
de onbevlekte maagd Maria, met ziel en lichaam ten hemel opgenomen
(Openingsgebed van de H. Mis op het hoogfeest van Maria-tenhemelopneming)
Visioen: Onze heilige Moeder verscheen aan de hemel. Haar
Onbevlekt Hart was geopend. In het midden van haar hart was de Hostie, stralend
wit. Toen omarmde de Moeder de Hostie.

Vijfde
mysterie: Maria wordt in de hemel gekroond
Koningsdochters zijn onder uw schonen, statig, rechts van
u, uw gemalin in het glanzende goud van Ofir. (Ps. 45,10)
Visioen: Moeder Maria was in het goud gekleed en droeg een
gouden kroon als koningin van de hemel. Vóór de Moeder was een grote Hostie,
die wit straalde. Een duif omcirkelde de Hostie. Achter de Hostie was de troon
van de Vader. De heilige Moeder knielde voor de Hostie en boog deemoedig tot op
de grond. Achter haar waren vele duizenden engelen en heiligen en zij allen
knielden deemoedig voor de Heer.

Uit: De Eucharistische Rozenkrans Miriam
Verlag 2e oplage 2006
|