Op
9 oktober 1977 ging Paus Paulus VI voor in de viering van de heiligverklaring
van de zalige Charbel. Destijds schreef bisschop Francis Zayek, hoofd van het
Amerikaanse bisdom St. Maron: De H. Charbel wordt de tweede Sint-Antonius van
de Woestijn genoemd, de Zoete geur van Libanon, de eerste Belijder van het
Oosten die volgens de eigenlijke procedure van de Katholieke Kerk, de eer van
onze Aramese Antiochische Kerk vertegenwoordigt en tot model van geestelijke
waarden en vernieuwing wordt verheven. het model naar de Altaren wordt
verheven. van spirituele waarden en vernieuwing. Charbel is zoals een Libanese
ceder die die in eeuwig gebed op een bergtop staat. De bisschop merkte op dat Charbel's
heiligverklaring en de zaligmakingen van anderen bewijzen "dat de Aramese
Maronitische Antiochische Kerk inderdaad een levende tak van de Katholieke Kerk
is en nauw verbonden is met de stam, die Christus is, onze Heiland, het begin
en het einde van alle dingen."
Als
lid van de Libanese Maronitische Orde en als Heilige van de Maronitische Kerk
is de H. Charbel een voorbeeld van de maronitische uitdrukking van Katholieke
heiligheid en waarden. Als Heilige van de universele Kerk is het voorbeeld van
deugd en voorspraak van de H. Charbel Makhlouf beschikbaar voor alle Katholieken,
ongeacht hun achtergrond. Trouw aan zijn maronitische spiritualiteit, werd de
H. Charbel een Heilige voor de universele Kerk.
Op
28 oktober 2017 werd het H. Charbel Makhlouf heiligdom ingewijd in de St.
Patrick's Cathedral. De Libanese maronitische patriarch Bechara Boutros al-Rahi
woonde de inauguratieceremonie bij en gaf zijn zegen en toewijding, evenals
kardinaal Timothy M. Dolan. Het heiligdom is voorzien van een mozaïek van de H.
Charbel Makhlouf samen met nationale Libanese emblemen zoals de Libanonceder en
een relikwie van de Heilige.
De
H. Charbel heeft sinds zijn dood een groot aantal wonderen bewerkt. De
bekendste is die van Nohad El Shami, een 55-jarige vrouw die van een
gedeeltelijke verlamming werd genezen. Ze vertelt dat ze in de nacht van 22
januari 1993 in haar droom twee Maronitische monniken naast haar bed zag staan.
Een van hen legde zijn handen op haar nek en opereerde haar, waardoor haar pijn
verminderde, terwijl de andere een kussen achter haar rug hield. Toen ze wakker
werd, ontdekte ze twee wonden in haar nek, één aan elke kant. Ze was volledig
genezen en kon terug lopen. Ze geloofde dat het de H. Charbel was die haar
genas. De volgende nacht zag ze de H. Charbel opnieuw in haar droom. Hij zei
tegen haar: "Ik heb de operatie gedaan om mensen tot inzicht en geloof te
brengen. Ik vraag je om de Kluizenarij te bezoeken op elke 22e van
de maand en de rest van je leven regelmatig naar de H. Mis te gaan." Mensen
komen nu elke 22e van de maand samen om te bidden en de H. Mis te
vieren in de kluizenarij van de H. Charbel in Annaya.22e van elke maand om te bidden en de mis te vieren
in de kluis van Sint Charbel in Annaya.
Annaya


Noveen van de H. Charbel in tijden van nood
Heer, U die oneindig Heilig bent
en verheerlijkt wordt in Uw Heiligen, hebt de H. Charbel, de Libanese monnik
geïnspireerd om het perfecte leven van een heremiet te leiden.
We danken U om hem de zegen en
kracht te verlenen om zich van de wereld te onthechten zodat het heldendom van
monastieke deugden van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid konden triomferen in
zijn kluizenarij.
We smeken U om ons de genade van
liefde en dienstbaarheid aan U te verlenen, in navolging van zijn voorbeeld.
Almachtige God, die de kracht
van de H. Charbel voorspraak heeft laten zien door zijn talrijke mirakels en
gunsten verleen ons (noem verzoek) door zijn voorspraak. Amen.
H. Theresia van Lisieux

Relieken van eerste klas van de
H. Theresia van Lisieux werden ondergedompeld in een vat van rozenolie, terwijl
gebeden van voorspraak werden gebeden. Toen werd deze olie verspreid over de
hele wereld en werd het de bron van mirakels.
Haar leven
Ze werd geboren als Marie-Françoise
Thérèse Martin op 2/1/1873 te Alençon en stierf te Lisieux op 30/9/1897. Ze is een
Franse Heilige en kerklerars van de Rooms Katholieke Kerk. Haar feestdag valt
op 1 oktober. Ze is patrones van missionarissen en het missiewer, en van
Frankrijk en Rusland.
Theresia werd geboren als
dochter van Louis Martin en Marie-Azélie Guérin. Op haar 10e werd ze ernstig
ziek totdat het Mariabeeld op 13 mei boven haar bed naar haar glimlachte,
waarna ze volledig genas. Al op jonge leeftijd voelde ze dat het haar roeping
was God te dienen. Ze was uitzonderlijk vroom, maar stond ook bekend om haar
wilskracht en gevoel voor humor. Ze besloot in te treden bij de orde van de
Ongeschoeide Karmelietessen in Lisieux (Normandië) waar twee zussen van haar,
onder wie haar lievelingszus Pauline, al eerder waren ingetreden (een derde zus
zou in 1894 volgen). Op haar 15e trad zij, met toestemming van haar bisschop en
moeder-overste daadwerkelijk in bij de orde, na zelfs tot bij Paus Leo XIII om
een uitzondering gevraagd te hebben vanwege haar leeftijd (de paus antwoordde
"Als God het wil"). In 1890 deed zij haar professie en in 1893 kreeg
zij de zorg over de novicen toebedeeld. Op aanwijzingen van haar zus, die op
dat moment tevens overste was, begon zij in 1895 met het opschrijven van haar
levensverhaal. In 1896 werd tuberculose bij haar geconstateerd. Ze stierf op
24-jarige leeftijd aan de ziekte.
Zalig- en
heiligverklaring
Na haar dood vertelde een
medezuster dat er 'niets bijzonders' over de jonge Theresia te vertellen was.
Maar alhoewel haar korte leven zeer geleidelijk verlopen was, wist ze door haar
diepe verbondenheid met Jezus het geloof heel dichtbij te brengen en zeer
intens te vertellen. Dit is mede de reden dat haar autobiografie (die ze in
gehoorzaamheid had neergeschreven), Histoire d'une âme (Het verhaal van een
ziel) zeer populair is en in meer dan 40 talen is vertaald. In dit boek vertelt
ze hoe de liefde haar roeping werd, en hoe de kleine weg haar
spiritualiteit vormde. Haar zuster Agnès de Jésus heeft de autobiografie uit
een drietal manuscripten samengesteld en bewerkt.
Op 29 april 1923 werd Theresia zalig
verklaard. Haar heiligverklaring volgde op 17 mei 1925. In 1997 werd Theresia,
als derde vrouw in de geschiedenis, door Paus Johannes Paulus II tot kerklerares
uitgeroepen.
Haar leven is in verschillende
boeken beschreven. Een bekende uitspraak van haar is: "Ik wil rozen [=
zegeningen] laten regenen op aarde". Daarom wordt ze afgebeeld als
karmelietes die een crucifix en rozen tegen de borst houdt. Ze werd de patrones
van missionarissen en het missiewerk. Ze is ook patrones van Frankrijk en
Rusland.
Over Theresia van Lisieux zei Titus
Brandsma: "Veelal verwacht men van een heilige iets bijzonders, iets dat
van het gewone afwijkt, iets dat men de poëzie van een heiligenleven zou kunnen
noemen. En nu ziet men het zo prozaïsch gewoon, dat men er uiterlijk de heilige
niet in ziet. Maar dat is juist de ware heiligheid".
basiliek van Lisieux
koor van basiliek
Aan de rand van de stad Lisieux
is ter ere van Theresia een enorme basiliek gebouwd, die door vele pelgrims en
toeristen wordt bezocht.
Veel kerken bezitten beelden of relieken
van Theresia van Lisieux. Na haar verheffing tot kerklerares in 1997 maakten de
relieken van de heilige een reis door de wereld.
H. Anna
Deze olie komt van een lamp dat
brandt voor de graftombe van de H. Anna. De olie wordt gezegend door een
priester en wordt dan verspreid over de hele wereld. Velen beweren miraculeuze
genezingen te hebben ontvangen door het gelovig gebruik van deze olie.
H. Philomena

Deze olie wordt elk jaar
gezegend door de lokale bisschop waar het lichaam van de H. Philomena ligt
begraven. De olie ligt bij haar relieken wanneer het gewijd is, en wordt dan
verspreid aan de pelgrims. De H. Philomena heeft een lange geschiedenis van voorspraak
voor hopeloze gevallen en er zijn er reeds vele genezingen gebeurd.
Haar leven
De heilige Philomena, de Wonderdoenster van de
19de eeuw, (288-302 in Rome) martelares en gestorven op 14-jarige leeftijd.
Koor van de kerk:
|