Verschijning van Het Kindje Jezus
van Praag op 2 maart 2020 in Sievernich
Tijdens de H. Mis verschijnt het Kindje Jezus van Praag gedurende meer
dan vijf minuten aan veel mensen tijdens de aanbidding in de uitgestalde H.
Hostie. Bij de bouwgrond van het Huis Jeruzalem, na de H. Mis, bidt M. de akte van trouw
volgens de Catechismus van Kardinaal Robert Bellarmin:
"Mijn God, U bent de oneindige goedheid en waardig boven alles
bemind te worden. Daarom bemin ik U uit heel mijn hart en boven alles. Daarom
heb ik spijt en doet het me uit ganser harte leed U te hebben beledigd. Met Uw
allerheiligste genade, neem ik me voor U nooit meer te beledigen."
(Persoonlijke opmerking:
vanwege meerdere verzoeken van de pelgrims wordt het geluid van de originele
opname afgedrukt.)
M: "Ik zie drie gouden bollen, een grote in het midden en twee
kleinere bollen zweven boven de bouwgrond Huis Jeruzalem. De twee kleinere
openen zich. Ik zie twee engelen in witte gewaden uit de bollen komen in een prachtig
licht. Dit zijn de engelen die ik al eerder heb gezien.
Dan opent zich de grote bol in een prachtig licht en verschijnt de
Hemelse Koning, Hij verschijnt onder de gestalte van het Kindje Jezus van
Praag. Och! Hij draagt een paars gewaad en heeft ... ja ... kwasten aan Zijn
gewaad. Dat ken ik niet. In goud. Hij draagt Zijn Gouden Hart zichtbaar. Hij
draagt de gouden koninklijke kroon, die prachtig straalt en groot is. (M.
vraagt om een paraplu weg te nemen.)
Nu zegent de Heer ons (persoonlijke
opmerking: en Hij vraagt ons om te bidden): In de naam van de Vader en de
Zoon en de Heilige Geest. Amen.
In Zijn rechterhand draagt Hij een grote, gouden scepter, in Zijn
linkerhand een groot, gouden boek. Hij
heeft donker krullend haar. De engelen zingen.
(M. vraagt om de vertaling
van het gezang van de engelen die in het Latijn zingen.)
Zie degene die niemand kan
evenaren, Rex caelestis (Hemelse Koning).
Hij stierf voor jullie aan
het kruishout, Rex caelestis.
Lam dat de erfschuld van
jullie heeft weggenomen, Rex caelestis."
Kostbaar Bloed - Hier is
het Kostbaar Bloed uit het Hart van Jezus over ons allemaal.
(Een stroom van het
Kostbaar Bloed stroomt uit het Hart van Jezus tijdens het gezang over alle
aanwezigen.)
"Kostbaar Bloed dat
tot ons kwam, Rex caelestis."
De engelen knielen. Ze houden ook twee kelken vast die een deel van het Kostbaar Bloed
opvangen.
(Persoonlijke opmerking:
daarom zingen de engelen ook "tot ons kwam", terwijl in de andere
strofen "jullie" werd gezongen.)
Jezus zegt: Lieve zielen,
in Mijn heilige kindsheid kom Ik naar jullie. Slechts weinige zielen begrijpen
dit geheim. Waarom kom Ik naar jullie in Mijn heilige kindsheid? Zijn de
geesten niet gescheiden aan Mijn kribbe?
Er zijn zielen die handelen
zoals Herodes. Ze streven naar macht en prestige.
Dan zijn er zielen die gaan
op weg om Mij te zoeken. Als ze Mij vinden, dan laten ze (de zonde) los. Ze gaan niet meer de weg terug
naar Herodes omdat ze Mij hebben gevonden.
Dan zijn er die zielen die
eenvoudig en klein zijn en de waarheid in hun hart hebben bewaard. Ze zien en
horen het gezang van de engelen en komen naar Mij toe, vallen op hun knieën en
aanbidden Mij.
De
Tegenstander is Mijn heilige kindsheid en de geheimen ervan een
doorn in het oog. Maar Ik verschijn hoe Ik wil. Ik verschijn hier als een kind
en tegelijkertijd als Koning van de Hemel zoals Mijn Eeuwige Vader het wil.
Ik verschijn in Mijn heilige
kindsheid en dit komt jullie ten goede. Zo zullen alle lasteringen tegen de
Heilige Geest en tegen Mij van jullie worden verwijderd.
Bid, bid, bid, doe boete! Kijk, Mijn Hart is voor jullie geopend.
Ik heb het Kostbaar Bloed vergoten, Mijn Kostbaar Bloed, voor jullie aan het
kruishout vergoten en Ik heb het, toen Ik zojuist Mijn Hart heb geopend, het
over jullie laten stromen en over allen waarvoor jullie hebben gebeden."
M. spreekt: "De moeder waar ik voor gebeden heb, die vrouw die
mij aansprak, die oudere dame, die moeder (van haar) is in het Paradijs."
M. houdt het Benedictuskruis tegen de verschijning van het Kindje
Jezus. Naast M. zijn er relieken van de H. Benedictus.
M. spreekt en is blij: "U komt nog dichterbij!"
De verschijning van de Koning van de Hemel kwam heel dicht bij het Benedictuskruis
en de relieken.
M. spreekt vreugdevol: "Dit is mijn Benedictuskruis, Heer, help
ons, Heer!"
De Heer zegt: "De
mensheid moet boete doen. Roep de mensheid op om de Rozenkrans van Mijn
Kostbaar Bloed te bidden als eerherstel voor alle beledigingen die Mij zijn aangedaan.
M: "Ja, Heer, ik doe dat, ik doe dat. We gaan ook de boeteweg, we
reizen naar La Salette, zoals Pater Pio het wenst. En Heer, hier zijn veel
mensen gekomen die gebeden hebben. Ik bid U, ontferm U over ons.
Zo moeten we bidden: Onze Vader... Glorie zij de Vader ...
De Hemelse Koning in de
gestalte van een kind zegt: "Adieu!
M: "Adieu, Heer, vergeet ons niet. Ontferm U over ons en denk aan
ons. Laat alle lijden aan ons voorbijgaan. Adieu."
De gouden bollen sluiten zich en verdwijnen in een prachtig licht.
Dank U Jezus.
Onze Vader ...
O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, ...
Wees gegroet Maria ...
|