·
In plaats
van rechtstreeks terug te keren naar Moerzeke vat hij het plan op om langs
Lisieux te gaan. In de Karmel heeft hij een lang onderhoud met moeder Agnes van
Jezus, de zus van de kleine Teresia. Daarna bidt hij op het graf van de
toekomstige Heilige ze zal zalig verklaard worden in 1923 en zegt
daarover : « De grootste genaden
van mijn leven werden mij daar op dat graf verleend... »
·
In
oktober Edward wil de toelating bekomen van zijn bisschop, Mgr. Seghers om de
verstrengeling te beginnen van de E. K. en de Vlaamse beweging. Hoewel de
Gentse bisschop de visie van Poppe volgt kan hij de Eucharistische Kruistocht
voor de Vlaamse beweging niet goedkeuren. Hij wil Godsdienst en de politiek van
de Vlaamse Beweging gescheiden houden. Het bisschoppelijk gezag wil niet dat
Jezus in de maatschappij heerst, in volkomen tegenspraak met de instructies van
de H. Pius X, die 6 jaar tevoren overleden is! Een drama. Edward betreurt deze
houding omdat hij ziet hoe in de Vlaamse Beweging een onderhuidse
modernistische stroming werkzaam is. Als de Kerk zich afkeert van de beweging,
zal die stroming de bovenhand halen. Poppe formuleert zijn grote bezorgdheid
als volgt :
Voor het
heden heeft die [modernistische] strekking
voor gevolg de vermindering van de invloed des priesters ook op godsdienstig
gebied : het magisterium van de Kerk verliest zijn invloed, alles wordt allicht
aan vrij oordeel onderworpen... De Vlaamse Beweging volgde verder een
heilloze weg : die van de laïcisering en de religieuze onverschilligheid.
·
Edward is
er zich terdege van bewust dat het socialisme, dat vooral in het Waalse
landsgedeelte zeer sterk staat, vijand nummer één is van het katholieke
Vlaanderen. Poppe denkt na en besluit enkele ideeën op papier te zetten. Het
wordt een Proeve van praktische oplossing voor de Vlaamse kwestie, waarin
hij in 1920 ! de idee van een verregaande omvorming van het unitaire België
tot een bondsstaat niet schuwt. Hij weigert de hogere, geestelijke belangen van
zijn geliefde Vlaamse volk op te geven onder het voorwendsel van de
Voorzichtigheid en het Dogma van de Belgische eenheid.
·
Maar in
het voorjaar van 1921 maakt paus Benedictus XV een abrupt einde aan alle
plannen van Edward en anderen met de publicatie van de apostolische brief Cum semper. De priesters krijgen de
opdracht zich in de verkondiging uitsluitend tot geloofszaken te beperken en
geen onderwerpen met een profaan [lees : politiek] karakter meer aan te
snijden. De discussie over de Vlaamse Beweging wordt op de seminaries taboe
verklaard.
·
De brief
van 21 februari betekent de triomf van kardinaal Mercier. Het is de liberale
lijn die het haalt, de lijn van Leo XIII: strikte scheiding tussen geloof en
politiek. Over het « Omnia instaurare in Christo » van de H.
Pius X, waarvoor ook priester Poppe zo vol vuur ijvert, wordt een kruis gezet. Uit
gehoorzaamheid verscheurt Edward Poppe zijn werkstuk. Vlaamsgezind, ja, maar in
onderdanigheid aan de kerkelijke hiërarchie. Als men priester Poppe gevolgd
was, dan was de Vlaamse Beweging allicht uitgegroeid tot een door en door Katholieke
Beweging die door haar innerlijke sterkte en geworteld zijn in het Vlaamse volk
had kunnen wegen op de Belgische politiek. En de Katholieke Walen hadden er
steun kunnen uit putten om tegenwerk te bieden aan hun maçonnieke,
socialistische politici. Ons land had helemaal anders kunnen evolueren.
·
Op 11
augustus 1921 gaat een nieuwe wet van kracht met betrekking tot de dienstplicht :
voortaan moesten alle (aspirant-) geestelijken in vredestijd de opleiding van
brancardier volgen in een speciaal aan hen voorbehouden oefencentrum, het CIBI
(Centre dinstruction des brancardiers et des infirmiers), dat gevestigd
werd in Leopoldsburg. De eerste 88 cibisten kwamen daar aan in december
van hetzelfde jaar. De bisschoppen van België stelden een bijzondere
aalmoezenier aan om de jonge geestelijken te leiden gedurende de gevaarlijke
periode van hun diensttijd en om, voor zover mogelijk, het CIBI-leven aan
kloosterregel of seminariereglement aan te passen. Al snel bleek echter dat de
taak te zwaar zou worden om door één man gedragen te worden. Er werd een
afzonderlijk geestelijk leidsman aangesteld. Op 18 september 1922 begeeft
priester Poppe, van wie de gezondheid lichtjes verbeterd is, zich naar Mechelen
op vraag van kardinaal Mercier. Het is de allereerste keer dat Mercier de Heilige
Priester ontmoet, en hij is erg onder de indruk : Toen ik hem voor het eerst zag, zal de kardinaal later vertellen,
werd ik plots geroerd tot in het
diepste van mijn ziel. Er scheen een genadevloed van hem uit te gaan...
Mercier maakt Edward geestelijk directeur van de cibisten. Het gaat over
honderden seminaristen, broeders en novicen die hun dienstplicht van één jaar
moeten vervullen. Edward aanvaard de belangrijke opdracht meteen.
·
Edward
komt op 10 oktober 1922 in Leopoldsburg toe om de aalmoezenier bij te staan.
Hij neemt zijn intrek op de eerste verdieping van een café. Vandaar spreekt hij
de eerste avond zijn leerlingen al toe: Beste vrienden, geeft u niet half aan Jezus. Jezus immers geeft zich
ook niet half aan u. Morgenvroeg zal Hij zich weerom slachtofferen voor u en
door de H. Hostie in u komen, niet half en half, maar heel en gans. Geeft u dus
zonder voorbehoud. Zoekt in mij niet de mens, niet de redenaar of wat anders,
maar Jezus, die ik zo natuurgetrouw mogelijk wil geven. Ik bid Maria, mijn Moeder, ook de uwe, de
Moeder der Kerk, de Moeder van Jezus, de Moeder der goddelijke gratie
[genade] dat ze zou aanvullen wat er
aan mijn woord ontbreekt, opdat gij allen nog vandaag vast besloten moogt zijn
heilige priesters, heilige kloosterlingen te worden.» Edward zal 15
maanden lang de zware taak vervullen. Zijn gezondheid is stabiel en hij voelt
een diepe innerlijke vrede. Ze vieren 8 juni 1923, feestdag van het H. Hart,
als de dag van de Eucharistische Kruistocht. De vlam van zijn eigen liefde
slaat over in de harten van zijn leerlingen en de idealen van de Eucharistische
Kruistocht verspreiden zich snel onder de geestelijken en aspirant-geestelijken
in Leopoldsburg. Met zijn jongens was Poppe altijd goed en geduldig. Zijn
vaderhart begreep hun moeilijkheden, hun dagelijkse strijd, hun edelmoedig
streven en ook, zo vaak, hun beschamende kleinmoedigheid. De cibisten getuigen
dat hij nooit een driftig of bitter woord sprak, maar enkel medelijden en
liefde toonde. En toch sloeg die liefde nooit over tot zwakke toegeeflijkheid
of blindheid voor hun fouten. Hoe zacht ook in schijn, onverbiddelijk streng in
feite was Poppes leiding, juist omdat de leider de eigenliefde tot in haar
meest geheime schuilhoeken doorschouwde en omdat hij in zijn liefde tot Jezus
en tot Moeder de moed vond om, waar het paste, zelfs zijn beste vrienden op hun
tekorten en gebreken te wijzen, ook al moest hun hart er door bloeden. Maar
juist omdat men voelde dat deze gestrengheid niets anders was dan een hoge vorm
van de liefde, daarom had ze bij Edward nooit iets afstotends. - O. Jacobs, biografie
p. 351.
·
Er komen
op 22 april 1924 zelfs 7 karmelietessen in Leopoldsburg hun intrek nemen in het
vroegere tuchthuis voor gestrafte soldaten. Later zal men voor hen een echt
klooster bouwen.
·
Eind december
1923 reist Edward naar Moerzeke om de kerst- en nieuwjaarsdagen bij zijn moeder
en zijn twee jongste zussen door te brengen. Onderweg bezoekt hij in Leuven
zijn broer, broeder Nestor, en in het klooster van Bornem zijn twee oudste
zussen. Edward weet van geen ophouden : Ik
voel nog wel wat stoomkracht, en zolang er stoom is, kan de machine voort.
Maar op de vooravond van zijn terugreis, op 2 januari 1924, zakt hij plots
ineen : opnieuw een hartaanval. De dokter legt volledige rust op. Edward blijft
dus in Moerzeke, aan zijn bed gekluisterd. Hij herstelt langzaam, tot een
nieuwe crisis zich voordoet rond Lichtmis. Weer voorzichtig herstel, dan begin
maart een zware verkoudheid die overgaat in griep. Op een avond zegt hij tot de
ziekenzuster die onverwachts binnenkomt en hem bedroefd voor zich uit ziet
staren. Kijk zuster, hierbinnen
steekt een ijsklomp, terwijl het een vlammenzee zou moeten zijn ! Hij
verlangt vurig dat in zijn plaats andere priesters zouden opstaan, die met
dezelfde genaden als hij zouden begunstigd worden, maar er een beter gebruik
zouden van maken. Dan pas zal het Rijk zich met onweerstaanbare kracht in de
zielen kunnen vestigen. En zo wordt Edwards programma : in de aarde vallen
als de graankorrel, om stervend weer uit te schieten in een rijke oogst van
heilige priesters. Aan zijn geestelijke vader schrijft hij : Ik heb mij aan God aangeboden als een
graankorrel, die door dood en verdwijning dient vermenigvuldigd te worden in
vele andere apostelen van het Rijk, beter dan ikzelf (12 mei
1924).
·
Er komt
een laatste, korte beterschap in de meimaand. Op 10 juni 1924, staat Edward als
naar gewoonte om half zeven s morgens op om de mis te gaan lezen in de kapel.
De ziekenzuster vindt hem half aangekleed, zittend op de rand van zijn bed.
Plots treedt de fatale hartaanval op. Zijn zussen komen toegelopen, zijn moeder
ook. Zij geeft haar zoon het kruisbeeld en fluistert enkele schietgebeden in
zijn oor. De rector van het klooster dient Edward nog het H. Oliesel toe. Een
laatste zucht. Zachtjes glijdt zijn ziel de eeuwigheid in. De dood van priester
Poppe verspreidde zich bliksemsnel over Vlaanderen en Nederland. « De Apostel, de Heilige is dood ! »
Zes dagen lang kwamen onafgebroken rijen bedevaartgangers bij zijn doodsbed
neerknielen en bidden. Ik aanroep hem
als een Heilige, zei kardinaal Mercier, en ik hoop vast dat de Kerk hem eens zal verheerlijken.
·
Priesters,
heilige Priesters... Edward heeft er heel zijn leven voor gebeden. En de
Voorzienigheid heeft hem verhoord, op de ondoorgrondelijke manier waarop Gods
wegen lopen... Op hetzelfde moment waarop onze Heilige zijn leven offerde om
echte Priesters naar het Hart van God te krijgen, werd Georges de Nantes
geboren, in april 1924. Priester Poppe zal een voorbeeld zijn voor de
geestelijkheid van morgen, wanneer de katholieke Contrareformatie realiteit
geworden is en de theologie van abbé de Nantes, zijn ware geestelijke zoon,
definitief de devotie tot het Onbevlekt Hart van Maria, Middelares van alle
genaden, gevestigd heeft.

De Heilige Priester Edward Poppe op zijn sterfbed op 10 juni 1924
|