·
Hij
is ervan overtuigt, volgens L.M. Grignion de Monfort, dat het universele
middelaarschap van de Allerheiligste Maagd is gegrondvest op de eenheid van de
Harten van Jezus en Maria. Edward schrijft aan Urbaan Bauwens : Wanneer zullen wij begrijpen dat al onze deugden en gaven en vruchten
zoete afstralingen zijn van de goddelijke Zon van Jezus, die zetelt en glanst,
nu en altijd, in Maria en uit Maria ?
·
Ondertussen
is de naam van priester Poppe in heel Vlaanderen bekend geworden, vooral sinds
de publicatie van het « Eucharistisch
catechistenboek voor de kleintjes » (Lichtmis 1920). Rond diezelfde
tijd besluit pater Basiel Vanmaele, een norbertijn, om met de goedkeuring van
de hogere geestelijkheid ook in Vlaanderen de Eucharistische kruistocht Pius
X te lanceren, een beweging die de toepassing van de decreten van de H.
Pius X over de veelvuldige en vroegtijdige communie wil aanmoedigen. In maart
1920 worden de twintigduizend jonge lezertjes op de hoogte gebracht via het
tijdschrift Zonneland: « Hier in de Abdij van Averbode is er bijzonder
voor u een bond opgericht en die heet : De Eucharistische Kruistocht . Het
doel ervan is het verspreiden der veelvuldige communie en de bevordering van
Jezus belangen door het machtige wapen van het gebed. »
·
Vanmaele komt
in contact met Edward. Edward is opgetogen wanneer hij over het initiatief van
de norbertijn hoort, temeer omdat de nood hoog is. De eerste naoorlogse
verkiezingen in november 1919, op basis van het algemeen enkelvoudig stemrecht,
zorgen voor de grote doorbraak van de socialisten en zijn meteen de tweede
grootste partij van het land. Op 15 maart 1920 zegt hij de norbertijn zijn
medewerking toe, en drukt hij ook zijn eigen visie uit : de H. Communie beter
leren benutten door de communicantjes, naast de H. Eucharistie en ook een
mariaal helper worden om zo tot Jezus te komen. Vanmaele en Poppe hebben elkaar
gevonden en Vanmaele ziet in Poppe een echte heilige.
Zijn zelfgeschilderde blad van zijn lessenaar
De Eucharistische Kruistocht Edward zegt over dit embleem: Kelk en Hostie is het vernieuwde kruisoffer
dat ons in de H. Communie wordt meegedeeld om ook ons tot offer te maken.
Daarom : het Kruis achter Kelk en Hostie. Het is geen bloedig kruis, maar een
wit kruis want het is de onbloedige vernieuwing van het kruisoffer waar we in
het Eucharistisch offer aan deelnemen. De oorsprong ervan alleen was bloedig
(wit kruis op bloedrode achtergrond).
Ecce Panis Angelorum,
Zie het Brood der Engelen : 1° om te beduiden dat de kleintjes daar hun voedsel
moeten in zoeken en wel als ze nog engelkens zijn ; 2° dat de kleintjes door
dat brood zuiver zullen blijven of zuiver zullen worden als engelen ; 3° om te
tonen met welke verheven gesteltenissen het betaamt dat ze dit goddelijk
voedsel nemen. Panis, brood : om te beduiden
dat de hostie een voedsel is en geen beloning. Voedsel neemt men zoveel men kan.
·
Edward
spreekt nu over zijn toestand als « een
ziekte door God beschikt ». Zijn medewerking aan
« Zonneland » doet de oplage van het kindertijdschrift snel stijgen :
in de zomer van 1920 zijn er al 27. 000 abonnees, in december zullen het er 50.000
zijn !
·
Wat
Edward wil, is een brede beweging van eucharistische en mariale devotie die in
de diepte van de zielen moet werken. Het godsdienstonderricht op de scholen
laat naar zijn mening veel te wensen over : te theoretisch, te nuchter en te
kil. Het leert de kinderziel niet genoeg open te staan voor de sacramentele
genade en die genade te gebruiken in het dagelijks leven.
·
In de
zomer van 1920 krijgt Poppe van zijn nieuwe geestelijk directeur, de
redemptorist pater Van Haute, de opdracht een noveen te houden naar de
Moerzeekse Schipperskapel om genezing te bekomen. Negen dagen, moet Edward elke
dag een stoet houden vanaf het rectorshuis om genezing af te smeken.
Van 8 juli tot 16 juli, het feest van OLVrouw van
Karmel, vertrekt een kleine stoet aan het rectorshuis. Voorop stapt Edward,
goed ingeduffeld in het gezelschap van zijn moeder en gevolgd door enkele
weeskinderen en oudjes uit het klooster. Op 16 juli, introniseert hij het beeld
van het H. Hart. Het staat nu samen met een klein kruisbeeld en een Mariabeeld
op zijn kamer. Zijn gezondheidstoestand verbetert opvallend en hij wil dit
aanwenden om nog meer één te worden met Jezus en Maria. Zijn streven naar
grotere heiliging is geen strikt individueel verlangen, het is dienst aan het
christenvolk
·
Intussen
kent de Eucharistische Kruistocht een ongelooflijke uitbreiding. Priester Poppe
is er nooit officieel de bestuurder van geweest, maar dat neemt niet weg dat de
duizenden jonge kruisriddertjes elke week uitkijken naar het ordewoord van
hun aanvoerder in « Zonneland » en dat de paters van Averbode hem als
de spil van de beweging zien. Spontaan voelen groten én kleinen dat van zijn
heilig leven een bezieling uitgaat die heel de E. K. doordesemt en voortstuwt.
·
De beweging
groeit stilaan uit tot een volledig opvoedingssysteem van mariaal
eucharistisch leven in heel Vlaanderen.
·
Het einde
van de Eerste Wereldoorlog had in België niet tot een klimaat van verzoening en
vergevingsgezindheid geleid, wel integendeel. De activisten, die zich
verbrand hadden aan hun samenwerking met de Duitse bezetter, werden door de
overheid op hatelijke wijze vervolgd. Vlaamsgezindheid werd verdacht gemaakt. De
Franstalige elite, met liberaalgezinden en vrijmetselaars op kop, wilde haar
positie veilig stellen door al wat Vlaams (en katholiek !) was de mond te
snoeren. Jammer genoeg ging de geestelijke overheid, waarover kardinaal Mercier
meer dan ooit met strakke hand regeerde, daar veel teveel in mee.
·
De
toenemende wrijving tussen de Vlaamsgezinde jeugd en de kerkelijke hiërarchie
« Mechelen versus Vlaanderen », zoals iemand giftig schreef was
voor Edward een grote zorg.
·
Op de
eucharistische studentendag van 26 augustus breekt Mgr. Heylen, de Vlaamse
bisschop van Namen, een lans voor de Vlaamse Beweging. Voor hem mogen de
studenten er van harte aan deelnemen, maar onder één voorwaarde : de leden
moeten de godsdienstige belangen boven de Vlaamse stellen; Vlaanderen mag zich
niet tegen België keren, want dat zou als gevolg hebben dat Wallonië verloren
gaat voor het katholicisme. Priester Poppe is blij met dat standpunt, en wel om
twee redenen : het stemt overeen met zijn eigen analyse over de toekomst van
België en het betekent een veroordeling van het laïcisme. Voor Edward is er
niets erger dan een samenleving zonder God ; in een samenleving zonder God is
immers de duivel baas. Nog altijd blijft voor hem de leidraad onveranderd :
« Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Christus ». Met zijn scherp
inzicht beseft hij het gevaar dat de twee bewegingen die hem zo nauw aan het
hart liggen bedreigt : de studentenvereniging verkeert in de verleiding om het
Vlaanderen voor Christus los te laten, terwijl de Eucharistische Kruistocht,
losgeweekt van de Vlaamse Beweging, het Alles voor Vlaanderen zou kunnen
prijsgeven.
·
De
oplossing ligt voor de hand : de kerkelijke overheid moet het de
studentenbeweging erkennen en de studentenbeweging zelf moet doordrongen worden
van de geest van de Eucharistische Kruistocht.
·
Edward schrijft
aan zijn vrienden over de Eucharistische Kruistocht in de Vlaamse
Beweging. Als middelen: wekelijks communiceren, gebed en versterving. Als
doel de verzedelijking en verchristelijking van het volk door de Vlaamse
Beweging, opdat ze volledig rechtsherstel zou bekomen en opdat de Vlaamse
Beweging doorgevoerd zou worden met het kerkelijk gezag.
·
Voor
priester Poppe is gehoorzaamheid aan de geestelijke hiërarchie een voorwaarde
voor elk katholiek initiatief. Daarmee volgt hij alleen maar de richtlijnen van
de H. Pius X uitgedrukt in de Brief over de Sillon (1910) : « Het
gezagsprincipe is de basis van elk sociaal en meer nog elk godsdienstig leven.
Dat principe moet in ere hersteld worden, zonder engheid, maar ook zonder
omwegen. »
·
In
september 1920 voelt Edward zich goed genoeg om met een groep van vierhonderd
bedevaarders af te reizen naar Lourdes. Hij wil er bidden voor familie en
vrienden, voor de Kruistocht, maar ook «om
met volle vertrouwen mijn genezing te vragen», zoals zijn geestelijke
vader hem opgedragen heeft. Alles legt hij echter in de handen van Moeder Maria.
Priester Poppe ziet de zaken op een bovennatuurlijke manier : «O Jezus ! Gij die oneindig goed zijt, moest
Gij ons geschapen hebben voor deze wereld, Gij zoudt geen ogenblik wachten om
deze lammen en blinden te genezen. Doch nu geeft Gij in plaats daarvan : troost
in het lijden, verlangen naar een leven van offer en uitboeting, genade om het
ziekbed in een apostelbed om te scheppen. Nu geeft Gij, in plaats van
lichamelijk herstel, het zicht aan de ziende blinden ; nu brengt Gij lamme
zielen naar de biechtstoel ; nu doet Gij geestelijke teringlijders opstaan uit
hun dodelijke lauwheid. Nu, mijn Jezus, nu doet Gij levende doden opstaan uit
hun zonden.»
|