Het
is duidelijk dat het dogma dat Jezus verrees uit de doden geen uitdrukking is
van een ervaring. Het drukt een historisch feit uit en er waren getuigen die
Hem hebben gezien of met Hem handelden en in de Bijbel is dan ook melding ervan
gemaakt: Hem die de weg naar het leven wijst hebt u gedood, maar God heeft hem
uit de dood doen opstaan, en daarvan getuigen wij. - Handelingen 3:15
Paus
Leo XIII waarschuwde ons tegen ketters die het ware Geloof aantasten door een
ketterij te laten binnendringen: "Er is
niets gevaarlijkers dan ketters die bijna de hele leer toelaten, en toch met
één woord, zoals met een druppel gif, het echte en eenvoudige geloof infecteren
dat door onze Heer is onderwezen en doorgegeven door de Apostolische
traditie"- encycliek Satis Cognitum nr 9
Evenmin is het voldoende om te beweren dat Franciscus bij
een andere gelegenheid de opstanding als historisch feit heeft toegegeven.
In 1794 hekelde paus Pius VI dit als een tactiek van
misleiding die werd gebruikt door degenen die de katholieke leer probeerden te
ondermijnen:
Er is geen verontschuldiging voor de manier waarop men
het [de ketterij] ziet gebeuren, onder het verkeerde voorwendsel dat de
schijnbaar schokkende bevestigingen op de ene plaats verder zijn ontwikkeld, op
andere plaatsen langs orthodoxe lijnen, en zelfs op nog andere plaatsen zijn
gecorrigeerd. Alsof de mogelijkheid toegestaan is om de verklaring te
bevestigen of te ontkennen, of deze gewoon over te laten aan de persoonlijke
neigingen van het individu - dit is altijd de frauduleuze en gedurfde methode
geweest die door modernisten wordt gebruikt om dwalingen te introduceren. Het
biedt zowel de mogelijkheid om dwalingen te promoten als om ze te
verontschuldigen. Paus Pius VI, Bul Auctorem Fidei, voorwoord
We kunnen zien dat Bergoglio het Lijden en Dood van
Christus tegenover de Verrijzenis contrasteert, en het is dubbel verkeerd en
uiterst gevaarlijk: hij doet daardoor lijken alsof de opstanding geen
historisch feit was, maar alleen op basis van geloof werd aanvaard, waardoor de
ketterij werd gesuggereerd van het fideïsme en het beroven van de katholieke
religie van alle rationele geloofwaardigheid. Bovendien wekt hij de indruk dat
de kruisiging en de dood van Christus niet op geloof hoeven te worden aanvaard.
Het feit is simpelweg dat alle drie de leerstellingen - de kruisiging, dood en verrijzenis
van Christus - even historisch en daarom kenbaar zijn los van het geloof, en ze
zijn evenzeer een kwestie van geloof om de autoriteit van God te aanvaarden die
ze openbaart.
De gronden voor het aanvaarden van het Lijden/Dood en de Verrijzenis zijn
allebei volkomen hetzelfde: we moeten ze zowel aanvaarden op gezag van de
menselijke geschiedenis als op gezag van Gods openbaring. En God kan niet
bedriegen of bedrogen worden.
AKTE
VAN EERHERSTEL TOT ONZE ZALIGMAKER Paus Pius XI 8/5/1928
Bij gelegenheid van het Hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus
Meest barmhartige
Jezus, uw onmetelijke liefde voor de mensen wordt met zo grote
onverschilligheid, onachtzaamheid en minachting op de meest ondankbare wijze
beantwoord. Zie ons neergeknield voor uw altaar; wij willen de zondige
nalatigheid van de mensen en de smaad, die uw allerbeminnelijkste Hart overal
wordt aangedaan, zo goed mogelijk herstellen door een bijzondere eerbetuiging.
Wij
zijn er ons van bewust dat ook wij ons aan zo'n onwaardige bejegening wel
zullen hebben schuldig gemaakt. Wij voelen daarover een diep berouw
en smeken in de eerste plaats om uw barmhartigheid over onszelf. Wij willen
door vrijwillige boete onze eigen slechte daden goedmaken, maar ook de slechte
daden van hen die ver zijn afgedwaald van de weg naar de zaligheid, - die volharden
in hun ontrouw en weigeren U als herder en leidsman te volgen,- of die de
doopbeloften met voeten treden en het zoete juk van uw geboden hebben
afgeworpen.
Wij
willen eerherstel bieden voor deze betreurenswaardige misdrijven, zowel voor
allen gezamenlijk als voor de misdaden van ieder van ons in het bijzonder: voor
de onzuiverheid en schandelijkheid van leven en levensopvatting; voor zoveel
arglistigheid, waarmee men de zielen van onschuldigen belaagt; voor het
schenden van feestdagen; voor de verwerpelijke verwensingen tegen U en uw Heiligen; voor het lasteren van uw Plaatsvervanger op aarde en van de
priesterlijke stand; voor de onverschilligheid en de afschuwelijke
heiligschennissen ten opzichte van het H. Sacrament van goddelijke liefde; en
in het algemeen voor de openbare misdrijven van de volkeren, die zich verzetten tegen
de rechten en het leergezag van de Kerk, die Gij hebt gesticht.
Wij bieden U tot herstel van Uw geschonden goddelijke eer, de voldoening aan,
die Gij eens op het Kruis aan de Vader hebt gebracht en die Gij op onze altaren
dagelijks blijft hernieuwen. Wij verenigen ons daarbij met de voldoeningen van onze Hemelse
Moeder, van alle Heiligen en van alle trouwe Christenen. Wij beloven U uit het diepste van ons hart, eerherstel te bieden voor zowel onze eigen vroegere zonden als die
van anderen, en voor de onverschilligheid tegenover uw overgrote liefde.
Dat
zullen wij doen, voor zover het ons met de hulp van uw genade mogelijk is, door
een vast Geloof, door een reine levenswandel, door nauwgezette naleving van de
geboden van het Evangelie, vooral van het gebod van liefde. Ook zullen
wij de beledigingen, die men U nog zal willen aandoen, naar best vermogen
verhinderen en zoveel mogelijk mensen tot uw dienst brengen.
Meest genadevolle Jezus, wij smeken U, aanvaard de hulde van onze vrijwillige
voldoening door de voorspraak van de H. Maagd Maria, die U het meest
eerherstel bracht. Schenk ons de grote genade van de volharding tot het einde, zodat wij
U tot onze laatste adem volkomen trouw blijven dienen. En geef, dat wij uiteindelijk het vaderland mogen bereiken, waar Gij als God met de Vader en de Heilige Geest
leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
|