Inleiding
tot de zaligsprekingen van de Bergrede door Claude Alexander voorganger (10
mei 2017)
Matteüs
5:3-12 :
Zalig
de armen van geest; want hun behoort het rijk der hemelen.
Zalig
de zachtmoedigen; want ze zullen het Land bezitten.
Zalig,
die wenen; want ze zullen worden getroost.
Zalig,
die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want ze zullen worden verzadigd.
Zalig
de barmhartigen; want ze zullen barmhartigheid ondervinden.
Zalig
de zuiveren van hart; want ze zullen God zien.
Zalig
de vreedzamen; want ze zullen kinderen Gods worden genoemd.
Zalig,
die vervolging lijden om de gerechtigheid; want hun behoort het rijk der
hemelen.
Zalig
zijt gij, als men u om Mijnentwil beschimpt en vervolgt, en vals beschuldigt
van allerlei kwaad. Verheugt en verblijdt u, want groot is uw loon in de hemel;
zo toch heeft men de profeten vervolgd, die vóór u zijn geweest.
De
mensheid heeft altijd de kracht, schoonheid en succes van mensen hoog geacht en
verheven. Het geluk van een persoon wordt gewoonlijk gemeten door de mate
waarin degene goede resultaten boekt of bewondering opwekt. En de afwezigheid
van kracht, schoonheid, rijkdom, succes en zo wordt beschouwd als een tegenslag
een bron van frustratie, vernedering en lijden. Dit is altijd de heersende
waardenschaal geweest in het koninkrijk van de mens.
Toen
Jezus kwam, tartte Hij deze aardgebonden maatstaf en verwierp ze omdat ze het
overgrote deel van de mensheid veroordeelt tot hopeloosheid en frustratie. Met
zijn Bergrede keerde Jezus dit kortzichtig waardesysteem om, en introduceerde
Hij de waarden van Gods Koninkrijk, waar de beginreeks te vinden is in de
Zaligsprekingen.
De
zaligsprekingen openbaren de houding van het hart en leven die God naar waarde
schat. De waarden die God heeft en die Hij heeft voorzien in Zijn Koninkrijk om
rond te werken, en ze zijn zeer verschillend van de aardse waarden, het vlees
en de duivel. De wedergeboren Christen moet hetzelfde waardensysteem toepassen
dat God heeft, want we moeten de geest van Christus aannemen.
1
Korintiërs 2:16 : "Wie toch kent het inzicht des Heren, dat
hij Hem zou onderrichten?" Welnu, wij hebben het inzicht van Christus.
Filippenzen
2:5 : Laat
dezelfde gezindheid onder u heersen, als ook in Christus Jezus was.
Deze
waarden zijn essentieel voor een Christelijke levensstijl. Er kan niet over
onderhandeld worden Het zijn waarden die het gedrag aansturen en waarheden waar
niet over kan gediscussieerd worden Ze zijn een drijfveer, en geven ons een
reden waarom we dingen zo doen en ze zijn beperkend en plaatsen grenzen aan het
gedrag.
Elke
mens heeft een waardensysteem dat zijn leven bepaald. Deze waarden waarnaar we
willen leven en ook voor willen sterven. Bij sommigen hebben hun waarden en
normen niets met God te maken en zijn ze niet gebaseerd op de H.
Schrift. Anderen baseren hun levens op Judeo-Christelijke waarden en
normen. We worden niet gered op basis van ons eigen waardensysteem. De weg
waarbij een persoon naar de Hemel kan is door het vertrouwen in het Bloed van
Jezus voor de vergeving van zonden. Als we aan wereldse waarden denken, dan
denken we aan rijkdom, macht, plezier, wrok, roem, ijdelheid en status.
Dit
zijn de belangrijkste zaken voor mensen die geen macht of doel buiten zichzelf
hebben gesteld. Wereldse waarden promoten jaloezie, wrok en conflicten onder
mensen in overeenstemming met de doelstellingen van Satan.
Johannes
8:44 : Gij
hebt den duivel tot vader, en de zin van uw vader verkiest gij te doen. Hij was
een moordenaar van den beginne; ook hield hij zich niet met de waarheid op,
omdat er in hem geen waarheid is. Wanneer hij leugen spreekt, spreekt hij naar
eigen aard; want hij is een leugenaar, en de vader daarvan.
Handelingen
5:3 : Toen
sprak Petrus: Ananias, waarom heeft satan beslag gelegd op heel uw hart, dat ge
den Heiligen Geest bedriegt en van de opbrengst van het landgoed iets achterhoudt?
Romeinen
16:17-20 : Maar
ik vermaan u, broeders, scherp te letten op hen, die tweespalt en aanstoot
verwekken tegen de leer, welke gij hebt ontvangen; gij moet geen omgang met hen
hebben. Want zulke lieden dienen niet Christus onze Heer, maar wel hun eigen
buik; en ze misleiden argeloze harten door vrome praat en gefleem. Zeker, uw
volgzaamheid is algemeen bekend; ik verheug me dus over u. Ik wil echter, dat
gij niet slechts wijs zijt in het goede, maar ook bestand tegen het kwaad. Dan
zal de God van de vrede de Satan spoedig onder uw voeten verpletteren. De
genade van onze Heer Jezus zij met u!
2
Korintiërs 4:4 : en wier ongelovig verstand de god dezer wereld heeft
verblind, zodat ze de uitstraling niet zien van het Evangelie der heerlijkheid
van Christus, die het beeld is van God.
Efeziërs
2:1-3 : Gij
ook waart dood door uw overtredingen en zonden, waarin gij eertijds geleefd
hebt in navolging van deze aardse wereld, in navolging ook van de vorst der
macht in de lucht, van den vorst van de geest, die nog altijd werkt in de zonen
der ongehoorzaamheid. Ook wij allen behoorden daartoe, en hebben vroeger naar
onze vleselijke lusten geleefd, de begeerten van het vlees en van de zinnen
volbracht, en waren van nature kinderen van toorn, juist zoals de anderen.
Efeziërs
4:25-32 : Legt
daarom de leugen af en spreekt de waarheid tot den naaste, ieder voor zich;
want ledematen zijn we van elkander. Wordt gij toornig, zondigt dan niet; de
zon ga niet onder over uw toorn; geeft geen vrij spel aan den duivel. De dief
mag voortaan niet meer stelen, maar moet arbeiden, om met eigen handen de kost
te verdienen, en iets over te houden, om het weg te schenken aan wie er
behoefte aan heeft. Uit uw mond kome geen vuile taal, maar goede woorden
alleen, die zo nodig stichten kunnen, zodat ze voordeel brengen aan hen die ze
horen. Bedroeft ook niet Gods heiligen Geest, waarmee gij verzegeld zijt voor
de Dag der Verlossing. Verre van u alle bitterheid, gramschap,
toorn, geschreeuw, laster en alle andere boosheid. Maar weest minzaam en
hartelijk jegens elkander; vergeeft elkander, gelijk ook God u door Christus
vergiffenis heeft geschonken.
2
Timoteüs 2:22-26 : Vlucht
dus de lusten der jeugd, en streef naar gerechtigheid, geloof, liefde en vrede,
in gemeenschap met hen, die den Heer aanroepen met een zuiver hart. Vermijd
eveneens de dwaze en onverstandige twistvragen, daar ge weet, dat ze slechts
strijd doen ontstaan. Een dienaar des Heren moet niet vechten, maar hij moet
vriendelijk jegens allen zijn, geschikt voor het onderricht en lankmoedig. De
koppigen moet hij terechtwijzen met zachtheid; want misschien brengt God ze tot
inkeer en tot erkenning der waarheid, en komen ze nog tot bezinning, als ze uit
de strik van den duivel door Hem zijn gevangen om zijn wil te volbrengen.
1
Johannes 3:8-10 : Maar
wie zonde bedrijft, is uit den duivel, want de duivel zondigt van de aanvang
af; en daartoe juist is Gods Zoon verschenen, om de werken van de duivel te
vernietigen. Wie uit God is geboren, bedrijft geen zonde, want zijn Zaad is in
hem; hij kan zelfs niet zondigen, omdat hij uit God is geboren. Hieraan zijn de
kinderen Gods en de kinderen des duivels te kennen: wie de gerechtigheid niet
beoefent, is niet uit God. Evenmin hij, die zijn broeder niet liefheeft.
De
waarden die in de Bijbel worden geleerd zijn tegengesteld aan de wereldse
waarden. Christelijke waarden promoten vrede en goede wil onder de mensen
volgens de doelstellingen van God. We zullen nooit perfectie in dit leven
bereiken, maar mensen die streven om God te gehoorzamen vinden dikwijls vreugde
en vrede waar geen werelds vals geluk kan aan tippen!
De
zaligsprekingen voorzien een troostende visie. Er is een plaats waar al het
slechte zal gerecht worden. De armen van geest zullen Gods Koninkrijk beërven.
Degenen die rouwen zullen getroost worden. De zachtmoedigen zullen het
land beërven. Degenen die lijden omwille van rechtvaardigheid zullen
gerechtvaardigd worden. De barmhartigen zullen barmhartigheid ontmoeten.
Vredestichters zullen vrede vinden als Gods kinderen.
Dit
is een krachtige visie. Het kan begrepen worden als toekomstgericht. Zoals
welbekend is, gebeurt deze ommekeer zelden in deze wereld. In deze wereld zijn
degenen met succes degenen die de dag plukken en die agressief handelen. De
zachtmoedigen en nederigen worden dikwijls in de steek gelaten, of nog erger,
gewoon vertrapt. Vanuit dit punt drukken de zaligsprekingen uit wat in Gods
Koninkrijk zal heersen, niet wat kan verwacht worden hier op aarde.
Koning
David toonde wat een gedrag door waarden gedreven, eruit ziet in Psalm 14:1-5.
Psalm
14:1-5 : Jahweh, wie mag uw gast zijn in uw
tent, Wie wonen op uw heilige berg? Die onberispelijk is van wandel, En van
rechtschapen gedrag; Die in zijn hart de waarheid spreekt, en met zijn tong
niet lastert. Die zijn naaste geen kwaad doet, Geen smaad op zijn evenmens
werpt; in wiens oog een vervloekte verachtelijk is, maar die eert, wie Jahweh
vreest. Die zijn naaste een eed heeft gezworen, en hem niet
breekt; Die zijn geld niet uitleent met woeker, geen steekpenning
neemt, om de onschuld te schaden. Wie zó doet, wankelt in eeuwigheid niet!
Bemerk
dat hij zei dat de persoon die de aanwezigheid van God geniet en een
onberispelijk leven leidt degene is die in zijn hart de waarheid spreekt.
Omdat deze persoon waarheid naar waarde schat in zijn hart, zijn woorden
drukken de waarheid uit. Omdat hij goedheid naar waarde schat, doet hij zijn
naaste geen kwaad. Omdat hij eerlijkheid naar waarde schat, breekt hij zijn
eed niet, zelfs al doet het pijn. Omdat hij rechtvaardigheid naar waarde
schat, aanvaart hij geen steekpenningen om de onschuldigen te schaden.
Gelovigen
die gedreven zijn door Bijbelse waarden oogsten een grote beloning van de Heer.
David zei dat ze nooit zullen wankelen. Ongeacht wat er rond hen kan gebeuren,
ze kunnen leven in het volle vertrouwen dat de juiste principes hun waarden
hebben gevormd en hun beslissingen hebben bepaald. Dat vertrouwen zal hen
emotionele en spirituele stabiliteit bieden. Het zal hen in staat stellen om
gelovigen te zijn die God kan gebruiken voor Zijn glorie.
God:
De Bron van alle Waarden
God
is niemand rekenschap verschuldigd, en er is geen hoger principe waar Hij in
overeenstemming moet zijn. Hijzelf is de absolute waarheid, schoonheid,
goedheid, liefde en rechtvaardigheid. Zijn perfect karakter is de kern van wat
de Bijbel rechtschapenheid noemt. In een universum zonder God, zou hetgeen we
goed noemen geen ultiem referentiepunt hebben.
Habakkuk
was een rechtschapen profeet in het Oude Testament. Hij worstelde soms, zoals
we allen van tijd tot tijd doen, met de goedheid van God in het licht van het
feit dat goddeloze mensen het dikwijls goed doen in het leven. Maar in
tegenstelling tot velen van ons, was Habakkuk echter wijs genoeg te weten dat
wanner je een vraag of probleem hebt met God het beste is om je rechtstreeks
tot God te richten. Daarom klaagde hij tot God :
Habbakkuk
1:13 : Uw
ogen zijn toch te rein, om het kwaad te aanschouwen, Gij kunt toch het onrecht
niet tolereren: Hoe kunt Gij dan de trouwelozen verdragen, Voor de boze
zwijgen, die de vrome verslindt?
Habakkuk
stelde bij zijn eerste klacht aan God de vraag waarom de Heer toeliet dat het
volk van Judah bleef vasthouden aan hun goddeloosheid en onrechtvaardigheid.
Wanneer de Heer antwoordde dat Hij de Babyloniers aan het voorbereiden was als
Zijn wapen van oordeel voor Judahs ongerechtigheid.
Habakkuk
1:5-6 : Werpt
een blik op de volken, ziet rond, En staat verbijsterd van schrik: Want Ik ga
een werk in uw dagen voltrekken, Dat ge niet zoudt geloven, als het werd
verteld. Zie, Ik roep de Chaldeën op, Dat grimmige, onstuimige volk, Dat de
breedte der aarde doorkruist, om woonsteden van anderen te veroveren.
Habakkuk
liet nog een luider bezwaar klinken. De Babyloniers waren zelfs nog goddelozer
dan het volk van Judah, hoe kon God nu een dergelijk volk toelaten om Zijn volk
te oordelen? Gods antwoord deed de bezwaren van de profeet verstommen, maar
bemerk dat Habakkuk in verwarring was door een schijnbare tegenstrijdigheid
tussen Gods karakter en Gods daden.
Als
we kijken naar de progressieve openbaring van Gods persoonlijkheid van Genesis
tot het Boek Openbaring, ontdekken we dat Hij het onveranderlijk fundament is
waarop morele concepten zoals goedheid, liefde en gerechtigheid zijn gebaseerd.
Net zoals Habakkuk, worstelde ook Abraham eventjes met God toen hij zei:
Genesis
18:25 : Het zij verre van U, zo te handelen, en de goeden met de kwaden te doden,
zodat het de rechtvaardige vergaat als de boze. Neen, dat zij verre van U! Zou
Hij, die heel de aarde richt, geen recht laten gelden?
Paulus
voegde eraan toe :
Romeinen
3:4 : Onmogelijk!
Integendeel, het staat vast: God is betrouwbaar, maar iedere mens is een
leugenaar, zoals er geschreven staat: "Opdat Gij in uw woorden gerecht
zoudt blijken, En zegepralen, als men recht over U spreekt."
In
vergelijk met Psalm 50:4 : Tegen
U, ach, tegen U heb ik gezondigd, En kwaad in uw ogen gedaan. Zo zult Gij
rechtvaardig zijn in uw vonnis, En onberispelijk in uw gericht:
Habakkuk ervaarde dat Gods plan voor de zuivering van
Zijn volk zijn begripsvermogen ver te boven ging. Hoewel Gods daden
onrechtvaardig en buitensporig leken in het waardensysteem van de profeet, was
Habakkuk zich bewust dat Gods daden een klein deel uitmaakten van Zijn groter,
en perfect soeverein plan. Op het eind zegt Habakkuk :
Habakkuk
3:17-18 : Al
bloeit dan de vijgenboom niet, En geeft de wijnstok geen vrucht; Al mislukt de
oogst van de olijf, En brengt de akker geen spijs; al zijn de schapen weg uit
de kooi, En zijn er geen runderen in de stallen: Toch zal ik mij in Jahweh
verheugen, Mij verblijden in de God van mijn heil!
In
essentie zegt de profeet dat zelfs al begrijpt hij het niet, vertrouwt hij erop
dat Gods goedheid onveranderlijk is. Habakkuk vertrouwt op God, zelfs wanneer de
dingen lijken zinloos te zijn. Habakkuk wilde begrijpen hoe de dingen zijn;
maar hij eindigde met te leren hoe God is.
We
kunnen misschien nooit een antwoord vinden dat bevredigend is voor het probleem
van het kwaad en het lijden in onze wereld. Maar wanneer we een meer volledige
openbaring van God zullen hebben, zullen deze vragen verdwijnen. Wat we zien is
zon klein deeltje van de puzzel en God is de Enige die het volledig beeld
ziet.
Gods
morele structuren en waarden zijn ingebouwd in de geschapen orde. De Bijbel
bevestigt dat zelfs degene die niet bekend zijn met Gods wet een geweten hebben
en dat er een morele wet, een natuurwet in hen is geprent.
Romeinen
2:14-16 : Welnu,
wanneer de heidenen, die de Wet niet bezitten, natuurlijkerwijze de voorschriften
der Wet onderhouden, dan zijn ze zonder de Wet zichzelf tot wet. Ze tonen dan,
dat de voorschriften der Wet in hun hart staan geschreven, en hun geweten legt
dezelfde getuigenis af; zo ook hun gedachten, die beurtelings hen zullen
aanklagen of vrijpleiten op de Dag, dat God de verborgen daden der mensen door
Christus Jezus zal oordelen, naar mijn Evangelie.
God
is niet alleen geopenbaard in de natuur, maar ook in het mensenhart. Ons hart
en geweten openbaren de vingerafdrukken van een morele God. In feite, wanneer
mensen praten over het kwaad in deze wereld gaan ze ervan uit dat de God van de
Bijbel bestaan, omdat als er geen God is, dan is het idee van kwaad
willekeurig. Wat het vlees is voor de ene mens, is het gif voor de andere, om
het zo uit te drukken. Zelfs onze noties van goed en kwaad zijn ons bekend
omdat we het beeld dragen van Degenen die in het begin de categorieën heeft
bepaald.
Goddelijke
waarden voor Goddelijke mensen
Als
mensen, de kroon van Gods schepping, heeft God de eeuwigheid in de harten van
de mensen geprent.
Ecclesiasters (Prediker ) 3:11: Al wat Hij maakte, is goed op zijn tijd; En al heeft Hij ook de eeuwigheid
gelegd in het hart van den mens, Toch kan de mens de daden van God Niet van het
begin tot het einde doorgronden.
Als goddelijke mensen zoeken zij te leven volgens Gods
eeuwige waarden van waarheid, schoonheid, goedheid, liefde en rechtvaardigheid
en dit werd opgenomen in de Bijbel. Als we kijken naar de wereld voor onze
morele waarden zullen we verward worden door eigenbelang, en de situatie waarin
we ons bevinden, die onze ethiek beϊnvloed. De waarden van onze cultuur zijn
oppervlakkig en subjectief, maar de morele maatstaven van de Bijbel
weerspiegelen Gods absoluut en onveranderlijk karakter. In Exodus 20 staat de
duidelijkste samenvatting van Gods waarden voor Zijn volk:
|