Verhaal
van June Keithley, schrijfster (artikel 1/8/2018)
Dit is het verhaal van June Keithley,
wiens vader, een jonge luitenant van de Filippijnse Luchtmacht toegewezen was
aan de luchtmachtbasis van Basilio Fernando in die tijd. Hij was een getuige van
zon stortvloed van rozenblaadjes. Hij vertelde zijn familie dat er geen
twijfel was dat de verschijningen echt waren en hij geen uitleg had voor de
stortvloed van bloemblaadjes die hij persoonlijk had gezien.
Hij had het Karmelietessen klooster bezocht samen met
andere jonge officieren van de luchtmacht op een regenachtige, dag met veel
wind. Ze waren gekomen uit nieuwsgierigheid en ze werden beloond voor hun
inspanning met een stortvloed van rozenblaadjes. Niet iedereen die kwam had evenveel geluk.
De mensen waren aan het wachten op nog een stortvloed van kostbare
bloemblaadjes, maar meestal was het tevergeefs, zei de later pers
ondersecretaris Felix Bautista. Wat de jonge luitenant niet vatten was hoe de
bloemblaadjes volgens hem uit het niets kwamen, en op de grond vielen in een
rechte vertikale beweging ondanks de regen en wind.
Mensen in de menigte hadden hun blik op de hemel gericht en
hoopten op een stortvloed van bloemblaadjes.

Het was het soort fenomeen dat zeker tot bekering opriep. De toenmalige
bisschop van Lipa, Alfredo Versoza had van de verschijningen gehoord en de
plotselinge toename van toegewijden op de plaats van het Klooster, maar
geloofde er niet in. Hij was van het sceptische soort en had de Karmelietessen
bevolen de nonsens te stoppen door het beeld van de H. Maagd Maria weg te
nemen uit de plaats waar het door het publiek kon vereerd worden. Hij ging
persoonlijk op bezoek maar niet om de bovennatuurlijke gebeurtenissen te zien,
maar zeker te zijn dat zijn bevel werd opgevolgd. Bij zijn komst werd de
bisschop volgens Pr. Senen Encarnacion begroet door een lading bloemblaadjes,
genoeg om een schaal te vullen, die uit het niets leken te zijn gevallen. Dit
werd bevestigd door inwoners van Lipa. De bisschop viel op zijn knieën in gebed
en toen hij de Priores van het klooster ontmoette gaf hij de toestemming het
beeld van de H. Maagd terug te plaatsen aan het raam voor verering.
Het duurde niet lang voor
een officieel rapport over de verschijningen werd gepubliceerd met de
Imprimatur van de bisschop, en het verhaal werd spoedig opgepikt door de
nationale en zelfs internationale pers. Mensen kwamen in nog grotere aantallen naar
het Klooster. Op een gegeven moment werd het totale aantal mensen op het
terrein geschat op 30.000.

Er werden dagelijks missen
opgedragen op de plaats en er werd voortdurend de rozenkrans gebeden. In de
eerste plaats hoopten de mensen op een stortvloed van bloemblaadjes, maar dat
gebeurde maar nu en dan eens.
Wanneer het gebeurde was er eerst de zoete geur van rozen
in de lucht. Guillermo Milan, een inwoner van Lipa herinnert zich: De mensen
keken altijd naar de lucht. Ze begonnen te roepen wanneer de geur van rozen in
de lucht hing. Ze wisten dat dit een zeker teken was dat er een stortvloed van
rozenblaadjes kwam.
Lalyn Castro herinnert zich: Ze kwamen niet van een kant. Je
kon ze echt zien komen uit de wolken.) Amelia Kison zegt erover: Er waren zeer
weinig bloemblaadjes die uit het niets kwamen.
Een collega van de jonge luitenant, die nu op rust is
herinnert zich:
en ik zag bloemblaadjes, rozenblaadjes, roze en rode die zacht
naar beneden kwamen.
Karmelietessen die knielden om de blaadjes te verzamelen.
Het was een gewoon ritueel dat na elke stortvloed van
bloemblaadjes de mensen druk bezig waren ze te verzamelen. Vroegere Batangas
Gouverneur Vicente Mayo herinnert zich: We wisten niet waar ze vandaan kwamen.
Het kon niet van een persoon komen.
We zagen de bloemblaadjes vliegen. Iedereen probeerde de bloemblaadjes te
grijpen.
De gelukkigen verzamelden rozenblaadjes met afbeeldingen
van Jezus Christus, de H. Familie, het H. Hart, de H. Maagd en Kind, H. Jozef
en vele anderen. Een Amerikaanse universiteit onderzocht de rozenblaadjes in
een laboratorium en besloot dat we van een Russische soort rozen was.




De verschijning in 1948
In 1948, drie jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog verscheen OLVrouw
verschillende keren voor een jonge postulantte die was ingetreden in het
Karmelietessenklooster, Teresita Castillo, de jongste van 7 kinderen van
Modesto Castillo, vroegere gouverneur van de Provincie Batangas.
Op 12 september 1948 om 17 u zag Zr Teresita Castillo in de
tuin een wijnstok schudden en een vrouwenstem sprak: Vrees niet, mijn kind.
Kus de grond. Wat ik je zal vertellen, moet je doen. Bezoek mij vijftien
opeenvolgende dagen op deze plek. Eet wat gras, mijn kind.
De tuin
Castillo deed zoals gevraagd. Ze keerde de volgende dag
terug naar de plet. Ze bad het Weesgegroet en wanneer ze gekomen was bij vol
van genade schudde de wijnstok opnieuw en een vrouw in het wit met een
ceintuur en witte hoofddoek die tot haar voeten reikte, die op wolken stond,
verscheen. Er hing een gouden rozenkrans om haar rechterhand. En de Vrouwe
vertelde om de plek te laten zegenen in de tuin. Castillo deelde de wensen van
OLVrouw met haar Moeder-overste Ma. Cecilia de Jesus, die het op haar het
verzoek deed aan de hulpbisschop Alfredo Obviar. Het was het begin van vele
mirakels die plaatsvonden in het Karmelklooster waaronder de eerste stortvloed
van rozenblaadjes op 14 september.
Op 27 september 1948 introduceerde de Vrouwe zich als
OLVrouw, Middelares van alle Genade. Ze verscheen 19 keer aan Castillo.
Natuurlijk is niet iedereen overtuigd. Na onderzoek gaf de locale Kerk een
negatief besluit en vond de gebeurtenissen niet van bovennatuurlijke aard.
Alle materiaal die in verband stond met de verschijningen
moest vernietigd worden, waaronder ook de dagboeken van Teresita en de
Moeder-Overste. Het beeld dat op verzoek van OLV werd gebouwd, werd gespaard
omdat de zusters van het klooster het verborgen. Moeder Overste en de Bisschop
werden uit hun functie ontheven, en Castillo verliet het klooster. Het klooster
werd verzegeld en niemand die op de hoogte was in het klooster mocht er nog
iets over zeggen tegen de buitenwereld. Er waren bisschoppen uit het comité die
echter opbiechten dat ze onder dreiging stonden van excommunicatie en negatief
advies moesten geven. Maar er waren toch vele toegewijden, vooral degenen die
de stortvloed van rozenblaadjes hadden meegemaakt, die geloven dat de
gebeurtenissen in 1948 miraculeus en Hemels waren.
De Kerk in het Carmelklooster
Het klooster in Batangas is gekend als de Carmel, het
Klooster van OLVrouw van de Berg Carmel of het Klooster van Maria Middelares
van alle Genade. Het is een vredige spirituele oase temidden van de bruisende
stad. De kapel is open voor iedereen die wenst het beeld te zien dat OLVrouw
had gevraagd op te richten en Haar te vereren. In tegenstelling met de Lipa
Kathedraal, is de Carmel ver van de lawaaierige, drukke straten van de stad.
Het is ook kleiner en minder druk dan de Kathedraal. Het is de perfecte plaats
voor degenen die een rustige plaats zoeken en tijd voor overweging en gebed.
Het klooster werd gebouwd in 1946, twee jaar voor de
verschijningen, juist na de Tweede Wereldoorlog. Het werd de thuishaven van de Karmelietessen
die verhuisden van Manila naar Lipa.
De kerk
Binnen de kerk
De kapel
In tegenstelling met de steden in de buurt lijkt de kerk
relatief modern. Er zijn buitensporige decoraties. Het is er ook klaar binnen.
|