|
Het Oude Testament bevat een voorafbeelding van
de H. Maagd Maria TLDM 17/12/2018
Jezus: "Mijn
Moeder werd toegelaten om Mijn kruist e accepteren. Ze deed dit wegens haar
grote hart voor Haar kinderen. Ik kijk niet graag, want het doet Mij verdriet
de gruwel en het gebrek aan respect te zien dat aan Mijn Moeder geboden wordt.
Het zijn enkel de vijanden van de Vader in de Hemel die deze waarheid
ontkennen. Jullie zullen de woorden van Mijn Moeder niet stoppen. Zij is jullie
Medeverlosseres, en als zodanig, is Zij het die de missie heeft gekreten om
jullie terug op de weg naar het Koninkrijk te brengen. Zonder Haar zullen jullie verloren gaan. (5/8/1974)
Jezus:
Reken
niet op broze menselijke relaties, omdat ze uitdoven. Terwijl Mijn Moeder, in
Haar Onbevlekt Hart, er altijd zal zijn om jullie raad te geven, jullie te
begeleiden, omdat er geen zuiverder liefde bestaat die aan de mensheid werd
gegeven, dan uitgedrukt wanneer ze onderworpen was aan Mijn vervolging op aarde,
en zag dat Ik moest vertrekken. Ze kende de Wil van de Vader, accepteerde dit
en op die manier werd ze werkelijk de Moeder van de wereld. (30/5/1981)
Artikel van
LepantoInstitute.com (13/12/2018) door Carlos Caso-Rosendi
Kerstmis
komt eraan. Dit is een goed moment voor een eenvoudige meditatie over de vele
vrouwen van God die de perfectie van de Moeder van de Verlosser voorafgingen. Deze
meditatie laat zien hoe het Oude Testament geleidelijk de vele kwaliteiten van
de vrouw onthult die in Genesis 3:15 worden genoemd. Zowel de Messias als zijn
Moeder waren eeuwenlang een mysterie. Dat mysterie werd eindelijk geopenbaard
tijdens de eerste kerst in Bethlehem. Het jonge meisje dat in de profetie van
Jesaja werd aangekondigd, bracht de Gezegende Zoon, Emmanuel, God met ons.
De
Bijbel vertelt het verhaal van de H. Maagd Maria in zowel het Oude als het
Nieuwe Testament. In het Oude Testament lezen we over Onze Gezegende Moeder in
de profetieën die God heeft gebruikt om ons over haar kwaliteiten te leren.
Vijandschap
sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en hare, zij
verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel. Genesis 3:15
In Genesis 3:15 vinden
we de eerste profetie over Maria. Zij is degene die een
dodelijke wonde zal toebrengen op het hoofd van de oude slang. Wanneer de
Hebreeuwse schriftgeleerden vroeger dit vers vertaalden in het Grieks,
gebruikten ze het woord gunai (vrouwe). Zij is degenen die het
goddelijk gericht op de vaders van het aderengebroed (Matteüs 12:34) zal doen
neerkomen., en Jezus verwijst naar hen als zonen van jullie vader, de Duivel
(Johannes 8:44). In dit kleine vers vinden we het eerst teken van de belofte
van het Evangelie. Het zaal van de vrouw is ook het zaad van Abraham, de vader
van alle gelovigen. Dat zaad is Christus, die in de wereld komt door Maria. Dit
wordt uitgelegd door de H. Paulus in Galaten3:16
: Nu gaf God zijn beloften aan Abraham en zijn nakomeling. Let wel, er staat
niet nakomelingen, alsof het velen betreft, maar het gaat om één: je
nakomeling en die nakomeling is Christus.
Het vijandschap tussen het zaad van de vrouw en het zaad of
nageslacht van de oude slang blijft tot de Eindtijd zoals getoond in het visioen
van de H. Johannes in het Boek Openbaring 11:19 tot 12:6.
Jesaja 7:14: Daarom zal de Heer zelf u een teken geven: de jonge vrouw is zwanger, zij
zal spoedig een zoon baren en hem Immanuel noemen.
Het woord dat hier gebruikt wordt voor maagd is almah
(jonge vrouw). De naam Immanuel betekent God met ons. Jesaja openbaart meer over
deze zoon van de maagd.
Jesaja 11:1-5: Maar uit de stronk van Jesse schiet een telg op, een
scheut van zijn wortels komt tot bloei. De geest van de Heer zal op hem rusten:
een geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid,
een geest van kennis en ontzag voor de Heer. Hij ademt ontzag voor de Heer;
zijn oordeel stoelt niet op uiterlijk schijn, noch grondt hij zijn vonnis op
geruchten. Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel, de amen in het
land geeft hij een eerlijk vonnis. Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn
mond, met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen. Hij draagt
gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen en trouw als een gordel om zijn
heupen.
Deze profetie bevestigt dat een maagd uit de stam van Juda,
en uit de familie van David de beloofde Messias zal baren. Jesse die hier
vermeld wordt is de vader van Koning David, die uit de stam van Juda komt.
Vroeg in de geschiedenis had Jacob geprofeteerd dat de Messias zou komen uit de
stam van Juda.
Genesis
49:10: In Judas handen zal de scepter blijven, tussen zijn
voeten de heersersstaf, totdat hij komt die re recht op heeft, die alle volken
zullen dienen.
Hier begint Jesaja de rol van de moeder van de Messias te
openbaren. In het Nieuwe Testament, wordt het verband gelegd wanneer we lezen
hoe het in vervulling ging in het Evangelie van Matteüs.
Matteus 1:18-24: De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen
zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde,
bleek ze zwanger te zijn door de H. Geest. Haar man Jozef, die een rechtschapen
mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het
geheim te verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een
engel van de Heer. De engel zei: Jozef, zoon van David, wees niet bang je
vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de H.
Geest. Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam
Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden. Dit alles is gebeurd
opdat in vervulling zou gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is
gezegd: De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam
Immanuel geven, wat in onze taal betekent God met ons.
Een tijdgenoot van Jesaja vermeldt ook de moeder van de Messias:
Micha 5:1-2: Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Judas geslachten te
behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn
oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer. Totdat de
vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard worden zijn broeders aan hun lot
overgelaten. Daarna zullen wie er nog over zijn terugkeren naar de andere Israëlieten.
Ook de profeet Jeremia lijkt het over de moeder van de
Messias te hebben in dit mysterieus vers:
Jeremia 31:22: Hoelang nog blijf je talmen, hoe lang nog blijf je
eigenzinnig, vrouwe Israël? De Heer zal iets nieuws op aarde scheppen: een
vrouw maakt een man het hof.
Hier is de opstandige dochter Israël. De vers lijkt te
suggereren dat God op het punt staat de voortdurende opstanden van Zijn volk op
te lossen. De H. Hiëronymus legt dit vers uit als een profetisch model van de
maagdelijke geboorte van Christus. Het nieuwe dat God heeft geschapen is
Maria van Nazareth die de missie zal hebben om een perfecte mens te verwekken
die niet aangetast is door de erfzonde.
Er zijn ook de andere profetische types van Maria, zoals Sara, Hanna, Debora, Jaël,
Judit en Ester.
Sara
Sara is de vrouw van Abraham, de moeder van Isaac en de
grootmoeder van Jacob, de vader van de twaalf stammen van Israël. Er zijn vele gelijkenissen tussen Sara en Maria van
Nazareth. Zoals toen Maria moest vluchten naar Egypte voor een tijd
(Genesis 12:10-20). Ze had geen kinderen (Genesis 16:1) en haar miraculeuze
zwangerschap die aangekondigd werd door een hemelse boodschapper (Genesis
18:10). Ze stelde de engel een vraag die zeer gelijkt op de vraag die Maria
stelde:
Lucas 1:34 : Maria vroeg aan de engel: Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog nooit
gemeenschap met een man gehad.
Genesis 18, 13: [
]
waarom vraagt ze zich af of ze op haar leeftijd nog wel een kind ter wereld kan
brengen?
Zowel Sara en Maria leven op een belangrijke tijd in de
geschiedenis, wanneer God een nieuw verbond sluit met Zijn volk.
Genesis 17:2: Ik wil met jou (Abraham) een verbond aangaan en ik
zal je veel, heel veel nakomelingen geven.
Lucas
1:30-33: Maar de engel zei tegen haar: Wees niet bang, Maria, God
heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon
baren, en je moet hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en de Zoon van
de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal hem de troon van zijn
vader David geven. Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van
Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.
Hanna
In vroegere tijden waren kinderen de kostbaarste schat van
het gezin. Het was een zegen aanzien van God om vele kinderen te hebben . Wanneer
een vrouw geen kinderen kon krijgen, moest ze de schaamte dragen onvruchtbaar
te zijn. In veel gevallen, had de man een bijvrouw om het leven van de
oorspronkelijke vrouw zeer moeilijk te maken. Dat was het geval met Hanna, de
vrouw van Elkana, een man uit de stam Efraïm. Deze gelovige vrouw was
onvruchtbaar, maar dat weerhield haar niet te bidden om nakomelingen.
Maar op een keer, tijdens het grote religieuze feest in Silo,
kwam Hanna bij het Tabernakel en bad God om een kind. Ze bad in stilte omdat
priester Eli van op afstand in de gaten hield. Eli bemerkt dat Hanna groot
verdriet had en bitter weende toen ze aan het bidden was. Eli besluit hieruit
dat ze teveel wijn gedronken had tijdens de viering. Hij berispt haar dronken
te zijn in het Huis van de Heer. Ook Maria, samen met andere Christenen die
verzameld waren in het cenakel werden beschuldigd dronken te zijn nadat ze het
Pinksterfeest hadden gevierd. Het gebeurde op de dag dat de Kerk de H. Geest
had ontvangen. (Handelingen
2:1-13)
1 Samuel 1:12-17: Diep bedroefd bad Hanna tot de Heer. In tranen legde
ze een gelofte af: Heer van de hemelse machten, ik smeek u, heb toch oog voor
mijn ellende. Denk aan mij, uw dienares, vergeet mij niet. Schenk mij een zoon, dan schenk ik hem voor zijn
hele leven aan u: nooit zal zijn haar worden afgeschoren. Terwijl Hanna zo
lang bad, keek Eli opmerkzaam naar haar mond. Ze bad namelijk in stilte: haar
lippen bewogen wel, maar haar stem was
niet te horen. Daarom dacht Eli dat ze dronken was. Hij
sprak haar aan en vroeg: Gaat dit nog lang zo duren? Als u dronken bent, ga dan
uw roes uitslapen! U vergist u, heer, antwoordde Hanna. Ik heb geen wijn of andere drank gedrongen. Nee, ik
ga gebukt onder een zwaar verdriet en stort mijn hart uit bij de Heer. Denk
niet dat ik een slechte vrouw ben; ik bid zo lang omdat ik overstelpt ben door
droefheid en ellende. Ga dan in vrede, antwoordde Eli. De God van Israël
zal u geven waar u om hebt gevraagd.
Nadat ze de zegen van Eli had ontvangen, geloofde Hanna dat
God haar gebed zou verhoren. Zij belooft God dat als Hij haar een zoon zou
geven, zij hem zal toewijden aan de Heer om Hem heel zijn leven te dienen. Het
antwoord op haar gebed en belofte was Samuel, de grote profeet-priester van Israël
die in dat jaar werd geboren. Hanna vervulde haar belofte en vijf jaar later
nam ze Samuel mee naar Eli, priester van God, om door hem te worden opgevoed.
Zoals Maria, was Hanna de moeder van een grote profeet, die
ze van jongs af toewijdde aan de dienst van God. (vergelijk 1 Samuel 1:24 met Matteüs
2:22-40) Het lied van Hanna, opgenomen in het tweede hoofdstuk van 1 Samuel was
zeer waarschijnlijk de inspiratie voor het Magnificat van Maria (Lucas 1:46-55).
1
Samuel 2:1-10: Nu juicht mijn hart dankzij de Heer, fier
heft mijn hoofd zich op, dankzij de Heer, mijn mond spreekt vrijmoedig tegen
mijn vijanden, want dankzij uw hulp beleef ik vreugde. Geen is er heilig als de
Heer, er is geen andere god dan u, geen rots is er als onze God. Gebruik toch
geen grote woorden, blaas niet zo hoog van de toren, want de Heer is een
alwetende God: door hem worden onze daden gewogen. De boog van de helden is
gebroken, en wie wankelen weten zich gesterkt. Die genoeg hadden, verkopen zich
voor brood, en wie hongerden zijn verzadigd. De onvruchtbare baart zeven zonen,
en wie veel kinderen heeft, verwelkt. De Heer doet sterven en doet leven, zendt
naar het dodenrijk en leidt eruit omhoog. De Heer maakt arm en hij maakt rijk,
vernedert diep en heft hoog op. Hij verheft uit het stof wie berooid is, uit
het vuil tilt hij op wie alles ontbeert. Hij laat hen wonen bij
hooggeplaatsten, hij houdt een ereplaats voor hen vrij. Van de Heer zijn de
pijlers der aarde waarop hij de wereld heeft vastgezet. Die hem trouw zijn,
behoedt hij op hun pad, maar de zondaars komen om in het duister. Ontoereikend
is de menselijke kracht: wie het opneemt tegen de Heer wordt gebroken, vanuit
de hemel dondert hij hun toe. De Heer spreekt recht over heel de aarde, hij
geeft macht aan de koning die hij kiest en verhoogt het aanzien van zijn
gezalfde.
Debora en Jaël
Debora is een voorbeeld van wijsheid, die rechter is over Israël.
Ze was de vrouw van Lappidot, en ze was profetes. Ze hield zitting onder de
Deborapalm tussen Rama en Betel, in het bergland van Efraïm, en daar kwamen de Israëlieten
haar hun rechtsgeschillen voorleggen. (Rechters 4:4-5)
In die tijd waren de Israëlieten onderdrukt door de Kanaänieten
en ze riep de stammen van Zebulon en Neftali op om te vechten tegen Sisera, de
Kanaanitische legeraanvoerder. Zij
profeteerde dat de machtige verdrukker zou overgeleverd worden in de handen van
een vrouw. Dit is een profetisch model van Mari, die de profetie van Genesis
3:15 in vervulling zal brengen door de kop van Satan, de oude slang, te
verpletteren. De vrouw die door God wordt uitverkoren om het leven van Sisera
te beeindigen is Jaël. Zowel Debora als Jaël zijn profetische types van Maria.
Rechters
4:17-21: Sisera vluchtte te voet naar de tent van Jaël, de vrouw
van de Keniet Cheber, want hij wist dat er een bondgenootschap bestond tussen
de familie van Cheber en koning Jabin van Hasor. Jaël kwam hem tegemoet en zei:
Kom binnen, heer, kom binnen. Wees niet bevreesd. Hij ging bij haar de tent
binnen en zij verborg hem onder een deken. Geef me wat water te drinken,
vroeg hij, ik heb zon dorst. Jaël opende een melkzak, gaf hem te
drinken en dekte hem weer toe. Toen zei hij: Ga in de tentopening staan. Als er
dan iemand komt vragen of er een man bij u is, moet u zeggen: Nee, er is hier
niemand. Jaël nam een tentpin en een hamer en sloop de tent binnen. Ze sloeg,
terwijl hij daar uitgeput in slaap lag, de tentpin dwars door zijn hoofd de
grond in, zodat hij stierf.
Judit
Het boek Judit vertelt ons hoe God het Joodse volk
bevrijdde door Judit, een dappere God vrezende vrouw. Judits naam betekent Jodin. Zij is de
voorafbeelding van Marias onfeilbaar vertrouwen in God. (Lucas
1:38). Net zoals Maria, bemiddelt ze voor God om de redding van Zijn volk.
Judit 9,4b-14: O God, mijn God, verhoor ook mij, een weduwe. U bent
het die dat alles bewerkt hebt, evenals wat eraan voorafging en wat erop
volgde. Wat vandaag is en morgen komt, hebt U gepland; wat U in uw geest had is
gebeurd. De dingen waar U toe besluit dienen zich aan en zeggen: hier zijn we.
Want al uw wegen hebt U reeds geëffend en wat U hebt beslist, hebt U reeds
voorzien. Zie, de Assyriërs zetten een hoge borst op vanwege hun legermacht,
zij beroemen zich op hun paarden en ruiters, gaan prat op de sterke arm van hun
voetvolk en verlaten zich op schild en speer, op boog en slinger, en ze weten
niet dat U de Heer bent die alle oorlogstuig kan vernietigen. De Heer is uw
naam: verpletter dan met uw macht hun leger, breek in uw toorn hun kracht. Zij
zijn immers van plan uw heiligdom te ontwijden, de tent te bezoedelen waarin uw
heerlijke naam woont en met geweld de horens van uw altaar af te slaan. Straf
hun overmoed, stort uw toorn uit over hun hoofd, schenk mijn hand de kracht die
ik, als weduwe, nodig heb om mijn plan uit te voeren. Dood door het bedrog van
mijn lippen de slaaf samen met zijn heer, de heer samen met zijn knecht. Verbrijzel
hun trots door de hand van een vrouw. Want uw kracht ligt niet in een groot
aantal en uw heerschappij steunt niet op geweldenaars, maar U bent de God van
degenen die werden vernederd, de hulp van de geringen, de steun van de
zwakkeren, de beschermer van de verworpenen, de redder van de wanhopigen. God
van mijn vader, God van het erfdeel van Israël, gebieder van hemel en aarde,
schepper van de wateren, koning van heel uw schepping, verhoor mijn smeekbede.
Laat mijn bedrieglijk woord als een bloedige gesel neerkomen op hen die gruwelijke
plannen smeedden tegen uw verbond, uw heilige woning, de berg van Sion en het
huis dat uw zonen bezitten. Moge heel uw volk en alle stammen ervaren dat U God
bent, de God van alle macht en kracht, want er is geen ander die het geslacht Israël
beschermt dan U.
Koningin Ester
Koningin Ester is een van de mooiste profetische types van
Onze Gezegende Moeder. Zij is een voorbeeld van vertrouwen in God en in de
kracht van gebed en vasten. Wanneer de vijanden van Gods volk een boosaardig
plan uitdokteren om ze te vernietigen, bemiddelt ze voor hen bij de koning, en riskeert
haar leven. Zij is een voorbeeld van Maria, de moedige Koningin van Gods Volk.
Ester 8:4-6: De koning reikte Ester de gouden scepter. Ester stond op en ging nu voor
de koning staan. Zij sprak: Als het de koning zo aangenaam is en ik genade heb
gevonden in zijn ogen, als mijn voorstel de goedkeuring van de koning kan
wegdragen en ik hem welgevallig ben, laat er dan een schrijven uitgevaardigd worden
om de brieven te herroepen, die de Agagiet Haman, de zoon van Hammedata,
uitgedacht en geschreven heeft om in al de provincies van de koning de Joden
uit te roeien. Hoe immers zal ik het onheil kunnen aanzien, dat mijn volk zal
treffen? Hoe zal ik kunnen aanzien dat mijn familie wordt vernietigd?
Het thema van Maria als de Nieuwe Eva wordt in dit verhaal vooraf
afgebeeld. Aan het hof van Koning Ahasveros van Perzië wordt Koningin Vashti
verbannen van het hof omwille van haar ongehoorzaamheid. Vier jaar later kiest
Koning Ahasuerus Ester als zijn vrouw en koningin omdat ze mooi en intelligent
is.
Later smeedden sommige vijanden van de Joden een complot om
al de Joden te vernietigen in het hele keizerrijk. De enige die hen kan redden
van de vernietiging is Ester, maar ze kan niet met Koning Ahasveros praatten
tenzij ze wordt geroepen. Ieder die onuitgenodigd voor de Koning verschijnt
wordt gestraft met de dood. Ester beslist om haar volk te redden. Daarom vastten
en bidden zij en haar dienaressen samen met al de Joden van Perzië drie dagen
lang. Op het einde van de drie dagen gaat Ester onaangekondigd het hof van de
Koning binnen om te smeken voor haar volk. Dit herinnert ons aan de rol van
Maria als middelares voor het volk van God. Deze bemiddeling gebeurt zowel door
haar gebeden als haar smarten, net zoals Ester bad en vastte.
Uiteindelijk worden de Joden gered door de bemiddeling van
Koningin Ester en worden hun vijanden overwonnen. Daarom viert het Joodse volk
het Poerim feest. Oorspronkelijk werd de vastenperiode door Ester en het hele
volk van Israël op de 14de, 15de en 16de Nisan
gehouden, wat ongeveer overeenkomt met de drie dagen van Christus Lijden en
Dood. Daar kunnen we een overeenkomst zien: net zoals de Joden hun vijanden in
het oude Perzië versloegen, zo versloeg Jezus de vijand van de hele mensheid op
het Kruis op de 14de Nisan, en dat is Goede Vrijdag.
Ester wordt in de Bijbel voorgesteld als een vrouw met een
diep geloof en moed, die van haar volk houdt, en haar leven wil riskeren voor
degenen die ze liefheeft. Zij is een instrument van redding die door God wordt
voorzien om Zijn volk te redden en beschermen. Op dezelfde manier is Maria Gods
instrument van redding. Door haar hebben we Onze Heer ontvangen. Net zoals
Ester is zij een permanente middelares voor Gods troon voor het welzijn van al
haar geliefde kinderen.
Toewijding aan de H. Maagd Maria is een essentieel deel van
het Katholiek geloof. In andere Christelijke kerken hebben sommigen de neiging
niet teveel te praten over de Moeder van God. De grote Christelijke apologeet
C.S.Lewis, gaf een zeer goede analyse van dat probleem in zijn proloog van Mere Christianity:
|