Gebed 81 van de H. Gregorius van Narek uit het
boek Klaagliederen, kerkleraar verklaard sinds 2015
A
Aanvaard, goede en barmhartige God, samen met de gebeden van de
Moeder Gods, de verzoeken van de onsterfelijke Engelen die getooid zijn in
licht, en die onophoudelijk met hun zuivere mond, zingen in voortdurende voorspraak voor mij. De Engelen zijn deugdzaam, door U geschapen om het goede te bewerken,
U die de Bewerker van alle goeds bent.
Ze zijn onwetend van kwaad, door uw bevel tot leven
gekomen, U die over alles heerst, de God die is. Ze zijn een machtige kracht
die ter Uwer beschikking staat, verheven God, heilig, zuiver, smetteloos,
gezegend, prachtig, onoverwinnelijk, zegevierend, en snel als een gedachte.
Deze Beschermengelen dienen ons en bemiddelen voor ons, net
zoals voor de dorre vijgeboom die reeds drie jaar geen vruchten droeg, en waar
de eeuwigheid het verleden, heden en toekomst omvat. De vijgeboom schoot wortel
voor een lange periode, in de wijngaard van deze wereld, versierd met nutteloos
gebladerte, maar gaf geen vruchten. En
dit is het beeld van de ellendige mensheid.
De Engelen zitten voortdurend met ons in. Ze helpen ons in
onze zwakheid. Ze dragen bij tot onze deel van deugdzaamheid, met het eeuwig
leven voor oog bidden ze voor onze redding, en spreken deze woorden: Laat het
werk van Uw handen niet in de steek. Want waarlijk, dit gebed is het onze. U,
Allerhoogste God hebt voor hen gezorgd dat ze dit zeggen in onze naam, want ze
werden geschapen door het woord en wij door de daad van Uw hand. Ze zullen
komen samen met Uw Eniggeboren Zoon, en als getuigen die we moeten vrezen in het Laatste
Oordeel, als ware aanklagers van de zonden van aardse wezens voor het
verschrikkelijke tribunaal, en ze zullen daar rechtvaardig ons raad geven. Ook daar,
sympathiseren ze met ons, bemiddelen ze zuchtend voor ons, met het eeuwigdurend
gezang van hun stemmen: Heb medelijden met hen, U die hen hebt geschapen. Vernietig ze
niet.
B
Met hun stemmen in dankzegging en gebed, onsterfelijk en
verheven, ademt U ook de aangename geur van onze verzuchtingen, Schepper van
alles. U overstijgt degenen boven en onder met uw mededogen, en U laat alle
goede werken stromen voor ons en voor hen. En omwille van de luister van de
onverdorven wezens, wonderbaarlijk in hun vurige vormen, smetteloze zuiverheid,
zonder zonden, gemaakt van vuur en geest, onoverwinnelijk, met het immense
voordeel van hun hogere positie, hun overvloedige en briljante kennis, vurig in
hun ijver dat niet afneemt, met een ingeboren hartstocht voor de liefde van
God.
Moge
onze koude, smeulende harten terug ontstoken worden en helder schijnen bij het
verheven mysterie van het heilig altaar, dat Uw heiligdom is, en voortdurend wakend en wachtend op het heilig bevel van Uw leven-gevende wil, Schepper
van alles, om onafscheidelijk verenigd te zijn met God in cherubijnse deugd.
Zij zijn de grote Hemelse Vorsten, soldaten, die zuiver en
ontzagwekkend zijn, de deugdzame en nobele dienaren in Uw Hemels Koninkrijk, de
glinsterende stralen van Uw wolk van Licht, God uit den Hoge.
C
Jezus, toon door hen Uw barmhartige liefde voor de
mensheid, ook voor mij, een zondaar die geboren is op aarde. Richt mij naar het
goede pad van Uw licht, door de gebeden van mijn Beschermengel, zodat de
erfenis van mijn ziel die U aan zijn bescherming hebt toevertrouwd, door U
ontvangen moge worden uit dit leven, met een vreugdevol hart, dat jubelt in
mij, zonder smet en gezegend door U. Laat hij me naar voor brengen en mij
presenteren met een blij gezicht tot U, geprezen en barmhartige Heer, verheven
Koning van Glorie die alle begrip te boven gaat, temidden van het gelukzalig
koor in luid gejubel.
En tot U, die alle begrip te boven gaat, met Uw Vader, die ons bereik te boven
gaat, en Uw H. Geest waar woorden ontoereikend zijn glorie, eer en
aanbidding, in de eeuwen der eeuwen. Amen.
H.
Gregorius van Narek
(Narek, Vaspoerakan ca.
950 aldaar ca. 1010) was een monnik, mysticus, filosoof, theoloog, componist,
schrijver, heilige en kerkleraar die vereerd wordt binnen de Armeens-Apostolische,
Rooms-Katholieke en Oosters-katholieke kerken. Gregorius kwam uit een
geletterde familie en woonde en werkte lang in een klooster nabij het Vanmeer.
Zodoende beschouwt men hem ook als de eerste grote, Armeense dichter. Narek
schreef een commentaar op het Hooglied en vele gedichten in het Oudarmeens.
Zijn belangrijkste werken zijn Het boek der klaagzangen en een
commentaar op het Hooglied.

Leven
Gregorius was de zoon van bisschop Khosrov, de schrijver
van het vroegst bekende commentaar op de Byzantijnse liturgie. Zijn moeder
overleed toen hij nog jong was en hij deed samen met zijn broer intrede in het
klooster van Narek, waar zij hun opvoeding en opleiding genoten onder de
verantwoordelijkheid van hun neef, archimandriet (overste) en oprichter van dat
klooster. Van jongs af bleek hij al talent te hebben voor de muziek,
astronomie, wiskunde en geometrie. Op zijn vijfentwintigste werd hij gewijd tot
priester. Gregorius bracht zijn leven grotendeels door in het klooster en
doceerde er. Daarnaast droeg hij bij aan de ontwikkelingen op literair,
artistiek en theologisch gebied.
De eerste literaire bijdrage van Gregorius was een
commentaar op het Hooglied, een opdracht die hem verstrekt werd door een
Armeense prins. Met name zijn heldere taalgebruik en theologische kennis werden
daarvan geroemd. Verder schreef hij brieven, hymnes, odes, melodieën en
traktaten. Het bekendst is Het boek der klaagzangen.
Na zijn overlijden werden de stoffelijke resten van
Gregorius in een mausoleum bewaard. Diverse wonderen zijn aan hem
toegeschreven. Bij de renovatie van het complex werd in 1858 een chatsjkar
geplaatst met een beeltenis van de Moeder Gods, op haar schoot de Christus en
voor haar de heilige Gregorius. Tijdens de Armeense genocide in 1915 is het
complex grotendeels vernietigd, waarna in 1951 een moskee is geplaatst op de
locatie van het klooster.
Het boek der klaagzangen
In 977 schreef Gregorius Het boek der klaagzangen,
een uit 95 gebeden opgebouwde literair en theologisch werk. Hierin tracht hij
op theologische basis een antwoord te geven op hoe men zich kan herenigen met God.
Uitspraken van heiligen, en opgetekende teksten van profeten en apostelen en
andere Bijbelse teksten gebruikte hij als inspiratie. Omdat het behagen van God
in het werk centraal staat, hebben lijden en dergelijke thema's een minder
nadrukkelijke rol. In vergelijking met teksten uit dezelfde tijd, onderscheidt
het werk zich daarin en het is rijk aan nuance en literaire stijl, zoals
beeldspraak. De voltooiing van het gebedenboek vond plaats in 1001 of 1002.
Verdere gegevens over de ontstaansgeschiedenis ontbreken.
Verering
In de Rooms-Katholieke Kerk geldt 27 februari als
Gregorius' feestdag. De Armeens-Apostolische en Armeens-Katholieke Kerk
hanteren daarnaast ook 13 oktober, waarop zij de Heilige Vertalers eren. Dit
betreft de vertalers van de eerste Armeense bijbelvertaling en de grondleggers
van het Armeens alfabet.
Daarnaast wordt Gregorius in de Catechismus genoemd onder
artikel 2678. Ook werd hij door Paus Johannes Paulus II aangehaald in zijn encycliek
Redemptoris Mater.
Kerkleraar
Op 21 februari 2015 is Gregorius van Narek aangewezen als kerkleraar
door paus Franciscus. De Congregatie voor de Heilig- en Zaligsprekingsprocessen
heeft het daarvoor benodigde onderzoek voor haar rekening genomen en de benoeming
goedgekeurd en onderbouwd.
Op 12 april 2015 (Barmhartigheidszondag, voorheen Beloken
Pasen) vond de heiligverklaring plaats tijdens een mis volgens Armeense
liturgie ter gelegenheid van de herdenking van de Armeense genocide, 100 jaar
eerder.
|