Maar onder al Mijn schepselen heb Ik deze dienaren van Mij
gekozen. Ze zijn Mijn gezalfden, stewards van het Lichaam en Bloed van Mijn
eniggeboren Zoon, jullie menselijk vlees verenigd met Mijn goddelijkheid. Wanneer
ze de hostie consacreren staan ze in plaats van Christus, Mijn Zoon. Deze zonde
is dus rechtstreeks gericht tegen het Woord, en omdat het aan Hem wordt gedaan,
is het aan Mij gedaan, omdat we een en dezelfde zijn. Deze ellendelingen
vervolgen het Bloed en ontzeggen zich zo de schat en de vrucht van het Bloed.
Daarom beschouw Ik deze zonde niet gepleegd tegen Mijn dienaren maar tegen Mij,
en ernstiger omdat de vervolging evenals de eer niet (en ik beschouw het ook
niet zo) aan hen toebehoord, maar aan Mij, aan dit Glorierijk Bloed van Mijn
Zoon, want we zijn een en dezelfde.
Daarom zeg Ik jullie, als al de anderen zonden dat deze
mensen hebben gepleegd aan de ene kant werden geplaatst en deze ene zonde aan
de andere kant, zou deze voor Mij meer doorwegen dan al de andere. Ik heb jou
dit getoond zodat jullie meer reden zou hebben om bedroefd te zijn dat Ik word
beledigd en deze ellendige zielen vervloekt, zodat het bitter verdriet van jou
en Mijn andere dienaren door Mijn goede barmhartigheid de grote duisternis
kunnen verdrijven dat over deze rotte leden is gekomen, die afgesneden zijn van
het mystiek Lichaam van de H. Kerk.
Broeders, hebben we Gods toestemming om gerechtigheid te
brengen tegenover een priester voor zijn zonden? Zelfs wanneer die priester
kinderen molesteert? (Noot: het spreekt
natuurlijk vanzelf dat hij moet gestopt worden, en een eerlijk proces
moet krijgen om de geleden traumas van de slachtoffers te verzachten. God
is niet tegen een burgerlijke straf, laat dit duidelijk zijn. Het is alleen
niet toegelaten dat hij aan de schandpaal wordt genageld, bespot, gelasterd,
want dat is een tweede straf. Ieder heeft zonden en alleen God kan het
innerlijk van de mens in zijn geheel beschouwen en een rechtvaardig oordeel
treffen.)
Maar Ik vind nauwelijks iemand die bedroefd is over de vervolging
dat woedt tegen dit Glorierijke Kostbare Bloed, terwijl er velen zijn die Mij
voortdurend vervolgen met pijlen van ongeordende liefde en slaafse vrees en
arrogantie. Blind als ze zijn, rekenen ze als eer wat schaamtevol is, en als
schaamte wat eerbaar is, dat wil zeggen zich nederig gedragen voor het Hoofd
(van het mystiek Lichaam).
Door deze zonden zijn ze opgekomen en blijven ze opkomen om
het Bloed te vervolgen. Ik sprak de waarheid wanneer Ik je vertelde dat ze Mij
vervolgen. Voor zover het hun intentie betreft, vervolgen ze Mij op elke manier
die ze kunnen. Niet dat Ik op zichzelf door hen kan getroffen worden of
vervolgd, want Ik ben zoals de rots dat niet getroffen wordt door wat er heen
gegooid wordt, maar het treft degene die gegooid heeft. Evenzo is het impact
van de verdorven zonden dat ze plegen Mij niet kan treffen, maar hun pijlen
keren terug naar hen, vergiftigd met schuld. Deze schuld ontzegt hun genade in
dit leven omdat ze de vrucht van het Bloed verliezen, en uiteindelijk tenzij ze
hun wegen veranderen door oprecht berouw en heilige belijdenis zullen ze eeuwig
vervloekt worden, afgesneden van Mij en overgeleverd aan de duivel. Ze hebben
in feite, een pakt gesloten met de duivel, want van zodra ze de genade verloren
zijn, zijn ze gebonden door zonde met de ketenen van haat tegenover deugd en
liefde voor ondeugden. En deze ketting hebben ze in handen van de duivel gelegd
met hun vrije keuze. Daarmee bindt hij hen, want op geen enkele andere manier
zouden ze kunnen gebonden worden.
Deze ketting bindt de vervolgers van het Bloed, de ene aan
de andere, en als leden die vastgebonden zijn aan de duivel hebben ze de
functie van de duivels aangenomen. De duivels doen elke inspanning om Mijn
schepselen op een dwaalspoor te brengen, om hen van de genade weg te lokken en
hen mee te slepen in de schuld van doodzonde, zodat anderen het kwaad delen dat
in hen aanwezig is. Dit is wat dergelijke mensen doen, niet meer of minder. Als
duivelse leden zijn ze op zoek om de kinderen van de bruid van Christus, Mijn
eniggeboren Zoon, te ondermijnen.
Ze ontdoen hen van de band van naastenliefde en binden hen
met de ellendige ketting waarmee ze van de vrucht van het Bloed worden beroofd.
De schakels van deze ketting zijn trots en eigendunk, samen met de grote angst
dat hen de genade doet verliezen, in plaats van het risico te lopen hun
tijdelijke macht te verliezen. Zo vallen ze in een grotere verwarring dan ooit,
omdat ze de eer van het Bloed hebben verspeelt. Hun ketting is gesmeed met het
zegel van duisternis, zodat ze niet beseffen in wat een grote ellende en
moeilijkheden ze zijn verzeild geraakt en anderen doen vallen. Daarom
veranderen ze hun wegen niet. Ze kennen zichzelf niet, maar blind als ze zijn,
scheppen ze hoogmoed in hun eigen spirituele en lichamelijke ondergang.
O geliefde dochter, wees uitermate bedroefd bij het zien
van zon ellendige blindheid in deze die, zoals jij, werden gewassen in het
Bloed, werden gezoogd en gevoed met dit Bloed aan de borst van de H. Kerk! Nu
zijn ze zoals opstandelingen weggetrokken van die borst uit vrees en onder het
voorwendsel van de fouten van Mijn priesters te corrigeren iets wat Ik hen
heb verboden te doen, want Ik wil niet dat Mijn gezalfden door hen worden
geraakt. Wat een verschrikking zou over jou en Mijn andere dienaren komen
wanneer je de ellendige ketting van hen zou horen! Je tong zou nooit kunnen
beschrijven hoe hatelijk het is voor Mij! En nog erger, ze willen zich
verbergen onder de mantel van de zonden van Mijn priesters om zo hun eigen
zonden te verbergen. Ze vergeten dat geen mantel iets kan verbergen voor Mijn
zicht. Ze kunnen in staat zijn om zich te verbergen voor schepselen, maar niets
kan verborgen worden voor Mij. Ik hield van je en kende je voordat je bestond.
En dit is een van de redenen dat de goddelozen van deze
wereld hun wegen niet veranderen: ze geloven niet in de waarheid, door het
licht van levend geloof, dat Ik hen zie. Want als ze geloofden in de waarheid
dat Ik hen en hun zonden zie en dat elke zonde wordt bestraft en elk goed wordt
beloond, zouden ze zon kwaad niet plegen, maar zich afkeren van wat ze hebben
gedaan en nederig vragen om Mijn barmhartigheid. En Ik, zou door het Bloed van
Mijn Zoon, barmhartig zijn voor hen.
(Noot: in deze tekst wordt verwezen naar personen die de
intentie hebben de H. Kerk af te breken, de gelovigen te doen twijfelen en
erger ze te misleiden en afvallig te doen worden. Deze personen willen God
treffen door Zijn priesters en dienaren te treffen. Voor hun daden bestaat geen
excuus.)
Maar ze zijn koppig en daarom worden ze verworpen door Mijn
goedheid en omwille van hun zonden vallen ze in de ultieme ramp het licht te
verliezen, en blind als ze zijn, worden ze vervolgers van het Bloed. Maar geen
fout van de kant van de priesters van het Bloed kan dergelijke vervolging
rechtvaardigen.
Ik heb je verteld, geliefde dochter, dat er eerbied moet
gegeven worden aan Mijn gezalfden, ongeacht hoe zondig ze kunnen zijn. Maar
eerbied is niet bedoeld, of mag niet gegeven worden voor wat ze op zichzelf
zijn, maar alleen voor de autoriteit dat Ik hen heb toevertrouwd. Het
Sacramentele mysterie kan niet verminderd of verdeeld worden door hun
zondigheid. Daarom mag jullie eerbied voor hen nooit stoppen niet omwille van
hen, maar omwille van de schat van het Bloed.
(Noot: laat het zo stellen, zonder priesters zijn er geen
Sacramenten)
In tegenstelling heb Ik je een beetje getoond hoe ernstig
en onaangenaam het Mij is en hoe schadelijk voor zichzelf oneerbiedigheid is
van degenen die het Bloed vervolgen. En Ik heb je getoond wat pact ze hebben
gesloten tegen Mij door zichzelf te verbinden met de duivel, zodat je nog meer
bedroefd moet zijn.
Ik heb je in het bijzonder verteld over deze zonde omwille
van de vervolging van de H. Kerk. En Ik vertel je hetzelfde van de Christenheid
in het algemeen: iedereen die leeft in doodzonde is het Bloed aan het verachten
en laat het leven van genade schieten. Maar nog meer onaangenaam en ernstig
voor zichzelf is de zonde van degenen waarover Ik specifiek heb gesproken.
Heilige
Priesters
Ik wil je ziel nu verfrissen door je verdriet te verzachten
over de duistere handelingen van deze ellendigen met de heilige levens van Mijn
dienaren. Ik heb je verteld dat ze de kwaliteiten van de Zon hebben aangenomen,
zodat het parfum van hun deugden de stank verminderen, en hun helderheid de
duisternis. Door dit licht wil Ik dat je dieper de zondige duisternis van sommige
andere van Mijn dienaren kent. Open dus het oog van je geest en overweeg Mij,
de Zon van gerechtigheid, je zal deze glorierijke dienaren zien die door hun
rentmeesterschap van de Zon de kwaliteiten van de Zon hebben aangenomen.
Ik heb je verteld over Petrus, de prins van de Apostelen,
die de sleutels ontving van het Hemelse Koninkrijk. Nu vertel Ik je over de
anderen, die in deze tuin van de H. Kerk stewards van het licht zijn geweest.
Het licht is het Lichaam en Bloed van Mijn eniggeboren Zoon. Hij is de ene
onverdeelde Zon, en al de Sacramenten van de Kerk ontlenen hun waarde en leven-gevende
kracht van Zijn Bloed. Al degene waarover Ik je nu spreek werden aangesteld
door rang volgens hun staat om stewards te zijn van de genade van de H. Geest.
Hoe hebben ze Het toegediend? Door de genadevolle helderheid dat ze uit dit
ware licht hebben getrokken.
Bestaat deze helderheid op zichzelf? Nee, want de
helderheid van genade kan niet op zichzelf bestaan, en zijn licht kan niet
verdeeld worden: Men moet ofwel het geheel hebben of men heeft het helemaal
niet. Iemand die in doodzonde leeft is door dat feit het licht van genade
ontzegd. En ieder die genade heeft is spiritueel verlicht doordat Hij Mij kent,
want Ik ben de schenker van genade en van de deugd waardoor genade wordt
bewaard. Het is in dit licht dat de ziel de ellendigheid van zonde erkent en
zijn bron, sensuele zelfzucht, en haat daarom de zonde. Door het haten van de
zonde en zijn bron ontvangt de ziel de warmte van goddelijke naastenliefde in
haar wil, want de wil volgt het begrip. En ze ontvangt het kleur van dit
glorierijke licht door de leer van Mijn Waarheid te volgen, waardoor haar
geheugen vervuld is in overweging van de zegen van Zijn Bloed.
|