Daarom mogen jullie niet zondigen tegen hen, omdat als je
dit toch doet, jullie in werkelijkheid niet tegen hen zondigen, maar tegen Mij.
Dit heb Ik verboden, en Ik heb gezegd dat het Mijn wil is dat niemand hen treft.
Omwille van deze reden heeft niemand een excuus om te
zeggen: Ik doe geen kwaad, noch ben Ik opstandig tegen de H. Kerk. Ik ben
gewoon aan het reageren tegen de zonden van slechte priesters. Dergelijke
personen bevinden zich op een dwaalspoor, verblind door hun eigen zelfzucht. Ze
zien het goed genoeg in, maar ze doen alsof het dit niet inzien om zo hun
knagende geweten buiten spel te zetten. Als ze verder zouden kijken, dan zouden
ze inzien dat ze niet deze priesters vervolgen maar het Bloed. Ik ben het die
ze aanvallen, net zoals het Ik was die ze eerbied betoonden. Maar elke aanval
dat ze doen op Mijn priesters, treft Mij: spot, laster, ongenade, misbruik.
Noot: Broeders, overweeg de beschuldiging die Martin Luther
deed tegen de Rooms Katholieke Geestelijkheid. Heeft hij een doodzonde begaan,
denk je?
Wat hen ook is aangedaan aanzie Ik als aan Mij gedaan. Want
Ik heb gezegd en zeg het nogmaals: Niemand mag raken aan Mijn Christussen. Het
is Mijn recht om hen te straffen, en niemand anders.
Maar de goddelozen tonen hoe weinig eerbied ze hebben voor
het Bloed, hoe weinig ze deze schat naar waarde schatten dat Ik hen gegeven heb
voor het leven van hun ziel en hun redding. Jullie kunnen geen grotere gave
ontvangen dan dat Ik Mij aan jullie geef, volledig God en volledig mens, als
jullie voedsel.
Maar door Mij geen eerbied te betuigen in de personen van
Mijn dienaren, hebben ze respect verloren voor hen en vervolgen ze hen omwille
van de vele zonden en fouten dat ze in hen zien. Maar Ik zeg jullie naar
waarheid: als ze eerbied hadden voor hen omwille van Mij, dan zouden ze dit
niet doen om enige zonde dat ze in hen zien. Want geen enkele zonde kan de
kracht van dit Sacrament verminderen, en daarom mag de eerbied voor hen ook
niet verminderen. Wanneer dit het geval is, is het tegen Mij dat ze zondigen.
Er zijn vele redenen dat deze zonde ernstiger maakt dan
enige andere, maar Ik zal je de drie voornaamste geven.
1. De
eerste: hetgeen wat ze doen aan Mijn dienaren, doen ze aan Mij.
2. De
tweede: ze overtreden Mijn Gebod, want Ik verbood hen om Mijn Christussen te
raken. Ze spotten met de kracht van het Bloed dat ze ontvingen in het H.
Doopsel, want ze zijn ongehoorzaam en overtreden wat Ik heb verboden. Ze komen
in opstand tegen het Bloed omdat ze oneerbiedige vervolgers zijn, zoals rotte
leden die afgesneden zijn van het mystieke lichaam van de H. Kerk. En als ze
volharden in deze oneerbiedige opstandigheid en erin sterven, zullen ze
eindigen in eeuwige vervloeking. Maar als ze zich vernederen en hun zonde toegeven
en zich willen verzoenen met het Hoofd zelfs al kunnen ze dit niet werkelijk
doen dan zullen ze genade ontvangen. Maar laat niemand erop rekenen nog tijd
ervoor te hebben, omdat niemand zeker kan zijn dat hij nog tijd zal hebben om
zijn fout toe te geven en zich te verzoenen.
3. De
derde: deze zonde is ernstiger dan enig anderen omdat ze bewust is gepleegd en
met zelfzuchtige kwaadwilligheid. Ze wetend at ze het niet mogen in goed
geweten, maar ze doen het toch en zondigen. En het is een zonde in perverse
trots zonder enig lichamelijk plezier. Zowel lichaam en ziel worden erdoor
getroffen. Hun zielen worden aangetast omdat ze beroofd worden van genade en
opgevreten door de worm van het geweten. Hun materiële bezittingen worden
verteerd in dienst van de duivel. En hun lichamen sterven erdoor zoals dieren.
Deze zonde wordt dus
rechtstreeks tegen Mij gepleegd. Het is onverminderd door enig voordeel voor de
zondaar of enig plezier behalve trots een trots dat voortkomt uit
zelfzuchtige sensualiteit en perverse slaafse angst dat Pilatus ertoe leidde om
Christus, Mijn eniggeboren Zoon, te doden in plaats van het risico te lopen dat
hij zijn macht verloor. Zo gedragen dergelijke personen zich.
Alle andere zonden worden
gepleegd ofwel door dwaasheid of onwetendheid of door de soort van kwaad dat zonden
zijn omwille van ongebreideld leedvermaak of voordeel. Dergelijke zondaars
brengen schade toe aan hun ziel en beledigen Mij en hun naaste Mij omdat ze
Mijn Naam niet prijzen en verheerlijken en hun naaste omdat ze hen niet de
vreugde van hun naastenliefde betonen. Maar ze zijn Mij niet werkelijk aan het
vervolgen, omdat terwijl ze zondigen tegen Mij, ze zichzelf schade toebrengen
en hun zonde is Mij onaangenaam omwille van de schade dat ze zichzelf
toebrengen.
Maar de zonde tegen Mijn
dienaren is een zonde die rechtstreeks tegen Mij wordt gepleegd. Anderen zonden
hebben een excuus; ze worden gepleegd met ergens nog een verantwoording want Ik
verteld je dat elke zonde evenals elke deugd wordt gerealiseerd door je naaste.
Zonde wordt gepleegd door gebrek aan naastenliefde voor God en je naaste, en
deugdzaamheid wordt in praktijk gebracht door de warmte van naastenliefde. Als
jullie zondigen tegen je naasten, zondigen jullie tegen Mij door hen.
Noot: Broeders, zonde is in
werkelijkheid een daad van eigenliefde. Wanneer we zondigen gebruiken we in
feite mensen. Het is onmogelijk om verdriet te voelen over je eigen zonden als
je de gewoonte hebt om anderen te gebruiken.
|